huisman schreef:DL : :En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt. En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen, noch door aanrading, of zulke manier van werking, dat, wanneer nu God Zijn werk volbracht heeft, het alsdan nog in de macht des mensen zou staan wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden, bekeerd te worden of niet bekeerd te worden. Maar het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, de welke, naar het getuigenis der Schrift , die van den Auteur van deze werking is ingegeven,, in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden; alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven. En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.
En volgens het daaropvolgende artikel brengt de wedergeboorte direct de liefde tot
hun Christus mee.
De wijze van deze werking kunnen de gelovigen in dit leven niet volkomenlijk begrijpen; ondertussen stellen zij zich daarin gerust, dat zij weten en gevoelen, dat zij door deze genade Gods met het hart geloven, en hun Zaligmaker liefhebben.
Huismans' - conclusie: vergelijk de wedergeboorte niet met een natuurlijke geboorte (zoals Comrie) maar met de schepping of de opstanding uit de doden (Zoals onze D.L.)
En er werd een groot teken gezien in den hemel; namelijk een vrouw, bekleed met de zon; en de maan was onder haar voeten, en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren; En zij was zwanger, en riep, barensnood hebbende, en zijnde in pijn om te baren. En er werd een ander teken gezien in den hemel; en ziet, er was een grote rode draak, hebbende zeven hoofden, en tien hoornen, en op zijn hoofden zeven koninklijke hoeden. En zijn staart trok het derde deel der sterren des hemels, en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, opdat hij haar kind zou verslinden, wanneer zij het zou gebaard hebben. En zij baarde een mannelijken zoon, die al de heidenen zou hoeden met een ijzeren roede; en haar kind werd weggerukt tot God en Zijn troon. En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen, Openb. 12:1-13.
Je mag de wedergeboorte wel vergelijken met een natuurlijke geboorte, met het volgende onderscheid:
1. De vrouw in Openb. 12 is het beeld van de Kerk van Christus. De zaligheid is uit de Joden maar ook uit de geestelijke Joden. Uit het aardse Israel is Christus geboren, uit het geestelijke Israel ook, door barensweeen.
2. Haar gebaarde kind is niet de wedergeboren zondaar, maar Christus in het hart van de wedergeboren zondaar....!!
3. Haar kind wordt van haar genomen en in de hemel bewaart. Dat is, de erfenis van de Kerk wordt in Christus in de hemel voor haar bewaart.
4. Haar kind wordt van haar genomen tot God en Zijn troon. Dat is, het leven van de Kerk van Christus is in Hem verborgen in God, Kol. 3:3.
5. Sommigen hebben barensweeen, maar geen kracht om te baren. Anderen hebben lucht gebaard, Jes. 37:3.
6. Weer anderen zijn in de kindergeboorte blijven steken...., Hosea 13:13.