Column - Van harte gegund
Column - Van harte gegund
Van harte gegund, zo schreef de predikant aan de jongen met zielenvragen. Die jongen had een vraag, een brandende vraag. Was bekering ook voor hem mogelijk? Voor hem, heel persoonlijk?
Er kwam wel een antwoord, tenminste, zo zou je het op kunnen vatten. Maar ’t was wel wat algemeen. Inderdaad, we moeten er achter komen dat we ten diepste niet bekeerd willen worden. Inderdaad, God gaat door met Zijn kerkvergaderend werk. Inderdaad, er is een volk dat weet van bekering. En inderdaad, ook hij mag er veel om vragen.
Maar, zo was de vraag van die jongen, is bekering nu ook voor hèm? Want hoe kun je nu van harte iets begeren, waarvan je helemaal niet weet of dat wel weggelegd is voor je. Met bovenstaande waarheden kon hij er niet komen.
Wel, één ding was mooi meegenomen voor die jongen. De dominee gunde het hem in ieder geval van harte. Want daar werd dus het antwoord op de vraag mee afgesloten. Van harte gegund, zo schreef de dienaar des Heeren. Van harte gegund…
Maar nu de Heere God Zelf nog, is dan natuurlijk de vraag van die jongen. Zou Hij nu ook zo gunnend zijn als Zijn dienaar?
Beste jongen, ik weet niet of je dit leest - ik hoop natuurlijk van wel. Zo’n 1950 jaar geleden schreef een andere dienaar, iemand die een persoonlijke ontmoeting met Jezus Christus had, dat hij namens Zijn Meester de mensen, ja, ook jou, smeekt om zich met God te làten verzoenen. Dat klinkt wel heel anders, toch?
En nog iets. Dat verslag van die ontmoeting staat in een Boek waarin 2 keer staat dat je om bekering moet vragen en 134 keer of meer dat je je mòet bekeren. Kennelijk heeft de dominee dat laatste nooit gelezen of vermoedde hij dat die profeten, vissers, koningen, richters, artsen en theologen ook al besmet waren met activisme en remonstrantisme.
Maar jongen, stel je gerust, God Zelf verkondigt alle mensen alom dat zij zich moeten bekeren. Nadrukkelijk zegt de Amen en de Getrouwe dat Hij geen lust heeft in de dood van goddelozen, maar daarin dat ze zich bekeren en leven.
En weet je, Hij vergist Zich nooit. Hij overvraagt mensen niet en houdt je niet voor de gek. Dat doen mensen wel. Maar God niet. Hij rekent je er wel op af. Dat wel. Indien gij u niet bekeert, zo sprak Zijn Zoon, zo zult gij allen vergaan. Maar, zo zei Hij ook, er zal blijdschap zijn over één zondaar die zich bekeert. Dat ook. Gelukkig maar.
En weet je niet hoe je je moet bekeren, of voel je dat je dat niet kan, of eigenlijk toch niet wil? Zeg dat dan maar tegen de Opdrachtgever. Hij weet wel wat van Zijn maaksel, van Piet, Jan, Evert, Klaas of hoe je ook mag heten, is te verwachten. Hoe zwak van moed, hoe klein je bent van krachten.
Weet je, toen Zijn Zoon op aarde was, kwamen er regelmatig mensen op Hem af met soms heel wat minder geestelijke motieven. Ze hadden koorts, schurft of waren chronisch ongesteld. Ze kwamen echter wel met vol - of minder vol - vertrouwen. Heeft Hij echter ooit iemand van hen weggestuurd? Jawel, de Farizeeërs. Over hen werd het wee uitgesproken. Zij verhinderden mensen om in te gaan. Zij maakten de Poort nog nauwer dan die al is, de Weg nog smaller.
Maar jij, keer je nou met je onbekeerlijkheid tot Hem. Welgelukzalig de man – de jongen - die op Hem vertrouwt.
Van harte gegund!
Pieter Wemmers
Er kwam wel een antwoord, tenminste, zo zou je het op kunnen vatten. Maar ’t was wel wat algemeen. Inderdaad, we moeten er achter komen dat we ten diepste niet bekeerd willen worden. Inderdaad, God gaat door met Zijn kerkvergaderend werk. Inderdaad, er is een volk dat weet van bekering. En inderdaad, ook hij mag er veel om vragen.
