GJdeBruijn schreef:memento schreef:Niemand een mening over dr. Steenblok als scholasticus?
Daar was hij heel goed in, zoals gebruikelijk bij de neo-calvinisten. Zie zijn proefschrift waarin hij duidelijk maakt de lijn van Voetsius hierin goed te kennen. Wie de recente publicaties van prof. dr. Van Asselt erbij betrekt kan achteraf alleen maar vaststellen dat dr. Steenblok op dit punt het vak beheerste. Zijn rechtlijnigheid hierin heeft mijns inziens niets te maken met een mogelijke stoornis.
Ook niet zijn stellingname in het vraagstuk rondom aanbod van genade. Het is veelmeer te herleiden op een neo-calvinistische opvatting over de toepasbaarheid van het scholastieke begrippenapparaat, in lijn met bijv. Voetsius en Comrie. Het gebruik van scholastiek als interpretatiemiddel was een 'keurmerk' van de theologen uit de kringen waarvan dr. Steenblok afkomstig was. Een soort "met de paplepel ingegoten". De stelling dat de neo-calvinisten verder gingen dan Comrie in het komen tot dogmatische stellingen als gevolg van overmatig gebruik van de scholastiek is mijns inziens goed te verdedigen.
Uhm, het was juist Comrie die de scholastiek de gemeente in bracht. Steenblok gaat daarmee niet verder dan Comrie. Ik denk dat wat Steenblok stelde, uiteindelijk het logische gevolg is van Comries Aristoteliaanse denken.
De visie van Bullinger is uiteindelijk impliciet door de Dordtse synode verworpen. Bullinger wilde niet van een dubbele predestinatie weten en op dat punt is hij dan ook door o.a. Calvijn en Beza bestreden. De DL hebben de lijn van Calvijn/Beza overgenomen en de visie van Bullinger wel aangehoord, maar niet overgenomen. Vanuit de geschiedenis kunnen we stellen dat de Nederlandse reformatie weinig of geen ruimte gegeven heeft aan de visie van Bullinger.
Het lijkt me dan ook geen sterk argument om een beroep te doen op Bullinger in een discussie over een verschilpunt binnen de nederlandse-calvijnse theolog
Bullinger leerde wél een dubbele predestinatie, maar wilde geen uitspraken doen over de details. Een lijn, die door de DL nagevolgd is (zie maar hoe terughoudend de DL zijn als het gaat om details). Helaas heeft men Bullingers waarschuwing en de Dordtse terughoudendheid achter zich gelaten in de Gereformeerde Scholastiek, en kwam men tot uitgebreide systemen. Gelukkig bleef dit voorbehouden tot de universiteiten. De grote gereformeerde scholastici (zoals Voetsius) volgden in hun prediking en pastoraat de lijn van Bullinger: de pastorale lijn. Comrie was de eenling, die dit doorbrak, door de scholastiek de gemeente in te brengen door prediking en pastoraat. In de 19e eeuw kreeg zijn theologie, met haar Aristoteliaanse onderscheidingen (bv. het onderscheid tussen habitus en actus komt regelrecht bij de heidense filosoof Aristotelus vandaan) weer aandacht. Steenblok pakt die lijn op, en trekt de uiterste conclusies.
Opvallend is, dat mannen als Calvijn en Luther, de scholastiek verworpen. Een heiden (Aristotelus) kan ons geen kennis over God geven, zo stelden ze. De scholastiek, met haar systemen, theorieën en onderscheidingen, houdt de Schrift verborgen. Men zag de scholastiek als aanval op de Schrift. Bullinger was de theoloog die het gevaar reeds voorzag, en er ook tegen waarschuwde. Terecht stelde hij, dat wanneer we scholastiek gaan bedrijven, we uiteindelijk niet meer luisteren naar de Schrift, maar de Schrift gieten in de mal van ons systeem.
--------------
PS> Mijn stelling is, dat wat Steenblok deed niets anders is dan de consequenties trekken uit wat Comrie hem leerde. In een kerkgenootschap waar Comrie dé toonaangevende theoloog is en was, is hem dat niet kwalijk te nemen. De eigenlijke discussie gaat dus om de vraag: Wil je als kerkverband in de lijn van Comrie staan? In dat geval is de dogmatische keuze van Steenblok de uiterste consequentie. Of moeten we concluderen dat Comrie toch wat ongelukkig is geweest in zijn theologie, en we er beter aan doen een andere theoloog te kiezen in wiens lijn je wilt staan? Ik pleit voor het laatste. Doe mij maar een theoloog die dicht bij het Woord blijft. Een Bullinger. Of Calvijn. Of een bevindelijke variant als Teelinck. Of Kohlbrugge. Werkelijke theologie is het laten spreken van het Woord. Alleen het Woord is onze kenbron aangaande God.