Er is niets onbeschofts aan. Maar een reeele vraag. U legt het uit als: het is je plicht om de middelen te gebruiken en misschien wil God het verhoren en misschien niet.KDD schreef: ↑28 okt 2025, 02:00Ik vindt dit wel een onbeschofd reactie. Lees de volgende uitleg van Ds. A. Rotterdam:GG links schreef: ↑25 okt 2025, 21:55Wat doe jij nog in de kerk Geeske? Als je uitverkoren bent kom je er toch wel. Zonde van je tijd.Geeske_1991 schreef: ↑24 okt 2025, 18:42Dan heb ik het verkeerd geschreven.pierre27 schreef:
Hoewel ik je in een aantal dingen bij kan vallen Geeske kun je de rechtvaardigmaking van eeuwigheid niet in de HC terug vinden. Ik herken het wel vanuit de dogmatiek v Kersten die ik tijdens een studie gelezen heb. Maar je kern is mij helder en daar val ik je in bij.
Maar je moet zo denken, alles is van eeuwigheid bekend.
De uitverkiezing is van eeuwigheid bekend, en het tijdstip van de rechtvaardigmaking dus ook.
Eer iets van mij begon te leven stond alles in Uw boek geschreven Psalm 139
Is letterlijk te lezen, als geboorte maar ook als wedergeboorte geestelijk.
Verstuurd vanaf mijn SM-S911B met Tapatalk
Vraag. Ja, maar gij stelt geen vaste samenhang tussen het natuurlijk pogen om Christus deelachtig te worden en tussen het verkrijgen van de zaligheid, en zo vordert de mens niet meer, dan dat hij misschien zal zalig worden?
Antwoord.
1. Een natuurlijk mens moet voldaan zijn met een misschien, en het overige afwachten van Gods loutere ontferming. God is een vrijmachtig Heere, Die Zich over de zondaar ontfermt, als het Hem belieft. Menen wij soms vrijheid te hebben, wanneer veel stoute bedelaars aan onze deur bedelen, dezen te geven en genen te weigeren. En zouden wij God geen vrijheid geven om zijn genade uit te delen aan wien Hij wil?, of zal men daarom nalaten naar genade te staan, zoveel men kan? Gans niet! Die dorst heeft die kome, en die wil, neme het water des levens om niet, Openb. 22 : 17.
2. Men bedenke wat iemand doet om tijdelijke verlossing, wanneer er maar enige mogelijkheid schijnt, al is er geen zekerheid van uitkomst. Benhadad had geen zekerheid, dat Achab hem in het leven zou behouden; hij hoort maar, dat de koningen Israëls goedertieren koningen waren en daarop bemoedigt hij zich om gunst bij Achab te verwerven, die hij ook bekomt, 1 Kon. 20 : 31 en 32. De vier melaatsen, door hongersnood geprest, vallen met dit besluit in het leger der Syriërs: indien zij ons laten leven, wij zullen leven, en indien zij ons doden, wij zullen maar sterven, 2 Kon. 7 : 4. Wat zal dan niet een arm zondaar doen, die weet, dat God Zich wenden wil tot het gebed desgenen die gans ontbloot is. Psalm 102: 18: Men zie het voorbeeld in de verloren zoon, Luc. 15 : 20. Als hij nog van verre van hem was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming bewegen, en toelopende viel hem om zijn hals en kuste hem.
Als dit de prediking is/wordt binnen de GG dan heb ik mn langste tijd daar wel gezeten. Gelukkig hoor ik zondag aan zondag een totaal andere prediking als deze fatalistishe en fundamentalistische prediking. Ik ben er wars van.