Maar, zo was de vraag van die jongen, is bekering nu ook voor hèm? Want hoe kun je nu van harte iets begeren, waarvan je helemaal niet weet of dat wel weggelegd is voor je. Met bovenstaande waarheden kon hij er niet komen.
Wel, één ding was mooi meegenomen voor die jongen. De dominee gunde het hem in ieder geval van harte. Want daar werd dus het antwoord op de vraag mee afgesloten. Van harte gegund, zo schreef de dienaar des Heeren. Van harte gegund…
Maar nu de Heere God Zelf nog, is dan natuurlijk de vraag van die jongen. Zou Hij nu ook zo gunnend zijn als Zijn dienaar?
Beste jongen, ik weet niet of je dit leest - ik hoop natuurlijk van wel. Zo’n 1950 jaar geleden schreef een andere dienaar, iemand die een persoonlijke ontmoeting met Jezus Christus had, dat hij namens Zijn Meester de mensen, ja, ook jou, smeekt om zich met God te làten verzoenen. Dat klinkt wel heel anders, toch?
En nog iets. Dat verslag van die ontmoeting staat in een Boek waarin 2 keer staat dat je om bekering moet vragen en 134 keer of meer dat je je mòet bekeren. Kennelijk heeft de dominee dat laatste nooit gelezen of vermoedde hij dat die profeten, vissers, koningen, richters, artsen en theologen ook al besmet waren met activisme en remonstrantisme.
Maar jongen, stel je gerust, God Zelf verkondigt alle mensen alom dat zij zich moeten bekeren. Nadrukkelijk zegt de Amen en de Getrouwe dat Hij geen lust heeft in de dood van goddelozen, maar daarin dat ze zich bekeren en leven.
En weet je, Hij vergist Zich nooit. Hij overvraagt mensen niet en houdt je niet voor de gek. Dat doen mensen wel. Maar God niet. Hij rekent je er wel op af. Dat wel. Indien gij u niet bekeert, zo sprak Zijn Zoon, zo zult gij allen vergaan. Maar, zo zei Hij ook, er zal blijdschap zijn over één zondaar die zich bekeert. Dat ook. Gelukkig maar.
En weet je niet hoe je je moet bekeren, of voel je dat je dat niet kan, of eigenlijk toch niet wil? Zeg dat dan maar tegen de Opdrachtgever. Hij weet wel wat van Zijn maaksel, van Piet, Jan, Evert, Klaas of hoe je ook mag heten, is te verwachten. Hoe zwak van moed, hoe klein je bent van krachten.
Weet je, toen Zijn Zoon op aarde was, kwamen er regelmatig mensen op Hem af met soms heel wat minder geestelijke motieven. Ze hadden koorts, schurft of waren chronisch ongesteld. Ze kwamen echter wel met vol - of minder vol - vertrouwen. Heeft Hij echter ooit iemand van hen weggestuurd? Jawel, de Farizeeërs. Over hen werd het wee uitgesproken. Zij verhinderden mensen om in te gaan. Zij maakten de Poort nog nauwer dan die al is, de Weg nog smaller.
Maar jij, keer je nou met je onbekeerlijkheid tot Hem. Welgelukzalig de man – de jongen - die op Hem vertrouwt.
Van harte gegund!
Pieter Wemmers
Goede column.
Columns schrijven is soiweso erg gaaf, ik schrijf voor onze kerkkrant ook een vaste column. De laatste onder andere over gereformeerden en pokeren. Geweldig wat je dan allemaal kan zeggen omdat het een column is
Columns schrijven is soiweso erg gaaf, ik schrijf voor onze kerkkrant ook een vaste column. De laatste onder andere over gereformeerden en pokeren. Geweldig wat je dan allemaal kan zeggen omdat het een column is

Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Leuke quote om bij aan te haken. Ik geniet ook altijd van columns. Ik vind het belangrijk dat de werkelijkheid ironisch of anderszins op de korrel mag worden genomen ter ondersteuning aan het gebrek aan zelfrelativerend vermogen bijvoorbeeld.Marnix schreef:Geweldig wat je dan allemaal kan zeggen omdat het een column is
Ik vind het wat anders om een column te schrijven over thema's waarin mensen in hun persoonlijk bestaan worden aangetast! Er zijn altijd grenzen waaraan je je moet houden. Ik zou de heer Wemmers daarom willen adviseren zich wat breder in de Schriften te orienteren als hij pastorale adviezen schrijft in de kantlijn van een tijdschrift. Column vind ik daarvoor een ietwat verkeerd woord.
