De schrik des Heeren

Gebruikersavatar
FlyingEagle
Berichten: 3149
Lid geworden op: 23 apr 2005, 22:34
Locatie: air

De schrik des Heeren

Bericht door FlyingEagle »

Mensen,

Al enige tijd vraag ik mij af wat de tekst in 2 Kortinthe 5:11 betekend. Elke keer als ik een preek er over hoor of een meditatie over lees gaat het erover dat de schrik des Heeren de mensen tot het geloof beweegt. Maar er staat toch een komma tussen Heeren en bewegen? In de meditatie in het RD van vandaag staat het ook in die strekking, is dit juist?
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 34755
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Bericht door Tiberius »

Wat is precies je vraag?
De meditatie in het RD legt het goed uit. In overeenstemming met de kanttekeningen en andere verklaarders.
Kort samengevat: de prediker (Paulus) kent de schrik des Heeren en daarom beweegt hij de mensen tot geloof.
Gebruikersavatar
Kaw
Berichten: 5448
Lid geworden op: 07 jun 2003, 08:42
Contacteer:

Bericht door Kaw »

De schrik des Heeren waargenomen hebbende, overtuigen we mensen tot God; we zijn openbaar geworden; en ik verwacht/hoop/geloof ook in uw gewetens openbaar zijn geworden.

Dat is een zo letterlijk mogelijke vertaling die ik van de grondtekst heb proberen te maken.
Gebruikersavatar
memento
Berichten: 11339
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42

Bericht door memento »

Ik heb altijd geleerd dat het de goedertierenheden des Heeren zijn, die tot bekering moeten leiden. Het is een teken van hardleersheid als we de schrik des Heeren nodig hebben...
Gebruikersavatar
Kaw
Berichten: 5448
Lid geworden op: 07 jun 2003, 08:42
Contacteer:

Bericht door Kaw »

Ik denk dat God op beide manieren werkt. Mensen die op het randje van zelfmoord leven worden over het algemeen met goedertierenheid van de onmetelijke allesdoorbrekende liefde van God getrokken. Barmhartigheid wil Ik en geen offeranden... Ik ken nu een heel stel mensen die met die woorden tot bekering zijn gekomen en ik ben er 1 van.

De harde zakenman die vooral voor zichzelf leeft... Die kon wel eens stil worden gezet door de gelijkenis van de rijke en de arme Lazarus. Maar ten diepste is dat ook de goedentieren van de Heer, want Hij zag om naar deze zakenman.
Gebruikersavatar
memento
Berichten: 11339
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42

Bericht door memento »

Ik denk dat God een mens altijd trekt door Zijn goedertierenheden. Soms is echter de 'schrik des Heeren' nodig om een mens die goedertierenheden te leren zien. Zalig de mens bij wie dat niet nodig is; God heeft veel 'minder werk' aan zo'n mens...

Ik denk trouwens dat de meeste kerkmensen de schrik des Heeren wél nodig hebben. Zij worden zondag op zondag op Gods goedertierenheden gewezen, en het doet ze niets. Ze weten dat ze bekeerd moeten worden, maar doen het niet. Ik denk dat het daarom nodig is dat ze de ernst van de zaak leren inzien, zodat ze gaan zien dat het 'de goedertierenheden des Heeren zijn, dat ze nog niet vernield zijn'.

PS> Ik ben er huiverig voor, om de 'schrik des Heeren' als normatief te stellen, of voor te gaan schrijven hoe die schrik ervaren moet worden. Dat doet er ook niet toe. Het is slechts een middel, waardoor de mens Gods goedertierenheden kan leren zien (wat hem zal doen uitdrijven tot Christus, in Wie Gods goedertierenheden zijn 'uitgedrukt'). Hierbij wel de kanttekening dat het wél een zaak van het hart moet zijn, een gevoelen van Gods genade tegen een zondaar, die dat helemaal niet verdient, die dat helemaal niet waard is.
Gebruikersavatar
FlyingEagle
Berichten: 3149
Lid geworden op: 23 apr 2005, 22:34
Locatie: air

Bericht door FlyingEagle »

er wordt altijd gezegd, de schik des Heeren beweegt mensen tot het geloof, maar volgens mij staat hier dat Paulus de schrik des Heeren weet en dat hij daarom de mensen tot het geloof beweegt.
Volgens mij zou je de tekst ook zo kunnen neer zetten: Wij dan, bewegen de mensen tot het geloof omdat wij de schrik des Heeren weten.

