Geloof en verstand
Geloof en verstand
Wat heeft het verstand met het geloof te maken?
Wie kan daar eens iets over zeggen?
Staat het los van elkaar?
Staat het elkaar in de weg?
Gaat geloven buiten het verstand om?
Salomo zegt:
Spr 3:5 Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.
In de bijbel staat ook: En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod.
Wie kan daar eens iets over zeggen?
Staat het los van elkaar?
Staat het elkaar in de weg?
Gaat geloven buiten het verstand om?
Salomo zegt:
Spr 3:5 Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.
In de bijbel staat ook: En gij zult den Heere, uw God, liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, en uit geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod.
Beste MBE,
De Here Jezus zegt inderdaad (zoals je zelf al citeert) in Zijn woord: Gij zult liefhebben de HEERE uw God met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.
Het is niet schriftuurlijk om het verstand uit te schakelen. Het geloof is door het woord. Het woord gaat via het verstand naar het hart, beide hart en verstand zijn nodig. Het geloof is zogezegd een hartelijk "amen" op het woord dat door het gehoor via het verstand tot ons komt, en hetwelk door de Heilige Geest gewerkt word.
Verder roept Paulus veel op tot het volharden in de leer. De leer is m.i. vooral iets van het verstand, hoewel het bij het volharden weer aankomt op de hartsgesteldheid.
De Here Jezus zegt inderdaad (zoals je zelf al citeert) in Zijn woord: Gij zult liefhebben de HEERE uw God met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.
Het is niet schriftuurlijk om het verstand uit te schakelen. Het geloof is door het woord. Het woord gaat via het verstand naar het hart, beide hart en verstand zijn nodig. Het geloof is zogezegd een hartelijk "amen" op het woord dat door het gehoor via het verstand tot ons komt, en hetwelk door de Heilige Geest gewerkt word.
Verder roept Paulus veel op tot het volharden in de leer. De leer is m.i. vooral iets van het verstand, hoewel het bij het volharden weer aankomt op de hartsgesteldheid.
Hm ja. Verstand kan je helpen in het geloof, doordat je meer kennis opdoet enzo... Maar het kan geloven ook in de weg staan, doordat je teveel je eigen verstand laat spreken... en dat verstand is maar beperkt.
We moeten onderscheid maken tussen twee vormen van wijsheid... onze (eigen)wijsheid, de wereldse wijsheid dus, en de wijsheid van God. Als we puur op ons eigen verstand gericht zijn en van daaruit Gods wijsheid willen begrijpen zijn we niet verstandig bezig.
18 Want het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods. 19 Want er staat geschreven:
Verderven zal Ik de wijsheid der wijzen, en het verstand der verstandigen zal Ik verdoen.
20 Waar blijft de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister van deze tijd? Heeft God niet de wijsheid der wereld tot dwaasheid gemaakt? 21 Want daar de wereld in de wijsheid Gods door haar wijsheid God niet gekend heeft, heeft het Gode behaagd door de dwaasheid der prediking te redden hen, die geloven. 22 Immers, de Joden verlangen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid, 23 doch wij prediken een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid, 24 maar voor hen, die geroepen zijn, Joden zowel als Grieken, (prediken wij) Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods. 25 Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen.
26 Ziet slechts, broeders, wat gij waart, toen gij geroepen werdt: niet vele wijzen naar het vlees, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken. 27 Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen; 28 en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wèl iets is, zijn kracht te ontnemen, 29 opdat geen vlees zou roemen voor God. 30 Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing, 31 opdat het zij, gelijk geschreven staat:
Wie roemt, roeme in de Here.
21 Terzelfder tijd verblijdde Hij Zich door de heilige Geest en zeide: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard.
We moeten onderscheid maken tussen twee vormen van wijsheid... onze (eigen)wijsheid, de wereldse wijsheid dus, en de wijsheid van God. Als we puur op ons eigen verstand gericht zijn en van daaruit Gods wijsheid willen begrijpen zijn we niet verstandig bezig.
18 Want het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods. 19 Want er staat geschreven:
Verderven zal Ik de wijsheid der wijzen, en het verstand der verstandigen zal Ik verdoen.