Ik zal proberen aan te tonen waarom ik zijn schrijfsel niet geslaagd vind, waarbij ik voorbehoud maakt de vraag in het onder ons bekende dagblad niet gelezen te hebben, dus ik doe het met de vraag, zoals Wemmers die citeert: 'is bekering ook voor mij mogelijk?'
Voor een correcte hehandeling is het eerste belangrijk om deze vraag te peilen. Waar vraagt de jongen expliciet om? Bekering! Nader gevraagd, wat voor bekering? Bekering in de zin van afkeer van het zinnelijke aardse leven, en toekeer naar een vroom leven, een leven naar de geboden des Heeren? Of bekering in de zin van verandering van het hart, verandering van de staat van dood naar de staat van leven, de wedergeboorte?
Het maakt nogal verschil of je het over de eerste vorm gaat hebben, of over de tweede vorm. Laat duidelijk zijn dat Wemmers het alleen heeft over de bekering is actieve zin. Dat is zijn goed recht, maar ik vind het niet compleet.
Een tweede wat je in de vraag kunt lezen, is of er persoonlijk nood achter deze vraag zit? Vanuit welke situatie roept de vraagsteller deze hartekreet? Anders: Is het eigenlijk wel een hartekreet? Ik ken namelijk een identieke vraag. Hij staat in de Schrift zo: "wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?" De rijke jongeling kreeg het antwoord, dat hij alles moest verkopen en we kennen de afloop van de geschiedenis. De stokbewaarder echter kreeg het antwoord: `Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden`. Het is voor de mens onnoemelijk lastig een dergelijke schriftelijke vraag op zijn juiste waarde te schatten. Daarom dient er ook met enige terughoudendheid gereageerd te worden. In ieder geval moet je in je achterhoofd houden dat niet elke vraag die gesteld wordt een vraag is die rechtstreekt uit het hart komt, dat niet elke vraag een vraag is die door Gods Geest in het hart wordt gewerkt. Wemmers neemt de vraag alleen als een persoonlijke vraag, en neemt dus geen genoegen met een ´algemeen antwoord´.
Met deze kritische noten in het achterhoofd is het lastig om het doel van dit schrijven op de juiste waarde te schatten. Zinsneden als 'Dat klinkt wel heel anders, toch?` en ´Kennelijk heeft de dominee dat laatste nooit gelezen of vermoedde hij dat die profeten, vissers, koningen, richters, artsen en theologen ook al besmet waren met activisme en remonstrantisme´ wijzen erop dat de columnist meer bezig is een theologisch duel met zijn tegenstander uit te vechten, dan dat hij pastorale bewogenheid met de jongen toont. Jazeker, ook Wemmers is gunnend, en ik ben het daarin van harte met hem eens. Ook Paulus was gunnend, en terecht is hij in de column naar voren gehaald. Maar het is op zijn minst ook bijbels om met Paulus te belijden dat ik dan wel diegene ben die geplant heb, maar het is God die de wasdom gegeven heeft. Je kunt zowel als ds. en als Wemmers nog zoveel mensen van alles gunnen, maar je dient wel ten alle tijd in je achterhoofd te houden dat je maar een middel in Zijn handen bent.
Geloof in de Heere Jezus, bekeer je, zo schreef de predikant aan de jongen met zielenvragen. Die jongen had een brandende vraag. Ik kan me niet bekeren, met al mijn werken eindig ik in de dood. hoe moet dat? Voor mij, heel persoonlijk?
Er kwam wel een antwoord, tenminste, zo zou je het op kunnen vatten. Maar ’t was wel wat algemeen. Inderdaad. We moeten ons bekeren. We moeten in de Heere Jezus geloven. Hij komt zo dichtbij. Inderdaad, er zijn er die Zijn Hand grijpen kunnen. En inderdaad, je moet je ook bekeren.
