Wees niet bang!

Ditbenik
Inactief
Berichten: 3465
Lid geworden op: 25 feb 2011, 17:09

Re: Wees niet bang!

Bericht door Ditbenik »

rekcor schreef:Maar zou Brakel het onderhavige liedje
Je hoeft niet bang te zijn
al gaat de storm tekeer.
Leg maar gewoon je hand
in die van onze Heer.

2 Je hoeft niet bang te zijn,
als oorlog komt of pijn.
De Heer zal als een muur
rondom je leven zijn.

3 Je hoeft niet bang te zijn,
al gaan de lichten uit.
God is er en Hij blijft,
als jij je ogen sluit.
nu van harte meezingen voor zijn kinderen, of niet?

(Niet dat dat er ten diepste toe doet, want het is niet WWBD, maar ik ben toch benieuwd)
In ieder geval spreekt het liedje over 'onze Heer'. Wie Zijn eigendom is hoeft niet bang te zijn. Daar is op zich niks remonstrants aan, mits dat het uitgangspunt is.
Verder leerde ik vroeger op school en op zondagsschool als eerste het liedje 'God heb ik lief'. Ik kan u verzekeren dat dat toen niet waar was. Nu gelukkig wel. Ik heb niet de indruk dat degenen die bezwaar maken tegen 'Je hoeft niet bang te zijn' ook bezwaar maken tegen 'God heb ik lief'. Dat lijkt me op z'n minst iets om eens over na te denken.
Gebruikersavatar
JolandaOudshoorn
Berichten: 11271
Lid geworden op: 15 mar 2006, 20:53
Locatie: Groot Ammers

Re: Wees niet bang!

Bericht door JolandaOudshoorn »

Er zijn er die bezwaar maken tegen het "Onze Vader".... Dus ik zou mij niet verbazen als zij dat ook hebben tegen "God heb ik lief"
Ik weet, mijn Verlosser leeft
DDD
Berichten: 32539
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Wees niet bang!

Bericht door DDD »

Jammer dat DIA het Schriftwoord nog niet is tegengekomen. Maar goed, als dat moet wachten tot het bij de dagelijkse schriftlezingen langskomt, dan vrees ik dat we lang moeten wachten. Want daar is helemaal geen Schriftwoord dat zich hiertegen verzet.

Het is toch wel een kwalijke zaak dat er mensen zijn die zoiets opschrijven, zonder het Schriftwoord erbij te vermelden.
-DIA-
Berichten: 33950
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Wees niet bang!

Bericht door -DIA- »

JolandaOudshoorn schreef:Er zijn er die bezwaar maken tegen het "Onze Vader".... Dus ik zou mij niet verbazen als zij dat ook hebben tegen "God heb ik lief"
Hier heb ik enkele lezenswaardige artikelen over gelezen:

Wie mag het 'ONZE VADER' bidden?

In de Gezinsgids van 15 maart en 1 juni j.1. is bovengenoemde vraag behandeld. Hiermee werd een teer punt aangeroerd, waarover al veel gesproken en geschreven is.
In vertrouwde catechismusverklaringen, die bij ns in gebruik zijn, kunnen we bij zondagsafdeling 46 hierover meestal ok het een en ander vinden. Ds. J. Hoek, die de vraag in de Gezinsgids had te beantwoorden, heeft er dan ook goed aan gedaan de verklaring an Justus Vermeer aan te halen, alsmede een gedeelte uit de Redelijke Godsdienst van Wilhelmus a Brakel te citeren. Toch geeft zijn uiteenzetting ons aanleiding om deze nader onder de loep te nemen, want er worden zijdelings fundamentele waarheden in aangesneden.