20 Waar blijft de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister van deze tijd? Heeft God niet de wijsheid der wereld tot dwaasheid gemaakt? 21 Want daar de wereld in de wijsheid Gods door haar wijsheid God niet gekend heeft, heeft het Gode behaagd door de dwaasheid der prediking te redden hen, die geloven. 22 Immers, de Joden verlangen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid, 23 doch wij prediken een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid, 24 maar voor hen, die geroepen zijn, Joden zowel als Grieken, (prediken wij) Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods. 25 Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen.
26 Ziet slechts, broeders, wat gij waart, toen gij geroepen werdt: niet vele wijzen naar het vlees, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken. 27 Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen; 28 en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wèl iets is, zijn kracht te ontnemen, 29 opdat geen vlees zou roemen voor God. 30 Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing, 31 opdat het zij, gelijk geschreven staat:
Wie roemt, roeme in de Here.
21 Terzelfder tijd verblijdde Hij Zich door de heilige Geest en zeide: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
VAN REFOWEB:
Vraag:
Ds. J. L. Schreuders, u hebt op 8-3-04 geantwoord op de vraag hoe je zeker kunt weten een kind van God te zijn, zonder de bevestiging te voelen. U zegt: Gods kind moet vaak geloven zonder te voelen. Ik herken dit in mijn eigen leven. Maar op die momenten dat ik (bijna) niets voel, lijkt het alsof ik met mijn verstand geloof. Vertrouw ik dan nog wel volkomen op God of neem ik het zelf aan? Wordt het geloof op deze manier beproefd of is het mijn ongeloof?
Antwoord:
Beste lezer,
Ik herken je vraag. Inderdaad is geloof nogal eens geloven zonder te voelen (en soms tegen het gevoel van het tegendeel in!). Er zijn echter ook andere momenten, waar we niet op moeten steunen, maar die we ook niet zomaar moeten weggooien. Als God te voelen geeft en op de wijze bevestiging dat we niet tevergeefs aan Zijn belofte hebben vastgehouden, mogen we dat met dankbaarheid aanvaarden. Rust er echter niet op, want dan wordt het gevoel een soort 'andere Christus' voor ons. Gevoelschristenen zijn over het algemeen onstabiele christenen.
Om op je vraag in te gaan: wordt het dan geen verstandsgeloof? Dat kan inderdaad voor onszelf zo lijken. Dat is ook een beproeving en altijd reden voor zelfonderzoek. Verstandsgeloof is namelijk een reëel gevaar. Het is te weinig voor de zaligheid van onze ziel. Bij zelfonderzoek (=toetsing) zal echter vaak -zo is mijn ervaring- toch de echtheid wel weer blijken. Die dringt dan vaak (soms ook zeer gevoelig) tot ons door. Je kunt hem niet missen. Ook zijn er naast de 'gevoelige' vruchten van het geloof de vruchten van de 'goede werken', waar de Heere soms licht over geeft en waardeoor je van je geloof verzekerd wordt.
Het kan God goeddunken ons wel eens een poosje in de beproeving te laten ook. Aanvechting en twijfel over mogelijk zelfbedrog zijn ons dan niet vreemd. Dat is moeilijk. Echter, Hij laat Zijn volk niet eindeloos in het verdriet. Bid God om meerder licht. En je mag ook als je er maar je 'Christus' van maakt, best wel om gevoel en verzekering vanuit de vruchten vragen.
Ds. J. L Schreuders
Vraag:
Ds. J. L. Schreuders, u hebt op 8-3-04 geantwoord op de vraag hoe je zeker kunt weten een kind van God te zijn, zonder de bevestiging te voelen. U zegt: Gods kind moet vaak geloven zonder te voelen. Ik herken dit in mijn eigen leven. Maar op die momenten dat ik (bijna) niets voel, lijkt het alsof ik met mijn verstand geloof. Vertrouw ik dan nog wel volkomen op God of neem ik het zelf aan? Wordt het geloof op deze manier beproefd of is het mijn ongeloof?
