dit vind ik wat op de man gespeeld en zodoende een beetje onder de maat. Ik denk dat de feitelijke constateringen die ik doe moeilijk ontkend kunnen worden... Kennelijk voelt mijn geachte opponent dat wel aan, anders had hij misschien wat inhoudelijker gereageerd...Oorspronkelijk gepost door PimKorte samenvatting: ik heb het goed gedaan en men zit te ruzien.Oorspronkelijk gepost door Majorca
Dat heb ik meermaals gedaan Lecram (topics Hallelujah, loflied van Paulus), maar daar kwam bitter weinig respons op (ook niet van jou, overigens...).
Kennelijk houd men er hier van om te ruzieën over de noodzak van ellendekennis om plaats te maken voor Christus. Bij onze gereformeerde vragen was dit geen vraag, hoor. Maar kennelijk moet er nu meer en meer aan getornd worden. We willen het anders...
:u
Een onduidelijkheid: wat wil jij (we) anders? Of bedoel je daar ook men?
Vraag. Hoe groot moet de droefheid over de zonde zijn?
Graag wil ik dan straks nog een inhoudelijke reactie van jou nadat ik het citaat van Jonathan Edwards geplaatst heb, een Amerikaans opwekkingsprediker met wereldwijd veel mensen die zich in gedachtengoed zeggen te vinden. Kunnen we eens zien of het waar is wat je hier boven zegt.Oorspronkelijk gepost door KawHet plaatsmakende noodzakelijke werk (zoals dat methodisch gedefinieerd is) is niet van alle tijden en niet iets typisch gereformeerd beste Majorca. Het is een stroming bij de puriteinen die in de nadere reformatie ook aandacht kreeg in Nederland.Oorspronkelijk gepost door Majorca
Kennelijk houd men er hier van om te ruzieën over de noodzak van ellendekennis om plaats te maken voor Christus. Bij onze gereformeerde vragen was dit geen vraag, hoor. Maar kennelijk moet er nu meer en meer aan getornd worden. We willen het anders...
[Aangepast op 26/10/04 door Majorca]
Als mijn 'korte samenvatting' niet te herleiden is uit jouw posting, dan moet je dat aangeven. Zo niet, dan mag er ook geen probleem zijn dat dit op de man was gespeeld. Je plaatst zelf zo'n persoonlijke en zelfgenoegzame opmerking.Oorspronkelijk gepost door Majorcadit vind ik wat op de man gespeeld en zodoende een beetje onder de maat. Ik denk dat de feitelijke constateringen die ik doe moeilijk ontkend kunnen worden...Oorspronkelijk gepost door PimKorte samenvatting: ik heb het goed gedaan en men zit te ruzien.Oorspronkelijk gepost door Majorca
Dat heb ik meermaals gedaan Lecram (topics Hallelujah, loflied van Paulus), maar daar kwam bitter weinig respons op (ook niet van jou, overigens...).
Kennelijk houd men er hier van om te ruzieën over de noodzak van ellendekennis om plaats te maken voor Christus. Bij onze gereformeerde vragen was dit geen vraag, hoor. Maar kennelijk moet er nu meer en meer aan getornd worden. We willen het anders...
:u
Een onduidelijkheid: wat wil jij (we) anders? Of bedoel je daar ook men?
Het is zeker op de man gespeeld en onterecht als je de kwalificatie "zelfgenoegzaam" meent te moeten bezigen. Wie geeft je het recht over de intenties van een ander te oordelen?
Lecram signaleert dat er niet gesproken wordt over lof en aanbidding. Vervolgens wijs ik er op dat ik wel degelijk hier topics over geopend heb. Dat is dus een feit. Oók dat veel forummers liever elke gelegenheid zoeken om te hakketakken en te kissebissen (zoals jij nu doet in reactie op de constatering die ik deed) dan om een zinnige bijdrage in zo'n topic te leveren.
Lecram signaleert dat er niet gesproken wordt over lof en aanbidding. Vervolgens wijs ik er op dat ik wel degelijk hier topics over geopend heb. Dat is dus een feit. Oók dat veel forummers liever elke gelegenheid zoeken om te hakketakken en te kissebissen (zoals jij nu doet in reactie op de constatering die ik deed) dan om een zinnige bijdrage in zo'n topic te leveren.
Hoe groot moet de droefheid zijn?