De Gezinsgids wordt ook in onze gezinnen gelezen en het behoeft feitelijk niet gezegd te worden dat het zuiver houden van de leer der zaligheid van het hoogste belang is voor onze opgroeiende jeugd. Een schijnbaar geringe afwijking in de leer heeft het zelfde effect als het betreden van een helend vlak, dat langzaam maar zeker tot een ernstige dwaling doet afglijden.
Ds. Hoek meent dat wij in de zaken van Gods Koninkrijk niet consequent kunnen en mogen zijn. Consequent - zo zegt hij - betekent zoveel als rechtlijnig. „Wanneer we rechtlijnig doorredeneren komen we o gauw bij een sluitend systeem terecht waaruit de Bijbelse beweeglijkheid en bewogenheid weg is. Gods Geest leert ons kruislings denken, in plaats van rechtlijnig en consequent" zo concludeert hij. Als hij dan verder aanvoert dat het verstand wordt gekruisigd en dat dit voor allerlei schijnbare tegenstrijdigheden komt te staan, noemt hij als voorbeelden daarvan: „Er is verkiezing, maar ook verbond. Er is genade, maar ook verantwoordelijkheid. Het gedoopte kind des verbonds heeft in de belofte God tot zijn hemelse Vader..."
We moeten bekennen dat we niet meteen de strekking van al deze paradoxale gezegden konden vatten. Ze doen op zijn zachts gezegd enigszins verwarrend aan. Wij weten wel dat veel zaken van Gods Koninkrijk ons verstand ver te boven gaan, maar wij menen dat zulks niet betekent dat er omtrent de fundamentele leerstukken als zodanig inconsequentie en daardoor twijfels moeten bestaan. De apostel Paulus vermaant Titus om de gezonde leer voor te staan en Brakel noemde zijn boek over de leer der zaligheid niet ten onrechte "De Redelijke Godsdienst". Hoeveel arbeid hebben onze rechtzinnige vaderen niet verricht om de leerstellige waarheden zo zuiver belijnd mogelijk ten bate van de kerk op schrift te stellen. Denk slechts aan onze nooit genoeg te waarderen Belijdenisgeschriften.

Ds. Hoek noemt een aantal woorden, welke hij als schijnbare tegenstrijdigheden ziet, zoals: verkiezing en verbond, en: genade en verantwoordelijkheid. Raadplegen we echter ons eenvoudig en praktisch leerboekje van de Heidelberger godgeleerden dan valt het aanstonds op dat zij zeer resoluut zijn in hun opvattingen hieromtrent. Wanneer er b.v. in Zondag 3 gevraagd wordt: Zyn wy dan alzo verdorven dat wy ganselyk onbekwaam zyn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad? is het antwoord kort en bondig: Ja wy: tenzy dan dat wy door den Geest Gods wedergeboren worden (vr. en antw. 8). Hier wordt dus de verdorvenheid en onbekwaamheid ten goede van ieder mens als absolute waarheid vastgesteld en slechts één weg ter genezing daarvan aangewezen. Die weg ligt echter buiten 's mensen toedoen, aan de zijde Gods. Zij leren: Wy moeten wederom geboren worden door Gods Geest. De verlossing is dus een eenzijdig Godswerk. Deze waarheid is niet tegenstrijdig met 's mensen verantwoordelijkheid, want die wortelt feitelijk in de schepping, zoals de onderwijzer in vraag 6 (eveneens ronduit) leert, als hij daar zegt dat onze verdorven aard komt uit de val en ongehoorzaamheid onzer eerste voorouders, Adam en Eva, in het Paradijs, (...) zodat wy allen in zonde ontvangen en geboren worden. In onze catechismus komen de zaken der. woorden die ds. Hoek als tegenstrijdig tegenover elkaar plaatst in heel andere verhouding te staan.