Antwoord:
Beste lezer,
Ik herken je vraag. Inderdaad is geloof nogal eens geloven zonder te voelen (en soms tegen het gevoel van het tegendeel in!). Er zijn echter ook andere momenten, waar we niet op moeten steunen, maar die we ook niet zomaar moeten weggooien. Als God te voelen geeft en op de wijze bevestiging dat we niet tevergeefs aan Zijn belofte hebben vastgehouden, mogen we dat met dankbaarheid aanvaarden. Rust er echter niet op, want dan wordt het gevoel een soort 'andere Christus' voor ons. Gevoelschristenen zijn over het algemeen onstabiele christenen.
Om op je vraag in te gaan: wordt het dan geen verstandsgeloof? Dat kan inderdaad voor onszelf zo lijken. Dat is ook een beproeving en altijd reden voor zelfonderzoek. Verstandsgeloof is namelijk een reëel gevaar. Het is te weinig voor de zaligheid van onze ziel. Bij zelfonderzoek (=toetsing) zal echter vaak -zo is mijn ervaring- toch de echtheid wel weer blijken. Die dringt dan vaak (soms ook zeer gevoelig) tot ons door. Je kunt hem niet missen. Ook zijn er naast de 'gevoelige' vruchten van het geloof de vruchten van de 'goede werken', waar de Heere soms licht over geeft en waardeoor je van je geloof verzekerd wordt.
Het kan God goeddunken ons wel eens een poosje in de beproeving te laten ook. Aanvechting en twijfel over mogelijk zelfbedrog zijn ons dan niet vreemd. Dat is moeilijk. Echter, Hij laat Zijn volk niet eindeloos in het verdriet. Bid God om meerder licht. En je mag ook als je er maar je 'Christus' van maakt, best wel om gevoel en verzekering vanuit de vruchten vragen.
Ds. J. L Schreuders
Een ander woord voor geloven is vertrouwen. En om te kunnen vertrouwen, is kennis nodig. We kunnen niets geloven, zonder er eerst kennis van te hebben. Daarom is kennis nodig.
Mijn ervaring is dat God niet altijd alle kennis die ik tot mij neem, zegent met geloofsbeleving. Echter, soms gebeurt het wel eens dat de Heere je doet terugdenken aan iets wat je jaren geleden wel eens met je verstand geleerd hebt, en dan wordt het opeens geloofskennis. Daarom, veracht de kennis niet, en denk niet dat het nutteloos is om theologische boeken (oudvaders) te lezen. God kan het zegenen, ook al heb ik er op t moment van lezen niets aan...
Mijn ervaring is dat God niet altijd alle kennis die ik tot mij neem, zegent met geloofsbeleving. Echter, soms gebeurt het wel eens dat de Heere je doet terugdenken aan iets wat je jaren geleden wel eens met je verstand geleerd hebt, en dan wordt het opeens geloofskennis. Daarom, veracht de kennis niet, en denk niet dat het nutteloos is om theologische boeken (oudvaders) te lezen. God kan het zegenen, ook al heb ik er op t moment van lezen niets aan...
Klopt, het is beiden belangrijk,maar kan ook beiden een valkuil worden als we er verkeerd mee omgaan. Zaak is dus om dat op een goede manier te doen.Dathenum schreef:Beste Marnix,
Zowel je verstand als het hart kan je in de weg staan. Dat neemt echter niet weg dat ze allebei van belang zijn, en we niet het een of het andere onevenredig moeten benadrukken.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Over geloof en verstand is al heel veel geschreven. Toch even hier de uitdaging om aan het volgende gedachtenexperiment mee te doen:
Stel een onderzoeker vind een vrij aannemelijke verklaring voor een verschijnsel. Hij stelt een hypothese op, een voorlopig model, waarmee hij aan de slag gaat.
Vervolgens doet hij allerlei experimenten, die moeten aantonen, dat zijn hypothese wordt ondersteund. En kijk, de gelukkige wetenschapper vindt inderdaad steeds meer aanwijzingen, dat zijn hypothese aardig lijkt overeen te komen met de werkelijkheid. Uiteindelijk is hij zover, dat hij herhaaldelijk dezelfde uitkomsten krijgt en dat zijn hypothese krachtig wordt onderbouwd met experimenten. Hij heeft iets wetenschappelijk bewezen. Anderen kunnen het controleren en nadoen. Hij krijgt de Nobel-prijs.
