'Open brief'
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
'Open brief'
Deze brief behoeft weinig toelichting. Toch wil ik ook hierop graag jullie reacties horen:
‘ OPEN BRIEF ’
Voordat ik hierover wat wil schrijven, met name in het kader van de discussie rondom de Jongerenavonden wil ik nadrukkelijk zeggen dat ikzelf op geen enkele wijze betrokken ben bij het comité maar dat ik dit schrijf uit een bewogenheid tot die jongeren maar ook vanuit een verontrusting over het geestelijk klimaat wat we helaas steeds meer tegenkomen in Nederland.
Eén van de goudaders van de Reformatie was het ‘Sola Scriptura’! Laten we dit toch vasthouden. Ook onze NBG spreekt hier zeer duidelijk van: ‘De kerk mag deze boeken (apocriefen) wel lezen en ervan leren, voor zover zij overeenstemmen met de canonieke boeken. Zij hebben echter niet zo’n kracht en gezag, dat men door het getuigenis van deze boeken enig punt van het geloof of van de christelijke godsdienst zou kunnen bevestigen; laat staan dat zij het gezag van de andere, de heilige boeken, zouden kunnen verminderen.’ Inderdaad spreekt de NBG hiervan de apocriefen maar zouden de geschriften van tegenwoordig méér zijn dan die apocriefen? Met de geschriften bedoel ik de ervaringsverhalen die tegenwoordig gretig aftrek vinden maar ook de uitspraken van gezaghebbende personen binnen diverse kerkverbanden. Het lijkt wel alsof ze gelijk de paus van Rome ‘ex cathedra’ spreken. Hebben we dan niet met gezag op te zien? Jazeker maar wel zolang ze spreken naar Gods Woord. Laten we toch alles toetsen aan Gods Woord. Alles wat dat niet kan, zal geen dageraad hebben. Ook lijkt het wel alsof ze niet kunnen dwalen, immers ze spreken ‘ex cathedra’. Laten we ons eens te luister leggen bij de Schrift:
Want niemand kan een ander fondament leggen, dan hetgeen gelegd is , hetwelk is Jezus Christus en indien iemand op dit fondament bouwt: goud, zilver, kostelijke stenen , hout, hooi, stoppelen; (...) Zo iemands werk blijft, dat hij daarop gebouwd heeft, die zal loon ontvangen. Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur. 1 Kor. 3:11-15
Ik vond het wel belangrijk om hiermee te beginnen, immers kritisch zijn, kritiek hebben betekent nog niet dat wij mogen twijfel aan iemands genadestaat, immers wie oordeelt zal zal zelf alrede geoordeeld worden.
Toch spreekt de Schrift hier wel over hele wezenlijke maar ook vreselijke zaken, immers zij (de godzaligen) zijn dan de oorzaak van de verdoemenis van andere mensen. Dit houdt heel wat in, daarom kan en mag onze prediking niets anders zijn dan het kruisevangelie van Jezus Christus. Paulus betuigt immers in zijn brief aan de Galaten: ‘Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.’ Betekent dit dan voor mij persoonlijk dat ik hierdoor iedere predikant veroordeel als zijnde vervloekt? Geenszins, maar iedere predikant mag zichzelven narekenen of hij betracht heeft om niets anders te prediken dan ‘Jezus Christus en Dien gekruisigd’. Gaat dat dan altijd gemakkelijk of is dit eenvoudig? O, nee, immers Jesaja betuigde al ‘Toen zeide ik: Wee mij, want ik verga ! dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen is;’
Zo moeten we dus dit kruisevangelie verkondigen, klevende aan de genadetroon omdat wij mensen zijn, ja God betuigde immers zelf door Zijn knecht Paulus, door de dwaasheid der prediking, maar nochtans door deze dwaasheid der prediking heeft God het behaagd Zijn Zoon Jezus Christus te verkondigen tot een rantsoen voor velen.
Laten we nu maar stoppen met die beschrijvende christenprediking die door zovelen liefkozend genoemd wordt ‘bevindelijke of onderwerpelijke prediking’, want diegenen die dit bevindelijk noemen verstaan het onderscheid voorwerpelijk/onderwerpelijk niet! Bevinding is niets anders dan wat we ook vinden in Ezechiël: ‘Daarom zal Ik Mijn hand over hen uitstrekken , en zal het land woest maken, ja, woester dan de woestijn naar Diblath henen, in al hun woningen; en zij zullen bevinden, dat Ik de HEERE ben’, maar ook in Psalm 46 ‘Een lied op Alamoth, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach . (-) God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden.’ Bevinding is de ervaring van zijn volk zoals God dat in Zijn Woord heeft laten optekenen en zoals we bij de psalmen Gods volk in het hart kijken zo moet het ook zijn bij onze bevinding. Ook hier geldt kan het de toetsteen van Gods Woord verdragen? Goed, weer verder over een voorwerpelijke/onderwerpelijke prediking:
Immers de prediker kan in zijn liefde (die hij moet bezitten) tot zijn hoorders de Christus der Schriften voorstellen. Hij kan zoals anderen zeggen de Christus aan uw oren neerleggen, ja tot aan uw hart, maar de rest moeten we aan God overlaten, Hij is immers de ware Landman. Gods Geest schenkt de kracht om het gelovig amen op de beloften Gods verkondigd in het Evangelie te zeggen. De prediking op zich zal nooit iets meer kunnen zijn dan een voorwerpelijke prediking! Het onderwerpelijke is Gods werk!
Want waarom hoort men toch zo graag die bevindelijke of onderwerpelijke prediking? Is dan om zichzelf op te bouwen in een staat die wijlen Ds. van der Groe verfoeide? Wil men zich dan toch bouwen op grond van enige kenmerken? Weet men dan niet dat Gods Woord ons leert dat de enige grond van zaligheid ligt in Jezus Christus alleen? Getuigt Gods Woord niet dat die in Hem gelooft niet verderve maar het eeuwige leven hebbe en, vreselijke waarheid, dat die in Hem niet gelooft alrede veroordeeld is?
Is het misschien niet zo dat die liefhebbers van deze prediking de prediking haten die separeert. Deze prediking die alleen wil weten van het leven in Christus en de dood buiten Christus zet hen immers buiten spel. Zijn ze dan gelijk de Farizeeën die hun oren toestopten toen die zalige Stefanus uitriep ‘Ziet, ik zie de hemelen geopend, en den Zoon des mensen, staande ter rechter hand Gods.’
Als dat zo is, ja als uw hart nog berst bij die prediking die niets anders kan dan Christus centraal te stellen, ja een prediking die bij Samuël Rutherford droop van het bloed van Christus, dan is onze ernstige vraag, verhardt uw harten niet maar laat u leiden. Door wie, ja door Wie kunnen wij ons laten leiden dan alleen door Hem die éénmaal de pers heeft getreden, door Hem die op Golgotha’s heuvel uitriep in de totale Godverlatenheid ‘Mijn God, Mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten’. Door Hem waartegen het zwaard van Gods toorn ontwaakt was (vgl. Zach. 13:7). Door Hem die nu aan uw hart klopt, ja u hartelijk nodigt ‘die dorst heeft die kome en neme het water des levens om niet’!
Als dat nu onze prediking was, zouden dan de jongerenavonden gedijen? Welnee, dan was de oorzaak weggenomen. We lazen van wijlen Ds. van der Poel dat hij eens tijdens een predikatie stilviel na de woorden ‘Jezus, zoete Jezus’, ja er werd toen gevoeld dat Christus aanwezig was in dat kerkgebouw. Dan kan de prediking in alle gebrek zijn, maar dan kan niet anders zijn dat we prediken ‘Geef mij Jezus of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven maar een eeuwig zielfsverderf’.
