Paulus zegt het beide:hervormde schreef:Paulus schrijft niet dat Christus in een mens woont, maar dat een gelovige in Christus is. En dat is heel wat anders. Het laatste is de gelovige verbonden door het geloof in Christus. En dat is een voluit Bijbelse notie. Hier hoeft men niet te zijn op zichzelf, maar op Christus. Het heil extra nos.
Rom. 8: 8 En die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.
9 Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe.
10 En indien Christus in ulieden is, zo is wel het lichaam dood om der zonden wil; maar de geest is leven om der gerechtigheid wil.
11 En indien de Geest Desgenen, Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest, Die in u woont.
Christus woont door Zijn Geest in de harten van de gelovigen.
Iemand een doper noemen vind ik anders dan doperse kenmerken constateren. En we moeten onder ogen zien dat er nogal wat 'doperse' invloeden te herkennen zijn in de gereformeerde gezindte. En die zijn niet zonder gevaar.
Door bepaalde zaken 'dopers' te noemen, kun je elk gesprek doodslaan. Er gaan tegenwoordig heel wat dingen voor 'dopers' door, die gewoon gereformeerd zijn en in de belijdenis en bij Calvijn zijn terug te vinden.
Zo is de notie van de openbaring van Christus aan het hart helemaal niet dopers. Om te beginnen vind je het in de Bijbel terug ("Wie de Zoon aanschouwt en in Hem gelooft...""Toen het Gode behaagde Zijn Zoon in mij te openbaren..."), maar je vindt het ook bij de reformator Calvijn ("Zo schept de Heere dikwijls, voor Hij Zich aan de mens openbaart, een blinde toegenegendheid in hem, waardoor hij zich tot Hem, die hem nog verborgen en onbekend is, voelt heengetrokken. En al weet hij dan nog niet waarom, toch stelt Hij hem niet teleur, maar openbaart Zich aan hem ter rechter tijd.").