Waar zit nu geloof en waar zit nu verstand? Je zou kunnen zeggen, dat de keuze van de wetenschapper om een bepaalde kant op te denken een soort geloofs-zaak was. Hij veronderstelde een waarheid, die hij echter nog niet zag, die hij ook niet kon bewijzen op dat moment. Het was een geloof. Wetenschappers zouden zeggen: een hypothese. Welswaar een heel elegante, wonderschone gedachte, maar het was vooralsnog nergens op gestoeld. het was een intuïtie, of een idee, of een aanname.
Wanneer we het nu hebben over de verhouding van verstand en geloof in God, zou je mijns inziens dit kunnen zeggen:
Net zoals uiteindelijk de uitkomsten van het onderzoek moesten samenvallen met de eerste hypothese, om van waarheid te kunnen spreken, zo moeten mijns inziens ook de dingen, die ik geloof omtrent God ergens samenvallen met wat ik concreet om me heen zie. Als alles om mij heen in tegenspraak is met wat ik geloof, dan zou ik óf moeten twijfelen aan God óf aan mijn verstand. En velen van ons twijfelen aan geen van beiden.
Wanneer we over God spreken als de Schepper en onderhouder, als de Almachtige en alomtegenwoordige, dan spreken we over Hem ook als over de ultieme Waarheid. In God is al het Goede, Ware en Schone verenigd. In God kan geen leugen zijn.
Kunnen we het nu ook niet omdraaien? Kunnen we nu ook niet zeggen, dat alles wat wij in ons leven als vaststaande en bewezen zaken mogen beschouwen, niet in strijd kan zijn met de dingen van God?
Bijvoorbeeld: alles wat we via de wetenschap weten over heelal, biologie, menswetenschappen, natuurkunde, wiskunde, scheikunde, kortom alle zaken die door het menselijk verstand zijn aangetoond: de werking van electriciteit, de medische wetenschap: geldt voor al die zaken dan ook niet, dat ze nooit in tegenstrijd kunnen zijn met God? Als de natuurkundige wetten geldig zijn (waar zijn), dan moeten die wetten toch ook met God te maken hebben? Anders zouden er waarheden in de schepping te vinden zijn, die voor god geen waarheden zouden zijn. Is er dan niets waar van alles wat we in de wetenschap hebben ontdekt? Hoe komt het dan, dat mijn bezinemotor het toch gewoon elke keer weer doet, wanneer ik hem op de juiste (ware) manier in elkaar zet? Er zijn toch waarheden, wetmatigheden in ons bestaan?
Het is toch onvoorstelbaar, dat wij een natuurlijke waarheid ontdekken, maar dat die waarheid in tegenspraak zou zijn met God, die Waarheid is?
Moeten we ons geloof daarom ook niet veel meer richten op dat wat wij met ons verstand hebben kunnen bewijzen als de waarheid?
Ik noem maar wat: wij hebben toch bewezen, dat de aarde om de zon draait, dat bepaalde natuurrampen als de tsunami door een aardschok ontstaan, dat onze religieuze ervaringen ook bepaalde bekende psychologische processen zijn?
Wanneer vast saat, dat die dingen zo zijn, dat ze waar zijn, dan kan dat toch nooit in tegenspraak zijn met God? God heeft de waarheid toch lief?
Mijn pleidooi in dit gedachtenexperiment is dus: het verstand moet niet worden uitgeschakeld in geloofskwesties. Nee, elk verstandig denken, dat aantoonbaar iets kan bewijzen, brengt ons alleen maar dichterbij God. We ontdekken met ons verstand immers stukjes van de waarheid (we hebben waarheid gevonden in allerlei wetenchappen en maken daar met z'n allen dankbaar gebruik van, juist omdat het allemaal zo goed werkt en waar blijkt te zijn, zoals medicijnen, die we ontwikkeld hebben ook echt helpen). Deze waarheid kan nooit buiten God om bestaan. God is Waarheid.
gravo
Stel een onderzoeker vind een vrij aannemelijke verklaring voor een verschijnsel. Hij stelt een hypothese op, een voorlopig model, waarmee hij aan de slag gaat.