Maarten Luther: : “Nu is het noodzakelijk dat de mens eerst door de wet gevangengenomen wordt en in de banden der zonde komt – dat is de angst van zijn geweten. Want wie de zonde niet voelt, zoekt geen genade, geen Evangelie, geen geloof; daarom is de wet de cipier, de keten, de strop en de kerker van het geweten. En God bevrijdt ons niet uit deze banden als wíj denken dat het nodig is, maar Hij maakt dat wij eronder verootmoedigd en verbroken worden tot er bij ons een sterke dorst naar genade ontstaat. Dan komt Hij en geeft Zijn Woord als ons houvast; wij worden zó in vrijheid gesteld, dat ons verschrikt en angstvallig geweten een goed en gerust geweten wordt.â€
Maarten Luther: : “Nu is het noodzakelijk dat de mens eerst door de wet gevangengenomen wordt en in de banden der zonde komt – dat is de angst van zijn geweten. Want wie de zonde niet voelt, zoekt geen genade, geen Evangelie, geen geloof; daarom is de wet de cipier, de keten, de strop en de kerker van het geweten. En God bevrijdt ons niet uit deze banden als wíj denken dat het nodig is, maar Hij maakt dat wij eronder verootmoedigd en verbroken worden tot er bij ons een sterke dorst naar genade ontstaat. Dan komt Hij en geeft Zijn Woord als ons houvast; wij worden zó in vrijheid gesteld, dat ons verschrikt en angstvallig geweten een goed en gerust geweten wordt.â€
Zelfgenoegzaam is volgens mijn woordenboek 'tevreden met zichzelf'. Dan ben je toch? Dat geef je duidelijk weer in je opmerking?!Oorspronkelijk gepost door Majorca
Het is zeker op de man gespeeld en onterecht als je de kwalificatie "zelfgenoegzaam" meent te moeten bezigen. Wie geeft je het recht over de intenties van een ander te oordelen?
Lecram signaleert dat er niet gesproken wordt over lof en aanbidding. Vervolgens wijs ik er op dat ik wel degelijk hier topics over geopend heb. Dat is dus een feit. Oók dat veel forummers liever elke gelegenheid zoeken om te hakketakken en te kissebissen (zoals jij nu doet in reactie op de constatering die ik deed) dan om een zinnige bijdrage in zo'n topic te leveren.
Maar ik vind het allemaal best hoor Orckie. Ga maar weer on-topic.
Een goede discussie toegewenst.
nee, ik ben niet tevreden met mezelf. Wél zjin er topics geopend over lof en aanbidding. Dat feit kan niet ontkend worden. Ook werd daar mondjesmaat of in het geheel niet op gereageerd. Dat feit kan ook niet ontkend worden.Oorspronkelijk gepost door PimZelfgenoegzaam is volgens mijn woordenboek 'tevreden met zichzelf'. Dan ben je toch? Dat geef je duidelijk weer in je opmerking?!Oorspronkelijk gepost door Majorca
Het is zeker op de man gespeeld en onterecht als je de kwalificatie "zelfgenoegzaam" meent te moeten bezigen. Wie geeft je het recht over de intenties van een ander te oordelen?
Lecram signaleert dat er niet gesproken wordt over lof en aanbidding. Vervolgens wijs ik er op dat ik wel degelijk hier topics over geopend heb. Dat is dus een feit. Oók dat veel forummers liever elke gelegenheid zoeken om te hakketakken en te kissebissen (zoals jij nu doet in reactie op de constatering die ik deed) dan om een zinnige bijdrage in zo'n topic te leveren.
Maar ik vind het allemaal best hoor Orckie. Ga maar weer on-topic.
Een goede discussie toegewenst.
Verder ben ik niet tevreden, ik ben het met Le eens dat er meer over gesproken zou mogen worden, vooral zou het groot zijn als er meer uit gesproken mocht worden!
Dan zitten we elkaar niet voor elk woord op de huid met allerlei verdachtmakingen en negatieve interpretaties.
Elders op het forum onder het stof vandaan gehaald...
Een bloemlezing uit een kostelijke predikatie van Ralph Erskine:
(...)De wet eindigt met de zondaar schipbreuk te doen lijden, door hem te doen splijten op de rotsen van haar vloeken en verschrikkingen, de wet doet hem verzinken in de oceaan van goddelijke toorn, en in de afgrond van wanhoop en verderf. En alleen hier vervangt juist het Evangelie de wet: die daalt tot op de bodem van zonde en ellende in de ziel en biedt haar een Christus als Zaligmaker aan. Dus waar Mozes haar verlaten heeft, daar vindt deze geestelijke Jozua haar weder.
