Pim heeft daarover een mooi stukske gepost:Oorspronkelijk gepost door AfgewezenHet lijkt mij dat je hier een tekst uit zijn verband rukt. Maar hoe dit ook zij, het is voor een ieder belangrijk om te weten wat nu echt geloof is, opdat men zich niet bedriege voor de eeuwigheid.Oorspronkelijk gepost door Afgewezen
Nee, tevergeefs in Christus geloven kan niemand. Maar is alles wel geloof wat zich als geloof aandient? Dát is de grote vraag.Oorspronkelijk gepost door Miscanthus
Daar heb jij je niet mee bezig te houden. De Heere Jezus zegt: oordeelt niemand, opdat gij niet geoordeeld worde.
Synoniemen voor het geloof
Nadat we kennis hebben genomen van het bijbelse spreken over het geloof, blijft toch de vraag liggen: wat is nu het geloof en wat is het geloven? Zeker, uit de manier waarop de Schrift over het geloof spreekt, blijkt dat het in zich heeft een verlaten op Gods genadige belofte van zaligheid in de beloofde Messias, Jezus Christus. Maar wat doet het geloof? Hoe wordt het beoefend? Uit welke daden bestaat het? De Schrift maakt ons deze dingen duidelijk door bepaalde beelden te gebruiken in het spreken over het geloof. Deze synoniemen maken voor ons duidelijk wat het geloof en het geloven is.
In het Oude Testament wordt niet zo veelvuldig over de woorden geloof en geloven gesproken als in het Nieuwe Testament. Meestal wordt het geloof en het geloven met andere benamingen beschreven. Het zijn juist deze synoniemen die ons meer vertellen over het geloof en het geloven.
Vooral in het boek van de Psalmen vinden we allerlei synoniemen voor het geloof. In de Psalmen wordt het geloof genoemd een vertrouwen op de Naam des Heeren: 'En die Uw naam kennen, zullen op U vertrouwen' (Ps. 9: 11).
Het geloof heet toevlucht zoeken onder de schaduw van Gods vleugelen: 'Hoe dierbaar is Uw goedertierenheid, o God! Dies de mensenkinderen onder de schaduw Uwer vleugelen toevlucht nemen' (Ps. 36:8). God is de Toevlucht van de vromen. Mozes zegt van de geslachten van Israël: 'HEERE, Gij zijt ons geweest een Toevlucht van geslacht tot geslacht' (Ps. 90: 1).
Het geloof wordt genoemd een wachten en hopen op de Heere: 'Ik verwacht de HEERE, mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn woord' (Ps. 130:5). Zoals wachters uitzien naar de morgen, zo zagende oude vromen uit naar de komst van Christus.
Er wordt over het geloof gesproken als betrouwen op de Heere: 'Ik zet mijn betrouwen op de Heere HEERE' (Ps. 73:28). De gelovigen zagen in hun nood van alle mensenhulp af en stelden hun verwachting geheel op de Heere.
Zo vinden we door geheel het Oude Testament allerlei synoniemen, die ons vertellen wat het wezenlijke van het geloof is. Het woord vertrouwen staat daarin centraal. Wij lezen herhaaldelijk van vertrouwen op de Heere, Zijn Woord, Zijn Naam, Zijn genade en Zijn heil. De woorden hoop en hopen komen zeer regelmatig voor. Wij lezen over hopen op God, Zijn Woord, Zijn heil, Zijn toekomst, Zijn genade. De woorden wachten en verwachten worden voor het geloof gebruikt. Er wordt gesproken over wachten op de Heere en verwachten van Zijn heil. De profeten roepen het volk gedurig op tot vertrouwen en wachten op de Heere. Zij leren het volk dat er buiten de Heere geen heil te verwachten is. 'Indien gij niet gelooft, zekerlijk, gij zult niet bevestigd worden' Jes. 7:9).
Met de hulp van al deze uitdrukkingen wordt het mogelijk om een duidelijk beeld te vormen van het geloof van de vromen in het Oude Testament. Het geloof is een werkzaamheid van de ziel, die zich richt op Gods machtige daden en beloften en rust op de onwankelbare overtuiging dat God Zijn beloften en verbond zal nakomen. Volgens Hebreeën 11 zijn al de grote daden van de geloofshelden van het Oude Testament verricht door het geloof in God en Zijn beloften- Het geloof in Gods beloften is de geheime kracht en het motief van al hun daden. De belofte van de Messias staat daarin centraal. Zij zien reikhalzend uit naar de komst van Christus, Die alle offeranden en profetieën zal vervullen. Er is in het geloven van de vromen in het Oude Testament een afzien van alle menselijke kracht en waardigheid en een zich verlaten op God en Zijn genade. Van de Heere alleen wordt het heil verwacht en naar Hem alleen wordt opgezien tot verlossing. De vele synoniemen die in het Oude Testament voor het geloof gebruikt worden, wijzen steeds naar een vertrouwen op God en Zijn beloften en een uitzien naar het heil van de beloofde Messias.