Ds. Hoek schrijft: Er is verkiezing en er is verbond, terwijl hij verzwijgt welk verbond hij bedoelt. Uit het verband blijkt echter dat hij het genadeverbond op het oog heeft. Wanneer hij dus verkiezing en genadeverbond tegenover elkaar plaatst laat hij daarmee uitkomen dat zijn opvatting is dat het genadeverbond breder is en meer mensen omvat dan de verkiezing. Beide leerstukken worden dan inderdaad betrekkelijk en inconsequent. Dan is de verkiezing geen volle werkelijkheid en het verbond heeft ook een halfslachtig karakter. De catechismus plaatst echter - wat de zaken betreft - verkiezing tegenover verwerping, en werkverbond tegenover genadeverbond. Als we de leer van deze godgeleerden handhaven is er geen sprake van dat wij „kruiselings gaan denken", want er ontstaat in de gang van hun uiteenzetting als vanzelf overeenstemming. De onderwijzer trekt rechte lijnen zoals we boven aan de hand van Zondag 3 en 4 al aantoonden: De verdoemenis in Adam wegens verbreking van het werkverbond en de behoudenis in Christus door waarachtige wedergeboorte; de verdorvenheid krachtens de ongehoorzaamheid van onze eerste ouders Adam en Eva raakt alle mensen, terwijl de vernieuwing door wedergeboorte de uitverkorenen ten deel valt. De verkiezing en de wedergeboorte moeten immers uit de aard der zaak geheel in overeenstemming met het wezen van het genadeverbond; zij zijn een uitvloeisel van het soeverein welbehagen Gods van eeuwigheid tot Zijn volk, want noch tot zijn verkiezing, noch tot zijn wedergeboorte kan niemand meewerken. Onder de uiterlijke bediening van het genadeverbond levende is het de weg dat ieder zich naarstig en getrouw zet onder de middelen der genade, maar de Heere is vrij of Hij ze zaligmakend door Zijn Geest aan het hart beliefd te heiligen.

Dat het gedoopte kind des verbonds de belofte heeft - zoals ds. Hoek beweert - is dan ook slechts in zoverre waar, wanneer daarbij gesteld wordt dat dit voorrecht alleen de uitverkoren kinderen geldt, dus dezelfde die wezenlijk begrepen zijn in Christus en door Hem het genadeverbond. Comrie is hierin zeer positief als hij in zijn catechismusverklaring van Zondag 3 uiteenzet dat de doop niet het onderwerpelijk geloof der ouders, noch het geloof van de kinderen die gedoopt worden verzegelt, maar alleen Gods belofte, dat gelijk allen, die tot Adam behoren (dat zijn dus alle mensen) in hem verdoemd zijn, ook allen die tot Christus, de tweede Adam behoren (dat zijn de uitverkorenen) wederom door Hem zullen d zalig worden. Hier vinden we dus de juiste onderscheiding tussen werkverbond en genadeverbond, tussen schuld en genade, tussen de eerste Adam en Christus, de Tweede Adam, tussen natuur en genade enz. Helaas missen we deze onderscheidingen in de uiteenzetting van ds. Hoek. We vinden er integendeel in een vermenging van het één met het ander, zodat elke waarheid van haar scherpte wordt ontdaan. Zodoende blijven er in feite halve waarheden over. En halve waarheden zijn misleidend.
H.

Bron: De Wachter Sions 1 september 1970


Antwoord per brief

Geachte heer W.C.P. te G.,
U hebt mij gevraagd om eens te schrijven over het gebruik van de formuliergebeden bij het gebruik van de maaltijden. In het bijzonder is uw vraag gericht op het gebruik van het "Onze Vader". Is het geoorloofd als onbekeerd mens om het "Onze Vader" te bidden? Daar komt uw vraag in het bijzonder op neer.


Laat ik beginnen met erop te wijzen dat het een man en vader betaamt om in zijn huis bij het gebruik der maaltijden hardop voor te gaan in het gebed. Hij dient wat dat betreft, zoals wel opgemerkt is, priester in zijn gezin te zijn. Als het huwelijk met kinderen gezegend mag zijn, dan kan het toch tot meerdere stichting zijn voor het gezin als de vader hardop voorgaat in het gebed dan dat het gebed maar in stilte door allen voor zichzelf gedaan wordt. Ik kan het niet anders zien dan dat dit toch ook tot de huwelijksplichten behoort, dat de vader het gebed hardop ten aanhore van al de huisgenoten uitspreekt. Bij een huwelijksbevestiging in de kerk heb ik dit de bruidegom ook wel voorgehouden.

