Wilhelm schreef:Waarom toch altijd die angst of soms zelfs boosheid, om eerlijk behandeld te worden ?
Het is toch een feit , dat er zullen zijn die denken in te gaan en zichzelf bedriegen :
Matth 7 : 21-23
21 Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
22 Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan?
23 En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!
Het nabijkomende werk kan zover gaan , en wat is het dan toch zaak , om onszelf te onderzoeken, en dan schuwen we ook een separerende prediking niet.
In de Schrift wordt er toe opgeroepen, en onze oudvaders hebben dit ook altijd gedaan.
Als een mens eerlijkgemaakt is dan wordt het toch de bede voor het eerst maar ook bij vernieuwing : En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg.
Daarom is bv ook de zelfbeproefing bij het HA ook steeds weer nodig.
Tot ontdekking van onszelf of tot versterking van het geloof.
Wilhem, ik denk dat het niet zozeer angst of boosheid is (want ik neem aan dat je o.a. mij bedoelt). Neem nou de tekst die jij citeert. Inderdaad, niet Heere, Heere roepen, of veel krachten doen in de naam van Jezus, maar de wil van de Vader doen, dat is waar het om gaat. En wat lees ik dan in Johannes 6: "En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage." Jij weet ook wel dat in de reformatorisch kerken dit gebod niet zo leeft. We vinden het belangrijker om de boel uiterlijk netjes op orde te hebben, want dat kunnen we nog. De Zoon aanschouwen en in Hem geloven, dat is te hoog gegrepen. Daarom worden de weinige mensen die dit wonder wel ervaren in hun leven ernstig vermaand om zich toch maar nauw, ja zeer nauw te onderzoeken. Want zeker als zij van zekerheid in hun leven getuigen, kunnen ze zich zomaar bedriegen. Het gaat immers zomaar niet.
Dan lees ik psalm 139.
Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijn gedachten. En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg.
Uiteindelijk is het een vraag aan God: doorgrond
U mij, ken
U mijn hart; beproef
U mij, zie
U of bij mij een schadelijke weg zij. Temidden van al dat getwijfel van hogerhand of het wel echt is in mijn leven, heb ik veel meer aan deze bede van David, dan aan tienduizend oproepen om me toch zeeeeeeeer nauw te onderzoeken. Stel dat ik mijzelf bedrieg, dat zou zomaar kunnen, dan is er toch NU een geopende toegang tot de Vader, door Jezus Christus. Als deze boodschap gekoppeld wordt aan de oproep tot zelfbeproeving, dan ben ik daar blij mee. Maar meestal worden mensen weer terugverwezen naar de wachtstand. En daar wordt ik niet boos of angstig van, maar wel verdrietig.