Vervolgens doet hij allerlei experimenten, die moeten aantonen, dat zijn hypothese wordt ondersteund. En kijk, de gelukkige wetenschapper vindt inderdaad steeds meer aanwijzingen, dat zijn hypothese aardig lijkt overeen te komen met de werkelijkheid. Uiteindelijk is hij zover, dat hij herhaaldelijk dezelfde uitkomsten krijgt en dat zijn hypothese krachtig wordt onderbouwd met experimenten. Hij heeft iets wetenschappelijk bewezen. Anderen kunnen het controleren en nadoen. Hij krijgt de Nobel-prijs.
Waar zit nu geloof en waar zit nu verstand? Je zou kunnen zeggen, dat de keuze van de wetenschapper om een bepaalde kant op te denken een soort geloofs-zaak was. Hij veronderstelde een waarheid, die hij echter nog niet zag, die hij ook niet kon bewijzen op dat moment. Het was een geloof. Wetenschappers zouden zeggen: een hypothese. Welswaar een heel elegante, wonderschone gedachte, maar het was vooralsnog nergens op gestoeld. het was een intuïtie, of een idee, of een aanname.
Wanneer we het nu hebben over de verhouding van verstand en geloof in God, zou je mijns inziens dit kunnen zeggen:
Net zoals uiteindelijk de uitkomsten van het onderzoek moesten samenvallen met de eerste hypothese, om van waarheid te kunnen spreken, zo moeten mijns inziens ook de dingen, die ik geloof omtrent God ergens samenvallen met wat ik concreet om me heen zie. Als alles om mij heen in tegenspraak is met wat ik geloof, dan zou ik óf moeten twijfelen aan God óf aan mijn verstand. En velen van ons twijfelen aan geen van beiden.
Wanneer we over God spreken als de Schepper en onderhouder, als de Almachtige en alomtegenwoordige, dan spreken we over Hem ook als over de ultieme Waarheid. In God is al het Goede, Ware en Schone verenigd. In God kan geen leugen zijn.
Kunnen we het nu ook niet omdraaien? Kunnen we nu ook niet zeggen, dat alles wat wij in ons leven als vaststaande en bewezen zaken mogen beschouwen, niet in strijd kan zijn met de dingen van God?
Bijvoorbeeld: alles wat we via de wetenschap weten over heelal, biologie, menswetenschappen, natuurkunde, wiskunde, scheikunde, kortom alle zaken die door het menselijk verstand zijn aangetoond: de werking van electriciteit, de medische wetenschap: geldt voor al die zaken dan ook niet, dat ze nooit in tegenstrijd kunnen zijn met God? Als de natuurkundige wetten geldig zijn (waar zijn), dan moeten die wetten toch ook met God te maken hebben? Anders zouden er waarheden in de schepping te vinden zijn, die voor god geen waarheden zouden zijn. Is er dan niets waar van alles wat we in de wetenschap hebben ontdekt? Hoe komt het dan, dat mijn bezinemotor het toch gewoon elke keer weer doet, wanneer ik hem op de juiste (ware) manier in elkaar zet? Er zijn toch waarheden, wetmatigheden in ons bestaan?
Het is toch onvoorstelbaar, dat wij een natuurlijke waarheid ontdekken, maar dat die waarheid in tegenspraak zou zijn met God, die Waarheid is?
Moeten we ons geloof daarom ook niet veel meer richten op dat wat wij met ons verstand hebben kunnen bewijzen als de waarheid?
Ik noem maar wat: wij hebben toch bewezen, dat de aarde om de zon draait, dat bepaalde natuurrampen als de tsunami door een aardschok ontstaan, dat onze religieuze ervaringen ook bepaalde bekende psychologische processen zijn?
Wanneer vast saat, dat die dingen zo zijn, dat ze waar zijn, dan kan dat toch nooit in tegenspraak zijn met God? God heeft de waarheid toch lief?