Maar nu gaat het in uw vraag in het bijzonder over het gebruik van het "Onze Vader". U schrijft mij dat de oude schrijvers het gebruik van dat gebed hebben voorbehouden aan degenen die in waarheid bekeerd zijn. In mijn Catechismusverklaring, die mogelijk u ook niet onbekend zal zijn, heb ik bij de behandeling van Zondag 46 over het gebruik van dit gebed, dat toch wel het allervolmaaktste gebed te noemen is, ook het een en ander geschreven. In de toepassing heb ik de vraag gesteld: "Toe, zeg het eens, gij onbekeerde 'Onze Vader'-bidder, welke betekenis deze aanspraak al voor u gekregen heeft. Ge raffelt dit gebed wellicht maar af als een formuliertje voor elke maaltijd, maar ge beseft niet wat ge bidt". In het begin van de preek heb ik geschreven: "Het gebed des Heeren is dus een gebed voor Gods volk. Wil dat zeggen dat een ander dat gebed niet mag bidden? Och, we zouden ook kunnen vragen of een onbekeerd mens wel een ander gebed mag bidden. En mag hij ook wel een psalmvers zingen? Ge voelt wel, dat het niet ongeoorloofd is om de woorden te gebruiken, maar om in waarheid te bidden en te zingen, zal het bij de woorden niet moeten blijven. We zullen dan de zaken van de woorden moeten leren verstaan. In de Catechismus worden we er bij bepaald wat de woorden in het gebed des Heeren een kind van God te zeggen hebben”.

Ik heb dus geschreven dat men in de kerk toch ook de psalmen zingt. En dan denk ik ook in het bijzonder aan die psalmen waarin God als Vader wordt aangesproken. Maar ik houd me ook aan de uitspraken van de oude schrijvers, die het ons allen duidelijk doen weten dat het "Onze Vader" een gebed voor de ware gelovigen is. Ik zou willen beginnen met te wijzen op de verklaring die Brakel in zijn "Redelijke Godsdienst" geeft van het gebed en van de aanspraak in het gebed des Heeren. Duidelijk zegt hij dat het woord Vader ziet op de genadige aanneming, wedergeboorte, ondertrouw en vereniging met de Heere Jezus, de Zoon van God door het geloof. En dan zegt hij: "Zo worden dan door het woord onze niet verstaan alle mensen, maar alleen de wedergeborenen, gelovige kinderen Gods. Een onbekeerde is geen kind van God, zo kan hij dan ook God niet aanspreken met de naam van Vader; en of hij wel een schepsel van God is, en God zijn Vader is door schepping, zo kan dat woord van Vader in dat opzicht geen troost geven noch vrijmoedigheid om tot God te naderen, dewijl de zonde hem van God en Zijn gunst ten enenmale heeft afgescheiden, en hem gebracht onder de toorn Gods, zodat God hem is een verterend vuur, en tot verschrikking”.

Brakel wijst er dus wel duidelijk op, dat het recht gebruik van dit gebed alleen aan het ware geloof verbonden is. Dat doen met hem alle goede oude schrijvers. Daar ik van u weet dat de oude geschriften u niet onbekend zijn, behoef ik verder niet te citeren wat door Van der Kemp in zijn Catechismusverklaring hierover gezegd wordt. En ook in de verklaring van Justus Vermeer kan men hetzelfde vinden. Ook willen we met het noemen van namen van oude schrijvers ook zeker Smytegelt niet vergeten. Al deze schrijvers hebben de inhoud van het gebed des Heeren verklaard als van een grote en dierbare betekenis voor Gods volk. En ze hebben de inhoud van dat gebed niet anders kunnen verklaren. Christus heeft Zijn discipelen dit gebed geleerd. En in de Catechismus als een troostboek voor de ware Christen, worden de drie stukken behandeld die tot de ware en enige troost onzer ziel gekend moeten worden. En zo is in geheel de Catechismus de ware gelovige aan het woord, als de apostolische geloofsbelijdenis behandeld wordt en als ook de wet en het gebed des Heeren ter sprake komen.

