Vermetel werk is om met een menselijk verstandje, oordeel en inschattingsvermogen Gods openbaring af te meten. "Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden." De Heere houdt Zich verborgen, schrijft Jesaja. God is heilig, onbegrijpelijk, onbevattelijk. Hij doodde ook tienduizenden van Beth-Sémes die in de ark gezien hadden.
Wat voor de ene moordenaar aan het kruis een Kracht tot zaligheid was, was voor de andere moordenaar een Mikpunt van spot.
En het kan ook zijn dat een groot verstand in de weg zit. "In dienzelven tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard. Ja Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U. Alle dingen zijn Mij overgegeven van Mijn Vader; en niemand kent den Zoon dan de Vader, noch iemand kent den Vader dan de Zoon en dien het de Zoon wil openbaren."