Wilhelm schreef:Tiberius schreef: Wilhelm schreef:Er wordt over "kleintjes' of "bekommerden" gesproken , terwijl men Christus niet kent.
De term kleintjes wil ik dan wel terugnemen om verwarring te voorkomen.
Bekommerden, omdat ze (om de analogie maar weer te herhalen) uit de stad Verder zijn gevlucht.
Zoals ik eerder al zei: het gaat er juist niet om om handen op te leggen, maar om te benoemen dat ze in het proces van levendmaking zijn. Ze kunnen dat zelf niet bekijken, en een ander al helemaal niet. Daarom moeten we ze geen rust geven voor ze door die smalle poort zijn gegaan.
Lees nu eens wat je nu zelf schrijft : “
Ze kunnen dat zelf niet bekijken, en een ander al helemaal niet” Zouden we daarom niet heel terughoudend moeten zijn in het beschrijven van deze gangen en deze mensen aanspreken in de prediking als mensen waarin Gods Geest werkzaam is ? Juist omdat het hart zo bedrieglijk en arglistig is en er maar Eén grond van zaligheid is ?
Hoe kom je erbij dat ze zo aangesproken zouden moeten worden? Dat zegt toch niemand?
Ik zeg juist, dat je ze helemaal de handen niet op moet leggen.
Maar dat het in prediking en pastoraat wel goed is om te weten hoe ze gelegerd zijn. Iemand die nog volop in de zonde (in stad Verderf) leeft, moet anders geleid worden dan iemand die op weg is naar de vrijstad.
Wilhelm schreef:Tiberius schreef: Wilhelm schreef:De Bijbel is er zo duidelijk in : Wie in Christus is , die is een nieuw schepsel.
Dat ontkent niemand op dit forum. .
Jawel want ze zijn volgens jouw en anderen in het proces van levendmaking. En wie Levendgemaakt is kan niet meer verloren gaan, dus levend buiten Christus ?
Zoals ik eerder al tegen je zei (en wat Luther ook aangeeft in zijn citaat van dr. De Vries): Het heeft twee zijden: de Goddelijke zijde en de menselijke.
Van Gods kant hebben ze alles al ontvangen: vergeving der zonden en het eeuwige leven. Ze zijn al in Christus en ze kunnen niet meer verloren gaan.
Maar van de menselijke kant kan iemand dat in dat stadium (nog) niet bekijken, ook zij zelf niet.
Wilhelm schreef:En ik snap je wel , als we soms eens wat mogen horen van mensen die hartelijk hun schuld belijden en uitzien naar verlossing, dan zijn we zo snel geneigd om daar iets van te maken.
Nogmaals: dan moet je
dat bestrijden, niet ontkennen dat die staat er kan zijn. Daarom ben ik het met het tweede deel van die alinea wel eens.
Wilhelm schreef:Tiberius schreef: Wilhelm schreef:Alles wat daarvoor gebeurd kan alle kanten nog op.
Dat zeg ik toch voortdurend? .
Waarom dan die verdediging voor een theologie en een prediking waar de meeste aandacht uitgaat naar de toeleidende wegen voor de kennis van Christus ?
Zie boven: omdat mensen op de toeleidende weg anders geleid moeten worden. De kamerling in Hand 8 werd ook anders aangesproken dan de verharde Farizeeërs enkele hoofdstukken er voor.
Wilhelm schreef:Tiberius schreef: Wilhelm schreef:Er zijn er velen die, misschien onbedoeld, deze mensen de handen opleggen. En natuurlijk moeten we zoekende zielen niet vertrappen, maar wel eerlijk behandelen.
Omdat sommigen er onjuist mee omgaan, hoeven wij toch niet te ontkennen dat die mensen er zijn en daarom afstand te nemen van onze belijdenisgeschriften? Ik zei eerder ook al, dat het niet eenvoudig is om deze mensen te leiden. .
De belijdenisgeschriften worden dus verschillend gelezen. En zoekende zielen zijn er , maar in het pastoraat hebben we alleen maar te verkondigen dat buiten Jezus de dood en dat in Hem het leven is. En dat Hij staat met uitgebreide handen en dat een ieder welkom bij Hem is.
Dat zal ook niemand ontkennen, maar er kan en moet nader onderwijs gegeven worden in prediking en pastoraat.
Bijvoorbeeld: hoe komen zulke zoekende zielen bij Christus, etc.
Al eerder gezegd dat het niet eenvoudig is zulke zielen te leiden
Wilhelm schreef:Tiberius schreef: Wilhelm schreef:Laten we toch geen afbreuk doen aan de Schrift. En alle kentekenen die er zijn voor de bewuste kennis van Christus, kunnen misschien wel wederbarend werk zijn, maar de uitkomst zal het begin openbaren. Laten we dan ook maar niet in proberen te blikken in deze verborgenheden Gods en ons houden aan Zijn geopenbaarde wil.
Dat moet je inderdaad niet doen. Maar daarmee hoef je nog niet te ontkennen dat er mensen zijn die zich in die stand bevinden.
Er zijn zoekende zielen. In wat voor stand die zich bevinden weet ik niet. Dat is voor ons verborgen. Laten we ons dan toch maar houden aan de kentekenen die de Schrift ons geeft.
Zoekt en gij zult vinden. Dat mag je verkondigen. In dat zoeken ligt het dus nog niet, het zal een vinden moeten worden.
En dan is het waar dat mensen die Christus mochten omhelzen door het geloof wel eens mogen zeggen, toch geloof ik dat de Geest toen en toen al werkzaam was in mijn hart. Maar dat is een zaak tussen die mens en God.
Idem.
Wilhelm schreef:Weet je wat het punt is Tiberius, als er niet zoveel aandacht voor zou zijn, dan spelen deze discussies niet. Maar we leven in een tijd waarin die voorbereidende werkingen meer aandacht krijgen als het eigenende geloof. Sterker, het eigenende geloof wordt menigmaal argwanend bekeken, en de missende schuldbelijder wordt de handen opgelegd. Er is een scheefgroei ontstaan waarbij de kennis aan Christus als een niet noodzakelijke nadere weldaad wordt geleerd. En ook al bedoelt men dat misschien niet zo, het komt iig zo over. En dat is zeer gevaarlijk en is niet pastoraal want het gevaar is zo levensgroot aanwezig dat er rustgronden gelegd worden buiten Christus.
Als commentaar op deze alinea citeer ik Ander met grote instemming en stelligheid:
Ander schreef:Dit spreek ik stellig tegen. Dit wordt wel eens geroepen, de bewijzen ontbreken echter. Ik bevind me ook in kringen waaraan deze beschuldiging gericht is maar ik kan me geen preken herinneren waarin niet de noodzaak om Christus te kennen genoemd wordt.