En als ik nu ook zo-even Smytegelt heb genoemd, wil ik even woordelijk neerschrijven wat we in zijn verklaring van de aanspraak in het gebed des Heeren kunnen lezen. Hij zegt dan: "Hoewel een ieder met dit gebed God zijn Vader noemt, nochtans is het zeker dat God niet aller Vader is. Van het Israël, dat naar het vlees is, zegt Mozes: Het zijn Zijn kinderen niet, de schandvlek is hunner. Het is een verkeerd en verdraaid geslacht. De Joden, door de Zoon niet vrijgemaakt, hoewel ze anders Gods volk waren, worden gezegd uit de Vader de duivel te zijn. Want die zijn niet allen Israël, die uit Israël zijn, noch omdat ze Abrahams zaad zijn, zijn ze allen kinderen”.
Dit is duidelijke taal. Toch spreekt Sm5rtegelt over het gebruik van dit gebed door onbekeerden. Er was dus oudtestamentisch een uitwendig of natuurlijk zaad van Abraham. Israël was de kerk des Heeren. Het geestelijk Israël was het door God ter zaligheid verkoren volk. Maar dat volk had de Heere onder het uitwendig zaad van Abraham. Dus gans Israël was de openbaring van Gods Kerk. En zo is het nu nieuwtestamentisch ook nog, al is het dat de Heere nu Zijn Kerk onder Jood en heiden tot openbaring heeft willen brengen.

Waaraan kunnen we nu weten waar de ware Kerk des Heeren zich openbaart? Aan de zuivere bediening van Gods Woord en de rechte bediening der sacramenten en de handhaving van de kerkelijke tucht. Nu is de Kerk des Heeren in ons vaderland in diep verval geraakt. Toch heeft de Heere, ook al is het veelal buiten de vaderlandse kerk. Zijn Kerk zich nog in ons land doen openbaren. Er zijn onkerkelijke mensen gekomen. Mensen die liever in gezelschap samen kwamen om met elkaar de oude geschriften te lezen dan het in een kerkgenootschap buiten de vaderlandse kerk te zoeken, daar de breuk van Gods Kerk ze zeer ter harte ging. Onder deze mensen heb ik er ook wel van Gods echte volk gekend waar ik me wat het innerlijke zielenleven betreft aan verbonden wist. Ook kwamen zulke mensen ons wel beluisteren en lazen ons schrijven en betuigden daar hun volle instemming mee.

Er zijn echter ook wel andere onkerkelijke mensen gekomen, die er zeer vreemde gevoelens op na zijn gaan houden. We kunnen daarin zien waar men toe komt als men niet in de middellijke weg van ambtelijk onderwijs het zelf wel denkt gevonden te hebben wat Gods Woord ons aangaande de leer en het geestelijk leven te zeggen heeft.
Ik hoop me te wachten voor een ijdel geroep van: Des HEEREN tempel, des HEEREN tempel, des HEEREN tempel zijn deze! Maar anderzijds is toch een zuiver kerkelijk begrip ons nodig. En dan hebben we ons te houden aan wat onze Nederlandse Geloofsbelijdenis ons zegt in artikel 28, als dat artikel ons voorhoudt dat niemand, van wat staat of kwaliteit hij zij, zich behoort op zichzelf te houden, om op zijn eigen persoon te staan; maar dat zij allen schuldig zijn, zichzelf daarbij te voegen en daarmede te verenigen.
U zult wel begrijpen dat ik nu bezig ben om een andere vraag van u te beantwoorden. Het kan zijn dat men op een plaats woont waar men niet ter kerk kan gaan, omdat de zuivere leer daar plaatselijk niet wordt verkondigd. Maar dan dient men toch wel zich aan te sluiten bij een naastbijzijnde gemeente waar wel de zuivere leer verkondigd wordt. Dan kunnen de kinderen als lidmaten der gemeente worden gedoopt. Als u op uzelf blijft staan, dan kan het zijn dat uw kinderen op volwassen leeftijd zich toch bij een kerk willen aansluiten, maar dan volwassen moeten worden gedoopt. Dan worden ze dus niet als lidmaten der gemeente gedoopt, evenals de kleine kinderen, maar ook al zijn ze kinderen van gelovige ouders, ondergaan ze dan de volwassendoop op een zelfde wijze als de heidenen en als zij die van Gods Woord vervreemd zijn.
Ik hoop dat u uit deze toelichting zult inzien dat het niet goed is om als u nog onder de zuivere leer van Gods Woord, al is het ook onder leesdienst kunt opgaan, om dan toch maar thuis zelf een predicatie te lezen. En dat terwijl er dan in een plaatselijke gemeente zonder leraar, ook als gevolg van het verval der kerk, toch nog dezelfde preken gelezen worden als die u thuis leest. Maar dan worden toch verder daar ook de Goddelijke instellingen onderhouden en zijn daartoe ook nog de kerkelijke ambten aanwezig, die voor een ordelijk kerkelijk leven niet gemist kunnen worden. De grondslag voor de kerkelijke orde vinden we in 1 Kor. 14 : 40: "Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden”.