Maar, zo was de vraag van die jongen, ik kan me niet bekeren, hoe moet dat? Want hoe kun je nu jezelf bekeren als je geen handen hebt om te grijpen, geen voeten om te gaan, wanneer God komt met Zijn eisend recht?
Wel, één ding was mooi meegenomen voor die jongen. De dominee wees hem een bijbelse richting. Want daar werd dus het antwoord op de vraag mee afgesloten. Bekeer je, zo schreef de dienaar des Heeren. Geloof in de Heere Jezus.
Maar nu Gods vrijmacht, Gods recht nog, is dan natuurlijk de vraag van die jongen.
Beste jongen, ik weet niet of je dit leest - ik hoop natuurlijk van wel. Zo’n 1950 jaar geleden werd in Gods woord een andere zondaar beschreven, iemand die een persoonlijke ontmoeting met Jezus Christus had, en voor Zijn Meester op de knieën vallen mocht en het uit mocht roepen: indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. En Jezus, met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, strekte de hand uit en raakte hem aan en zeide tot hem: Ik wil, wordt gereinigd. Dat klinkt wel anders, toch?
En nog iets. Dat verslag van die ontmoeting staat in een Boek waarin het welbehagen van de Heere op elke bladzijde schittert. Geen willekeur dus, maar welbehagen. Jongen, een ding is zeker, God Zelf verkondigt alle mensen dat het welbehagen des HEEREN door Zijn hand gelukkiglijk zal voortgaan. Nadrukkelijk zegt de Amen en de Getrouwe dat die oren heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt.
En weet je, Hij vergist Zich nooit. Hij overvraagt mensen niet en houdt je niet voor de gek. Dat doen mensen wel. Maar God niet. Hij rekent je er wel op af. Dat wel. Indien gij u niet bekeert, zo sprak Zijn Zoon, zo zult gij allen vergaan. Maar, zo zei Hij ook, er zal blijdschap zijn over één zondaar die zich bekeert. Dat ook. Gelukkig maar.
En weet je nu nog niet hoe het moet, of voel je ten diepste je onwil, val Hem nederig te voet, Hij wil je Zijn wegen leren. Hij immers weet wat van Zijn maaksel zij te wachten. Hoe zwak van moed, hoe klein je bent van krachten.
Weet je, toen Gods Zoon op aarde was, kwamen er regelmatig mensen op Hem af met soms heel wat minder geestelijke motieven. Ze kwamen echter wel met een groot- of minder groot geloof. Een geschonken geloof! Heeft Hij iemand van hen weggestuurd? Nee, natuurlijk niet. Wie stuurde Hij wel weg? Die Farizeeërs, die konden zichzelf wel bekeren, die hadden handen en voeten, veel meer als die tollenaar. Zij hadden genoeg aan de wet en verachtten de vervulling van de wet.
Maar jij, open je mond, eis van Hem vrijmoedig. Al wat je ontbreekt, schenkt Hij zo je ’t smeekt, mild en overvloedig. Om niet. Door Hem, door Hem alleen, om ’t eeuwig welbehagen!
Er kwam wel een antwoord, tenminste, zo zou je het op kunnen vatten. Maar ’t was wel wat algemeen. Inderdaad. We moeten ons bekeren. We moeten in de Heere Jezus geloven. Hij komt zo dichtbij. Inderdaad, er zijn er die Zijn Hand grijpen kunnen. En inderdaad, je moet je ook bekeren.
Maar, zo was de vraag van die jongen, ik kan me niet bekeren, hoe moet dat? Want hoe kun je nu jezelf bekeren als je geen handen hebt om te grijpen, geen voeten om te gaan, wanneer God komt met Zijn eisend recht?
Wel, één ding was mooi meegenomen voor die jongen. De dominee wees hem een bijbelse richting. Want daar werd dus het antwoord op de vraag mee afgesloten. Bekeer je, zo schreef de dienaar des Heeren. Geloof in de Heere Jezus.
Maar nu Gods vrijmacht, Gods recht nog, is dan natuurlijk de vraag van die jongen.
