Mag ik de conclusie trekken dat je begrip voor midden/links nog groter is dan Psalm 119 en je begrip voor 'Rijnsburg' nog kleiner dan Psalm 117?MidMid schreef: ↑Gisteren, 21:13Dat je niet namens Rijnsburg spreekt, snap ik. Voor mij val jij onder de c.s. ;-)huisman schreef: ↑Gisteren, 20:56Eerst deze duidelijkheid. Ik spreek niet namens Rijnsburg maar zit zonder last en ruggespraak op dit forum.MidMid schreef: ↑Gisteren, 20:25 Laatst was er een column - weet niet meer van wie - die de vraag opwierp (in mijn woorden) of in zo'n situatie als hierboven 'de synode' niet de 'Schrift normeert'. Want wat als men niet overtuigd is van de GS beoordeling en het aangedragen Schriftbewijs als zodanig ook niet is weerlegd? Maar dat is een ander draadje. Eerst maar even art. 30 en 31.
Artikel 30 en 31 gaan over zowel het presbyteriale als het synodale deel. Dus ben je het met mij eens dat als 30 en 31 niet meer functioneren:
- dit dan zowel van het ene als het andere zal moeten gelden, dus van het synodale en het presbyteriale...
- zo nee, hoe kan daar artikel 30 en 31 wel nog werken?
- zo ja, ligt het dan bij de kerkenraden of bij de leden van de kerken?
Hoe ik artikel 31 lees? Dit is de borging van '(ge)rechtig(heid)' in het kerkrecht. Het geeft uitdrukking aan het besef dat ook kerkenwerk mensenwerk is en daardoor besluiten dus feilbaar zijn. (Zelfs de besluiten die vast en bondig zijn!) Het drijft partijen die tegenover elkaar zijn komen te staan naar een zich samen opnieuw buigen over Schrift en belijdenis, steeds weer.
Voor mij is dit een fundamenteel principe binnen de kerkorde.
Maar dat is nog iets anders dan een funderend of organiserend principe.
Mijn eigenlijke vraag was niet zo moeilijk. Waar zitten Zondag/De Hek volgens Rijnsburg c.s. fout wanneer ze stellen 'dat je de artikelen 30 en 31 niet kan 'promoveren' tot funderende artikelen. Hun conclusie is dat dit eerder geldt van art. 29 (vermelden meerdere vergaderingen) en de artikelen die daaruit voortvloeien (41, 47 en 50 - classis, PS en GS). 30 en 31 gaan over de inhoud van die vergaderingen en hoe om te gaan met wat wordt besloten.'
Nu inhoudelijk:
Dus jij vindt dat het ‘tenzij bewezen wordt’ ook kan bestaan nadat de weg van revisie is afgerond? Dan is blijkbaar elke ongehoorzaamheid aanvaardbaar als je deze ‘tenzij’ als disclaimer gebruikt. Dat is m.i. het einde van een kerkverband met een presbyteriaans synodale kerkregering. Dan moet je toch naar een congregationalistische wijze van kerkregering. Dat heeft de CGK nooit gewild omdat ze het PS model het dichtst bij de Schrift vinden.
Ik begrijp dan trouwens ook niet dat jij diverse keren de ongehoorzaamheid hebt veroordeeld. Waarom dan?
Art 30 en 31 zijn in deze crisis juist wel de artikelen waar wij op vastgelopen zijn. Dan promoveer je deze artikelen niet maar hier ligt nu eenmaal de aard van het probleem. Dat kerkenraden ook bij de vergaderingen horen begrijp ik natuurlijk ook. Het gaat nu echt mis op de meerdere vergaderingen waar wordt behandeld wat in de mindere niet kon worden afgedaan. (Art 30) Dat kan niet meer omdat de besluiten van de meerdere vergaderingen niet meer aanvaard worden, toegewezen appels worden genegeerd. Enz. Dat weten jullie toch ook hoe je dan ‘gewoon’ verder kunt is mij echt een raadsel.
Nee, jij vat mij verkeerd samen. Ik vind dat menselijke besluiten nooit het karakter kunnen dragen van onwrikbaar. Ongehoorzaamheid is niet aanvaardbaar. Maar het 'tenzij' uitoefenen totdat je elkaar in Schrift en belijdenis hebt gevonden wel (of uitspreekt elkaar daar niet gevonden te hebben). Dus gaan binnen de kerkelijke weg! Dat is voluit een ps-stelsel. Ik zou andersom kunnen zeggen dat we dan Roomse trekken gaan krijgen doordat een GS blijkbaar 'ex cathedra' kan spreken...
Mijn vermanen had te maken met het ingaan tegen de kerkelijke weg. Daarom kon ik ook mee in zo'n vermanen. De poging destijds om het inhoudelijk te maken, die heb ik niet onderschreven.
Mijn vraag was niet of we op 30 en 31 zijn vastgelopen. Al deel ik daar de mening niet dat de kerken als geheel daar zijn vastgelopen. De laatst gehouden synode wel. Die had het naar mijn mening dan ook terug moeten leggen bij een volgende GS - want als het klopt dat de ander uitnemender is dan ik ben, kan het zijn dat die er wel uitkomt. Of was de weg die nu is gegaan, de door de Geest aangewezen weg? Want daar moet een GS toch naar zoeken?!
Maar dat de afgelopen GS vastliep in 30 en 31 zag ik ook. Maar is dat vastlopen niet te groot gemaakt.
En is dat vastlopen echt zo funderend dat daarmee het synodale deel vervalt? Als dat zo is, dan ook 30 en 31 van de kerkenraad. Dat is consequent, toch?
En ja, misschien is dat voor mij precies andersom.
Weet je wat je eens zou moeten doen? Een rollenspel spelen, waarbij jij als opdracht krijgt om het standpunt van rechts/Rijnsburg te verdedigen. Ik heb dat eens in een andere situatie als opdracht gekregen. Mijn opponent moest mijn standpunt verdedigen en ik die van hem. Dat is echt leerzaam! Zou jij eigenlijk eens met Huisman moeten doen. Dan kom beiden ten goede.