In het Nieuwe Testament nemen de woorden 'geloof en geloven' een centrale plaats in. Wij komen deze woorden ongeveer 240 maal in het Nieuwe Testament tegen. Naast het gebruik van geloof en geloven, wordt het geloof in het Nieuwe testament eveneens dikwijls met beelden en synoniemen omschreven. Deze beschrijvingen van het geloof zijn van grote betekenis om te verstaan wat het geloof in Christus is. Het geloof wordt in het Nieuwe Testament een aantal malen een komen tot Christus genoemd. Jezus leerde:Al wat Mij de Vader geeft- zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen' Joh. 6:37). In deze beschrijving is het geloof een uitgaan uit zichzelf- een verlaten van alles waar men vroeger op vertrouwde en zijn hoop alleen op Christus stellen. Komen tot Christus is een van de meest gebruikte benamingen voor het geloof. Christus is de Verlosser, de Geneesmeester, de Voorspraak en de Hogepriester tot Wie alle zondaren komen die hulp en redding zoeken. Dit komen tot Christus is geen lichamelijk, maar een geestelijk werk. Het is een komen met de zielsgenegenheden. Men komt steeds met een zekere nood, die Christus alleen kan wegnemen.
Het geloof wordt genoemd een zien op Christus: 'Ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus' (Hebr. 12:2). De loper in de geloofsloopbaan moet Christus steeds in het oog houden. In Johannes 3:14 en 15 vergelijkt Jezus het geloven in Hem met het zien van de gebeten Israëlieten op de koperen slang en zegt: 'En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.' Dit is een zeer toepasselijk beeld. Zoals de door de slangen gebeten Jood opzag naar de koperen slang, moet de zondaar in al zijn nood en vrees tot redding opzien naar de gekruisigde en in de prediking verhoogde Heere Jezus. Naast het komen tot Christus is het zien op Hem een van de sterkste uitingen van het geloof.
Het Nieuwe Testament spreekt over het geloof als hongeren en dorsten naar de gerechtigheid: 'Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de ge rechtigheid' (Matth. 5:6). Honger en dorst zijn de sterkste uitingen van behoefte en nood. Met dit sterke verlangen naar vrede met God wordt het geloof vergeleken. Met deze honger en dorst komt het geloof tot Jezus, omdat men weet en gelooft dat bij Hem de verzadiging is te vinden.
Het geloof wordt uitgebeeld met het eten van Christus. 'Ik ben het levende Brood Dat uit de hemel neergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven' Goh. 6:51). Hier is Christus beschreven als het voedsel voor de ziel. Zoals een hongerige door het eten van brood dit brood tot een deel van zichzelf maakt en daaruit zijn levenskracht ontvangt, zo verenigt zich de zondaar door het geloof met Christus. Daardoor wordt al zijn verlangen naar gerechtigheid verzadigd. Het geloof wordt genoemd een drinken van Christus. 'Maar wie gedronken zal hebben van het water dat Ik hem geven zal, die zal in eeuwigheid niet dorsten' Joh. 4: 14) .Christus is de fontein van levend water, die de Heere geopend heeft voor dorstige en ellendige zondaren. Zoals een mens die van dorst dreigt te sterven naar water zoekt, zo zoekt het geloof lessing voor zijn geestelijke dorst naar Christus. De gelovige drinkt van dit levende water en zijn dorst naar vrede en verzoening met God wordt gelest.
Het geloof wordt vergeleken met toevlucht nemen. 'Wij namelijk die de toevlucht genomen hebben' (Hebr. 6: 18). Christus is de vrijstad waarheen de zondaar vlucht die achtervolgd wordt door de eis van de wet. Zoals de doodslager die door de bloedwreker achtervolgd werd in de vrijstad toevlucht zocht, zo zoekt het geloof toevlucht bij Christus tegen de vloekende wet .
Het geloof is een aandoen van Christus. 'Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan' (Gal. 3:27). Christus is het witte kleed van gerechtigheid dat God bereid heeft voor alle zondaren die ooit de hemel zullen binnengaan. Zoals de christen bij de doop bekleed werd met een wit kleed, zo zoekt het geloof zich te bedekken met Christus' gerechtigheid. De gelovige hult zich in dit kleed, waardoor al zijn ongerechtigheid voor God wordt bedekt.
Het geloof is een aannemen van Christus. 'Zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden' Goh. 1:12). In het Evangelie biedt Christus Zich aan met Zijn genade en verzoening en het geloof neemt Hem aan als de verzoening van de zonden. Het geloof is een ontvangend instrument.
Het geloof wordt genoemd een horen naar Christus. 'Mijn schapen horen Mijn stem' Goh. 10:27). Het geloof komt op de roepende stem van Jezus tot Hem gevloden om bij Christus vrede en veiligheid te vinden. Het volgt de Heiland, wals de schapen op de roepende stem hun herder volgen.
Het geloof wordt genoemd een blijven in Christus. 'Die in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht' Goh. 15:5). Het geloof verenigt de ziel met Christus en houdt die vereniging ook in stand. Het kan los van Christus geen vruchten dragen.
Al deze beelden zijn bedoeld om aan ons duidelijk te maken wat het geloof is. leder beeld is uniek en beschrijft een bepaalde zijde van het geloof: Zij stemmen alle in één opzicht overeen, namelijk dat het geloof een zoeken en vinden van redding en zaligheid is in Christus vanuit een gekende en gevoelde nood.
Bron: Geloof en Zekerheid, ds C Harinck