Ik heb het niet over dat we wel of geen schrik des Heeren nodig hebben maar over het feit dat deze tekst soms verkeerd wordt uitgelegd.
Gebruikersavatar
memento
Berichten: 11339
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42

Bericht door memento »

FlyingEagle schreef:er wordt altijd gezegd, de schik des Heeren beweegt mensen tot het geloof, maar volgens mij staat hier dat Paulus de schrik des Heeren weet en dat hij daarom de mensen tot het geloof beweegt.
Volgens mij zou je de tekst ook zo kunnen neer zetten: Wij dan, bewegen de mensen tot het geloof omdat wij de schrik des Heeren weten.

Ik heb het niet over dat we wel of geen schrik des Heeren nodig hebben maar over het feit dat deze tekst soms verkeerd wordt uitgelegd.
Zie ook de NBV: Vervuld van ontzag voor de Heer, proberen we iedereen te overtuigen. God weet precies wie en wat wij zijn; hopelijk weet u het ook wanneer u te rade gaat bij uw geweten.
Gebruikersavatar
FlyingEagle
Berichten: 3149
Lid geworden op: 23 apr 2005, 22:34
Locatie: air

Bericht door FlyingEagle »

Toch vraag ik me af waarom het altijd wordt vertaald met: dat de schrik des Heeren mensen tot het geloof beweegt wat er eigenlijk niet staat.
Gebruikersavatar
Tiberius
Administrator
Berichten: 34755
Lid geworden op: 12 jan 2006, 09:49
Locatie: Breda

Bericht door Tiberius »

Het is wel aardig om te zien, dat deze spraakverwarring ook in dit topic optreedt.
Gebruikersavatar
Kaw
Berichten: 5448
Lid geworden op: 07 jun 2003, 08:42
Contacteer:

Bericht door Kaw »

Ik vind de spraakverwarring wel meevallen. Er is niemand die naar die tekst wijst alsof deze tekst dat zou beweren.

Hand. 13:12
Als de stadhouder zag, hetgeen geschied was, toen geloofde hij, verslagen zijnde over de leer des Heeren.

Dit is nog zo'n tekst die wel eens verkeerd uitgelegt word. De stadhouder zou verslagen zijn. Verslagen van hart en geest. Ps. 51:19 (De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten) word dat gebruikt om te laten zien dat de stadhouder ineens overtuigt werd van ellendekennis. In de grondtekst staat er een woord dat "verbaast" betekent. De Engelse vertalingen vertalen het dan ook zo. Andere vertalingen vertalen het met getroffen of onder de indruk.
Op zichzelf is het maar een minidetail, maar de dominee deed er zo ongelooflijk stellig over...

edit: Matthew Henry's uitleg:
Notwithstanding all the endeavours of Elymas to turn away the deputy from the faith, he was brought to believe, and this miracle, wrought upon the magician himself (like the boils of Egypt, which were upon the magicians, so that they could not stand before Moses, Exod. ix. 11), contributed to it. The deputy was a very sensible man, and observed something uncommon, and which intimated its divine original, (1.) In Paul's preaching: he was astonished at the doctrine of the Lord, the Lord Christ--the doctrine that is from him, the discoveries he has made of the Father--the doctrine that is concerning him, his person, natures, offices, undertaking. Note, The doctrine of Christ has a great deal in it that is astonishing; and the more we know of it the more reason we shall see to wonder and stand amazed at it. (2.) In this miracle: When he saw what was done, and how much Paul's power transcended that of the magician, and how plainly Elymas was baffled and confounded, he believed. It is not said that he was baptized, and so made a complete convert, but it is probable that he was. Paul would not do his business by the halves; as for God, his work is perfect. When he became a Christian, he neither laid down his government, nor was turned out of it, but we may suppose, as a Christian magistrate, by his influence helped very much to propagate Christianity in that island
Matthijs
Berichten: 2050
Lid geworden op: 07 okt 2002, 21:03

