chapman schreef:
Mijns inziens bedoelt dhr Florijn hiermee dat hij toen heeft mogen geloven dat er een mogelijkheid van zaligworden is (door of in Gods Woord). Het is dan nog groot dat hij werkzaamheden mag herkennen die zijn gemis aanwijzen. Het mocht hem nog eens ondraaglijk worden tot een heilzame wanhoop.
Als God Zich werkelijk in Zijn Zoon openbaart, dan ligt daar de zaligheid in. Dat zal dhr Florijn toch ook niet ontkennen, dunkt me.
Wij kunnen het interview wel helemaal uit willen ziften, maar het komt er voor een ieder op aan. Wat ken ik er van? Het is een persoonlijke zaak, tussen God en je ziel.
Het mocht ons brengen in de binnenkamer, voor jezelf en voor je naaste! Het moet ons van de hemel worden geleerd.
Chapman, twee dingen:
1.
Wat is dat voor een vreemd woord: 'mocht'.
Taalkundig is dat de zogenoemde 'irrealis', dat betekent: de werkwoordsvorm die aanduidt dat je iets wel zegt, maar dat je zeker weet dat het niet gaat gebeuren. Bijvoorbeeld: Mocht ik nog eens miljonair worden... (maar ik word het niet.)
Lees met deze kennis je epistel nog eens over Chapman en je zult zien dat er iets heel vreemds staat.
2.
En toen is voor mij, al vele jaren geleden, tijdens een preek over Simeon, de hemel opengegaan. "En hij nam het kindeke in zijn armen.” Toen heb ik voor het eerst in m’n leven mogen geloven. (...) Ik kreeg zicht op Christusen dat heeft mij zo verbroken, dat heeft mij zo diep ontroerd, dat is niet te zeggen. Alle twijfel ging uit mijn hart weg en ik geloofde zekerlijkdat ik eens zou aankomen in de stad die fundamenten heeft.
Als dit werkelijk waar is (en waarom zou ik daaraan twijfelen) dan zal Florijn bij zijn sterven tot zijn eigen verbazing en verwondering eenmaal zijn ogen opslaan in de hemel. Anders is Gods Woord niet waar, als er staat in Johannes 6: "En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe;
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)