Ik ben blij dat er wat positieve reacties kwamen op een suggestie om het artikel van wijlen ds. W.C. Lamain uit DE SAAMBINDER van mei 1958 hier te plaatsen. Het artikel was in enkele aflevering geplaatst, vandaar dat ik als datum MEI 1958 noem, toen de eerste aflevering in DE SAAMBINDER werd geplaatst. In de hoop dat het tot bezinning mag zijn, zie topic-rubriek, zal ik het nu hier plaatsen.
KERKELIJK OF KERKISTISCH
Er is een groot verschil tussen bovenstaande begrippen. Het eerste is alleszins te rechtvaardigen, en het tweede is af te keuren. Toch is het noodzakelijk dat wij hier de zaken niet verwarren. Veelal wordt iemand die kerkelijk leeft, en wil leven, uitgescholden voor kerkistisch. Dat is vanzelf geheel ten onrechte.
Terwijl ik in Leiden, mijn eerste gemeente, was, had ik het voorrecht ook de catechisaties waar te nemen in de gemeente Benthuizen, waar eenmaal de godzalige ds. Ledeboer stond. De gemeente van Benthuizen behoorde niet tot mijn classis, doch daar de consulent overladen was met werk, was het met zijn volle toestemming, dat ik om de twee weken daar de catechisaties waarnam. Later, toen ik zelf in de classis Rotterdam kwam, heb ik steeds die gemeente mogen dienen, totdat in 1936 wijlen onze onvergetelijke ds. Van Stuyvenberg kwam. Toen die leraar in 1940 het beroep aannam naar Yerseke, kwam ik weer terug in Benthuizen. Als consulent mocht ik mocht daar tot 1943 de werkzaamheden verrichten.
Bij ons!?
Op een zekere middag moest ik op de kleine catechisatie handelen over het stuk van de kerk. Ik vroeg aan die kleinen, waar de ware kerk was, en zie, daar was een jongen, die spontaan zei: bij ons! Hij zei dat zo beslist, dat ik door zijn antwoord getroffen was. Vanzelf ging ik, zoveel het me mogelijk was, op kinderlijke wijze vertellen, dat de ware kerk daar is, waar Gods Woord recht gepredikt en de Sacramenten bediend worden naar de instelling van Christus. Toch ben ik nooit het antwoord van die kleine jongen vergeten. Ik denk er nu nog vaak aan.
Uitgebreider
Het zou zondig en ongerijmd zijn om alles te verwerpen wat buiten ons is. De akker van Boaz is uitgebreider dan onze gemeenten. Uit alle talen, volken en natiën zal de Heere Zijn Kerk verzamelen en vergaderen. Dat Gods Geest ons leerde bidden, om de komst van Zijn Koninkrijk; om de bewaring en vermeerdering van Gods Kerk hier op aarde; en tevens om de verstoring van de werken des satans. Het wordt wel openbaar, dat ook te dien opzichte de vijand niet slaapt. Wat ligt Gods Kerk verbroken, als beenderen aan de mond des grafs. Wat een droeve scheidingen en scheuringen zijn er onder degenen, die de waarheid belijden en voorstaan. En dat is het vooral wat ons hart meer moest smarten.
Rouwfloers
Zeker, het verval is groot. De leer van de algemene verzoening wint meer en meer veld, en daartegen hebben wij ons te verzetten met alles wat in ons is. Maar wat ik op het oog heb, is de strijd onder degenen, die belijden dat zij de waarheid liefhebben. Dat het eens in waarheid betreurd en beweend mocht worden. Wanneer wij eerlijk gemaakt worden, dan zouden wij wel willen erkennen, dat het nu een kwaal is, die wij gemakkelijk dragen kunnen, en dat wij er helaas meer van in onze mond hebben dan dat er in het hart van te vinden is.