En nu kom ik ter toepassing op de eerste vraag nog even terug op het gebruik van het gebed des Heeren. U schijnt zelf wel met aandacht gelezen te hebben hoe de inhoud van dat gebed door de oude schrijvers wordt verklaard. Ook de betekenis van de aanspraak "Onze Vader". Ik zou nu de gelegenheid nog willen waarnemen om er al de lezers toe op te wekken om maar veel en met aandacht te lezen wat door onze goede oude schrijvers hierover is geschreven. Het mocht nog eens een vruchtbare uitwerking hebben voor de ziel, als de verklaring van dat gebed des Heeren door die hoog verlichte schrijvers ons doet weten hoe leerzaam en vertroostend de inhoud van dat allervolmaaktste gebed voor Gods volk mag zijn. Ik kan daar nu niet verder op ingaan. De discipelen hebben gevraagd: "Heere, leer ons bidden". Dat dit toch ook een ernstige vraag der ziel mocht worden voor ons als we nog in onze natuurstaat daarheen leven. We kunnen het gebed des Heeren wel gebruiken als formulier voor het gebruik der maaltijd, maar het komt voor een ieder op de zaken van de woorden aan. De Heere geve ons zo op een rechte wijze het "Onze Vader" te mogen bidden.
Ik besluit nu met hartelijke groeten in de toewensing van die genade voor u en al de lezers.

Bron: De Wachter Sions 22 juni 2000


Het zou nog uit te breiden zijn, maar laar het vooreerst hierbij. Ik zou denken: Stof om goed na te denken.
En zeker ook ter bezinning in onze zeer verwarrende tijd. Al weet ik dat er zullen zijn die het bij voorbaat niet
zullen lezen of ook bij voorbaat al een kritische houding aan zullen nemen.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
-DIA-
Berichten: 33950
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Wees niet bang!

Bericht door -DIA- »

DDD schreef:Jammer dat DIA het Schriftwoord nog niet is tegengekomen. Maar goed, als dat moet wachten tot het bij de dagelijkse schriftlezingen langskomt, dan vrees ik dat we lang moeten wachten. Want daar is helemaal geen Schriftwoord dat zich hiertegen verzet.

Het is toch wel een kwalijke zaak dat er mensen zijn die zoiets opschrijven, zonder het Schriftwoord erbij te vermelden.
Welk Schriftwoord?
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
-DIA-
Berichten: 33950
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Wees niet bang!