Bericht door Matthijs »

Een prachtige meditatie trouwens.

De schrik die in de gelovige aangetroffen wordt voor of op de tijd van zijn bekering, kan een beproevende vrees genoemd worden. Het zijn de weeën van de nieuwe geboorte. Deze vrees of schrik is zeer noodzakelijk. Deze beproevende vrees spruit uit het volgende voort: uit de geestelijke dienstbaarheid en schrik over de verbroken wet van God, die de consciëntie met vreselijke striemen bewust wordt. Deze schrik doet het ongelukkige schepsel schreeuwen en brullen. Heman was verbijsterd vanwege de verschrikkingen des Heeren.

O, mensen indien gij een gezicht van uzelf in die toestand kon bekomen, zo zou u ontdekken dat u in de gevangenis bent met de duivel tot cipier, die telkens tot u komt zeggende: „Nu, mijn gevangene, gij moet sterven, gij moet sterven.” Dit is een jammerlijke toestand.

Deze beproevende vrees spruit ook voort uit een schuldige consciëntie. Dit zal een ongelukkig mens vreselijk schokken en inwendig aan zijn geweten knagen en hem doen uitroepen: „Mannenbroeders, wat moeten wij doen om zalig te worden?” Wij hebben de Heere der heerlijkheid onrecht aangedaan en hem met onze zonden doorstoken. Nu, wat zullen wij doen? Wij zijn verloren! Wij hebben de Heere der Heere gekruisigd en gedood.

Ik zeg u: Tenzij gij uw verloren staat en toestand leert zien, zult u nooit recht tot Christus komen.

Alexander Shields, predikant in Schotland (”Boet predikatiën”, 1670)
Gebruikersavatar
Kaw
Berichten: 5448
Lid geworden op: 07 jun 2003, 08:42
Contacteer:

Bericht door Kaw »

Bedankt Matthijs dat je ons weer even heeft laten zien dat we niet zomaar naar Christus kunnen gaan.

Wat zullen wij doen mannen broeders? Niet dat evangelische remonstrantse: "Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen", maar het veel betere:"Ik zeg u: Tenzij gij uw verloren staat en toestand leert zien, zult u nooit recht tot Christus komen."
Wat een heerlijk bevrijdende boodschap...
Gebruikersavatar
Unionist
Berichten: 5738
Lid geworden op: 22 mei 2004, 16:13

Bericht door Unionist »

Zojuist lees ik in Bewaar het Pand van 19 januari jl. een boekbespreking van het boek "Wendt u naar Mij toe" van Theodorus Avinck. Er wordt uit een preek over die tekst gectieerd:

"Kom zo blind als u bent, en laat Mij over u lichten. Kom zo dwaas en onkundig als u bent, en laat u door Mij leren. Kom zo schuldig als u bent en laat u door Mij verzoenen, zo onrein als u bent en laat Mijn bloed u reinigen, zo harteloos en indrukloos als u bent en laat Mij uw stenen hart wegnemen. Met één woord: Hoe slecht u ook zijn mag, wendt u naar Mij, en laat Mij de eer hebben die Mijn toekomt, dat ik de volkomen Zaligmaker ben."

Volgens Avinck hoef je dus zelfs geen indrukken mee te brengen om tot Christus te gaan. Hij heeft recht op jou, dus ga! Wat je ook voelt of niet voelt.