Beste jongen, ik weet niet of je dit leest - ik hoop natuurlijk van wel. Zo’n 1950 jaar geleden werd in Gods woord een andere zondaar beschreven, iemand die een persoonlijke ontmoeting met Jezus Christus had, en voor Zijn Meester op de knieën vallen mocht en het uit mocht roepen: indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. En Jezus, met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, strekte de hand uit en raakte hem aan en zeide tot hem: Ik wil, wordt gereinigd. Dat klinkt wel anders, toch?
En nog iets. Dat verslag van die ontmoeting staat in een Boek waarin het welbehagen van de Heere op elke bladzijde schittert. Geen willekeur dus, maar welbehagen. Jongen, een ding is zeker, God Zelf verkondigt alle mensen dat het welbehagen des HEEREN door Zijn hand gelukkiglijk zal voortgaan. Nadrukkelijk zegt de Amen en de Getrouwe dat die oren heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt.
En weet je, Hij vergist Zich nooit. Hij overvraagt mensen niet en houdt je niet voor de gek. Dat doen mensen wel. Maar God niet. Hij rekent je er wel op af. Dat wel. Indien gij u niet bekeert, zo sprak Zijn Zoon, zo zult gij allen vergaan. Maar, zo zei Hij ook, er zal blijdschap zijn over één zondaar die zich bekeert. Dat ook. Gelukkig maar.
En weet je nu nog niet hoe het moet, of voel je ten diepste je onwil, val Hem nederig te voet, Hij wil je Zijn wegen leren. Hij immers weet wat van Zijn maaksel zij te wachten. Hoe zwak van moed, hoe klein je bent van krachten.
Weet je, toen Gods Zoon op aarde was, kwamen er regelmatig mensen op Hem af met soms heel wat minder geestelijke motieven. Ze kwamen echter wel met een groot- of minder groot geloof. Een geschonken geloof! Heeft Hij iemand van hen weggestuurd? Nee, natuurlijk niet. Wie stuurde Hij wel weg? Die Farizeeërs, die konden zichzelf wel bekeren, die hadden handen en voeten, veel meer als die tollenaar. Zij hadden genoeg aan de wet en verachtten de vervulling van de wet.
Maar jij, open je mond, eis van Hem vrijmoedig. Al wat je ontbreekt, schenkt Hij zo je ’t smeekt, mild en overvloedig. Om niet. Door Hem, door Hem alleen, om ’t eeuwig welbehagen!
Laatst gewijzigd door Ander op 21 mar 2007, 12:39, 1 keer totaal gewijzigd.
Dit stuk ráákt je, het is zo recht voor zijn raap, en eerlijk geschreven met de verwijzing dat de Heere zo barmhartig is dat Hij ónwillige zondaren nóg wil bekeren. Zouden we daar geen moed uit scheppen? Hij zo vol van erbarmen voor een vuil en verloren mensen kind dat Zijn hand vaak niet eens ziet, wórdt gegrepen door de Goddelijke hand van de Heere zélf.
Van harte mee eens.Herman schreef:Leuke quote om bij aan te haken. Ik geniet ook altijd van columns. Ik vind het belangrijk dat de werkelijkheid ironisch of anderszins op de korrel mag worden genomen ter ondersteuning aan het gebrek aan zelfrelativerend vermogen bijvoorbeeld.Marnix schreef:Geweldig wat je dan allemaal kan zeggen omdat het een column is
Ik vind het wat anders om een column te schrijven over thema's waarin mensen in hun persoonlijk bestaan worden aangetast! Er zijn altijd grenzen waaraan je je moet houden. Ik zou de heer Wemmers daarom willen adviseren zich wat breder in de Schriften te orienteren als hij pastorale adviezen schrijft in de kantlijn van een tijdschrift. Column vind ik daarvoor een ietwat verkeerd woord.
Ik zal proberen aan te tonen waarom ik zijn schrijfsel niet geslaagd vind, waarbij ik voorbehoud maakt de vraag in het onder ons bekende dagblad niet gelezen te hebben, dus ik doe het met de vraag, zoals Wemmers die citeert: 'is bekering ook voor mij mogelijk?'