Bericht door -DIA- »

Ik kwam van de hand van ds. F.Mallen nog een stukje tegen in De Wachter Sions.
Het is een gedeelte uit de toenmalige rubriek "Antwoord per brief"
-----------------------
Wat uw tweede vraag betreft, ik kan daar kort op antwoorden. Dat is dus de vraag of een onbekeerd mens het „Onze Vader" mag bidden. In mijn Catechismusverklaring heb ik hier al over geschreven in de behandeling van de 46ste zondag. Voor elk gebed en psalmvers geldt het, dat we de zaken van de woorden zullen moeten bezitten. Dat geldt dus alleen het gebed des Heeren niet.
Maar ik wil niet al te kort zijn in het beantwoorden van deze vraag. De laatste tijd heb ik steeds zo moeten denken, dat het toch zo blijkt in ons leven en ook in al wat in deze tijd in het bijzonder zich afspeelt, dat dit gebed het allervolmaaktste gebed te noemen is. Elke bede houdt immers zoveel in. De verklaring van het gebed des Heeren in onze Heidelbergse Catechismus toont dat zo duidelijk aan. Als we jaarlijks de wet des Heeren hebben te behandelen in de verklaring van de Catechismus, dan komen we er steeds meer achter hoe actueel die Catechismus is en blijft. Ja, eigenlijk wordt die in deze droeve tijd steeds actueler. Bij de behandeling van de wet des Heeren vinden we thans veel meer stof dan dertig jaar geleden. Maar zo is het dan ook met de behandeling van het gebed des Heeren in aansluiting op de behandeling van de wet. Elke bede heeft ons vooral voor deze tijd zoveel te zeggen. Steeds meer moeten we gaan zien, dat we maar te weinig denken aan wat de Heere Jezus Zijn discipelen heeft leren bidden. Denk aan de bede om de komst van Gods koninkrijk en de bede om van de boze verlost te worden en voor verzoeking bewaard te blijven. Ja, ook de bede om ons dagelijks brood heeft ons voor deze weeldetijd zeer veel te zeggen, daar deze weeldetijd een geestelijk zeer schaarse tijd is. Zo predikt die bede ons niet anders dan schuld en zegt ons waarom de Heere zover van ons geweken is. Och, u mag het van mij weten, dat mijn gebedjes steeds kleiner worden, maar dat ik ook steeds meer bij het „Onze Vader" terechtkom. En dan zie ik, dat in dat gebed al mijn noden vervat liggen. Als ik dan soms bezig ben om mijn noden de Heere voor te leggen, kom ik soms ineens tot de gewaarwording dat al die noden in het gebed des Heeren begrepen zijn en dat ik, om maar niets te vergeten, het beste de regel van het „Onze Vader" aan kan houden. Wij kunnen veel vragen en bidden en in ons gebed aan de Heere voorleggen, maar als we klaar zijn, zijn wij altijd wat vergeten. Als we het „Onze Vader" bidden, zijn we niets vergeten. We behoeven dan niet precies dezelfde woorden te gebruiken, want daar komen we ook zo gauw mee tot lippentaai die de Heere niet behaagt. Als echter de woorden zaken voor ons worden, dan bidden we het „Onze Vader" recht uit het hart vandaan. Dan geeft dat zulk een verbinding in onze ziel aan die dierbare Persoon, Die nooit een woord te veel of te weinig heeft gezegd. Wie is een leraar als Hij? Ik hoop dat de onbekeerden die het „Onze Vader" bidden, maar eens zullen mogen gaan beseffen wat zij bidden en dat ze dat gebed nog eens waarlijk uit het hart zullen mogen doen. Bij het gebruik van dat gebed mocht men dan ook maar goed bedenken dat men dit gebed in waarheid zal moeten leren bidden.
Geachte Mevr. R., ik heb getracht uw vragen te beantwoorden. De Heere schenke u uit genade al wat in het „Onze Vader" ligt begrepen, dan zal de eerste vraag die u me hebt gesteld ook gelijk ten goede voor uw ziel beantwoord zijn.
Hartelijke groeten en Gode bevolen !


Tot zover het citaat.
Ik geloof dat dit ook niet zoveel aan duidelijkheid te wensen over laat. Vandaar dat ik het er ook even bijvoeg.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
DDD
Berichten: 32539
Lid geworden op: 11 jul 2012, 17:48

Re: Wees niet bang!