Waar de wet eindigt, daar begint Christus; en wanneer de ziel dermate heeft schipbreuk geleden door de wet, dat zij als het ware geheel in stukken is geslagen, dan is zodanig iemand de aanbieding van het Evangelie alleszins welkom en alleraangenaamst, want na de schipbreuk steekt dan Christus de hand der genade toe, als een plank om ermee aan land te komen. Zo’n ziel wordt dan ter bemoediging te zien gegeven, dat er geen ander vereiste van haar wordt gevorderd om tot Christus te komen en Hem aan te nemen, dan alleen die vereiste, namelijk dat zij verloren is gelijk zij zichzelf nu ook bevindt. Er wordt ook geen andere voorwaarde of hoedanigheid vereist, dan dat iemand een verloren mens, een verdoemelijk en strafschuldig zondaar is.
Sommigen bieden Christus aan op zulke en zulke voorwaarden; zij zeggen: Gij moet zo en zo diep vernederd, zo en zo boetvaardig zijn, voordat wij u Christus kunnen aanbieden. Het gevolg is dat iemand die zichzelf een verloren, zondig, verhard, onboetvaardig en ellendig schepsel bevindt, nooit binnen hun bereik kan komen of iets met hun aanbieding kan te doen hebben. Het is als iemand die wel aan zijn vriend een beker uitnemende wijn aanbiedt, maar die beker zo heet gemaakt heeft, dat degene die die beker aangeboden krijgt, hem met zijn lippen niet durft aan te raken.
Zo is het ook hier gelegen: velen bieden Christus wel aan, en reiken de beker der zaligheid aan het volk wel toe, maar zij hebben deze hun evangeliedrank als het ware zo gloeiend heet gemaakt op het vuur der wet (met zovele wettische condities, voorwaarden en vereisten voorgedragen), dat de arme ziel ~die zichzelf als een verloren zondaar, als enkel zonde en geheel ontbloot van alle goede gesteldheden en hoedanigheden beschouwt~ niet durft naderen, omdat zij zich verbeeldt dat zij er met zijn lippen niet bij mag komen of moet, om die te mogen smaken.
Wij behoeven geen moeite te doen om zondaren te verhinderen dat zij tot Christus komen en zijn aanbieding aannemen, omdat zij onwillig genoeg in zichzelf daartoe zijn. En zij zullen ook nooit enige goede hoedanigheid hebben zolang zij niet tot Hem gekomen zijn en Hem en al Zijn heilgoederen (namelijk alle genade, heerlijkheid en gelukzaligheid die in Hem is) aangenomen hebben.
Zo ziet gij aan wat soort van mensen deze aanbieding wordt gedaan, op wie de dadelijke aanneming van Christus betrekking heeft en rust. (...)
mvrgr, Grace
Een bloemlezing uit een kostelijke predikatie van Ralph Erskine:
(...)De wet eindigt met de zondaar schipbreuk te doen lijden, door hem te doen splijten op de rotsen van haar vloeken en verschrikkingen, de wet doet hem verzinken in de oceaan van goddelijke toorn, en in de afgrond van wanhoop en verderf. En alleen hier vervangt juist het Evangelie de wet: die daalt tot op de bodem van zonde en ellende in de ziel en biedt haar een Christus als Zaligmaker aan. Dus waar Mozes haar verlaten heeft, daar vindt deze geestelijke Jozua haar weder.
Waar de wet eindigt, daar begint Christus; en wanneer de ziel dermate heeft schipbreuk geleden door de wet, dat zij als het ware geheel in stukken is geslagen, dan is zodanig iemand de aanbieding van het Evangelie alleszins welkom en alleraangenaamst, want na de schipbreuk steekt dan Christus de hand der genade toe, als een plank om ermee aan land te komen. Zo’n ziel wordt dan ter bemoediging te zien gegeven, dat er geen ander vereiste van haar wordt gevorderd om tot Christus te komen en Hem aan te nemen, dan alleen die vereiste, namelijk dat zij verloren is gelijk zij zichzelf nu ook bevindt. Er wordt ook geen andere voorwaarde of hoedanigheid vereist, dan dat iemand een verloren mens, een verdoemelijk en strafschuldig zondaar is.
