In Ezechiël 36:37 gaat het duidelijk om gebeden waar de Heere een behagen in heeft.Dathenum schreef:Cornelius bad ook buiten Christus, buiten de beloofde Messias, om.
Handelingen 10
1 En er was een zeker man te Cesaréa, met name Cornelius, een hoofdman over honderd, uit de bende, genaamd de Italiaanse;
2 Godzalig en vrezende God, met geheel zijn huis, en doende vele aalmoezen aan het volk, en God geduriglijk biddende.
3 Deze zag in een gezicht klaarlijk, omtrent de negende ure des daags, een engel Gods tot hem inkomen, en tot hem zeggende: Cornelius!
4 En hij, de ogen op hem houdende, en zeer bevreesd geworden zijnde, zeide: Wat is het Heere? En hij zeide tot hem: Uw gebeden en uw aalmoezen zijn tot gedachtenis opgekomen voor God.
Uiteindelijk leidde dat gebed wel tot het kennen van Christus als Messias. En als God dat bij Cornelius kan doen, kan hij het ook bij het Joodse volk doen.
Verder poneer ik geen mening dat een bepaald gebed de vervulling van de profetie in Ezechiel zou zijn, maar reageer ik enkel op de volgende woorden, die niet juist zijn: Immers, de joden hebben de Heere helemaal niet gevraagd dat Hij hen in hun land terug zou brengen...
Het eeuwenlang bidden van joden, terwijl zij al die tijd Christus verwierpen, is iets van een geheel andere orde.
Daarom is mijn stelling geheel juist, want het bidden dat de joden doen, is een bidden dat geheel buiten de heilsbedeling valt.