Daar moest ik even aan denken.
Gebruikersavatar
Miscanthus
Berichten: 5306
Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
Locatie: Heuvelrug

Bericht door Miscanthus »

ik las een stuk wat illustratief is over ware ellendekennis:
De kamer

In een toestand tussen slapen en waken bevond ik mij ineens in de Kamer. Ik kon niets onderscheiden in de Kamer, behalve dan dat tegen een muur heel veel archiefkasten stonden. Het waren van die archiefkasten die je ook wel in bibliotheken ziet, waarin alles in alfabetische volgorde gerangschikt is naar auteur of onderwerp. Maar deze archiefkasten, die van de vloer tot het plafond reikten en van de ene naar de andere kant eindeloos leken door te gaan, hadden heel andere opschriften.

Toen ik de muur van de archiefkasten dichter naderde, was het eerste opschrift dat mij trok:"Meisjes die ik heb leuk gevonden".
Ik opende de la en begon door de kaarten te bladeren. Ik deed de la snel weer dicht toen ik met schrik realiseerde dat ik de namen op elk van die kaarten herkende.
Toen wist ik, zonder dat iemand het me zei, waar ik was.
Deze levenloze kamer met de smalle ladekasten was een gedetailleerde registratie van mijn leven. Hier stonden de daden van elk moment van mijn leven, grote en klein, in details die mijn geheugen niet kon herinneren. Een gevoel van verwondering en nieuwsgierigheid, soms vermengd met afschuw, vervulde me toen ik willekeurig laden begon open te trekken en hun inhoud bekeek. Soms maakte die me blij en maakte mooie herinneringen wakker: andere keren werden de schuld en spijtgevoelens zo sterk dat ik over mijn schouders gluurde om te kijken of er niemand meekeek.
Een dossier dat 'vrienden' heette, stond naast een dossier waarop stond 'vrienden die ik verraden heb'. De titels varieerden van gewoon tot uitgesproken vreemd: 'boeken die ik gelezen heb', 'troost die ik gegeven heb', 'grappen waar ik om gelachen heb'. Sommige waren gewoon lachwekkend om hun nauwkeurigheid: 'dingen die ik tegen mijn broers geschreeuwd heb'. Om andere kon ik niet lachen: 'dingen die ik in boosheid gedaan heb', 'dingen die ik binnensmonds tegen mijn ouders gezegd heb'.
Steeds weer schrok ik wanneer er meer kaarten in een lade waren dan ik verwacht had.
En soms waren er minder dan ik gehoopt had.
Ik was overweldigd door de totale omvang van het leven dat ik geleid had.
Had ik in mijn negentien levensjaren de tijd gehad om elk van deze duizenden, zo mogelijk miljoenen kaarten te schrijven? Elke kaart bevestigde dat.
Elke kaart was in mijn eigen handschrift geschreven en met mijn eigen handtekening ondertekend. Toen ik het dossier 'liedjes die ik beluisterd heb' eruit pakte, realiseerde ik me dat de dossiers groeiden om hun inhoud te kunnen bevatten. De kaarten lagen strak tegen elkaar aan, en toch had ik na twee á drie meter nog het einde van het dossier niet gevonden. Ik sloot het dossier beschaamd, niet zozeer om de kwaliteit van de muziek, maar meer om de grote hoeveelheid tijd die dit dossier vertegenwoordigde.
Toen ik bij het dossier 'wellustige gedachten' aankwam, voelde ik een rilling over mijn ruggengraat gaan. Ik trok de la maar op een kiertje open, niet bereid om de grootte ervan te ontdekken en trok er een kaart uit. Ik huiverde om de gedetailleerde inhoud. Ik werd misselijk bij de gedachte dat zo'n moment neergeschreven was.
Opeens overviel me een bijna dierlijke razernij.
Er spookte maar één gedachte door mijn hoofd:
NIEMAND mag ooit deze kaarten zien!!
NIEMAND mag ooit in deze kamer komen!!
Ik moet ze vernietigen!