Voor een correcte hehandeling is het eerste belangrijk om deze vraag te peilen. Waar vraagt de jongen expliciet om? Bekering! Nader gevraagd, wat voor bekering? Bekering in de zin van afkeer van het zinnelijke aardse leven, en toekeer naar een vroom leven, een leven naar de geboden des Heeren? Of bekering in de zin van verandering van het hart, verandering van de staat van dood naar de staat van leven, de wedergeboorte?
Het maakt nogal verschil of je het over de eerste vorm gaat hebben, of over de tweede vorm. Laat duidelijk zijn dat Wemmers het alleen heeft over de bekering is actieve zin. Dat is zijn goed recht, maar ik vind het niet compleet.
Een tweede wat je in de vraag kunt lezen, is of er persoonlijk nood achter deze vraag zit? Vanuit welke situatie roept de vraagsteller deze hartekreet? Anders: Is het eigenlijk wel een hartekreet? Ik ken namelijk een identieke vraag. Hij staat in de Schrift zo: "wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?" De rijke jongeling kreeg het antwoord, dat hij alles moest verkopen en we kennen de afloop van de geschiedenis. De stokbewaarder echter kreeg het antwoord: `Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden`. Het is voor de mens onnoemelijk lastig een dergelijke schriftelijke vraag op zijn juiste waarde te schatten. Daarom dient er ook met enige terughoudendheid gereageerd te worden. In ieder geval moet je in je achterhoofd houden dat niet elke vraag die gesteld wordt een vraag is die rechtstreekt uit het hart komt, dat niet elke vraag een vraag is die door Gods Geest in het hart wordt gewerkt. Wemmers neemt de vraag alleen als een persoonlijke vraag, en neemt dus geen genoegen met een ´algemeen antwoord´.
Met deze kritische noten in het achterhoofd is het lastig om het doel van dit schrijven op de juiste waarde te schatten. Zinsneden als 'Dat klinkt wel heel anders, toch?` en ´Kennelijk heeft de dominee dat laatste nooit gelezen of vermoedde hij dat die profeten, vissers, koningen, richters, artsen en theologen ook al besmet waren met activisme en remonstrantisme´ wijzen erop dat de columnist meer bezig is een theologisch duel met zijn tegenstander uit te vechten, dan dat hij pastorale bewogenheid met de jongen toont. Jazeker, ook Wemmers is gunnend, en ik ben het daarin van harte met hem eens. Ook Paulus was gunnend, en terecht is hij in de column naar voren gehaald. Maar het is op zijn minst ook bijbels om met Paulus te belijden dat ik dan wel diegene ben die geplant heb, maar het is God die de wasdom gegeven heeft. Je kunt zowel als ds. en als Wemmers nog zoveel mensen van alles gunnen, maar je dient wel ten alle tijd in je achterhoofd te houden dat je maar een middel in Zijn handen bent.
Well, beide collumns hebben één ding gemeen: Ze wijzen op de Schrift, én ze geven een specifiek antwoord op de vraag die gesteld wordt: Wat moet ik doen om zalig te worden. Waar de 2e collumn afsluit met een oproep tot 'vrijmoedig vragen' (het woordeke eisen wordt zelfs gebruikt), sluit de 1e collumn af met een oproep tot 'geloven' (je tot Hem keren met je onbekeerlijkheid).
Welzalig de mens die ziet dat beide collumns de waarheid spreken. Want tussen geloven en vrijmoedig vragen is geen verschil! Slechts door te geloven kunnen wij vrijmoedig vragen, en slechts door vrijmoedig vragen verkrijgen wij (niet om verdienste, maar uit genade!) geloof.
Welzalig de mens die ziet dat beide collumns de waarheid spreken. Want tussen geloven en vrijmoedig vragen is geen verschil! Slechts door te geloven kunnen wij vrijmoedig vragen, en slechts door vrijmoedig vragen verkrijgen wij (niet om verdienste, maar uit genade!) geloof.
Ik las de reactie van memento. Gelukkig was het zo dat beide columns een bijbelse boodschap gaven. Wanneer deze twee columns elkaar aanvullen ontstaat er een onmisbaar evenwicht.
Ik heb echter deze column geplaatst als reactie op de eerste.