Mijn pleidooi in dit gedachtenexperiment is dus: het verstand moet niet worden uitgeschakeld in geloofskwesties. Nee, elk verstandig denken, dat aantoonbaar iets kan bewijzen, brengt ons alleen maar dichterbij God. We ontdekken met ons verstand immers stukjes van de waarheid (we hebben waarheid gevonden in allerlei wetenchappen en maken daar met z'n allen dankbaar gebruik van, juist omdat het allemaal zo goed werkt en waar blijkt te zijn, zoals medicijnen, die we ontwikkeld hebben ook echt helpen). Deze waarheid kan nooit buiten God om bestaan. God is Waarheid.
gravo
Dan heb je nog maar de helft van alles wat met God te maken heeft.gravo schreef: Moeten we ons geloof daarom ook niet veel meer richten op dat wat wij met ons verstand hebben kunnen bewijzen als de waarheid?
gravo
Heb 11:1 Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet.
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
ja, ik vindt dit ook een gevaarlijke denkrichting.MBE schreef:Dan heb je nog maar de helft van alles wat met God te maken heeft.gravo schreef: Moeten we ons geloof daarom ook niet veel meer richten op dat wat wij met ons verstand hebben kunnen bewijzen als de waarheid?
gravo
Heb 11:1 Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet.
Het verstand begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn.
Abraham kon niet begrijpen dat hij nog een zoon zou krijgen. Het is immers wetenschappelijk bewezen dat wanneer de baarmoeder verstorven is, er geen zwangerschap meer kan plaatsvinden.
Toch geloofde Abraham.
Stel dat hij zich nou in zijn geloof gericht had op de waarheid, op de wetenschap? Dat zou op ongeloof uitgekomen zijn.
Ondanks de waarheid dat de baarmoeder verstorven was, heeft God toch een zwangerschap bewerkt. Is dit dan in tegenspraak met Gods Waarheid?
Ik denk dat het goed is, om als we spreken over verstand, dit op te splitsen in 2 dingen:Het verstand begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn.
Abraham kon niet begrijpen dat hij nog een zoon zou krijgen. Het is immers wetenschappelijk bewezen dat wanneer de baarmoeder verstorven is, er geen zwangerschap meer kan plaatsvinden.
Toch geloofde Abraham.
Stel dat hij zich nou in zijn geloof gericht had op de waarheid, op de wetenschap? Dat zou op ongeloof uitgekomen zijn.
Ondanks de waarheid dat de baarmoeder verstorven was, heeft God toch een zwangerschap bewerkt. Is dit dan in tegenspraak met Gods Waarheid?
1. Kennis
2. Begrip
Kennis is nl. mogelijk zónder begrip. Abraham had van God een belofte ontvangen (kennis), maar kon die natuurlijk niet verklaren. Well, geloof is nu het vertrouwen dat enige kennis die ik bezit waar is, omdat God het gezegd heeft, zónder dat ik het begrijp.
Waarom geven bekeringsgeschiedenissen me dan altijd het gevoel dat de beschreven mensen wel wat 'zien'?MBE schreef:Dan heb je nog maar de helft van alles wat met God te maken heeft.gravo schreef: Moeten we ons geloof daarom ook niet veel meer richten op dat wat wij met ons verstand hebben kunnen bewijzen als de waarheid?
gravo
Heb 11:1 Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet.
Een zien met het oog van het geloof is wat anders dan met het natuurlijk oog.refo schreef:Waarom geven bekeringsgeschiedenissen me dan altijd het gevoel dat de beschreven mensen wel wat 'zien'?MBE schreef:Dan heb je nog maar de helft van alles wat met God te maken heeft.gravo schreef: Moeten we ons geloof daarom ook niet veel meer richten op dat wat wij met ons verstand hebben kunnen bewijzen als de waarheid?
gravo
Heb 11:1 Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet.
Ro 15:21 Maar gelijk geschreven is: Denwelken van Hem niet was geboodschapt, die zullen het zien; en dewelke het niet gehoord hebben, die zullen het verstaan.
Heb 11:13 Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien, en geloofd, en omhelsd, en hebben beleden, dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren.
Toch lijkt het wel eens in tegenspraak:
1Pe 1:8 Denwelken gij niet gezien hebt, en nochtans liefhebt, in Denwelken gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde;