Dit zijn de argumenten van de Pater die eerder genoemde quote schreef
Een en ander is overgenomen uit het Katholiek nieuwsblad
Ik zou graag enige argumenten, die tot nadenken stemmen, willen geven:
Zonder Kerk zouden wij niet gelovig zijn, zouden wij Jezus niet kennen. De mensen die het geloof doorgeven, maken de Kerk uit. Na de dood van Christus was er eerst de mondelinge traditie en overlevering in de jonge Kerk. Toen het Nieuwe Testament door de Kerk werd geschreven, ontstond de schriftelijke overlevering. Zonder Kerk geen enkele overlevering en zouden wij Jezus dus niet kennen. Wij hebben het geloof in de Kerk en door de Kerk ontvangen.
De Kerk heeft gedurende 2000 jaar de verschillende uitspraken en leerstellingen over God beproefd, bewaard en doorgegeven. De Kerk heeft het doel de ontmoeting met God mogelijk te maken en het geloof te verkondigen. Ieder lid van de Kerk wordt aangespoord volgens het Evangelie te leven. Naarmate het woord van God en zijn liefde beleefd wordt, temeer is de Kerk daar aanwezig. Wij allen maken deel uit van deze Kerk en delen in dezelfde opdracht: leven naar het Evangelie en dit verkondigen.
Wij kennen de Kerk vaak te weinig. Weten wij werkelijk, wat de hele draagwijdte en diepte van de leer van de Kerk inhoudt? Hoe vaak lezen wij bij voorbeeld de Katechismus? Hoe vaak lezen wij wat de Heilige Vader met betrekking tot diverse thema's schrijft? En hij schrijft heel, heel veel! De geloofsschat van de Kerk is zeer groot, en aangezien wij nog steeds op weg zijn, wordt deze iedere dag groter. De heiligen zijn voor ons sprekende en sympathieke voorbeelden. Hun leven en hun geschriften kunnen ons bijzonder aanspreken. Wij kennen slechts een klein deel daarvan. Wij kunnen ons echter inspannen steeds meer in het geheim van de Kerk door te dringen door horen, lezen en gebed.
De Kerk is een geloofsmysterie. Wij bewegen ons hier op geloofsgebied. Wij kunnen de Kerk niet alleen met menselijke ogen bezien, aangezien zij op de eerste plaats een mysterie van het geloof is. Dat betekent zeker niet dat wij aan de fouten voorbijgaan, maar wij moeten ons van bovennatuurlijke ogen bedienen. Dat is net zoals het van aan de buitenkant naar bonte kerkramen kijken - alles lijkt grijs. Gaan wij echter de kerk binnen en valt het licht door de ramen, dan stralen ze met de prachtigste kleuren. Een paar zijn er misschien een beetje kapot, maar wij kunnen toch de schoonheid, de veelzijdigheid en de eenheid van de kleuren en voorstellingen herkennen.
De Kerk is ook de familie van God, de plaats waar Hij zich openbaart door het leerambt en de verkondiging. De Kerk is eveneens de plaats waar Hij zich aan ons schenkt, vooral in de sacramenten en waar Hij tegenwoordig is in de Eucharistie.
De Heilige Schrift laat ons zien dat Jezus zelf de Kerk gesticht heeft. Hij heeft haar niet als een 'gezellig samenzijn' bijeengebracht maar met de opdracht zijn zending op deze wereld voort te zetten. Tot de eerste paus, Petrus, zegt Jezus : "Gij zijt Petrus ; en op deze steenrots zal Ik MIJN KERK bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen" (Mt. 16,18). De Kerk is op de eerste plaats een mysterievol lichaam: wij vormen als het ware één lichaam en wij zijn allen met elkaar en met Christus verbonden. Het woord Kerk (in het Grieks 'ekklesia') betekent ook de 'eruitgeroepene': uit alle stammen en talen, volkeren en naties (vgl. Openb. 5,9). Jezus roept iedereen in zijn Kerk. Ieder heeft zijn eigen bestemming en roeping. Dat is geen verdienste van de mensen maar genade, een geschenk van God. Jezus heeft deze Kerk lief. Zijn liefde is zo groot, dat Hij er zijn leven voor gegeven heeft (Ef. 5,25). De Kerk zet zijn zending voort, hetgeen het kruis impliceert, maar ook de verrijzenis. Jezus heeft zijn Kerk trouw beloofd, Hij leidt haar, daaraan mogen wij in geloof vasthouden. Christus is en blijft altijd in zijn Kerk tegenwoordig.
Pater Jean-David