Mijn insziens hebben we (voor de zoveelste keer) een begripsverwarring.
De opmerkingen over de leer van Arminius als 'rekenkundig verschuiven' van een aantal kernpunten wil ik onderstrepen.
Dat is terrecht opgemerkt. Maar dan moeten we wel 2 zaken goed onderscheiden:
- De verschuiving heeft een geheel andere theologie tot stand gebracht, die in haar aard geen evangelie bevat
- De verschuiving is inderdaad weerlegd op een wijze, die geheel vanuit deze context gezien moet worden. Dat er aan de andere kant ook lijnen zijn doorgetrokken waardoor in de aard het evangelie is weggeredeneerd of in iedergeval de schijn tegen heeft, herken ik ook. Links en rechts moeten we het zuiver zien te houden.
Maar dan stel ik nog steeds dat de gereformeerde leer in zuivere vorm, zoals Calvijn, Brakel Boston en en vele anderen hebben uitgewerkt een ruim evangelie van vrije genade bevat.
Zoals Calvijn duidelijk stelt dat geloof een richten is op Gods barmhartigheid zoals God dat in Zijn Woord openbaart, en zolang daarbij de algenoegzame offerande van Christus aan het kruis wordt geleerd als grond voor het verkondigen van het heil in Christus aan alle toehoorders, dan houden we de lijn zuiver.
Over het eeuwigheidsbegrip ingepast in ons tijdsdenken in supra/infra: In wezen stelde Brakel dat al in zijn behandeling van Gods eigenschappen. Inderdaad is God niet aan tijd gebonden. Wie nu gelooft, wordt nu verkozen, was verkozen van eeuwigheid, en wordt tot in eeuwigheid verkozen. Van de mens uit gezien is er een tijdselement, dat ook in die tijdsfactor is geopenbaard in Gods Woord. Dus helemaal wegredeneren mogen we het nooit. Efeze voert de verkiezing aan in de zin van verleden tijd (Vanuit God gezien). Petrus vermaant om de verkiezing vast te maken (vanuit de mens bezien).
Het maakt uiteindelijk niet uit als het gaat om de evangelieverkondiging. Het gaat erom dat de zondaar ZICH bekeert en gelooft in Jezus, de Zoon van God, als Messias en zich in Hem weet als de Weg, de Waarheid en het leven. En dat zonder Joh.3:16 los te koppelen van het voorgaande gedeelte over de wedergeboorte enerzijds, en zonder een voorwaarde te ontlenen aan de tekst over de trekking van God de Vader. Beide zaken worden als wonder in het verborgen gewerkt (Calvijn) en komen in het geloof openbaar. Niet VOOR het geloof, maar IN het geloof. Op dit punt leerde Arminius identiek als de contra-remonstranten.
De relatie met de verkiezing leggen de DL dan ook niet in de verkondiging voor het roepen van zondaars tot geloof en bekering, maar in de troost voor hen die door die prediking van het evangelie tot geloof zijn gekomen. Waar Arminius de verkiezing voorop stelde (verkondiging als zaad van de wedergeboorte) in de prediking om een karikatuur te maken van de gereformeerde leer, stelde de DL de verkiezing naar achteren, naar dat de opbouw van het geloof (vrucht van de wedergeboorte). Daarom hoeft de gereformeerde leer niet te lijden onder de verkiezing als leerstuk en doet het geen afbreuk aan de evangelie boodschap als welmenend aan alle hoorders. Daar noemt de DL dat zo expliciet.
Kortom: de DL willen de gereformeerde leer voluit evangelisch houden en wijzen de leer van de arminianen, die van dat evangelie afdoen, af.
Niet geheel onbelangrijk om vast te houden: De leer is geen doel opzichzelf, maar een hulpmiddel om dwalingen te bestrijden en het evangelie zuiver te kunnen bewaren.
Daarom ben in persoonlijk heel stellig in mijn bewering dat de LEER van Arminius, zoals in de DL weerlegd, geen evangelie is, maar een afbraak daarvan. Natuurlijk niet zo bedoeld door Arminius, maar de intenties zijn niet maatgevend, hoe goed bedoeld ook. Het gaat om de leer der Schrift, het geheel onvoorwaardelijke evangelie dat aan alle mensen gepredikt dient te worden tot persoonlijk heil in Christus.
Wat we ook redeneren, Gods Woord zegt dat de mens schuldig staat aan ongeloof. Onze leerstellige redenaties mogen dat nooit relativeren of nuanceren. Hoe remonstrants een tekst ook oogt. We moeten voorkomen dat we doorschieten in een hyper-antiarminiaans alles als verdacht aanmerken tenzij het tegendeel blijkt en we dienen Gods Woord te horen en te lezen als welmenend aan ons gericht, los van onze lee
rbril. De leer mag aanvullend onderwijs geven ter verdieping en om het fundament aan te wijzen van de boodschap van de Schrift, maar nooit meer dan dat zijn.
Zoals gezegd zie ik liever de aanduiding 'evangelisch' ipv arminiaans, want dat is het als een tekst ruimer is dan we menen dat het bedoeld is. Het past ook gewoon in de gereformeerde leer van Calvijn en navolgers. Allen het evangelie verkondigd, alleen wie hoort, wie gelooft, wie zich bekeert is door Gods Geest wedergeboren. In het verborgen. Maar uitkomend in de vruchten van berouw, van boete, van honger naar genade, van liefde tot God en de naaste, tot een willen doen van Gods wet uit dankbaarheid.
Lees de preek van Luther over Joh.3:16 eens (
http://www.theologienet.nl). Luther was ronduit zuiver gereformeerd op dit punt en daarmee evangelisch in de goede zin van het woord. Arminius daarentegen had wel de schijn van evangelisch, maar was het niet, omdat hij de mens terug wierp op zichzelf, daar waar Luther het door het geloof alleen mocht leren. Dat is een verschil van 180 graden, om het ook maar eens wiskundig uit te drukken.