Het verwijt dat de kleinen geschopt wordt snijdt echt geen hout, immers de kleinen in de genade, juist die kleinen worden in alle liefde gewezen op de Christus der Schriften. Waar vinden we in Gods Woord dat onze prediking beschrijvend moet zijn, waar vinden we in de Schrift dat we juist die kleinen de Christus niet moeten prediken? Wat kan het hart toch opspringen van vreugde als we horen van Hem, ja als huppelende over de bergen! Natuurlijk hoeft dat niet altijd zo te zijn, maar nochtans is dat de opdracht!
Toch wil ik nog even verder gaan op het schoppen van de kleinen, want dat is nogal wat immers de Schrift zelf betuigt ‘indien gij één van deze kleinen ergert’. Maar was het ook Ds. Du Marchie van Voorthuysen niet die dit verwijt kreeg? Wat is de diepere gedachte die schuil gaat achter deze beschuldiging? Ik hoop dat het is, uit ware zorg voor de kleinen, ja diegenen die volgens de Schrift gevoed moeten worden met de ware onvervalste melk. Hoopt ik dat? Ja, dat hoop ik want anders is het een verschrikkelijk verwijt, immers dan leert men de onbewuste wedergeboorte of de veronderstelde bekering!
Wat is dat nu weer, hoor ik velen denken? Nou, die mensen leren dat Gods volk van eeuwigheid gerechtvaardigd is, en dat is nog waar ook! Maar en nu komt het, de rechtvaardigende daad op zich kan onbewust gebeuren, ja, ja onbewust alsof een vrouw onbewust kan baren! Op die onbewuste daad moet dan nog wel volgen de zogeheten vierschaarbeleving of te wel iets bijzonders,iets visionairs! Ik hoef niet te betuigen dat dit volstrekt in strijd is met onze vaderen (DL) maar ook zeker met Gods Woord. Ik hoef u niet te schrijven dat dit een hele gevaarlijke leer is! Immers als men onbewust gerechtvaardigd is, dan kan men uit de wereld getrokken zijn, men kan netjes gaan leven, men kan trouw ter kerke gaan, men kan een traantje plengen, ja dit alles kan, zonder dat de geloofsdaad heeft plaatsgehad zoals de Schrift dat heel duidelijk leert! Die geloofsdaad kan nog volgen, want men leert dat pas in Zondag 23 men dadelijk gerechtvaardigd is, dan heeft men, het liefst door een bijzondere openbaring, de zekerheid van het geloof. Beste mensen, de zekerheid van het geloof is hier altijd ten dele, veelal is de zekerheid van het geloof gehuld in het gewaad van de hoop wat biddende verkregen wordt (citaat de Reuver).
Je kan toch wel begrijpen dat deze mensen, deze tussenmensen, de bevindelijke of beschrijvende prediking heeft liefgekregen, immers daar horen ze kenmerken die ze soms ook wel op zichzelf kunnen toepassen!
Hoe deze leer is ontstaan weet ik niet, of beter gezegd kan ik alleen vermoeden. Volgens mij is de leer van de nu zalige Comrie steeds meer verkeerd begrepen en heeft men van de Comriaanse onderscheidigen ‘habitus’ en ‘actus’ een scheiding gemaakt. Comrie onderscheidde ze binnen het geloofsleven, tegenwoordig heeft men ze gescheiden!
Moet ik verder gaan om te schrijven dat men dan graag spreekt over ‘met schrik in de hemel vallen’? Immers als men niet heeft kunnen getuigen middels een vierschaarbeleving is men niet geheel zeker van de zaak, maar ja ook helaas is twijfel weer normatief geworden voor de echtheid van onze bekering. De twijfel van het pausdom aangaande de zekerheid van het geloof is weer teruggehaald.
Mensen, laat deze leer los! Ondanks dat er ook hieronder mensen zitten die genade kennen, ja die kinderen Gods zijn, geeft deze leer avondsmaalmijding en zorgt ervoor dat velen van Gods kinderen in het donker blijven. Ja, deze leer zorgt ervoor dat het licht niet meer schijnende is op de kandelaar, ook is men geen zoutend zout meer, immers over levende geloofsbrieven wil men niet meer spreken, dan ben je een zekere christen en dat is veel te hoog gegrepen! Hierover wil ik één advies geven, lees het boekje Leven met Christus van Mary Winslow!
Wat is dan wel de leer die naar Gods Woord is? Dat de mens in de geloofsdaad Christus omhelst in het gewaad van Zijn Woord. Immers de wedergeboorte, wat Gods werk is, wordt altijd gevolgd door de geloofsdaad van de mens (ook deze geloofsdaad is een geschonken daad van Gods kant). Dit geloof is wat onze Heidelberger zo kostelijk schrijft ‘een stellig weten of kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houd, wat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft, maar ook een vast vertrouwen, hetwelk de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is, uit louter genade, alleen om der verdienste van Christus wil.’ Is dit dan het geloof wat hoge christenen maakt? Welnee, ook dit geloof moet iedere keer weer als bedelaar met een lege hand naar de troon van Gods genade geoefend worden! Deze geloofsoefening gaat dwars tegen de mens in, immers op deze school van de Heilige Geest moet de mens iedere keer een klas terug want Gods Woord betuigt ‘Hij moet wassen en ik moet minder worden’. Dit is de ware geloofsoefening, dit is de praktijk van de dag. Dit doet ook die mens meezuchten met Paulus ‘het goede wat ik niet wil, dat doe ik’, maar dit geloof weet er ook van wat de bruid jubelt in het Hooglied ‘ik ben zwart, ja zwart van de zonde, maar lieflijk, ja lieflijk in Christus’.
Laten we dan niet strijden maar laten we bemoedigd zijn dat zovele jongeren in deze tijd nog plaats willen nemen onder dat Woord en laat ons gedachtig zijn aan de waarschuwing die Jezus onszelf gaf, nl. ‘Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden, en dan komt de oogst? Ziet, Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want zij zijn alrede wit om te oogsten.’ Weest dan bewogen over al die zielen die ook geschapen zijn voor een eindeloze eeuwigheid en vanuit die liefdevolle bewogenheid hun prediken ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.’
N. Donselaar
‘ OPEN BRIEF ’
Voordat ik hierover wat wil schrijven, met name in het kader van de discussie rondom de Jongerenavonden wil ik nadrukkelijk zeggen dat ikzelf op geen enkele wijze betrokken ben bij het comité maar dat ik dit schrijf uit een bewogenheid tot die jongeren maar ook vanuit een verontrusting over het geestelijk klimaat wat we helaas steeds meer tegenkomen in Nederland.