Sommigen bieden Christus aan op zulke en zulke voorwaarden; zij zeggen: Gij moet zo en zo diep vernederd, zo en zo boetvaardig zijn, voordat wij u Christus kunnen aanbieden. Het gevolg is dat iemand die zichzelf een verloren, zondig, verhard, onboetvaardig en ellendig schepsel bevindt, nooit binnen hun bereik kan komen of iets met hun aanbieding kan te doen hebben. Het is als iemand die wel aan zijn vriend een beker uitnemende wijn aanbiedt, maar die beker zo heet gemaakt heeft, dat degene die die beker aangeboden krijgt, hem met zijn lippen niet durft aan te raken.
Zo is het ook hier gelegen: velen bieden Christus wel aan, en reiken de beker der zaligheid aan het volk wel toe, maar zij hebben deze hun evangeliedrank als het ware zo gloeiend heet gemaakt op het vuur der wet (met zovele wettische condities, voorwaarden en vereisten voorgedragen), dat de arme ziel ~die zichzelf als een verloren zondaar, als enkel zonde en geheel ontbloot van alle goede gesteldheden en hoedanigheden beschouwt~ niet durft naderen, omdat zij zich verbeeldt dat zij er met zijn lippen niet bij mag komen of moet, om die te mogen smaken.
Wij behoeven geen moeite te doen om zondaren te verhinderen dat zij tot Christus komen en zijn aanbieding aannemen, omdat zij onwillig genoeg in zichzelf daartoe zijn. En zij zullen ook nooit enige goede hoedanigheid hebben zolang zij niet tot Hem gekomen zijn en Hem en al Zijn heilgoederen (namelijk alle genade, heerlijkheid en gelukzaligheid die in Hem is) aangenomen hebben.
Zo ziet gij aan wat soort van mensen deze aanbieding wordt gedaan, op wie de dadelijke aanneming van Christus betrekking heeft en rust. (...)
mvrgr, Grace
Want de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen.(SV, Titus 2:11)
[quote]Oorspronkelijk gepost door Majorca
Hoe groot moet de droefheid zijn?
Maarten Luther: : “Nu is het noodzakelijk dat de mens eerst door de wet gevangengenomen wordt en in de banden der zonde komt – dat is de angst van zijn geweten. Want wie de zonde niet voelt, zoekt geen genade, geen Evangelie, geen geloof; daarom is de wet de cipier, de keten, de strop en de kerker van het geweten. En God bevrijdt ons niet uit deze banden als wíj denken dat het nodig is, maar Hij maakt dat wij eronder verootmoedigd en verbroken worden tot er bij ons een sterke dorst naar genade ontstaat. Dan komt Hij en geeft Zijn Woord als ons houvast; wij worden zó in vrijheid gesteld, dat ons verschrikt en angstvallig geweten een goed en gerust geweten wordt.â€
Hoe groot moet de droefheid zijn?
Maarten Luther: : “Nu is het noodzakelijk dat de mens eerst door de wet gevangengenomen wordt en in de banden der zonde komt – dat is de angst van zijn geweten. Want wie de zonde niet voelt, zoekt geen genade, geen Evangelie, geen geloof; daarom is de wet de cipier, de keten, de strop en de kerker van het geweten. En God bevrijdt ons niet uit deze banden als wíj denken dat het nodig is, maar Hij maakt dat wij eronder verootmoedigd en verbroken worden tot er bij ons een sterke dorst naar genade ontstaat. Dan komt Hij en geeft Zijn Woord als ons houvast; wij worden zó in vrijheid gesteld, dat ons verschrikt en angstvallig geweten een goed en gerust geweten wordt.â€
Hoe groot moet de droefheid zijn? Hoe diep moet het gaan? Is er wel een plaatsmakend werk nodig?
Het moet zover komen dat wij onze zonde en schuld gevoelen, maar het niet meer in onszelf uit kunnen houden. Geheel ontledigd. Ik zal ds. C.H. Spurgeon eens aan het woord laten. Het komt uit een preek over de blinde die genezen werd (Joh. 9: 3, 4.)