Er zijn tijden geweest, dat de kerk was als een stad op een berg, en een zoutend zout in het midden van de wereld. Maar och, wat ligt er nu een rouwfloers op Gods Kerk, en wat is over het algemeen het zout smakeloos geworden. Het oordeel begint bij het huis Gods, en waar zal het dan een einde nemen. God zal Zijn volk blijven onderhouden, want een afval der heiligen is er niet, maar wat is het gemeenschapsleven ver weg, en daarom gaat er ook zo weinig uit naar buiten. Wij bouwen ons eigen huizen, maar het huis Gods wordt woest gelaten. Wij ijveren voor onze eigen eer, en om Gods eer bekommeren wij ons niet veel.
Onszelf niet voorbijzien
Wij hebben heus ons hoofd niet buiten de deur te steken. Eén van Gods gezalfde knechten, die nu voor de troon juicht, zei zo gedurig: 'De zonden van het hart en huis'. Doch de praktijk van het leven leert het wel, dat Nathan door God gezonden moet worden, zal David de man voor God worden. En dat is vandaag aan de dag nog zo. Wij zien onszelf altijd maar voorbij. Een ander heeft het gedaan.
Daniël, die door God Zelf genoemd werd een zeer gewenst man, en een nauw leven met de Heere had, sloot zichzelf erbij in, toen hij voor het aangezicht des Heeren de schuld van de kerk mocht belijden. Doch dat is een grote genade.
Het is alleen door de uitnemende grootheid van Gods kracht, dat een mens schuldenaar voor God wordt. Wij kunnen onszelf daar niet brengen, en niemand op de wereld is bij machte, om de schuld persoonlijk te eigenen, te aanvaarden, over te nemen en er onder te bukken. Mensen die daarvan wat in het hart mogen ontvangen, zullen wel niet zo kerkistisch zijn.
Ds. Ledeboer
Er zijn altijd mensen, die zo nauw in hun ingewanden zijn, en die zich op een hoogte stellen, dat zij het alleen zijn. De Waarheid leert ons: uw bescheidenheid zij alle mensen bekend. Het is ons bekend uit de historie van wijlen ds. Ledeboer, die zelf buiten de kerk gezet was, eens een reis maakte om één van zijn geliefde ambtsbroeders, die in de Staatskerk gebleven was, te bezoeken. Hij wilde wel eens onderzoeken hoe dat kon. Het was hem een raadsel, hij er buiten, en die man bleef er maar in.
Op zekere dag kwam ds. Ledeboer op de plaats waar die leraar woonde. Hij belde aan, en werd binnen gelaten, en toen zij elkaar ontmoetten, begonnen zij dadelijk te spreken over het leven Gods en over de gangen die de Heere met Zijn volk houdt. Er was zulk een geestelijke vereniging in het werk Gods, dat er over geen kerk gesproken werd.
’s Avonds op weg naar huis bleef ds. Ledeboer eensklaps stil staan op de straat, en het was of hij opschrikte. Hij zei: Heere, nu ben ik mijn boodschap vergeten; het eigenlijke doel van mijn reis. Hij zei: Heere, zal ik terug gaan? En daar viel in zijn hart: Indien Ik wil dat hij blijve totdat Ik kom, wat gaat het u aan? Volg gij Mij. En ds. Ledeboer is nooit meer terug geweest, om met die leraar over die zaak te spreken
Wat de Heere gezegd had was genoeg. Wij moeten zo voorzichtig zijn; ons vlees en ons eigen ik zit overal tussen. Wij hebben ons standpunt hier niet te verloochenen en om de lieve vrede wil niet te huichelen, ten koste van de Waarheid, maar dat twisten over kerken en over woorden, brengt maar hete hoofden en koude harten. Wij leven hier in een onvolmaakte kerkstaat, en wij kunnen beter de breuken bewenen dan dat wij gaan ijveren voor hout en steen. Door het gemis van het leven wordt de tijd volgepraat over allerlei bijkomstige dingen, en wat gaat men vaak verwoest van elkaar.
De duivel heeft er wel schik in, als wij onze tijd zoek maken door over kerken en dominees te praten. Als wij er aan meedoen is het niet anders dan dat het dadelijke leven zo ver weg is. Was ons hart vervuld met Christus, dan zou voor het andere geen plaats zijn.
Kerkelijk leven
Het spreken over de wegen Gods, over het werk Gods en over het leven Gods, dat geeft stichting, dat geeft verbinding. Dat kan onder de zegen des Heeren het hart nog wel eens raken. Dat laat nog wel eens wat na ter overdenking, tot ontdekking en tot bemoediging op de reis door de woestijn van dit leven naar het hemelse Kanaän. In dat Kanaän daarboven zal Gods volk eeuwig zingen van de wegen des Heeren, omdat de heerlijkheid des Heeren groot is.
Toch is het anderzijds nodig om een kerkelijk standpunt in te nemen en een kerkelijk leven te leiden. Het hinken op twee gedachten veroordeelt Gods Woord. Overal heen te zwerven en nergens geen thuis te hebben is tot grote schade van onszelf, maar het leidt ook zo vaak tot verwoesting van het gezin. Boven alles is nodig rust in God te vinden, maar ook kerkelijk moeten wij een thuis hebben.
Onze vaderen hebben daar steeds op aangedrongen; en wat alles zegt, wat genoeg moest zijn voor ons om ons te overtuigen, is war God in Zijn Woord geopenbaard heeft. Lees maar wat God onder het Oude Verbond ingesteld en bevolen heeft; wat Christus in de Kerk van het Nieuwe Testament verordend heeft, en wat de apostelen ons hebben voorgeschreven.
Een ordelijke weg is ons aangewezen in het gehele Woord van God. Gods zegen zal rusten op een wandelen in wat God verordineerd heeft. Het is geen juk dat knelt, maar Christus heeft gezegd: Mijn juk is zacht en Mijn last is licht (Mattheus 11:30). Dat geldt ook voor het kerkelijk leven.
Kerkelijk of kerkistisch
Kerkelijk of kerkistisch
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Kerkelijk of kerkistisch
Na de enkele positieve reacties (om het bovenstaand artikel van wijlen ds. W.C. Lamain te plaatsen), gelukkig nu geen nare reacties. Helaas deze keer ook toch positieve reacties. Vroeger zeiden ze wel: Wie zwijgt stemt toe. Hopelijk dat de forumers wel van de inhoud kennis hebben genomen. Het is toch een ernstig en leerzaam atrikel dat we toch (dacht ik) allen wel even mochten overdenken.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Kerkelijk of kerkistisch
Wat bedoel je hier mee?-DIA- schreef:Helaas deze keer ook toch positieve reacties.
Re: Kerkelijk of kerkistisch
Helaas, deze keer ook geen postieve reacties.Terri schreef:Wat bedoel je hier mee?-DIA- schreef:Helaas deze keer ook toch positieve reacties.
Ik ben blij dat er geen negatieve reacties waren.
En (nog eens) wel jammer dat er ook geen hartelijke bijval was te bespeuren.
Maar zoals ik zei, en ook hoop, dat het een toestemmend zwijgen is.
Maar laat dat maar.
Wie wil reageren mag dat vanzelf, maar dan wel graag bij het onderwerp blijven.
Een kleine uitwijding is niet erg, maar laat zo'n leerzame overdenking toch
niet eindigen in een oneindig twistgesprek, dat sticht niet, zoals de meesten
hopelijk nog weten hoe dat ging met een citaat uit het leven van Mientje Vrijdag.
Overigens, Mientje sprak dezelfde taal als Ds. Lamain, en was een van geest
met haar. Doch dat even terzijde.
Laatst gewijzigd door -DIA- op 22 mar 2010, 20:42, 1 keer totaal gewijzigd.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Kerkelijk of kerkistisch
De strijd gaat vaak over wie dat nu toch zijn "die de waarheid liefhebben." Pilatus zei het al : Wat is waarheid...Hij wist het niet en wij....Het trieste is dat mensen die Diegene kennen die kan zeggen Ik ben de Weg, de Waarheid,en het LevenMaar wat ik op het oog heb, is de strijd onder degenen, die belijden dat zij de waarheid liefhebben
toch verdeeld zijn over zoveel bijkomende zaken.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.