In een idiote razernij trok ik met alle geweld de lade uit de kast. Hoe groot het dossier was maakte me niet meer uit. Ik moest de lade leeggooien en de kaarten verbranden. Maar toen ik de lade aan een kant vastpakte en ermee op de grond sloeg, lukt het me niet om er ook maar één kaartje uit te schudden. Ik werd wanhopig en probeerde nog eens een kaart eruit te trekken, om vervolgens te ontdekken dat het papier zo sterk als staal was toen ik probeerde het te verscheuren. Verslagen en volkomen hulpeloos stopte ik de lade weer terug waar hij hoorde. Met mijn voorhoofd tegen de muur geleund, slaakte ik een diepe zucht vol zelfmedelijden.
Toen zag ik het. De titel luidde: 'mensen aan wie ik het evangelie verteld heb'.
Het handvat glom meer dan die van de andere laden. Ik trok aan het handvat en een laatje van nog geen tien centimeter lang viel in mijn hand. Ik kon de kaarten die erin zaten op één hand tellen.
Er kwamen de tranen. Ik begon te huilen.
Hele diepe snikken die pijnlijk vanuit mijn buik opwelden en door me heen schokten.
Ik viel op mijn knieën en huilde. Ik huilde van schaamte, de overweldigende schaamte die dit alles bij me veroorzaakte. De rijen archiefkasten dansten in mijn met tranen gevulde ogen.
NIEMAND, maar dan ook NIEMAND mocht ooit achter het bestaan van deze kamer komen.
Ik moest de deur op slot doen en de sleutel goed verstoppen.

Toen ik de tranen uit mijn ogen veegde, zag ik Hem.
Nee, alsjeblieft, Hij niet.
Niet hier.
Iedereen liever dan Jezus.

Ik keek hulpeloos toe hoe Hij de laden een voor een opentrok en de kaarten begon te lezen. Ik durfde niet te kijken naar Zijn reactie. En op de momenten dat ik genoeg moed bijeen geschraapt had om naar Zijn gezicht te kijken, zag ik een verdriet dat nog groter was dan het mijne. Het leek alsof Hij intuïtief de ergste laden opentrok. Waarom moest Hij ze allemaal lezen? Uiteindelijk keerde Hij zich naar me om en keek me vanaf de andere kant van de kamer aan.
Hij keek met medelijden in Zijn ogen. Maar dit was een medelijden dat me niet boos maakte.
Ik liet mijn hoofd hangen, sloeg mijn handen voor m'n gezicht en begon weer te huilen. Hij liep naar me toe en sloeg Zijn arm om me heen. Hij had zoveel kunnen zeggen, maar Hij zei niets. Hij huilde alleen maar met me mee.
Toen stond Hij op en liep terug naar de muur van archiefkasten. Hij begon aan de ene kant van de kamer en trok een lade open en begon op elke kaart Zijn naam over die van mij te schrijven.

"Nee!" schreeuwde ik, en rende naar Hem toe.
Het enige wat ik kon bedenken te zeggen was "Nee, nee!!!", toen ik de kaart uit Zijn hand trok.
Zijn naam hoorde niet op deze kaarten

Maar daar stond het, in het rood.

Dik,
donker,
levend.

De naam van Jezus bedekte de mijne.
Het was geschreven met Zijn bloed.

Voorzichtig pakte Hij de kaart terug. Hij glimlachte en ging verder met het ondertekenen van de andere kaarten. Ik denk dat ik nooit zal begrijpen hoe Hij alles zo snel heeft kunnen doen, maar voor mijn gevoel sloot Hij het volgende ogenblik de laatste archieflade om vervolgens weer naast mij te komen staan.
Hij legde Zijn hand op mijn schouder en zei:
"Het is volbracht."

Ik stond op en Hij leidde mij aan Zijn hand de kamer uit…..
Plaats reactie