Waar(in) dan?vragensteller schreef:Ik blijf het jammer vinden dat je een karikatuur maakt van mijn standpunt:
Het is mooi dat je het met ds. Kersten eens bent. Want idd., het komt voor ieder aan op de lijdelijke rechtvaardigmaking. Je behoefte om dit meteen weer te relativeren, begrijp ik niet, maar daar zul je kennelijk redenen voor hebben. Hoe dan ook, het benadrukken van de lijdelijke rechtvaardigmaking (ik zou zelf zeggen, ‘de’ rechtvaardigmaking) is m.i. toch heel wat anders dan dit:vragensteller schreef:+ w.b.t. je eerste statement m.b.t. ds. Kersten ben ik het gewoon met je eens, ondanks dat je suggereert van niet. Het komt voor ieder aan op de lijdelijke rechtvaardigmaking, maar daarmee is dat nog niet het hoofddoel van de Schrift, laat staan de samenvatting van de inhoud ervan. Dat hij Gods volk al als zodanig aanspreekt 'zonder Christus' (wanneer hij iets anders bedoelt dan krachtens de doop, een apart gezet volk), is niet iets, wat ik hier verdedigd heb en dat zou ik ook niet zo gauw gaan doen;
Hier laat je de rechtvaardiging als het ware samenvallen met de vernieuwing van de mens. En dat zijn toch twee aparte dingen; alhoewel je ze niet van elkaar moet scheiden, je moet ze wel ónderscheiden. Bij jou lijkt er een rechtvaardiging te zijn, waarbij het geloofsantwoord van de mens (in eerste instantie) niet nodig is.vragensteller schreef:Hij kan veel over Hem weten, maar dat is iets anders dan liefdeskennen. Denkend aan het voorbeeld: hij heeft iets over het karakter van Hem gelezen in de brief (de Bijbel), maar hij moet in Zijn nabijheid zijn, om daadwerkelijk (met bewustheid) in de weldaden te delen. Dát is m.i. de rechtvaardigheid door het geloof. (In gedachten houdend, dat ik ‘geloof’ liever met ‘vertrouwen’ vertaal. Dat moet je eens doen: elk woord ‘geloof’ in het NT in gedachten veranderen in ‘vertrouwen’, je komt tot een heel ander beeld van geloof, dat zo weer heel dicht bij ‘bekering’ komt: totale overgave, totale verandering vanuit de liefde en het vertrouwen).
Hoe ontvang je deze vrijspraak dan?vragensteller schreef:+ dat is waar. De bewuste rechtvaardiging is het ontvangen van de vrijspraak, door/ uit het geloof. Maar niet ervoor (dus voordat er geloof aanwezig is, door het Evangelie, zoals jij betoogt);
Je wilt toch niet suggereren dat ík God de eer níét geef? Je hoeft helemaal niet één aspect sterker te benadrukken dan het andere, je moet beide aspecten het volle pond geven. In de NGB wordt dat op een mooie wijze gedaan: De Heilige Geest ontsteekt het geloof… wij omhelzen.vragensteller schreef:+ exact: dan moet je daar zelf ook geen tegenstelling tussen maken (en met karikaturen aankomen als: "maar in jouw visie is in feite geen plaats meer voor de rechtvaardiging door het geloof, bij jou is het een rechtvaardiging door de Heilige Geest."). Het is niet óf - óf. In je spreken ontkom je er haast niet aan 1 aspect sterker te benadrukken. Jij legt het accent op de menselijk aanname, ik op het werk Gods. Ik denk dat Abraham dat laatste ook deed: "Gevende God de eer". (zie ook ktt bij Rom. 4:20)
Waarom beklemtoon je steeds zo de kennis van Christus als apart van Zijn weldaden? Is dat omdat er volgens jou een kennis van Christus bestaat, waarbij de mens nog niet (lijdelijk) gerechtvaardigd is? Of wat is de reden dat je hiervoor zo strijdt?vragensteller schreef:Voor wat betreft het Voorwerp van het geloof: zie de laatste zinnen uit het citaat van GJdeBruijn van Calvijn. Dat verschilt van jouw conclusie n.a.v. het citaat van dr. Van Genderen:Zoo is dan Abraham niet gerechtvaardigd,
omdat hij alleen aangaande de vermenigvuldiging des zaads Gode
geloofd heeft, maar omdat hij de genade Gods omhelsd heeft,op
den beloofden Middelaar betrouwende, in Wien alle beloften Gods
ja en amen zijn, gelijk Paulus ergens leert.
De vrijspraak in het Evangelie is deze: God heeft het offer, dat Christus voor de zonden gebracht heeft, aanvaard. God laat deze boodschap verkondigen, als een ‘generaal pardon’ voor ieder die het hoort. Wie deze boodschap gelooft, is verlost. Zó ligt de vrijspraak in het evangelie.vragensteller schreef:Ten slotte: er staat: "Wendt u naar Mij toe, wordt behouden" niet: "wendt u naar Mij toe, en neemt uw behoud aan." Dat gebeurt wel, maar dat is niet de oproep. De vrijspraak, die jij zegt aan mij beloofd te worden, heb je tot op heden niet aangetoond uit de Schrift. "Laat u met God verzoenen" zegt mij niet: "u bent al met God verzoend, neem dat aan". (Naar die tekst wordt namelijk in de ktt verwezen bij de tekst die Van Genderen aanhaalt).