"Het was evenwel niet alleen het gemis van het gezicht, het was ook de onkunde bij deze man, welke de hulp van de Almachtige noodzakelijk maakte. Het is een werk van God niet slechts om te scheppen, maar ook om te verlichten. Dezelfde kracht, welke in het aanzijn roept, roept ook in het licht, hetzij dat licht natuurlijk of geestelijk is. Het is een goddelijk werk het hart te verlichten en te wederbaren. Deze man was even duister van geest als hij was ten aanzien van zijn lichaam - welk een verheven zaak hem in een dubbele zin te verlichten! Hij kende de Zoon van God niet. Daarom geloofde Hij niet in Hem, maar vroeg in verwondering: "Wie is Hij, Heere! opdat ik in Hem moge geloven?" Jezus Christus kwam om in deze man de kennis van God, het leven van God, in één woord, om de zaligheid te werken. En omdat de man van deze dingen verstoken was, was er plaats in hem voor de macht en de bekwaamheid van de Zaligmaker. Vriend, staat het geval ook zo met u? Zijt gij nog onbekeerd? Dan is er plaats in u voor de Verlosser om door genade tot bekering te werken. Zijt gij onwedergeboren? Dan is er plaats in u voor de Geest van God om de wederbaring te werken. Al die geestelijke gebreken in u, uw onkunde en uw duisternis, zullen door de oneindige liefde in de gelegenheden voor de tentoonspreiding der genade veranderd worden. Indien gij niet verloren waart, kon gij niet behouden worden. Indien gij niet schuldig waart, kon u geen vergiffenis geschonken worden. Indien gij niet zondig waart, kon gij niet gereinigd worden. Maar al uw zonde en ellende is, door een wonderbaar mysterie der liefde, een soort van bekwaam maken van u voor Christus om u te redden. "Dat stelt gij daar," hoor ik iemand zeggen, "voor mij in een nieuw licht." Neem dat nieuwe licht aan, en wees getroost, want het is evangelielicht. En heeft ten doel om de moedelozen op te beuren. Gij hebt gezegd: "Er is in mij niets;" derhalve is het klaar, dat er plaats is voor Christus om uw alles in alles te zijn. Gij ziet, dat er geen twee kunnen wezen, die het een en al zijn; er kan slechts één zijn, en waar gij geen aanspraak maakt op die titel, moet Jezus hem dragen. Al de ruimte, die gij inneemt in uw eigen schatting, neemt zoveel weg van de heerlijkheid van de Heere Jezus. En als gij niets zijt, dan wordt het gehele huis voor de Zaligmaker vrijgelaten. Hij zal komen en uw innerlijke ledigheid met Zijn eigen dierbare persoon vervullen en voor altijd in uw ogen heerlijk zijn."
Het moet zover komen dat wij onze zonde en schuld gevoelen, maar het niet meer in onszelf uit kunnen houden. Geheel ontledigd. Ik zal ds. C.H. Spurgeon eens aan het woord laten. Het komt uit een preek over de blinde die genezen werd (Joh. 9: 3, 4.)
"Het was evenwel niet alleen het gemis van het gezicht, het was ook de onkunde bij deze man, welke de hulp van de Almachtige noodzakelijk maakte. Het is een werk van God niet slechts om te scheppen, maar ook om te verlichten. Dezelfde kracht, welke in het aanzijn roept, roept ook in het licht, hetzij dat licht natuurlijk of geestelijk is. Het is een goddelijk werk het hart te verlichten en te wederbaren. Deze man was even duister van geest als hij was ten aanzien van zijn lichaam - welk een verheven zaak hem in een dubbele zin te verlichten! Hij kende de Zoon van God niet. Daarom geloofde Hij niet in Hem, maar vroeg in verwondering: "Wie is Hij, Heere! opdat ik in Hem moge geloven?" Jezus Christus kwam om in deze man de kennis van God, het leven van God, in één woord, om de zaligheid te werken. En omdat de man van deze dingen verstoken was, was er plaats in hem voor de macht en de bekwaamheid van de Zaligmaker. Vriend, staat het geval ook zo met u? Zijt gij nog onbekeerd? Dan is er plaats in u voor de Verlosser om door genade tot bekering te werken. Zijt gij onwedergeboren? Dan is er plaats in u voor de Geest van God om de wederbaring te werken. Al die geestelijke gebreken in u, uw onkunde en uw duisternis, zullen door de oneindige liefde in de gelegenheden voor de tentoonspreiding der genade veranderd worden. Indien gij niet verloren waart, kon gij niet behouden worden. Indien gij niet schuldig waart, kon u geen vergiffenis geschonken worden. Indien gij niet zondig waart, kon gij niet gereinigd worden. Maar al uw zonde en ellende is, door een wonderbaar mysterie der liefde, een soort van bekwaam maken van u voor Christus om u te redden. "Dat stelt gij daar," hoor ik iemand zeggen, "voor mij in een nieuw licht." Neem dat nieuwe licht aan, en wees getroost, want het is evangelielicht. En heeft ten doel om de moedelozen op te beuren. Gij hebt gezegd: "Er is in mij niets;" derhalve is het klaar, dat er plaats is voor Christus om uw alles in alles te zijn. Gij ziet, dat er geen twee kunnen wezen, die het een en al zijn; er kan slechts één zijn, en waar gij geen aanspraak maakt op die titel, moet Jezus hem dragen. Al de ruimte, die gij inneemt in uw eigen schatting, neemt zoveel weg van de heerlijkheid van de Heere Jezus. En als gij niets zijt, dan wordt het gehele huis voor de Zaligmaker vrijgelaten. Hij zal komen en uw innerlijke ledigheid met Zijn eigen dierbare persoon vervullen en voor altijd in uw ogen heerlijk zijn."