Bericht door DDD »

Het is niet heel ingewikkeld, maar ik zal het maar even vet maken.
-DIA- schreef:
Even ter verduidelijking. Wat zeggen de Dordtse Leerregels nu eigenlijk? En is dat Bijbels?
Nademaal wij van den wil van God uit Zijn Woord moeten oordelen, hetwelk getuigt dat de kinderen der gelovigen
heilig zijn, niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond, in hetwelk zij met hun ouders begrepen zijn, zo moeten
de godzalige ouders niet twijfelen aan de verkiezing en zaligheid hunner kinderen, welke God in hun kindsheid uit dit leven
wegneemt.


Betekent dat dat alle jonggestorven kinderen behouden worden?
Nee toch? Waar grondt zich deze belijdenis dan op?
Niet op iets in die kinderen, als zouden die heilig zijn.
Maar uit kracht van het genadeverbond. Buiten dat verbond is geen behoudenis, ook niet voor ongeborenen.
Maar het verbond Gods is onveranderlijk ten aanzien van zowel de reeds geborenen als ten aanzien van de nog
ongeborenen.

Wat houdt dit dan in?
Dat de kleine kinderen, ook zelfs voor hun geboorte, in het genadeverbond begrepen, zeker behouden zullen worden.
Daar moeten wij niet aan twijfelen. Dat verbond is zo vast: Want bergen zullen wijken, en heuvelen wankelen;
maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de HEERE,
uw Ontfermer.

Het gaat hier niet over de kinderen van nature, maar over Gods eeuwige verbond.
Daarin zijn al Zijn uitverkorenen begrepen, zelfs ook de kinderen, die nog niet geboren zijn.
Dat houdt dan ook niet in dat elk kind, geboren uit gelovige ouders, hoofd voor hoofd zalig zal worden.
Anders zou de belijdenis hier de Schrift tegenspreken.
Dat doet het niet, want het ziet op de kinderen uit gelovige ouders, gerekend in Gods Verbond, dat
onwankelbaar vast is.
Spreeuw
Berichten: 74
Lid geworden op: 02 aug 2014, 20:55

Re: Wees niet bang!

Bericht door Spreeuw »

johannes schreef:We kunnen wel allemaal dogmatische verklaringen erop los laten
maar wat zullen de christenen in Irak van dit lied vinden?
Ik vind het erg moeilijk om te begrijpen wat er je omgaat als je
zo in nood zit met IS op je hielen. heb je dan nog echt geloof.
We hopen op een wonder voor deze mensen. God kan en wil in nood......

groeten
Dat zal heel moeilijk voor hen zijn. Ik denk dat het ook gewoon goed is om wel bang te zijn.
Angst hebben is iets menselijks. Wel kunnen we onze angsten relativeren als we zien op ons geloof in God.

Het is wel opvallend dat David in de Psalmen zegt dat hij zelfs niet bang is voor zijn vijanden, zelfs als een leger hem omsingelt. Hij vertrouwt op God. Hij begeert slechts één ding, dat zoekt hij:

te verblijven in het huis des HEREN
al de dagen van mijn leven,
om de liefelijkheid des HEREN te aanschouwen,
en om te onderzoeken in zijn tempel.
(Psalm 27:4b,c) (NBG'51)


Zing bijvoorbeeld dit vers:

Psalm 27:2 (Berijming 1773)
Al zie ik zelfs een leger mij omringen,
Nog vrees ik niet; 'k verlaat mij op den HEER;
Al wil men mij door enen oorlog dwingen,
'k Leg mij gerust, hierop vertrouwend, neer.
Deez' éne zaak heb ik begeerd van God;
Daar zoek ik naar; dit zij mijn zalig lot:
Dat ik, zo lang mij 't levenslicht bescheen,
In 's HEEREN huis mocht wonen hier beneên.

Zingen: http://www.psalmboek.nl/zingen.php?psID ... ID=2&s=rit
Plaats reactie