Computergebruik kan tot identiteitsverlies leiden
Geplaatst: 29 apr 2008, 09:13
Van tweakers.net:
Een prominente Britse neurowetenschapper stelt dat veelvuldig computergebruik door jongeren, met name het spelen van bepaalde games, kan leiden tot een vorm van 'identiteitsverlies' zoals dat ook bij Alzheimer-patienten wordt waargenomen.
De wetenschapper, professor Susan Greenfield, bestudeert doorgaans de chemie achter de degeneratie van gedementeerde hersenen aan de universiteit van Oxford, en is daar professor in de synaptische farmacologie. Ze is een centrale figuur in de zoektocht naar remedies voor ziektes zoals Alzheimer en Parkinson. Greenfield zegt in een interview met The Times dat hersenen in de groei beïnvloed worden door de omgeving waarin ze zich ontwikkelen. De toenemende tijd die door jongeren aan bepaalde computeractiviteiten wordt besteed betekent dat hun hersenen zich significant anders ontwikkelen dan die van voorgaande generaties.
Prof. Susan Greenfield, neurowetenschapper Met name het spelen van games leidt tot een afname van de tijd die jongeren beschikbaar hebben voor het leren van specifieke feiten en hoe die zich tot elkaar verhouden. Volgens de wetenschapper hebben veel games een eenvoudig doel, en bestaat de fascinatie voor het spelen ervan er voornamelijk uit om dat doel te bereiken. Als dat gebeurt komt er dopamine vrij, vooral wanneer het vervullen van het doel een aantal keer is uitgesteld. Dopamine speelt een rol bij alle vormen van verslaving, zo benadrukt Greenfield.
Veelvuldig gamende jongeren lopen het risico te worden blootgesteld aan te hoge dopamineniveaus, en dat heeft invloed op de werking van de prefrontale cortex, aldus de neurowetenschapper. Wanneer die minder goed gaat functioneren leidt dit tot het steeds meer opgaan in het hier en nu, waarbij de capaciteit om verbanden van acties met het verleden te leggen en implicaties voor de toekomst te begrijpen, afneemt. Met andere woorden, het bewustzijn van de betekenis van het handelen neemt af.
Het zijn evenwel niet enkel games waarnaar Greenfield wijst. Ook de communicatie in de virtuele wereld, die vaak met korte berichten gaat zonder geneste zinsstructuren, en de kant-en-klare menukeuzes op websites, zouden ervoor zorgen dat jongeren steeds minder worden getraind om complex te denken. En hoe meer tijd er achter het computerscherm wordt doorgebracht, hoe minder interactie er in de echte wereld plaats kan vinden, wat volgens de professor noodzakelijk is voor het beleven van persoonlijke en unieke avonturen. Deze dragen op hun beurt bij aan het bouwen van de neurale verbindingen die een persoon tot een individu met een eigen identiteit maken.
Greenfield heeft voor zover bekend nog geen gamerhersenen in haar laboratorium gefileerd om vast te stellen in hoeverre er verschil is met een 'normaal' jongerenbrein en met de hersenen van Alzheimer-patiënten. Ze zegt wel dat ze het gros van haar tijd bezig is met het verzamelen van onderzoeksgeld, dus wellicht weet ze nog eens fondsen voor een dergelijk onderzoeksproject los te peuteren. Vooralsnog lijkt Greenfields theorie dus voornamelijk speculatie te zijn, die overigens uitgebreid uiteen wordt gezet in haar nog uit te komen boek 'ID: The Quest for Identity in the 21st Century'.
Een prominente Britse neurowetenschapper stelt dat veelvuldig computergebruik door jongeren, met name het spelen van bepaalde games, kan leiden tot een vorm van 'identiteitsverlies' zoals dat ook bij Alzheimer-patienten wordt waargenomen.
De wetenschapper, professor Susan Greenfield, bestudeert doorgaans de chemie achter de degeneratie van gedementeerde hersenen aan de universiteit van Oxford, en is daar professor in de synaptische farmacologie. Ze is een centrale figuur in de zoektocht naar remedies voor ziektes zoals Alzheimer en Parkinson. Greenfield zegt in een interview met The Times dat hersenen in de groei beïnvloed worden door de omgeving waarin ze zich ontwikkelen. De toenemende tijd die door jongeren aan bepaalde computeractiviteiten wordt besteed betekent dat hun hersenen zich significant anders ontwikkelen dan die van voorgaande generaties.
Prof. Susan Greenfield, neurowetenschapper Met name het spelen van games leidt tot een afname van de tijd die jongeren beschikbaar hebben voor het leren van specifieke feiten en hoe die zich tot elkaar verhouden. Volgens de wetenschapper hebben veel games een eenvoudig doel, en bestaat de fascinatie voor het spelen ervan er voornamelijk uit om dat doel te bereiken. Als dat gebeurt komt er dopamine vrij, vooral wanneer het vervullen van het doel een aantal keer is uitgesteld. Dopamine speelt een rol bij alle vormen van verslaving, zo benadrukt Greenfield.
Veelvuldig gamende jongeren lopen het risico te worden blootgesteld aan te hoge dopamineniveaus, en dat heeft invloed op de werking van de prefrontale cortex, aldus de neurowetenschapper. Wanneer die minder goed gaat functioneren leidt dit tot het steeds meer opgaan in het hier en nu, waarbij de capaciteit om verbanden van acties met het verleden te leggen en implicaties voor de toekomst te begrijpen, afneemt. Met andere woorden, het bewustzijn van de betekenis van het handelen neemt af.
Het zijn evenwel niet enkel games waarnaar Greenfield wijst. Ook de communicatie in de virtuele wereld, die vaak met korte berichten gaat zonder geneste zinsstructuren, en de kant-en-klare menukeuzes op websites, zouden ervoor zorgen dat jongeren steeds minder worden getraind om complex te denken. En hoe meer tijd er achter het computerscherm wordt doorgebracht, hoe minder interactie er in de echte wereld plaats kan vinden, wat volgens de professor noodzakelijk is voor het beleven van persoonlijke en unieke avonturen. Deze dragen op hun beurt bij aan het bouwen van de neurale verbindingen die een persoon tot een individu met een eigen identiteit maken.
Greenfield heeft voor zover bekend nog geen gamerhersenen in haar laboratorium gefileerd om vast te stellen in hoeverre er verschil is met een 'normaal' jongerenbrein en met de hersenen van Alzheimer-patiënten. Ze zegt wel dat ze het gros van haar tijd bezig is met het verzamelen van onderzoeksgeld, dus wellicht weet ze nog eens fondsen voor een dergelijk onderzoeksproject los te peuteren. Vooralsnog lijkt Greenfields theorie dus voornamelijk speculatie te zijn, die overigens uitgebreid uiteen wordt gezet in haar nog uit te komen boek 'ID: The Quest for Identity in the 21st Century'.