Dit zijn allebij citaten van Spurgeon.
Oorspronkelijk gepost door Majorca
Hoe groot moet de droefheid zijn? Hoe diep moet het gaan? Is er wel een plaatsmakend werk nodig?
Het moet zover komen dat wij onze zonde en schuld gevoelen, maar het niet meer in onszelf uit kunnen houden. Geheel ontledigd. Ik zal ds. C.H. Spurgeon eens aan het woord laten. Het komt uit een preek over de blinde die genezen werd (Joh. 9: 3, 4.)
"Het was evenwel niet alleen het gemis van het gezicht, het was ook de onkunde bij deze man, welke de hulp van de Almachtige noodzakelijk maakte. Het is een werk van God niet slechts om te scheppen, maar ook om te verlichten. Dezelfde kracht, welke in het aanzijn roept, roept ook in het licht, hetzij dat licht natuurlijk of geestelijk is. Het is een goddelijk werk het hart te verlichten en te wederbaren. Deze man was even duister van geest als hij was ten aanzien van zijn lichaam - welk een verheven zaak hem in een dubbele zin te verlichten! Hij kende de Zoon van God niet. Daarom geloofde Hij niet in Hem, maar vroeg in verwondering: "Wie is Hij, Heere! opdat ik in Hem moge geloven?" Jezus Christus kwam om in deze man de kennis van God, het leven van God, in één woord, om de zaligheid te werken. En omdat de man van deze dingen verstoken was, was er plaats in hem voor de macht en de bekwaamheid van de Zaligmaker. Vriend, staat het geval ook zo met u? Zijt gij nog onbekeerd? Dan is er plaats in u voor de Verlosser om door genade tot bekering te werken. Zijt gij onwedergeboren? Dan is er plaats in u voor de Geest van God om de wederbaring te werken. Al die geestelijke gebreken in u, uw onkunde en uw duisternis, zullen door de oneindige liefde in de gelegenheden voor de tentoonspreiding der genade veranderd worden. Indien gij niet verloren waart, kon gij niet behouden worden. Indien gij niet schuldig waart, kon u geen vergiffenis geschonken worden. Indien gij niet zondig waart, kon gij niet gereinigd worden. Maar al uw zonde en ellende is, door een wonderbaar mysterie der liefde, een soort van bekwaam maken van u voor Christus om u te redden. "Dat stelt gij daar," hoor ik iemand zeggen, "voor mij in een nieuw licht." Neem dat nieuwe licht aan, en wees getroost, want het is evangelielicht. En heeft ten doel om de moedelozen op te beuren. Gij hebt gezegd: "Er is in mij niets;" derhalve is het klaar, dat er plaats is voor Christus om uw alles in alles te zijn. Gij ziet, dat er geen twee kunnen wezen, die het een en al zijn; er kan slechts één zijn, en waar gij geen aanspraak maakt op die titel, moet Jezus hem dragen. Al de ruimte, die gij inneemt in uw eigen schatting, neemt zoveel weg van de heerlijkheid van de Heere Jezus. En als gij niets zijt, dan wordt het gehele huis voor de Zaligmaker vrijgelaten. Hij zal komen en uw innerlijke ledigheid met Zijn eigen dierbare persoon vervullen en voor altijd in uw ogen heerlijk zijn."