Ik heb de column van Wemmers gelezen op de site van de jongerenavonden. Wat mij veel verdriet deed was dat een predikant (al dan niet verzonnen, dat weet ik niet) letterlijk op de korrel genomen werd.
Ik deed (bijna) hetzelfde, echter na het lezen van de reactie van Herman heb ik twee zinnen weggehaald. Laat een column met een ernstige boodschap geen verwijt in zich hebben.
Daarnaast vind ik de eerste column heel knap geschreven en wanneer ik de verwijtende zinnen weglaat een diepe boodschap in zich hebben. Neemt niet weg dat ik er echt een bijbelse notitie in mis. De notitie die ik verwerkte in de door mij geplaatste column. Naast de oproep van bekering, die ook in de door mij geplaatste column klinkt, klinkt ook het eeuwig, eenzijdig Goddelijk welbehagen, volvoerd in het volbrachte werk van Zijn Zoon, voort. Dát is de grond. Het geloof hét middel. Een reactie op het veelvuldig wijzen op het eenzijdige van Gods werk is geen vrijbrief om dat te verzwijgen.
Ik hoop dat Wemmers niet de intentie had volledig te zijn met het schrijven van deze column, de manier waarop hij het, taalkundig knap, gedaan heeft is mij inhoudelijk onwelgevallig.
Vandaar mijn reactie.
Ik heb echter deze column geplaatst als reactie op de eerste.
Ik heb de column van Wemmers gelezen op de site van de jongerenavonden. Wat mij veel verdriet deed was dat een predikant (al dan niet verzonnen, dat weet ik niet) letterlijk op de korrel genomen werd.
Ik deed (bijna) hetzelfde, echter na het lezen van de reactie van Herman heb ik twee zinnen weggehaald. Laat een column met een ernstige boodschap geen verwijt in zich hebben.
Daarnaast vind ik de eerste column heel knap geschreven en wanneer ik de verwijtende zinnen weglaat een diepe boodschap in zich hebben. Neemt niet weg dat ik er echt een bijbelse notitie in mis. De notitie die ik verwerkte in de door mij geplaatste column. Naast de oproep van bekering, die ook in de door mij geplaatste column klinkt, klinkt ook het eeuwig, eenzijdig Goddelijk welbehagen, volvoerd in het volbrachte werk van Zijn Zoon, voort. Dát is de grond. Het geloof hét middel. Een reactie op het veelvuldig wijzen op het eenzijdige van Gods werk is geen vrijbrief om dat te verzwijgen.
Ik hoop dat Wemmers niet de intentie had volledig te zijn met het schrijven van deze column, de manier waarop hij het, taalkundig knap, gedaan heeft is mij inhoudelijk onwelgevallig.
Vandaar mijn reactie.
Laatst gewijzigd door Ander op 22 mar 2007, 19:22, 1 keer totaal gewijzigd.
Ik heb grote moeite met de insteek van de columnist en wel dat hij niet de kerkelijke weg bewandeld in het kenbaar maken van zijn bezwaar, maar via de openbare media en nog wel via het karakter van een column, alsof deze zaken passen in het ijdele vermaak van de platte opiniemakerij.
Vervolgens omlijst hij steekjes onder water met goede intenties, maar het is niet te ontgaan dat hij de onveranderde prediking van soevereine genade probeert af te zwakken. Soevereine genade is niet gunnend. Alle mensen kunnen elkaar wel de verlossing gunnen, maar het is niet de gunning, maar de toepassing waar het om gaat. En aan die toepassing heeft hij ogenschijnlijk geen kennis. Aan de verhoging van de zondaar gaat verootmoediging vooraf. Dat is de schriftuurlijk bevindelijke weg die Gods volk gaat. Iedereen die tot Christus kwam, kwam in ootmoed. Een les die men tegenwoordig niet meer wil horen. Een makkelijk evangelie van een zwak vadertype die zijn kinderen om bekering smeekt. En dan zo'n verloren zoon die zegt: nou vooruit, ik zal tot de vader gaan en hem accepteren en dan moet hij een feestmaal voor mij maken! Is het werkelijk zo gegaan? Een onordentelijke gang!
