Nee, inderdaad, wat ds. Harinck daar leert is zeer duidelijk en daar kan ik mij van harte in vinden. Mijn bezwaar richt zich ook niet op ds. Harinck, al begrijp ik niet waarom ook hij het onderscheid verbondsbeloften en evangeliebeloften leert. Daar kan ik echter overheen stappen. (Ik noemde zijn boek alleen omdat dit mij veel duidelijkheid gegeven heeft in de geschiedenis rond 1948 en 1953 en welke argumenten van weerszijden gebruikt zijn.)Hollander schreef:Bedankt voor je antwoord. Het door jou genoemde boekje van ds. Harinck heb ik niet in mijn bezit, wel zijn nieuwere werk aangaande deze vragen: 'Gods beloften in het persoonlijk leven'. Misschien mis ik een onderdeel van jouw bedoeling, maar in het onderstaande citaat van ds. Harinck wordt toch niet geleerd wat jij als 'verwarring' typeert? (...)Valcke schreef:Ik heb de leeruitspraken er niet bij gehad. Maar dit is wel het vrij duidelijke beeld dat ik gekregen heb op basis van het boek van ds. Harinck over 1948-1953 (Om het hart van het Evangelie, meen ik) en artikelen van ds. Moerkerken over dit onderwerp.
Wanneer de GG zou leren dat in het aanbod van genade ook de verbondsbeloften in en mét Christus aangeboden worden, zou dat veel duidelijkheid verschaffen. Maar dit heb ik nog nimmer vernomen en m.i. wordt dit bewust zo niet geleerd. Wel lees ik het bij de Erskine's. Het kan ook niet anders. Want Christus gaat altijd vergezeld van Zijn weldaden en de beloften in Hem. Wordt Christus aangeboden, dan ook alle beloften in en mét Hem.
Laat ik echter een citaat geven dat ik wél verwarrend vind. Dat is van ds. Moerkerken, RD 10 juni 2000 (bron: Digibron). In dat stuk ging het expliciet over deze kwestie, dus ds. Moerkerken zal zijn woorden zorgvuldig hebben gewogen:
Wanneer hij hier zou bedoelen dat het recht van bezit van de genadebeloften zich beperkt tot Gods uitverkorenen en het recht van toegang tot diezelfde beloften tot allen komt die het Woord horen, dan was ik het er van harte mee eens. Maar hij zegt iets anders: hij zegt dat de verbondsbeloften zich strikt beperken tot Gods uitverkorenen; deze beloften vallen kennelijk bij hem niet onder de evangeliebeloften die in het aanbod komen tot allen die Gods Woord horen. Daarmee hebben de verbondsbeloften bij ds. Moerkerken geen plaats in het aanbod en zijn daarvan uitgesloten. Christus wordt wél aangeboden, maar de verbondsbeloften die in Christus zijn, niet. Dat heb ik altijd een zeer wonderlijke gedachtegang gevonden.Niettemin: ik kán niet anders! Het strikt beperken van de beloften van het genadeverbond tot Gods verkorenen én de hartelijke verkondiging van de evangeliebeloften aan allen die het Woord horen, lijkt mij de juiste, bijbelse en gereformeerde koers te zijn.
Toch vrees ik wel dat de uitleg van ds. Moerkerken in lijn is met de leeruitspraak. Dit is de bedoeling geweest van het onderscheid in de leeruitspraak, namelijk om het aanbod van de beloften te beperken. Hiermee kon men achteraf de afzetting van dr. R. Kok, die een ruim Evangelieaanbod leerde, legitimeren.