Oorspronkelijk gepost door Kaw
Vele mensen verlangen naar een dieper besef van hun zondigheid. Dan, met een zeker vertoon van gewetensbezwaar, maken zij een excuus voor de beoefening van eenvoudig geloof. Deze geestelijke ziekte, die zondaren van Christus afhoudt, neemt in verschillende tijden andere vormen aan. In Luthers tijd was het kwaad, waaronder mensen werkten dit: zij geloofden in hun eigengerechtigheid en dus veronderstelden zij dat zij goede werken moesten doen, vóórdat zij in Christus konden geloven. In onze tijd heeft het kwaad een andere, en wel een heel vreemde vorm aangenomen. Mensen hebben geprobeerd om eigengerechtigd te worden volgens een heel nieuwe mode. Zij denken dat zij zich slechter moeten voelen en een diepere overtuiging van zonde moeten hebben, vóórdat zij in Christus mogen geloven. Vele honderden ontmoet ik, die zeggen dat zij niet tot Christus durven komen om Hem met hun zielen te vertrouwen, omdat zij hun nood voor Hem niet genoeg voelen. Zij zijn niet genoeg verslagen over hun zonde; zij hebben niet evenveel berouw gehad, als dat zij in opstand geweest zijn. Broeders, het is hetzelfde kwaad, van hetzelfde oude zaad van eigengerechtigheid, maar het heeft een andere, en ik denk een bedrieglijker vorm aangenomen. Satan heeft zichzelf in vele harten gewrongen, gekleed in het kleed van een engel des lichts, en hij heeft de zondaar ingefluisterd: "Berouw is een noodzakelijke deugd; stop totdat u berouw hebt, en als u zichzelf voldoende vernederd hebt over uw zonde, dan zult u geschikt zijn om tot Christus te komen; en bekwaam om te geloven en op Hem te vertrouwen.â€
Oorspronkelijk gepost door Grace
Elders op het forum onder het stof vandaan gehaald...
Een bloemlezing uit een kostelijke predikatie van Ralph Erskine:
(...)De wet eindigt met de zondaar schipbreuk te doen lijden, door hem te doen splijten op de rotsen van haar vloeken en verschrikkingen, de wet doet hem verzinken in de oceaan van goddelijke toorn, en in de afgrond van wanhoop en verderf. En alleen hier vervangt juist het Evangelie de wet: die daalt tot op de bodem van zonde en ellende in de ziel en biedt haar een Christus als Zaligmaker aan. Dus waar Mozes haar verlaten heeft, daar vindt deze geestelijke Jozua haar weder.
Waar de wet eindigt, daar begint Christus; en wanneer de ziel dermate heeft schipbreuk geleden door de wet, dat zij als het ware geheel in stukken is geslagen, dan is zodanig iemand de aanbieding van het Evangelie alleszins welkom en alleraangenaamst, want na de schipbreuk steekt dan Christus de hand der genade toe, als een plank om ermee aan land te komen. Zo’n ziel wordt dan ter bemoediging te zien gegeven, dat er geen ander vereiste van haar wordt gevorderd om tot Christus te komen en Hem aan te nemen, dan alleen die vereiste, namelijk dat zij verloren is gelijk zij zichzelf nu ook bevindt. Er wordt ook geen andere voorwaarde of hoedanigheid vereist, dan dat iemand een verloren mens, een verdoemelijk en strafschuldig zondaar is.
Sommigen bieden Christus aan op zulke en zulke voorwaarden; zij zeggen: Gij moet zo en zo diep vernederd, zo en zo boetvaardig zijn, voordat wij u Christus kunnen aanbieden. Het gevolg is dat iemand die zichzelf een verloren, zondig, verhard, onboetvaardig en ellendig schepsel bevindt, nooit binnen hun bereik kan komen of iets met hun aanbieding kan te doen hebben. Het is als iemand die wel aan zijn vriend een beker uitnemende wijn aanbiedt, maar die beker zo heet gemaakt heeft, dat degene die die beker aangeboden krijgt, hem met zijn lippen niet durft aan te raken.
Zo is het ook hier gelegen: velen bieden Christus wel aan, en reiken de beker der zaligheid aan het volk wel toe, maar zij hebben deze hun evangeliedrank als het ware zo gloeiend heet gemaakt op het vuur der wet (met zovele wettische condities, voorwaarden en vereisten voorgedragen), dat de arme ziel ~die zichzelf als een verloren zondaar, als enkel zonde en geheel ontbloot van alle goede gesteldheden en hoedanigheden beschouwt~ niet durft naderen, omdat zij zich verbeeldt dat zij er met zijn lippen niet bij mag komen of moet, om die te mogen smaken.