Vervolgens omlijst hij steekjes onder water met goede intenties, maar het is niet te ontgaan dat hij de onveranderde prediking van soevereine genade probeert af te zwakken. Soevereine genade is niet gunnend. Alle mensen kunnen elkaar wel de verlossing gunnen, maar het is niet de gunning, maar de toepassing waar het om gaat. En aan die toepassing heeft hij ogenschijnlijk geen kennis. Aan de verhoging van de zondaar gaat verootmoediging vooraf. Dat is de schriftuurlijk bevindelijke weg die Gods volk gaat. Iedereen die tot Christus kwam, kwam in ootmoed. Een les die men tegenwoordig niet meer wil horen. Een makkelijk evangelie van een zwak vadertype die zijn kinderen om bekering smeekt. En dan zo'n verloren zoon die zegt: nou vooruit, ik zal tot de vader gaan en hem accepteren en dan moet hij een feestmaal voor mij maken! Is het werkelijk zo gegaan? Een onordentelijke gang!
Karsten schreef:Ik heb grote moeite met de insteek van de columnist en wel dat hij niet de kerkelijke weg bewandeld in het kenbaar maken van zijn bezwaar, maar via de openbare media en nog wel via het karakter van een column, alsof deze zaken passen in het ijdele vermaak van de platte opiniemakerij.
Vervolgens omlijst hij steekjes onder water met goede intenties, maar het is niet te ontgaan dat hij de onveranderde prediking van soevereine genade probeert af te zwakken. Soevereine genade is niet gunnend. Alle mensen kunnen elkaar wel de verlossing gunnen, maar het is niet de gunning, maar de toepassing waar het om gaat. En aan die toepassing heeft hij ogenschijnlijk geen kennis. Aan de verhoging van de zondaar gaat verootmoediging vooraf. Dat is de schriftuurlijk bevindelijke weg die Gods volk gaat. Iedereen die tot Christus kwam, kwam in ootmoed. Een les die men tegenwoordig niet meer wil horen. Een makkelijk evangelie van een zwak vadertype die zijn kinderen om bekering smeekt. En dan zo'n verloren zoon die zegt: nou vooruit, ik zal tot de vader gaan en hem accepteren en dan moet hij een feestmaal voor mij maken! Is het werkelijk zo gegaan? Een onordentelijke gang!

Mijn probleem met deze column is dat de columnist niet de kerkelijke weg bewandelt. Geniaal, jij moet ook columnist worden!

Het ging overigens om 2 columns, in de een wordt A wat meer benadrukt, in de de tweede B wat meer, en de balans is mooi. Beiden over hoe de zondaar bij God komt en gered wordt. Ik snap niet dat je met dat evangelie zoveel moeite hebt.
Verder heb ik het idee dat je het principe van een column nog niet helemaal snapt
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Karsten, kom op zeg! De kerkelijke weg... Deze term is in dit verband totaal niet relevant. De kerkelijke weg, pfff, dat zal ik dit geval een lange weg worden.Karsten schreef:Ik heb grote moeite met de insteek van de columnist en wel dat hij niet de kerkelijke weg bewandeld in het kenbaar maken van zijn bezwaar, maar via de openbare media en nog wel via het karakter van een column, alsof deze zaken passen in het ijdele vermaak van de platte opiniemakerij.
Ik wil een columnist een zekere vrijheid van woordkeuze en onderwerpen niet ontzeggen, maar het gaat me te ver om in de teneur van de samenleving ten alle tijd op de bres te springen voor 'het vrije woord'. Zeker ten aanzien van de vertolking van het Woord moeten we kritisch zijn of dat op een eerlijke en correcte wijze gebeurt. Ofwel, er dient evenwichtig en met twee woorden gesproken te worden. Volgens mij staat dit haaks op het principe zoals die in hedendaagse columns wordt gebruikt.Marnix schreef: Verder heb ik het idee dat je het principe van een column nog niet helemaal snapt
Verder dienen wij het gebod van de Heere in ons achterhoofd te houden dat we anderen met zachtmoedigheid moeten benaderen als we hen willen vermanen. Het ironisch op de hak nemen van je christelijke medemens slaat in bepaalde situatie om naar een sarcastisch afkraken van een geloofsbeleving die niet minder zijn rechten aan het Woord ontleent dan de jouwe.