Dat zegt Jezus ook: Wie mijn woorden hoort en ze doet is zoals een man die zijn huis op de rots bouwt. Het gaat er dus om dat we op Christus bouwen. Er worden maar twee mogelijkheden geschetst. Je bouwt je huis op DE rots of je bouwt hem op zand. Er is geen derde optie, je huis wel op een rots bouwen maar een rots die niet goed genoeg is ofzo. Jezus is de trots en wie op Hem bouwen hebben een stevige fundering. Wie op de rots bouwt hoeft niet te onderzoeken of die rots wel goed genoeg is enzo want Christus is de rots! We moeten ons dus afvragen: Waar bouwen we op? Op zand of op de rots? Horen we zijn woorden en doen we ze?artistiek schreef:'Zij zullen naast het net vissen' vindt ik een verkeerde opmerking! 'Ze graven niet' lijkt me beter in deze context.Marco schreef:OK. Komt-ie:artistiek schreef:Verklaar jij mij het woord 'voorzichtig man' dan maar.
Beginnen bij het begin. We zitten hier in Mattheüs 7, het laatste gedeelte uit de bergrede. Jezus begint met de zaligsprekingen, legt uit hoe de oudtestamentische wetten nog verder gaan dan de strikte naleving daarvan, waarschuwt voor valse profeten. Want: aan de vruchten kent men de boom (7:17).
Dan (7:21): Niet wie zegt: Heere, Heere!, maar wie doet..
Want er zullen mensen zijn die "Heere, Heere!" hebben gezegd, maar er niet naar gedaan hebben (22,23). Zij zullen naast het net vissen.
Vervolgens 7:24: "Een ieder dan, die deze Mijn woorden hoort en ze doet, die zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft."
Let op: Een voorzichtig man. Niets over een zorgvuldig gravende man of zo. Hij is voorzichtig, omdat hij zijn huis op een steenrots gebouwd heeft. Er staat niet eens 'de' steenrots (al geven andere vertalingen dat soms wel). Van het hele graven, spitten, geologisch onderzoek naar de juiste steenrots is geen sprake. Dat heb je erbij verzonnen. De man is voorzichtig en bouwt dus een degelijk gefundeerd huis.
Licht metaforisch: Zo iemand zegt dus niet, maar doet ook. Je moet zeggen, én doen. En dat kan je alleen maar als je op een rots bouwt.
In de bergrede gaat het niet over spitten, onderzoeken of wat dan ook. Wel over het houden van de wet en waarom je dat moet doen, hoe je dat moet doen. Denken, doen, geloven en liefhebben horen bij elkaar!
Ik weet niet welke vertaling jij hebt maar in de meeste gangbare vertalingen staat DE steenrots omdat in de kanttekening duidelijk staat dat daarmee Christus bedoeld wordt. Dat lijkt me ook het meest aannemelijk daar de Heere Jezus Zelf de gelijkenis verteld en daarmee Zichzelf bedoeld. En daarmee komen we ook gelijk bij het punt waarin ik het met jouw uitlegging niet eens ben dat hij niet zomaar een willekeurige steenrots nam maar DE steenrots, groot genoeg, sterk genoeg en diep genoeg om de slagregen te kunnen verdragen. En om erachter te komen dat de steenrots geschikt is zul je toch moeten graven en uitdiepen en onderzoeken. Daar heeft de mens van nature geen zin in, dus gaan we liever bouwen op een zandgrond, snel klaar en aan de buitenkant is er niets van te zien.
Verder moeten we inderdaad graven, zoeken, verdiepen. je kan alleen deze tekst daar niet als bron en bewijs voor gaan aanvoeren. Net Henry er even op nageslagen, die zegt er enorm veel over, maar niets over graven, onderzoeken of wat dan ook. Ik had het sowieso nog nooit gehoord. En staat: Wie Mijn woorden hoort en ze doet. Niet: Wie mijn woorden hoort, vanalles gaat onderzoeken etc, in die woorden graven, spitten. Het gaat in deze gelijkenis duidelijk om het horen en het doen. Waar je jou uitwerking op baseert weet ik niet, maar ik heb er nooit van gehoord en het staat er ook niet.