Wij behoeven geen moeite te doen om zondaren te verhinderen dat zij tot Christus komen en zijn aanbieding aannemen, omdat zij onwillig genoeg in zichzelf daartoe zijn. En zij zullen ook nooit enige goede hoedanigheid hebben zolang zij niet tot Hem gekomen zijn en Hem en al Zijn heilgoederen (namelijk alle genade, heerlijkheid en gelukzaligheid die in Hem is) aangenomen hebben.
Zo ziet gij aan wat soort van mensen deze aanbieding wordt gedaan, op wie de dadelijke aanneming van Christus betrekking heeft en rust. (...)
mvrgr, Grace
Dankje Grace, ook hier word duidelijk gesteld dat er eerst "een werk der Wet" is, en dat we in eigen waarneming verloren moeten gaan.
Dat zijn nu de zaken waar Adrianus en ik het steeds over hebben, en wat steeds aangevochten wordt.
Als iedereen het nou eens met dit citaat eens kan zijn, hebben we onverhoopt toch nog overeenstemming bereikt!
Dat is waar ik tegen probeerde te ageren. Als we er allemaal mee eens zijn, dan kan deze topic gesloten worden...Sommigen bieden Christus aan op zulke en zulke voorwaarden; zij zeggen: Gij moet zo en zo diep vernederd, zo en zo boetvaardig zijn, voordat wij u Christus kunnen aanbieden. Het gevolg is dat iemand die zichzelf een verloren, zondig, verhard, onboetvaardig en ellendig schepsel bevindt, nooit binnen hun bereik kan komen of iets met hun aanbieding kan te doen hebben. Het is als iemand die wel aan zijn vriend een beker uitnemende wijn aanbiedt, maar die beker zo heet gemaakt heeft, dat degene die die beker aangeboden krijgt, hem met zijn lippen niet durft aan te raken.
Leg deze quote
eens aan tegen deze:Het antwoord van een puritein (Puritein: streng protestant die streeft naar zuiverheid van godsdienst en levenswandel):
1. Deze droefheid moet minstens zo groot zijn als die om het verlies van de dingen van deze wereld. De ogen zijn gezwollen vanwege het wenen. "Zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen als met de rouwklage over een enige zoon", Zach. 12:10.
2. Droefheid over de zonde moet de droefheid naar de wereld overtreffen. Het beledigen van God moet ons meer smarten dan het verlies van geliefde betrekkingen. "Te dien dage zal de Heere, de HEERE der heirscharen, roepen tot geween, en tot rouwklage, en tot kaalheid, en tot omgording des zaks", Jes. 22:12. Dit was vanwege de zonde. Maar als het gaat over het begraven van de doden, verbiedt God tranen en kaalheid, Jer. 22:10; 16:6 om duidelijk te maken dat de droefheid over de zonde de smart bij het graf moet overtreffen. Dit is zeer redelijk, want als er een dode begraven wordt, worden we slechts verlaten door een vriend, maar als we zondigen, verlaat God ons.
3. De droefheid over de zonde moet zo groot zijn dat ze alle andere smart verdrijft. Zo is het ook als iemand lijdt aan niersteen en aan jicht: de pijn van de niersteen overstemt de pijn van de jicht.
4. De bitterheid die we ervaren in het bewenen van de zonde moet op zijn minst even groot zijn als de zoetheid die we genoten in het bedrijven ervan. Ongetwijfeld was het berouw van David bitterder dan het genoegen dat hij vond bij Bathseba.
5. Onze droefheid over de zonde moet zo groot zijn dat ze ons gewillig maakt die zonden na te laten die ons het meeste voordeel of genoegen verschaften. Een geneesmiddel werkt goed als het de ziekte uit ons lichaam verdrijft. De christen heeft voldoende berouw als hij verlost is van de liefde tot de zonde.
Sommigen bieden Christus aan op zulke en zulke voorwaarden; zij zeggen: Gij moet zo en zo diep vernederd, zo en zo boetvaardig zijn, voordat wij u Christus kunnen aanbieden. Het gevolg is dat iemand die zichzelf een verloren, zondig, verhard, onboetvaardig en ellendig schepsel bevindt, nooit binnen hun bereik kan komen of iets met hun aanbieding kan te doen hebben. Het is als iemand die wel aan zijn vriend een beker uitnemende wijn aanbiedt, maar die beker zo heet gemaakt heeft, dat degene die die beker aangeboden krijgt, hem met zijn lippen niet durft aan te raken.