Herman schreef:
@Jongere:
wat voor mogelijkheden heeft het Clara instituut nog als ze gaan procederen in Europa?
Puur technisch gezien is het meest logische vervolg hoger beroep in de civiele zaak waarbij de zaak via de Hoge Raad bij het Hof van Justitie kan komen. Procederen in Europa betekent in een beroepszaak niet meer dan dat de Nederlandse Hoge Raad om advies (= prejudiciële vraag) vraagt aan het Hof over een juiste interpretatie van de regel uit het Verdrag waar de partijen zich op beroepen.
Het is wel belangrijk om de twee zaken uit elkaar te houden:
1-
Clara Wichmann (met nog 10 andere stichtingen, men kon geen één SGP-vrouw vinden die wilde procederen!)
vs. de Staat. Dit is bij de bestuursrechter
Deze zaak gaat over het intrekken van de
subsidie omdat de Staat het Vrouwenverdrag zou schenden. De zaak liep dus tegen de minister en is dus een zaak voor de bestuursrechter. Clara Wichmann kreeg in eerste instantie gelijk, er is nu in hoger beroep geoordeeld dat de SGP toch subsidie moet krijgen. Beroep is in deze zaak ook niet meer mogelijk!
2-
Clara Wichmann vs. SGP Dit is bij de civiele rechter
Deze zaak gaat over het verplicht wijzigen van de
statuten van de SGP. Clara Wichmann kreeg hier van de rechter geen gelijk (omdat ze geen belanghebbende zijn) en zijn in hoger beroep. Deze zaak loopt nog en kan doorgaan tot de Hoge Raad.
Even inhoudelijk:
Ik heb de
uitspraak van de ABRvS even doorgelezen om te kijken
wat nu precies de overwegingen waren om de SGP gelijk te geven. Dat is namelijk ook heel belangrijk voor de vraag of de civiele rechter nu het zelfde moet oordelen. Opzich zijn de overwegingen van de rechtbank positief voor de SGP; de rechter heeft gelijik een uitleg gegeven van de artikelen.
ABRvS schreef:
2.13. In de eerste plaats dient daartoe te worden beoordeeld of uit de plicht om te verzekeren dat vrouwen op gelijke voet met mannen verkiesbaar zijn in alle openbaar gekozen lichamen en daartoe deel kunnen nemen aan niet-overheidsorganisaties en verenigingen op het gebied van het openbare en politieke leven van het land, zonder enige nadere afweging de plicht voortvloeit tot het nemen van maatregelen, hier in de vorm van het onthouden van subsidie waarop naar nationaal recht aanspraak bestaat indien aan bepaalde criteria is voldaan, steeds en reeds omdat een politieke partij vrouwen niet in staat stelt tot het uitoefenen van voormelde rechten.
2.13.1. De tekst van onderdeel c van artikel 7 van het Vrouwenverdrag dwingt niet tot deze uitleg, nu daarin sprake is van het deelnemen aan organisaties en verenigingen als daar omschreven; niet aan 'de' of 'alle' zodanige organisaties.
Dit is zo'n beetje de hoofdoverweging van de rechtbank. Vrij logische uitleg; het artikel zegt wel dat de overheid vrijheid moet waarborgen, maar geeft niet concreet aan dat dat voor alle organisaties moet zijn, en in dit geval zijn er voldoende andere mogelijkheden voor vrouwen.
De vraag is natuurlijk of het oordeel van de rechter hetzelfde is als het gaat om de statuten van de SGP. Het probleem is dat het hier om een heel andere beoordeling van de artikelen gaat. De zaak gaat hier niet zozeer om het houden van het vrouwenverdag door de Staat, maar om het discrimineren door de SGP. Het probleem voor het Wichmann instituut is dat ze hier geen belanghebbende zijn, en daarom ook weinig kans maken - zo heeft de rechter in eerste instantie ook geoordeeld. Persoonlijk denk ik dat de kans vrij klein is dat de Hoge Raad anders gaat oordelen. De Hoge Raad kan alleen een prejudiciële vraag stellen (dus naar het Hof van Justitie van Europa) als er sprake is van een in strijd zijn met een internationaal verdrag. Het Hof heeft uiteraard weinig te maken met onze binnenlandse problemen dus moet Wichmann duidelijk aan kunnen tonen dat er een verdrag wordt geschonden. In de
uitspraak van de civiele zaak blijkt dat Clara Wichmann een heel rijtje artikelen heeft uitgekozen uit verdragen. Één ervan is het artikel 7 uit het Vrouwenverdrag waar de bestuursrechter nu uitspraak over heeft gedaan. Ik denk zelf dat ze met dat artikel vrij weinig kans meer maken omdat dat best ruim wordt opgevat, dat geeft de bestuursrechter zelf ook aan in de uitspraak van gisteren:
ABRvS schreef:In de geschiedenis van de totstandkoming van het Vrouwenverdrag ziet de Afdeling evenmin aanwijzingen voor een dergelijke strikte uitleg. Uit paragraaf 84 van de Voorbereidende Handelingen bij het Vrouwenverdrag blijkt dat met betrekking tot onderdeel c van artikel 7 van het Vrouwenverdrag Canada en het Verenigd Koninkrijk bezwaar hadden tegen de ontwerptekst van dat onderdeel, zijnde onderdeel d van artikel 8 van het ontwerpverdrag. De ontwerptekst had, anders dan de definitieve tekst, betrekking op "niet-overheidsorganisaties en verenigingen". Blijkens het verslag van de vergadering van de "Commission on the Status of Women" van de Verenigde Naties over het ontwerpverdrag heeft de Canadese delegatie dit bezwaar als volgt toegelicht:
"(…) said that article 8 was acceptable to Canada, but suggested the addition, at the end of paragraph (d), of the phrase "concerned with the public and political life of the country", since, if that paragraph applied to private clubs whose membership consisted solely of men or of women that would be tantamount to a violation of the right of freedom of association."
Op dit gebied heeft men dus ook in Europa zelf geen aanleiding gezien voor een strikte uitleg. Wat het nu voor de SGP nog onzeker maakt is het feit dat Wichmann in de civiele procedure nog meer internationale verdragen heeft gebruikt waar de bestuursrechter niets over heeft gezegd. Deze artikelen gaan veel meer over het al dan niet discrimineren. In eerste instantie heeft de rechter Wichmann dus geen gelijk gegeven omdat ze niet belanghebbend zijn, maar de kans bestaat dat een latere rechter hier anders over denkt of dat het Europese Hof - als deze zaak haar ter ore komt - het niet accepteert dat er een dergelijke partij bestaat zelfs los van de vraag of Wichmann belanghebbend is. Dat blijft dus nog spannend.