-DIA- schreef:alias schreef:-DIA- schreef:Ik lees nu net iets wat hier wel op aansluit:
"Te dien dage" Vandaag aan de dag is de wens van mensen over het algemeen
dat de Weg gepredikt wordt. Maar er is een weg tot de Weg!
En er is een weg van omkomen. Dat wordt in de ervaring ingeleefd, voordat de
weg der verlossing wordt toegepast. Want God gaat door de weg van onmogelijkheden.
En God gaat door die weg van onmogelijkheden tot de verheerlijking van de Deugden
Gods. God komt aan Zijn eer. Dat is het doel van de schepping van hemel en aarde,
maar ook in de herschepping.
(citaat uit een preek van ds. J. Spaans)
Ook ons redeneren moest maar eens ophouden.
Ik weet het ook wel, vriend. en alle mitsen en maren moeten eens uit de handen
worden geslagen. Zolang we het nog wat kunnen beredeneren is het niet echt
nood, en dan zullen we ook niet hoeven te verwachten dat de Heere overkomt.
En dan kunnen we zeggen wat we allemaal wel weten: We moeten met alles
aan een einde komen. Toen mij geen hulp of uitkomst bleek. emz. Maar dat nog
maar een weten zonder een inleven. Hoe is het mogelijk dat we dit wetende nog
overeind kunnen blijven. Is dat niet verontrustend? Nee dan zou het niet meer over
deze of gene moeten gaan. Dan zal het persoonlijk worden.
Beste vriend, ik merk dat je ook wel iets weet van de uiterlijke gangen en wegen
die de Heere met Zijn volk houdt. Het is nog een voorrecht als we het met
ons verstand nog weten en toestemmen. Maar tegelijkertijd is de verantwoordelijkheid
des te groter voor een mens die de Weg is aangewezen, en er ook wel eens
wat van heeft gezien. Maar die er toch nog buiten staat.
'Onderzoekt uzelf of gij in het geloof zijt, beproeft uzelf'.2 Korinthe 13:5a
Er zijn veel mensen die zeggen: "Ik geloof", maar zij kunnen niet hebben dat er naar hun geloof een onderzoek wordt ingesteld. En dat moet toch kunnen, want er staat in de Bijbel: "Onderzoekt uzelf of gij in het geloof zijt, beproeft uzelf". Daarom vraag ik u: hebt u ervaring van het geloof? Ik zal u enige kenmerken van het geloof geven.
Een mens die gelooft, heeft eerst voor God gestaan of gelegen als voor de Rechter van hemel en aarde. Want het ware geloof is een gang van het recht naar de genade; of wilt u hebben dat ik het in de taal van de Schrift uitdruk? Het geloof is een gang van de berg Sinaï naar de heuvel Sion. Dát is het geloof; al het andere is schijn.
Een mens die gelooft, is aan het eind van alles gekomen. Hij heeft gewerkt, gewerkt! Hij heeft gewerkt, dag en nacht, om zalig te worden. Hij zonderde zich van alles af; al bleef hij zijn werk wel doen, hij zonderde zich van alles af; want hij werd beheerst door de vraag: hoe besta ik voor God en wat moet ik doen, opdat ik zalig worde?
Nu, een mens die gelooft, is aan het eind van alles gekomen. Daar stond hij nu voor God, zoals Adam en Eva daar hebben gestaan nadat God ze de vijgebladeren had ontnomen: naakt. Want God bekleedt niet, voordat Hij onze bedekselen - "de bedekselen der schande" (2 Kor. 4:2) - heeft weggenomen. "Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen"(Hebr. 10:9).
Zo is het met de mens die gelooft. Niet met sommige mensen! Laat u dergelijke dwaasheid niet wijsmaken. Zo is het met alle uitverkorenen, met alle mensen die tot geloof worden gebracht.
Een mens die gelooft, heeft de nadering van God tot zich en in zich gevoeld. Wij kunnen bij God niet komen. En wanneer God ons zalig maakt, dan komt Hij tot ons af in de diepte waarin wij liggen door onze val en door onze zonden. In de diepte daalt God af, en dan grijpt Hij ons. Hij openbaart dan Zichzelf in Christus Jezus.
Wat is een mens hier verslagen! Want in dit ogenblik worden ineens alle vragen opgelost.
Bron: Dagboek ds. Paauwe - 22 Juli - .
Eén ding weet ik, dat ik blind ben en niet zie...