MarthaMartha schreef:Tiberius schreef:MarthaMartha schreef:Tiberius schreef:
Precies, ja. Dat geldt voor de gehele Schrift, ook het Oude Testament, ook het boekje Ruth.
Wanneer je Christus niet in de Schrift wil lezen, dan blijft er een heel oppervlakkige exegese over.
dan sla je door, er zijn zeker geestelijke lessen te leren.
maar je kunt niet iemands natuurlijke levensweg standaard stellen voor wiens bekeringsweg dan ook, dan leg je er teveel in.
Dat weet ik zo niet. Als ik de woorden van Paulus in rekening neem, dan kan ik niet geloven, dat de Heilige Geest ons het boek Ruth alleen maar heeft gegeven om iemands natuurlijke levensweg te tekenen.
Tiberius, ik ga je nu voor de derde keer op 1 bladzij vertellen dat er zeker geestelijke lessen te leren zijn uit het boek Ruth.
- haar keuze op de grens
- de lossing door Boaz
prachtige beelden van het werk van Christus.
maar, eveneens voor de derde keer op 1 bladzij ga ik stellen dat je niet het natuurlijk leven van Ruth als standaard kan stellen voor wiens bekeringsweg dan ook.
daarmee zeg ik iets anders dan dat het boek Ruth niet meer dan een romannetje of een levensbeschrijving van Ruth zonder verdere betekenis is.
Dat je voor de derde keer, in toenemende mate van irritatie, je mening verkondigt, wil nog niet zeggen dat deze correct is. En zelfs niet dat ik deze deel. Temeer daar deze discussie zijn wortels heeft in andere topics en je hier zomaar binnen komt vallen. Maar ik zal even kort de achtergrond geven, waarom ik er zo over denk.
Wat betreft de visie op de OT geschiedenissen zijn er twee extremen, met vele varianten er tussenin.
De eerste is die van de moderne bijbelwetenschap, die het OT ziet als een interessant literair werk, van een volk, dat het klaar gespeeld heeft, om nog steeds te bestaan. Men vindt, dat het OT geschreven is door Joden tijdens de Babylonische ballingschap om daaraan hun volksidentiteit.
De OT verhalen zijn dan een mengeling van waarheid (wat men zich nog van mondelinge verhalen kon herinneren) en een fantasie (om de zaken wat op te leuken).
Deze mensen beschouwen de Bijbel duidelijk niet als Gods Woord; de geschriften van het NT beschouwen ze als een visie van Jezus en de apostelen op het OT. Voor een goed verstaan van het OT heb je als exegese regel allerlei oudheidkundige zaken nodig, zoals kennis van de omgevende culturen, opgravingen, etc.
Om het NT goed te begrijpen, moet je het OT kennen.
Het primaat in de exegese ligt dus duidelijk bij het Oude Testament.
De andere variant zijn de bijbelgetrouwe wetenschappers, die de Bijbel als Gods Woord beschouwen. Wanneer je de hele Bijbel als het Woord van God beschouwt, is het Nieuwe Testament de uitlegger, de leesregel van het Oude. Zoals Jezus op het OT kijkt (Joh 5,39
die zijn het, die van Mij getuigen en zoals Paulus deze verklaart (Rom 15,4; 1 Kor 9+10; 2 Tim 3,16), moeten wij het OT ook lezen.
Voorbeelden daarvan zijn de geschiedenis van Jona (Mat 16), Sara en Hagar (Gal 4), de woestijnreis (1 Kor 10), etc.
Het zal je niet verbazen, dat ik zelf zeer beslist voor de tweede variant kies. Bovendien zie ik het als een groot gevaar, dat de eerste variant steeds meer doordringt op de theologische universiteiten. Daarom wil ik vasthouden aan de tweede lijn; een lijn die in ieder geval ook door de Theologische School van de GG wordt vastgehouden.
