Dat laatste is de calvinistische spreekwijze: aanbod en vervulling. Allen aangeboden, en vervuld in degenen die het gelovig aannemen. Zoals anderen het formuleren: Bekering en geloof zijn geen voorwaarden (vooraf), maar zijn de weg waarlangs God zijn beloften tot vervulling laat komen.Afgewezen schreef:Dat denk ik niet. Want het probleem bij de aanbodsdiscussie is: waar plaats je de voorwaarde?Ander schreef:Ik denk echter dat wanneer we op een juiste manier omgaan met voorwaardelijke/onvoorwaardelijke beloften de aanbodsdiscussie ook niet meer nodig is.
Is het een voorwaarde vooraf: je moet eerst aan die en die voorwaarden voldoen, dán wordt het aangeboden?
Of is het een voorwaarde waardoor: je krijgt het aangeboden, maar je krijgt het pas daadwerkelijk in bezit als je aan die en die voorwaarde voldoet?
Dat is een wezenlijk verschil.
Ik zou zeggen: Verkondig de teksten zoals ze staan in de context. Is het in de context voorwaardelijk, verkondig het dan voorwaardelijk. Is de context onvoorwaardelijk, verkondig het dan onvoorwaardelijk. De Geest zal het in de harten van de juiste hoorders toepassen.
Zo legt Calvijn deze nodiging in Jes. 55:1 wel uit ja:Mister schreef:Behalve dan dat een ieder dorstig en vermoeid is, of je dat nu wil en weet of niet.Ander schreef:De teksten die Koelman hier noemt zijn allemaal voorwaardelijke teksten: dorstigen en vermoeiden worden genodigd. Al wie wil, laat die komen. Wie wil? Die dorstige, die vermoeide. Ben je niet dorstig en niet vermoeid, dan wil je niet komen ook. Dus in die zin heb ik geen moeite met dit vrije aanbod.
Besides, the invitation is general; for there is no man who is not in want of those “waters,” and to whom Christ is not necessary; and therefore he invites all indiscriminately, without any respect of persons.