Dat bedoelt hij hier wel. De driedeling is door Melanchton uitgewerkt. De reformatoren hebben in hun geschriften de drie stukken op deze wijze overgenomen. Er zijn uitgebreide briefwisselingen tussen de reformatoren en Melanchton waaruit dat blijkt. Beza heeft het in zijn belijdenis expliciet ook genoemd. Als je de verbrijzeling anders leest bij Ursinus, dan isoleer je hem theologisch van al zijn tijdgenoten en de belijdenisgeschriften uit die tijd. Terwijl Ursinus zijn geschriften heeft nagelaten om de leer van de reformatie te onderbouwen.Fjodor schreef:Ik vraag me af of hij hier schrijft van verbrijzeling die voor de eerste bekering en ik denk niet dat hij hier zegt dat verbrijzeling aan het geloof vooraf gaat.
Wat de reformatoren wel leerden is dat de tijd van de verbrijzeling zo kort kan zijn, dat in de beleving deze afwezig lijkt(theologisch echter niet!) en de evangelische verbrijzeling na de verlossing tot volle diepte komt. De reformatie onderscheidde hier de wettische verbrijzeling (uitdrijvend tot Christus) en de evangelische verbrijzeling (boetvaardigheid, leven uit genade, uit Christus).