1. Kan iemand mij de volgende tekst uitleggen?
een ijver tot God hebben, maar niet met verstand. Want alzo zij de rechtvaardigheid Gods niet kennen, en hun eigen gerechtigheid zoeken op te richten, zo zijn zij der rechtvaardigheid Gods niet onderworpen.
2. Welke toepassing kan er hier persoonlijk gemaakt worden?
Kan iemand mij de volgende tekst uitleggen?
Re: Kan iemand mij de volgende tekst uitleggen?
Wat is precies je probleem? De kanttekeningen zijn er toch duidelijk in?
Hier even heen gekopieerd:
2 Gr. ijver Gods , dat is, een vurige begeerte hebben om de wet Gods, en den godsdienst door Mozes ingesteld, voor te staan, en tegen te staan degenen welke dien schenen te willen veranderen.
3 Gr. niet naar kennis , dat is, niet met rechte kennis waartoe de wet en de godsdienst in het Oude Testament was ingesteld, gelijk het volgende vers ook medebrengt.
4 Dat is, die God in het Evangelie geopenbaard heeft, en die ons God door Christus schenkt, 2 Kor. 5:21. Filipp. 3:9.
5 Namelijk door hun eigen werken, of door de gehoorzaamheid der wet; waarin zij nochtans ver tekortkomen, gelijk bewezen is van alle mensen, hfdst. 3, en van Abraham en David, hfdst. 4.
6 Gr. te stellen . Hier wordt de vermetelheid van het menselijk gemoed betekend, dat zijn eigen gerechtigheid voor God staande wil houden, gelijk de farizeeën, Luk. 18:11, 12.
7 Dat is, willen zichzelven die niet onderwerpen; en daarom kunnen zij tot de gerechtigheid die voor God bestaat, niet komen; gelijk Rom. 8:7.
Hier even heen gekopieerd:
2 Gr. ijver Gods , dat is, een vurige begeerte hebben om de wet Gods, en den godsdienst door Mozes ingesteld, voor te staan, en tegen te staan degenen welke dien schenen te willen veranderen.
3 Gr. niet naar kennis , dat is, niet met rechte kennis waartoe de wet en de godsdienst in het Oude Testament was ingesteld, gelijk het volgende vers ook medebrengt.
4 Dat is, die God in het Evangelie geopenbaard heeft, en die ons God door Christus schenkt, 2 Kor. 5:21. Filipp. 3:9.
5 Namelijk door hun eigen werken, of door de gehoorzaamheid der wet; waarin zij nochtans ver tekortkomen, gelijk bewezen is van alle mensen, hfdst. 3, en van Abraham en David, hfdst. 4.
6 Gr. te stellen . Hier wordt de vermetelheid van het menselijk gemoed betekend, dat zijn eigen gerechtigheid voor God staande wil houden, gelijk de farizeeën, Luk. 18:11, 12.
7 Dat is, willen zichzelven die niet onderwerpen; en daarom kunnen zij tot de gerechtigheid die voor God bestaat, niet komen; gelijk Rom. 8:7.
Re: Kan iemand mij de volgende tekst uitleggen?
In het kort:
Paulus beschrijft in Romeinen 10 de ontbinding van de kerkstaat van de Joden.
Romeinen 10 kan in 2 hoofddelen worden gesplitst.
De eerste 11 verzen behandelen het grote verschil tussen:
* De gerechtigheid van de Wet, waar de ongelovige Joden aan gehecht waren.
* De rechtvaardigheid door het geloof.
(de verzen 1-11)
Dan het tweede hoofdeel van Romeinen 10
Geen onderscheid tussen Joden en heidenen meer, maar in de rechtvaardigmaking
worden beiden door het Evangelie gelijk gesteld (verzen 12-21)
Dan vers 3:
Paulus toont hier aan aan welke vergissing de ongelovige Joden schuldig waren, wat hun ondergang betekende:
Hun IJVER was NIET MET VERSTAND.
God gaf hun de Wet wel waarvoor ze ijverden, maar ze gingen er aan voorbij dat de Wet haar doel
bereikt had toen de beloofde Messias kwam.
* Hun ongeloof hield in:
Zij onderwiepen zich niet aann Gods rechtvaardigheid. Want (vers 4) het einde der Wet is Christus. tot
rechtvaardigheid een eigelijk die gelooff.
Het is dus duidelijk dat hier het onderscheid tussen Jood en heiden weg is gevallen.
* Geen vleselijke ijver door de wet.
* Alleen rechtvaardiging voor God alleen door het geloof voor een ieder die gelooft.
Geen onderscheid tussen Jood en heiden.
Paulus beschrijft in Romeinen 10 de ontbinding van de kerkstaat van de Joden.
Romeinen 10 kan in 2 hoofddelen worden gesplitst.
De eerste 11 verzen behandelen het grote verschil tussen:
* De gerechtigheid van de Wet, waar de ongelovige Joden aan gehecht waren.
* De rechtvaardigheid door het geloof.
(de verzen 1-11)
Dan het tweede hoofdeel van Romeinen 10
Geen onderscheid tussen Joden en heidenen meer, maar in de rechtvaardigmaking
worden beiden door het Evangelie gelijk gesteld (verzen 12-21)
Dan vers 3:
Paulus toont hier aan aan welke vergissing de ongelovige Joden schuldig waren, wat hun ondergang betekende:
Hun IJVER was NIET MET VERSTAND.
God gaf hun de Wet wel waarvoor ze ijverden, maar ze gingen er aan voorbij dat de Wet haar doel
bereikt had toen de beloofde Messias kwam.
* Hun ongeloof hield in:
Zij onderwiepen zich niet aann Gods rechtvaardigheid. Want (vers 4) het einde der Wet is Christus. tot
rechtvaardigheid een eigelijk die gelooff.
Het is dus duidelijk dat hier het onderscheid tussen Jood en heiden weg is gevallen.
* Geen vleselijke ijver door de wet.
* Alleen rechtvaardiging voor God alleen door het geloof voor een ieder die gelooft.
Geen onderscheid tussen Jood en heiden.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Kan iemand mij de volgende tekst uitleggen?
Pluk, pluk van Internet: Bijbelcommentaar A.W
Dit vers beschrijft de toestand van een groot deel van de hedendaagse gemeente. De meeste mensen weten niet dat er twee soorten gerechtigheid zijn. Slechts één soort gerechtigheid is aanvaardbaar voor God.
De soort gerechtigheid die Paulus hier beschrijft is onze eigen gerechtigheid (zie ook Fil. 3:9)1. Dit zijn heilige daden die we verrichten in een poging om de geboden van de oudtestamentische wet te vervullen. Dit is een onvolmaakte gerechtigheid, omdat de menselijke natuur onvolmaakt is en niet in staat om de wet te vervullen. Daarom is onze eigen gerechtigheid, die uit de wet is, ontoereikend. Jesaja zei het op deze manier in Jesaja 64:6: “Al onze gerechtigheden zijn als een bezoedeld kleed”.
In tegenstelling hiermee is de gerechtigheid van God volmaakt. Gods gerechtigheid is niet wat wij doen, maar wat we door geloof in Christus als een gave ontvangen.
Voor je persoonlijke toepassing: Paulus maakt het in dit vers zeer duidelijk dat het niet mogelijk is om zowel op onze eigen gerechtigheid als op Gods gerechtigheid te vertrouwen. Iemand die gelooft dat hij door zijn heilige daden Gods aanvaarding moet verdienen kan niet geloven in Gods gerechtigheid, wat een gave is. Het moet het een of het ander zijn. We kunnen deze twee niet mengen. Gerechtigheid is niet iets wat Jezus heeft gedaan plus een soort van minimum standaard van heiligheid waaraan wij moeten voldoen
Dit vers beschrijft de toestand van een groot deel van de hedendaagse gemeente. De meeste mensen weten niet dat er twee soorten gerechtigheid zijn. Slechts één soort gerechtigheid is aanvaardbaar voor God.
De soort gerechtigheid die Paulus hier beschrijft is onze eigen gerechtigheid (zie ook Fil. 3:9)1. Dit zijn heilige daden die we verrichten in een poging om de geboden van de oudtestamentische wet te vervullen. Dit is een onvolmaakte gerechtigheid, omdat de menselijke natuur onvolmaakt is en niet in staat om de wet te vervullen. Daarom is onze eigen gerechtigheid, die uit de wet is, ontoereikend. Jesaja zei het op deze manier in Jesaja 64:6: “Al onze gerechtigheden zijn als een bezoedeld kleed”.
In tegenstelling hiermee is de gerechtigheid van God volmaakt. Gods gerechtigheid is niet wat wij doen, maar wat we door geloof in Christus als een gave ontvangen.
Voor je persoonlijke toepassing: Paulus maakt het in dit vers zeer duidelijk dat het niet mogelijk is om zowel op onze eigen gerechtigheid als op Gods gerechtigheid te vertrouwen. Iemand die gelooft dat hij door zijn heilige daden Gods aanvaarding moet verdienen kan niet geloven in Gods gerechtigheid, wat een gave is. Het moet het een of het ander zijn. We kunnen deze twee niet mengen. Gerechtigheid is niet iets wat Jezus heeft gedaan plus een soort van minimum standaard van heiligheid waaraan wij moeten voldoen
Gods weg is niet de gemakkelijkste, maar wel de mooiste!