Eén van de goudaders van de Reformatie was het ‘Sola Scriptura’! Laten we dit toch vasthouden. Ook onze NBG spreekt hier zeer duidelijk van: ‘De kerk mag deze boeken (apocriefen) wel lezen en ervan leren, voor zover zij overeenstemmen met de canonieke boeken. Zij hebben echter niet zo’n kracht en gezag, dat men door het getuigenis van deze boeken enig punt van het geloof of van de christelijke godsdienst zou kunnen bevestigen; laat staan dat zij het gezag van de andere, de heilige boeken, zouden kunnen verminderen.’ Inderdaad spreekt de NBG hiervan de apocriefen maar zouden de geschriften van tegenwoordig méér zijn dan die apocriefen? Met de geschriften bedoel ik de ervaringsverhalen die tegenwoordig gretig aftrek vinden maar ook de uitspraken van gezaghebbende personen binnen diverse kerkverbanden. Het lijkt wel alsof ze gelijk de paus van Rome ‘ex cathedra’ spreken. Hebben we dan niet met gezag op te zien? Jazeker maar wel zolang ze spreken naar Gods Woord. Laten we toch alles toetsen aan Gods Woord. Alles wat dat niet kan, zal geen dageraad hebben. Ook lijkt het wel alsof ze niet kunnen dwalen, immers ze spreken ‘ex cathedra’. Laten we ons eens te luister leggen bij de Schrift:
Want niemand kan een ander fondament leggen, dan hetgeen gelegd is , hetwelk is Jezus Christus en indien iemand op dit fondament bouwt: goud, zilver, kostelijke stenen , hout, hooi, stoppelen; (...) Zo iemands werk blijft, dat hij daarop gebouwd heeft, die zal loon ontvangen. Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur. 1 Kor. 3:11-15
Ik vond het wel belangrijk om hiermee te beginnen, immers kritisch zijn, kritiek hebben betekent nog niet dat wij mogen twijfel aan iemands genadestaat, immers wie oordeelt zal zal zelf alrede geoordeeld worden.
Toch spreekt de Schrift hier wel over hele wezenlijke maar ook vreselijke zaken, immers zij (de godzaligen) zijn dan de oorzaak van de verdoemenis van andere mensen. Dit houdt heel wat in, daarom kan en mag onze prediking niets anders zijn dan het kruisevangelie van Jezus Christus. Paulus betuigt immers in zijn brief aan de Galaten: ‘Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.’ Betekent dit dan voor mij persoonlijk dat ik hierdoor iedere predikant veroordeel als zijnde vervloekt? Geenszins, maar iedere predikant mag zichzelven narekenen of hij betracht heeft om niets anders te prediken dan ‘Jezus Christus en Dien gekruisigd’. Gaat dat dan altijd gemakkelijk of is dit eenvoudig? O, nee, immers Jesaja betuigde al ‘Toen zeide ik: Wee mij, want ik verga ! dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen is;’
Zo moeten we dus dit kruisevangelie verkondigen, klevende aan de genadetroon omdat wij mensen zijn, ja God betuigde immers zelf door Zijn knecht Paulus, door de dwaasheid der prediking, maar nochtans door deze dwaasheid der prediking heeft God het behaagd Zijn Zoon Jezus Christus te verkondigen tot een rantsoen voor velen.
Laten we nu maar stoppen met die beschrijvende christenprediking die door zovelen liefkozend genoemd wordt ‘bevindelijke of onderwerpelijke prediking’, want diegenen die dit bevindelijk noemen verstaan het onderscheid voorwerpelijk/onderwerpelijk niet! Bevinding is niets anders dan wat we ook vinden in Ezechiël: ‘Daarom zal Ik Mijn hand over hen uitstrekken , en zal het land woest maken, ja, woester dan de woestijn naar Diblath henen, in al hun woningen; en zij zullen bevinden, dat Ik de HEERE ben’, maar ook in Psalm 46 ‘Een lied op Alamoth, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach . (-) God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden.’ Bevinding is de ervaring van zijn volk zoals God dat in Zijn Woord heeft laten optekenen en zoals we bij de psalmen Gods volk in het hart kijken zo moet het ook zijn bij onze bevinding. Ook hier geldt kan het de toetsteen van Gods Woord verdragen? Goed, weer verder over een voorwerpelijke/onderwerpelijke prediking:
Immers de prediker kan in zijn liefde (die hij moet bezitten) tot zijn hoorders de Christus der Schriften voorstellen. Hij kan zoals anderen zeggen de Christus aan uw oren neerleggen, ja tot aan uw hart, maar de rest moeten we aan God overlaten, Hij is immers de ware Landman. Gods Geest schenkt de kracht om het gelovig amen op de beloften Gods verkondigd in het Evangelie te zeggen. De prediking op zich zal nooit iets meer kunnen zijn dan een voorwerpelijke prediking! Het onderwerpelijke is Gods werk!
Want waarom hoort men toch zo graag die bevindelijke of onderwerpelijke prediking? Is dan om zichzelf op te bouwen in een staat die wijlen Ds. van der Groe verfoeide? Wil men zich dan toch bouwen op grond van enige kenmerken? Weet men dan niet dat Gods Woord ons leert dat de enige grond van zaligheid ligt in Jezus Christus alleen? Getuigt Gods Woord niet dat die in Hem gelooft niet verderve maar het eeuwige leven hebbe en, vreselijke waarheid, dat die in Hem niet gelooft alrede veroordeeld is?
Is het misschien niet zo dat die liefhebbers van deze prediking de prediking haten die separeert. Deze prediking die alleen wil weten van het leven in Christus en de dood buiten Christus zet hen immers buiten spel. Zijn ze dan gelijk de Farizeeën die hun oren toestopten toen die zalige Stefanus uitriep ‘Ziet, ik zie de hemelen geopend, en den Zoon des mensen, staande ter rechter hand Gods.’
Als dat zo is, ja als uw hart nog berst bij die prediking die niets anders kan dan Christus centraal te stellen, ja een prediking die bij Samuël Rutherford droop van het bloed van Christus, dan is onze ernstige vraag, verhardt uw harten niet maar laat u leiden. Door wie, ja door Wie kunnen wij ons laten leiden dan alleen door Hem die éénmaal de pers heeft getreden, door Hem die op Golgotha’s heuvel uitriep in de totale Godverlatenheid ‘Mijn God, Mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten’. Door Hem waartegen het zwaard van Gods toorn ontwaakt was (vgl. Zach. 13:7). Door Hem die nu aan uw hart klopt, ja u hartelijk nodigt ‘die dorst heeft die kome en neme het water des levens om niet’!
Als dat nu onze prediking was, zouden dan de jongerenavonden gedijen? Welnee, dan was de oorzaak weggenomen. We lazen van wijlen Ds. van der Poel dat hij eens tijdens een predikatie stilviel na de woorden ‘Jezus, zoete Jezus’, ja er werd toen gevoeld dat Christus aanwezig was in dat kerkgebouw. Dan kan de prediking in alle gebrek zijn, maar dan kan niet anders zijn dat we prediken ‘Geef mij Jezus of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven maar een eeuwig zielfsverderf’.
Het verwijt dat de kleinen geschopt wordt snijdt echt geen hout, immers de kleinen in de genade, juist die kleinen worden in alle liefde gewezen op de Christus der Schriften. Waar vinden we in Gods Woord dat onze prediking beschrijvend moet zijn, waar vinden we in de Schrift dat we juist die kleinen de Christus niet moeten prediken? Wat kan het hart toch opspringen van vreugde als we horen van Hem, ja als huppelende over de bergen! Natuurlijk hoeft dat niet altijd zo te zijn, maar nochtans is dat de opdracht!
Toch wil ik nog even verder gaan op het schoppen van de kleinen, want dat is nogal wat immers de Schrift zelf betuigt ‘indien gij één van deze kleinen ergert’. Maar was het ook Ds. Du Marchie van Voorthuysen niet die dit verwijt kreeg? Wat is de diepere gedachte die schuil gaat achter deze beschuldiging? Ik hoop dat het is, uit ware zorg voor de kleinen, ja diegenen die volgens de Schrift gevoed moeten worden met de ware onvervalste melk. Hoopt ik dat? Ja, dat hoop ik want anders is het een verschrikkelijk verwijt, immers dan leert men de onbewuste wedergeboorte of de veronderstelde bekering!
Wat is dat nu weer, hoor ik velen denken? Nou, die mensen leren dat Gods volk van eeuwigheid gerechtvaardigd is, en dat is nog waar ook! Maar en nu komt het, de rechtvaardigende daad op zich kan onbewust gebeuren, ja, ja onbewust alsof een vrouw onbewust kan baren! Op die onbewuste daad moet dan nog wel volgen de zogeheten vierschaarbeleving of te wel iets bijzonders,iets visionairs! Ik hoef niet te betuigen dat dit volstrekt in strijd is met onze vaderen (DL) maar ook zeker met Gods Woord. Ik hoef u niet te schrijven dat dit een hele gevaarlijke leer is! Immers als men onbewust gerechtvaardigd is, dan kan men uit de wereld getrokken zijn, men kan netjes gaan leven, men kan trouw ter kerke gaan, men kan een traantje plengen, ja dit alles kan, zonder dat de geloofsdaad heeft plaatsgehad zoals de Schrift dat heel duidelijk leert! Die geloofsdaad kan nog volgen, want men leert dat pas in Zondag 23 men dadelijk gerechtvaardigd is, dan heeft men, het liefst door een bijzondere openbaring, de zekerheid van het geloof. Beste mensen, de zekerheid van het geloof is hier altijd ten dele, veelal is de zekerheid van het geloof gehuld in het gewaad van de hoop wat biddende verkregen wordt (citaat de Reuver).
Je kan toch wel begrijpen dat deze mensen, deze tussenmensen, de bevindelijke of beschrijvende prediking heeft liefgekregen, immers daar horen ze kenmerken die ze soms ook wel op zichzelf kunnen toepassen!
Hoe deze leer is ontstaan weet ik niet, of beter gezegd kan ik alleen vermoeden. Volgens mij is de leer van de nu zalige Comrie steeds meer verkeerd begrepen en heeft men van de Comriaanse onderscheidigen ‘habitus’ en ‘actus’ een scheiding gemaakt. Comrie onderscheidde ze binnen het geloofsleven, tegenwoordig heeft men ze gescheiden!
Moet ik verder gaan om te schrijven dat men dan graag spreekt over ‘met schrik in de hemel vallen’? Immers als men niet heeft kunnen getuigen middels een vierschaarbeleving is men niet geheel zeker van de zaak, maar ja ook helaas is twijfel weer normatief geworden voor de echtheid van onze bekering. De twijfel van het pausdom aangaande de zekerheid van het geloof is weer teruggehaald.
Mensen, laat deze leer los! Ondanks dat er ook hieronder mensen zitten die genade kennen, ja die kinderen Gods zijn, geeft deze leer avondsmaalmijding en zorgt ervoor dat velen van Gods kinderen in het donker blijven. Ja, deze leer zorgt ervoor dat het licht niet meer schijnende is op de kandelaar, ook is men geen zoutend zout meer, immers over levende geloofsbrieven wil men niet meer spreken, dan ben je een zekere christen en dat is veel te hoog gegrepen! Hierover wil ik één advies geven, lees het boekje Leven met Christus van Mary Winslow!
Wat is dan wel de leer die naar Gods Woord is? Dat de mens in de geloofsdaad Christus omhelst in het gewaad van Zijn Woord. Immers de wedergeboorte, wat Gods werk is, wordt altijd gevolgd door de geloofsdaad van de mens (ook deze geloofsdaad is een geschonken daad van Gods kant). Dit geloof is wat onze Heidelberger zo kostelijk schrijft ‘een stellig weten of kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houd, wat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft, maar ook een vast vertrouwen, hetwelk de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is, uit louter genade, alleen om der verdienste van Christus wil.’ Is dit dan het geloof wat hoge christenen maakt? Welnee, ook dit geloof moet iedere keer weer als bedelaar met een lege hand naar de troon van Gods genade geoefend worden! Deze geloofsoefening gaat dwars tegen de mens in, immers op deze school van de Heilige Geest moet de mens iedere keer een klas terug want Gods Woord betuigt ‘Hij moet wassen en ik moet minder worden’. Dit is de ware geloofsoefening, dit is de praktijk van de dag. Dit doet ook die mens meezuchten met Paulus ‘het goede wat ik niet wil, dat doe ik’, maar dit geloof weet er ook van wat de bruid jubelt in het Hooglied ‘ik ben zwart, ja zwart van de zonde, maar lieflijk, ja lieflijk in Christus’.
Laten we dan niet strijden maar laten we bemoedigd zijn dat zovele jongeren in deze tijd nog plaats willen nemen onder dat Woord en laat ons gedachtig zijn aan de waarschuwing die Jezus onszelf gaf, nl. ‘Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden, en dan komt de oogst? Ziet, Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want zij zijn alrede wit om te oogsten.’ Weest dan bewogen over al die zielen die ook geschapen zijn voor een eindeloze eeuwigheid en vanuit die liefdevolle bewogenheid hun prediken ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.’
N. Donselaar
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Brilliant! Ik ben het er helemnaal mee eens, het is gebalanceerd en met liefde geschreven!
Ik denk dat het inderdaad heel belangrijk is dat er liefde in klinkt. We weten allemaal de reactie op Blaauwendraat, een van de redenen was de frustratie die er door klonk, en daar is niets mee gewonnen.
Ook de balance die er inzit is heel belangrijk, want al zeg je honderd keer dat je er vanuit gaat dat de andere kant bekend is, je wordt er beslist op 'gepakt'. Blauwendraat stelde ook duidelijk dat genade een gave was etc, en dat hij alleen de dingen wilde noemen waar onenigheid over was , maar toch werd hem verweten eenzijdig te zijn... Ik denk dus dat het heel wijs is dat je beide kanten genoemd hebt!
Wat ga je er mee doen? In RD zetten, of Saambinder...
Ik denk dat het inderdaad heel belangrijk is dat er liefde in klinkt. We weten allemaal de reactie op Blaauwendraat, een van de redenen was de frustratie die er door klonk, en daar is niets mee gewonnen.
Ook de balance die er inzit is heel belangrijk, want al zeg je honderd keer dat je er vanuit gaat dat de andere kant bekend is, je wordt er beslist op 'gepakt'. Blauwendraat stelde ook duidelijk dat genade een gave was etc, en dat hij alleen de dingen wilde noemen waar onenigheid over was , maar toch werd hem verweten eenzijdig te zijn... Ik denk dus dat het heel wijs is dat je beide kanten genoemd hebt!
Wat ga je er mee doen? In RD zetten, of Saambinder...

Beste ndonselaar,
Met veel waardering heb ik je brief gelezen, ook al ken ik de prediking binnen de (Oud) Gereformeerde Gemeenten te weinig om me volkomen te kunnen inleven in je hartekreet. Duidelijk komt je zorg naar voren over de prediking in bepaalde delen van deze kerkverbanden.
Je vroeg denk ik ook om een inhoudelijke reactie. Nu, die wil ik wel geven. Het heeft denk ik weinig zin om alles van england te herhalen, daar ben ik het ook mee eens. Voor een groot deel ben ik het met je eens. Voor een klein deel zal je misschien wel wat helderheid kunnen geven.
De dominees in de (O)GG gebruiken de 'traditionele' definitie van voorwerpelijk/onderwerpelijk. Deze definitie wil ik ook graag vasthouden en ben ik van mening dat de Christus gepreekt moet worden, maar niet minder hoe de Heilige Geest dat werk van Christus toepast in een mensenhart. Oftewel: Duidelijk moet gepreekt worden wat de bekering inhoudt, wat het ware geloof inhoudt, wat de Heilige Geest in de ziel doet wanneer Hij een mens bekeert.
De gevolgen zijn niet te overzien en zijn reeds merkbaar in de linkerflank van de Gereformeerde Bond wanneer het laatste niet (helder) meer gepreekt wordt. Dan is men gauw tevreden met een zelfgemaakt geloof waar men de Christus der Schriften meent te kennen, maar waar men nauwelijks wat afweet van wat het is om als een goddeloze gerechtvaardigd te worden en daar gaat het toch om. Ik pleit hier niet voor een bepaald soort prediking waar precies wordt beschreven hoe allen op dezelfde wijze bekeerd worden, want de praktijk van het leven laat wel blijken dat mensen op uiteenlopende wijzen bekeerd worden. Allen mogen ze echter getuigen van het wonder der genade aan hen bewezen. En men kan alleen spreken van een wonder der genade wanneer beleefd is hoe rampzalig het is om met een onverzoend God te doen te hebben en met een zware schuld gelopen te hebben die op het geweten drukt. Waarom is er hier binnen de linkerflank v/d geref. gezindte zoveel kritiek op (aan het komen)? Omdat men niet meer wil weten van een smalle weg, enge poort. Men wil een gemakkelijk christendom waarbij men zichzelf kan blijven, met de wereld kan meedoen. En als het saai wordt, wat ongetwijfeld het gevolg is wanneer men het wonder van de schuldbetalende Borg en een verzoend God niet meer beleeft, dan gaan we toch gewoon jeugddiensten, gezellige (kerst?)diensten organiseren, met het liefst zo'n makkelijk mogelijke preek van niet meer dan twintig minuten? Dat is wel een tendens die mij zeer, zeer angstig en bang maakt voor de toekomst.
Dan vraag ik mij af: Preken onze predikanten nog wel afsnijdend? Ze moeten de mens alle gronden ontnemen opdat ze op Christus terechtkomen. Alle zogenaamde beloften, kenmerkjes, toestandjes mogen weggevaagd worden, indien ze buiten Christus verkregen zijn.
Laat het Evangelie toch niet met de Wet vermengd worden, want dat is het ergste wat er is. Laat de Wet maar 100% uitkomen en het Evangelie ook 100%. Laat de Wet maar in de klem brengen, opdat mensen gevoelen dat ze ook daadwerkelijk in de klem zitten en gevangen zijn in eigen onmacht, alleen zo kan het Evangelie bevrijdend en vertroostend zijn. O, als er de aanwezigheid en de liefelijke nodiging van Christus in geproefd mag worden, dan mag het een onvergetelijke prediking zijn.
Je vroeg verder waar in de Bijbel staat dat de prediking ook beschrijvend moet zijn. Nu, leren we dat niet treffend in gelijkenis van de zaaier, of in de gelijkenis van de verloren zoon etc. Staat ons Woord niet vol met bekeringsgeschiedenissen?
Duidelijk is het dat de Bijbel kenmerken geeft die het ware geloof vergezellen. Door deze kenmerken wordt het ware geloof van het schijngeloof gescheiden. Daarom moet zeer schriftuurlijk de kenmerken gepreekt worden. Niet voor niets bestaat het boek: 'De Toetssteen van ware en valse genade' van T. v/d Groe. En 'Het Gekrookte Riet' van B. Smytegelt. Daar worden volop kenmerken gegeven met de bedoeling zwakgelovigen te troosten, en huichelaars te ontmaskeren. En ja, dat kan moeilijk zijn, om ZO te preken dat je zwakgelovigen bemoedigt en huichelaars ontmaskert.
Tenslotte nog een vraag:
Refojongere
[Veranderd op 31/10/02 door Refojongere]
Met veel waardering heb ik je brief gelezen, ook al ken ik de prediking binnen de (Oud) Gereformeerde Gemeenten te weinig om me volkomen te kunnen inleven in je hartekreet. Duidelijk komt je zorg naar voren over de prediking in bepaalde delen van deze kerkverbanden.
Je vroeg denk ik ook om een inhoudelijke reactie. Nu, die wil ik wel geven. Het heeft denk ik weinig zin om alles van england te herhalen, daar ben ik het ook mee eens. Voor een groot deel ben ik het met je eens. Voor een klein deel zal je misschien wel wat helderheid kunnen geven.
Hier moet je denk ik toch gaan oppassen, ndonselaar. Jij gebruikt hier een andere definitie van voorwerpelijk/onderwerpelijk. Natuurlijk preekt de dominee altijd voorwerpelijk en brengt de Geest alleen het zo in een mensenhart dat het onderwerpelijk wordt verstaan!Laten we nu maar stoppen met die beschrijvende christenprediking die door zovelen liefkozend genoemd wordt ‘bevindelijke of onderwerpelijke prediking’, want diegenen die dit bevindelijk noemen verstaan het onderscheid voorwerpelijk/onderwerpelijk niet! Bevinding is de ervaring van zijn volk zoals God dat in Zijn Woord heeft laten optekenen en zoals we bij de psalmen Gods volk in het hart kijken zo moet het ook zijn bij onze bevinding.
De dominees in de (O)GG gebruiken de 'traditionele' definitie van voorwerpelijk/onderwerpelijk. Deze definitie wil ik ook graag vasthouden en ben ik van mening dat de Christus gepreekt moet worden, maar niet minder hoe de Heilige Geest dat werk van Christus toepast in een mensenhart. Oftewel: Duidelijk moet gepreekt worden wat de bekering inhoudt, wat het ware geloof inhoudt, wat de Heilige Geest in de ziel doet wanneer Hij een mens bekeert.
De gevolgen zijn niet te overzien en zijn reeds merkbaar in de linkerflank van de Gereformeerde Bond wanneer het laatste niet (helder) meer gepreekt wordt. Dan is men gauw tevreden met een zelfgemaakt geloof waar men de Christus der Schriften meent te kennen, maar waar men nauwelijks wat afweet van wat het is om als een goddeloze gerechtvaardigd te worden en daar gaat het toch om. Ik pleit hier niet voor een bepaald soort prediking waar precies wordt beschreven hoe allen op dezelfde wijze bekeerd worden, want de praktijk van het leven laat wel blijken dat mensen op uiteenlopende wijzen bekeerd worden. Allen mogen ze echter getuigen van het wonder der genade aan hen bewezen. En men kan alleen spreken van een wonder der genade wanneer beleefd is hoe rampzalig het is om met een onverzoend God te doen te hebben en met een zware schuld gelopen te hebben die op het geweten drukt. Waarom is er hier binnen de linkerflank v/d geref. gezindte zoveel kritiek op (aan het komen)? Omdat men niet meer wil weten van een smalle weg, enge poort. Men wil een gemakkelijk christendom waarbij men zichzelf kan blijven, met de wereld kan meedoen. En als het saai wordt, wat ongetwijfeld het gevolg is wanneer men het wonder van de schuldbetalende Borg en een verzoend God niet meer beleeft, dan gaan we toch gewoon jeugddiensten, gezellige (kerst?)diensten organiseren, met het liefst zo'n makkelijk mogelijke preek van niet meer dan twintig minuten? Dat is wel een tendens die mij zeer, zeer angstig en bang maakt voor de toekomst.
Zeker is het dat je hier een punt hebt, die voor mij moeilijk te herkennen is, maar zeker wel te begrijpen is. Men bouwt zichzelf op, buiten de Christus Die de uiterste Hoeksteen is. Maar Hij wordt door de bouwlieden verworpen, die zichzelf liever willen opbouwen met kenmerken.Want waarom hoort men toch zo graag die bevindelijke of onderwerpelijke prediking? Is dan om zichzelf op te bouwen in een staat die wijlen Ds. van der Groe verfoeide? Wil men zich dan toch bouwen op grond van enige kenmerken? Weet men dan niet dat Gods Woord ons leert dat de enige grond van zaligheid ligt in Jezus Christus alleen?
Dan vraag ik mij af: Preken onze predikanten nog wel afsnijdend? Ze moeten de mens alle gronden ontnemen opdat ze op Christus terechtkomen. Alle zogenaamde beloften, kenmerkjes, toestandjes mogen weggevaagd worden, indien ze buiten Christus verkregen zijn.
Laat het Evangelie toch niet met de Wet vermengd worden, want dat is het ergste wat er is. Laat de Wet maar 100% uitkomen en het Evangelie ook 100%. Laat de Wet maar in de klem brengen, opdat mensen gevoelen dat ze ook daadwerkelijk in de klem zitten en gevangen zijn in eigen onmacht, alleen zo kan het Evangelie bevrijdend en vertroostend zijn. O, als er de aanwezigheid en de liefelijke nodiging van Christus in geproefd mag worden, dan mag het een onvergetelijke prediking zijn.
Je vroeg verder waar in de Bijbel staat dat de prediking ook beschrijvend moet zijn. Nu, leren we dat niet treffend in gelijkenis van de zaaier, of in de gelijkenis van de verloren zoon etc. Staat ons Woord niet vol met bekeringsgeschiedenissen?
Dus uit angst voor misbruik maar geen kenmerken prediken? Ook dit lijkt mij geen goede zaak. Anders zou ik ook kunnen pleiten voor een verkrampt aanbod der genade, dat zou ook onbijbels en ten diepste bekrompener prediken dan de Zaligmaker deed.Je kan toch wel begrijpen dat deze mensen, deze tussenmensen, de bevindelijke of beschrijvende prediking heeft liefgekregen, immers daar horen ze kenmerken die ze soms ook wel op zichzelf kunnen toepassen!
Duidelijk is het dat de Bijbel kenmerken geeft die het ware geloof vergezellen. Door deze kenmerken wordt het ware geloof van het schijngeloof gescheiden. Daarom moet zeer schriftuurlijk de kenmerken gepreekt worden. Niet voor niets bestaat het boek: 'De Toetssteen van ware en valse genade' van T. v/d Groe. En 'Het Gekrookte Riet' van B. Smytegelt. Daar worden volop kenmerken gegeven met de bedoeling zwakgelovigen te troosten, en huichelaars te ontmaskeren. En ja, dat kan moeilijk zijn, om ZO te preken dat je zwakgelovigen bemoedigt en huichelaars ontmaskert.
Tenslotte nog een vraag:
Ik heb dat nooit zo gesnapt waarom Comrie een onderscheid maakte tussen de habitus en de actus. Waarom deed hij dat? Zou je dat kunnen uitleggen?Volgens mij is de leer van de nu zalige Comrie steeds meer verkeerd begrepen en heeft men van de Comriaanse onderscheidigen ‘habitus’ en ‘actus’ een scheiding gemaakt. Comrie onderscheidde ze binnen het geloofsleven, tegenwoordig heeft men ze gescheiden!
Refojongere
[Veranderd op 31/10/02 door Refojongere]
ndonselaar,
Lijkt mij helder verhaal, recht uit het hart, evenwichtig in het noemen van wat wel en niet klopt. Ik kan er achter staan. We hebben hier eerder ook al eens gesproken over de twijfel, . . . helaas is twijfel weer normatief geworden voor de echtheid van onze bekering, terecht dat je dat hier ook noemt. De ware bekering kent de zwakke momenten natuurlijk wel maar daarmee eindig je ook deze brief, dit geloof moet iedere keer weer als bedelaar met een lege hand naar de troon van Gods genade.
Waar ga je deze brief naar toe sturen, of heb je gestuurd? Ik denk dat je er rekening mee moet houden dat er zijn die dit verhaal verkeerd uitleggen. In gedachten hoor ik al: ja, ja, je moet maar geloven zeker, Gods échte volk leert het wel anders . . . 't Is droevig eigenlijk maar ik ben echt bang dat je dat soort reakties gaat krijgen als je dit plaatst in (O)GGiN-kringen. Laat dat je er niet van weerhouden dit te plaatsen als je dat van plan bent. Er zijn er ook die wel deze lijn willen vasthouden. Ja, vasthouden, want ik ben ervan overtuigd dat dit de lijn is die in het verleden (zie ook NGB en DL) in Nederland door onze vaderen werd gevolgd.
groeten,
limosa
Oh ja, in de 7de regel van onderen staat een citaat van Paulus 'het goede wat ik niet wil, dat doe ik' maar dat zal wel moeten zijn: 'het goede dat ik wil, doe ik niet' of het kwade dat ik niet wil, dat doe ik?
Lijkt mij helder verhaal, recht uit het hart, evenwichtig in het noemen van wat wel en niet klopt. Ik kan er achter staan. We hebben hier eerder ook al eens gesproken over de twijfel, . . . helaas is twijfel weer normatief geworden voor de echtheid van onze bekering, terecht dat je dat hier ook noemt. De ware bekering kent de zwakke momenten natuurlijk wel maar daarmee eindig je ook deze brief, dit geloof moet iedere keer weer als bedelaar met een lege hand naar de troon van Gods genade.
Waar ga je deze brief naar toe sturen, of heb je gestuurd? Ik denk dat je er rekening mee moet houden dat er zijn die dit verhaal verkeerd uitleggen. In gedachten hoor ik al: ja, ja, je moet maar geloven zeker, Gods échte volk leert het wel anders . . . 't Is droevig eigenlijk maar ik ben echt bang dat je dat soort reakties gaat krijgen als je dit plaatst in (O)GGiN-kringen. Laat dat je er niet van weerhouden dit te plaatsen als je dat van plan bent. Er zijn er ook die wel deze lijn willen vasthouden. Ja, vasthouden, want ik ben ervan overtuigd dat dit de lijn is die in het verleden (zie ook NGB en DL) in Nederland door onze vaderen werd gevolgd.
groeten,
limosa
Oh ja, in de 7de regel van onderen staat een citaat van Paulus 'het goede wat ik niet wil, dat doe ik' maar dat zal wel moeten zijn: 'het goede dat ik wil, doe ik niet' of het kwade dat ik niet wil, dat doe ik?
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Deze onderstaande reactie is op een citaat uit mijn ‘open brief’ waarin ik inga op het onderscheid bevindelijk/onderwerpelijk. Ik meen dat in veel gemeenten het onderscheid voorwerpelijk/onderwerpelijk niet meer recht wordt verstaan. Tot zover in het kort mijn aanhaling. Hierop reageert RJ:Hier moet je denk ik toch gaan oppassen, ndonselaar. Jij gebruikt hier een andere definitie van voorwerpelijk/onderwerpelijk. Natuurlijk preekt de dominee altijd voorwerpelijk en brengt de Geest alleen het zo in een mensenhart dat het onderwerpelijk wordt verstaan!
De dominees in de (O)GG gebruiken de 'traditionele' definitie van voorwerpelijk/onderwerpelijk. Deze definitie wil ik ook graag vasthouden en ben ik van mening dat de Christus gepreekt moet worden, maar niet minder hoe de Heilige Geest dat werk van Christus toepast in een mensenhart. Oftewel: Duidelijk moet gepreekt worden wat de bekering inhoudt, wat het ware geloof inhoudt, wat de Heilige Geest in de ziel doet wanneer Hij een mens bekeert. [/i]
Hierop wil toch even reageren RJ. Ik ben zeker niet tegen kenmerken, maar dan alleen geloofskenmerken. Dus wat Paulus schreef aan de Romeinen ‘Want indien wij met Hem een plant geworden zijn in de gelijkmaking Zijns doods, zo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding;. Dus zijn we door het geloof in Christus Jezus? Wat jij noemt ‘wat de Heilige Geest doet’ is al heel subjectief en dit noemde Luther Gods ‘vreemde werk’. Wat ik wil zeggen is dat Gods Woord zegt dat de Geest ‘overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel’. Dit doet Gods Geest gebruikelijk door de prediking van de Wet/Woord. Immers door de Wet is de zonde weder levend geworden. Dus we mogen wel in de prediking onze zonden aanwijzen, maar beschrijven hoe Gods Geest werkt is mij te subjectief. Als God een zondaar overtuigt dan kan en mag aan zo’n zondaar alleen de Christus gepredikt te worden. Ook voor de ware gelovige kan Christus alleen de troost bieden. Wel moet er ruimte blijven voor een prediking die ons leert wat God zijn volk doet ondervinden (Psalmen), maar alleen vanuit het ene kenmerk, nl. geloofskenmerk.
Je vervolgt dan ‘De gevolgen zijn niet te overzien en zijn reeds merkbaar in de linkerflank van de Gereformeerde Bond wanneer het laatste niet (helder) meer gepreekt wordt. Dan is men gauw tevreden met een zelfgemaakt geloof waar men de Christus der Schriften meent te kennen, maar waar men nauwelijks wat afweet van wat het is om als een goddeloze gerechtvaardigd te worden en daar gaat het toch om. Ik pleit hier niet voor een bepaald soort prediking waar precies wordt beschreven hoe allen op dezelfde wijze bekeerd worden, want de praktijk van het leven laat wel blijken dat mensen op uiteenlopende wijzen bekeerd worden. Allen mogen ze echter getuigen van het wonder der genade aan hen bewezen. En men kan alleen spreken van een wonder der genade wanneer beleefd is hoe rampzalig het is om met een onverzoend God te doen te hebben en met een zware schuld gelopen te hebben die op het geweten drukt. Waarom is er hier binnen de linkerflank v/d geref. gezindte zoveel kritiek op (aan het komen)? Omdat men niet meer wil weten van een smalle weg, enge poort. Men wil een gemakkelijk christendom waarbij men zichzelf kan blijven, met de wereld kan meedoen. En als het saai wordt, wat ongetwijfeld het gevolg is wanneer men het wonder van de schuldbetalende Borg en een verzoend God niet meer beleeft, dan gaan we toch gewoon jeugddiensten, gezellige (kerst?)diensten organiseren, met het liefst zo'n makkelijk mogelijke preek van niet meer dan twintig minuten? Dat is wel een tendens die mij zeer, zeer angstig en bang maakt voor de toekomst.
Dat jouw dat beangstigt RJ is volkomen terecht, want hoe zullen wij Gode dankbaar kunnen zijn indien wij niet weten waarvan wij gerechtvaardigd zijn. Het is zeker zo dat alleen de goddeloze gerechtvaardigd wordt. Daarom moet zoals ik eerder schreef de prediking zijn Wet en Evangelie. Toch laat ook dit argument geen ruimte voor een beschrijvende prediking, en trouwens RJ we komen ze ook niet tegen in de prediking rondom de Reformatie.
Je vroeg verder waar in de Bijbel staat dat de prediking ook beschrijvend moet zijn. Nu, leren we dat niet treffend in gelijkenis van de zaaier, of in de gelijkenis van de verloren zoon etc. Staat ons Woord niet vol met bekeringsgeschiedenissen?
Deze beschrijvingen keur ik ook niet af RJ, het is immers Gods Woord. Wel dienen we juist de gelijkenissen te onderscheiden in hun bedoelingen. Je noemde zelf de gelijkenis van de verloren zoon. Deze gelijkenis staat in de trits ‘verloren schaap’ ‘verloren penning’ en ‘verloren zoon’. In de eerste gelijkenis staat het werk van God de Zoon centraal in de tweede het werk van God de Heilige Geest en in de derde het werk van God de Vader.
Vervolgens ga je nog even in op de kenmerken. Dat mag en je herhaalt eigenlijk hier mijn eigen bedoeling van hierboven, nl. dat alleen geloofskenmerken kenmerken zijn. Daarom schreef ik ook ‘er is geen toeleidende weg tot Christus’. Jij bedoelt de kenmerken ook zoals ze behoren te zijn. Er zijn er ook die kenmerken willen prediken voor het geloof en dat gaat lijnrecht tegen de Schrift in.
Dan je vraag over Comrie. Deze zal ik vanavond proberen te beantwoorden.
Groeten,
De dominees in de (O)GG gebruiken de 'traditionele' definitie van voorwerpelijk/onderwerpelijk. Deze definitie wil ik ook graag vasthouden en ben ik van mening dat de Christus gepreekt moet worden, maar niet minder hoe de Heilige Geest dat werk van Christus toepast in een mensenhart. Oftewel: Duidelijk moet gepreekt worden wat de bekering inhoudt, wat het ware geloof inhoudt, wat de Heilige Geest in de ziel doet wanneer Hij een mens bekeert. [/i]
Hierop wil toch even reageren RJ. Ik ben zeker niet tegen kenmerken, maar dan alleen geloofskenmerken. Dus wat Paulus schreef aan de Romeinen ‘Want indien wij met Hem een plant geworden zijn in de gelijkmaking Zijns doods, zo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding;. Dus zijn we door het geloof in Christus Jezus? Wat jij noemt ‘wat de Heilige Geest doet’ is al heel subjectief en dit noemde Luther Gods ‘vreemde werk’. Wat ik wil zeggen is dat Gods Woord zegt dat de Geest ‘overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel’. Dit doet Gods Geest gebruikelijk door de prediking van de Wet/Woord. Immers door de Wet is de zonde weder levend geworden. Dus we mogen wel in de prediking onze zonden aanwijzen, maar beschrijven hoe Gods Geest werkt is mij te subjectief. Als God een zondaar overtuigt dan kan en mag aan zo’n zondaar alleen de Christus gepredikt te worden. Ook voor de ware gelovige kan Christus alleen de troost bieden. Wel moet er ruimte blijven voor een prediking die ons leert wat God zijn volk doet ondervinden (Psalmen), maar alleen vanuit het ene kenmerk, nl. geloofskenmerk.
Je vervolgt dan ‘De gevolgen zijn niet te overzien en zijn reeds merkbaar in de linkerflank van de Gereformeerde Bond wanneer het laatste niet (helder) meer gepreekt wordt. Dan is men gauw tevreden met een zelfgemaakt geloof waar men de Christus der Schriften meent te kennen, maar waar men nauwelijks wat afweet van wat het is om als een goddeloze gerechtvaardigd te worden en daar gaat het toch om. Ik pleit hier niet voor een bepaald soort prediking waar precies wordt beschreven hoe allen op dezelfde wijze bekeerd worden, want de praktijk van het leven laat wel blijken dat mensen op uiteenlopende wijzen bekeerd worden. Allen mogen ze echter getuigen van het wonder der genade aan hen bewezen. En men kan alleen spreken van een wonder der genade wanneer beleefd is hoe rampzalig het is om met een onverzoend God te doen te hebben en met een zware schuld gelopen te hebben die op het geweten drukt. Waarom is er hier binnen de linkerflank v/d geref. gezindte zoveel kritiek op (aan het komen)? Omdat men niet meer wil weten van een smalle weg, enge poort. Men wil een gemakkelijk christendom waarbij men zichzelf kan blijven, met de wereld kan meedoen. En als het saai wordt, wat ongetwijfeld het gevolg is wanneer men het wonder van de schuldbetalende Borg en een verzoend God niet meer beleeft, dan gaan we toch gewoon jeugddiensten, gezellige (kerst?)diensten organiseren, met het liefst zo'n makkelijk mogelijke preek van niet meer dan twintig minuten? Dat is wel een tendens die mij zeer, zeer angstig en bang maakt voor de toekomst.
Dat jouw dat beangstigt RJ is volkomen terecht, want hoe zullen wij Gode dankbaar kunnen zijn indien wij niet weten waarvan wij gerechtvaardigd zijn. Het is zeker zo dat alleen de goddeloze gerechtvaardigd wordt. Daarom moet zoals ik eerder schreef de prediking zijn Wet en Evangelie. Toch laat ook dit argument geen ruimte voor een beschrijvende prediking, en trouwens RJ we komen ze ook niet tegen in de prediking rondom de Reformatie.
Je vroeg verder waar in de Bijbel staat dat de prediking ook beschrijvend moet zijn. Nu, leren we dat niet treffend in gelijkenis van de zaaier, of in de gelijkenis van de verloren zoon etc. Staat ons Woord niet vol met bekeringsgeschiedenissen?
Deze beschrijvingen keur ik ook niet af RJ, het is immers Gods Woord. Wel dienen we juist de gelijkenissen te onderscheiden in hun bedoelingen. Je noemde zelf de gelijkenis van de verloren zoon. Deze gelijkenis staat in de trits ‘verloren schaap’ ‘verloren penning’ en ‘verloren zoon’. In de eerste gelijkenis staat het werk van God de Zoon centraal in de tweede het werk van God de Heilige Geest en in de derde het werk van God de Vader.
Vervolgens ga je nog even in op de kenmerken. Dat mag en je herhaalt eigenlijk hier mijn eigen bedoeling van hierboven, nl. dat alleen geloofskenmerken kenmerken zijn. Daarom schreef ik ook ‘er is geen toeleidende weg tot Christus’. Jij bedoelt de kenmerken ook zoals ze behoren te zijn. Er zijn er ook die kenmerken willen prediken voor het geloof en dat gaat lijnrecht tegen de Schrift in.
Dan je vraag over Comrie. Deze zal ik vanavond proberen te beantwoorden.
Groeten,
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Goed, oke, je schrijft de bevindelijke prediking niet helemaal af, maar je houdt het beperkt tot het beschrijven van wat Gods volk ondervindt en beleeft. In de "40 stellinge-discussie" heb ik reeds gezegd dat de oudvaders veel aandacht besteden aan de weg tot Christus. Men gelooft immers nooit zomaar ineens. Ook beschrijven zij de weg tot Christus, en het werk van de Heilige Geest wanneer Hij trekt. Dit is in tegenspraak met jouw uitspraak dat we een beschrijvend element in de prediking in de Reformatie niet tegenkomen.Dus we mogen wel in de prediking onze zonden aanwijzen, maar beschrijven hoe Gods Geest werkt is mij te subjectief. Als God een zondaar overtuigt dan kan en mag aan zo’n zondaar alleen de Christus gepredikt te worden. Ook voor de ware gelovige kan Christus alleen de troost bieden. Wel moet er ruimte blijven voor een prediking die ons leert wat God zijn volk doet ondervinden (Psalmen), maar alleen vanuit het ene kenmerk, nl. geloofskenmerk.
Jij zegt in feite: Preek nu maar Wet en Evangelie, maar ga niet preken wat de Heilige Geest allemaal doet, dat hoeven we niet te weten.
Wij moeten dat wel verkondigen. Het is niet vaag wat de Heilige Geest doet, noch subjectief. Juist wat jij zegt: Hij overtuigt, Hij vernedert, Hij maakt van een hoogmoedig een ootmoedig mens, Hij verbreekt harten en bereidt ze te voor het ontvangen van genade, Hij doet ze de schuld beleven, Hij doet ze het vonnis Gods toestemmen: Ik ben Uw gramschap dubbel waardig, Hij maakt een begeerte tot Jezus, Hij openbaart Jezus in al Zijn gepastheid en volheid en liefelijkheid en gewilligheid.
Nogmaals, duidelijk moet klinken wat de bekering en het ware geloof inhoudt en in welke weg dit geloof verkregen wordt. Dat zijn geen opstapjes tot het geloof, maar enkel en alleen de weg die God gaat met Zijn volk. Allen leren de ellende kennen, allen leren buigen onder Gods recht, allen leren geloven in Christus. Al deze zaken worden bij de een op een andere wijze verkregen dan bij de ander. Maar ze WORDEN gevonden. Duidelijk moet aan de hand van kenmerken helder worden gemaakt wat het geloven in Christus inhoudt in het bevindelijke leven.
Ds. W. Pieters schreef in de Catechisant een stukje over de kenmerken van een bekommerde en begeert zo zielen tot Christus te leiden. Hij verklaart ook deze zielen:
“Eerst het kruid, daarna de aar, daarna het volle koren in de aarâ€
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Ik schreef dus: Dus we mogen wel in de prediking onze zonden aanwijzen, maar beschrijven hoe Gods Geest werkt is mij te subjectief, maar ik schreef er tussen Als God een zondaar overtuigt dan kan en mag aan zo’n zondaar alleen de Christus gepredikt te worden. Ook voor de ware gelovige kan Christus alleen de troost bieden. Wel moet er ruimte blijven voor een prediking die ons leert wat God zijn volk doet ondervinden (Psalmen), maar alleen vanuit het ene kenmerk, nl. geloofskenmerk.
Hierop schrijft Voorbijganger:
Een heel subtiele verschuiving. Geen prediking hoe Gods geest werkt. Wel een prediking over het resultaat van het Goddelijk optreden. Dat zijn feiten geworden. Geschiedenis. Zou die het antwoord geven op het wel en wee van de ervaring op dit moment?
Nog een keer Voorbijganger, al wordt ik soms wel een klein beetje moedeloos van alle vooroordelen die je iedere keer weer tegenkomt. Als ik spreek over het gevaarlijke subjectivisme bedoel ik de beschrijving voor de geloofsomhelzing met Christus. Hoe het leven van een christen is die genade heeft ontvangen, dat leven mag zeker gepredikt worden, dat doen toch de Psalmen, de brieven van Paulus ook?
Je aanhaling ken ik niet, voordat ik hier op reageer weet ik graag de schrijver en eigenlijk wil ik net als bij de stellingen afspreken dat we elkaar bevragen op grond van Gods Woord.
Groeten,
Hierop schrijft Voorbijganger:
Een heel subtiele verschuiving. Geen prediking hoe Gods geest werkt. Wel een prediking over het resultaat van het Goddelijk optreden. Dat zijn feiten geworden. Geschiedenis. Zou die het antwoord geven op het wel en wee van de ervaring op dit moment?
Nog een keer Voorbijganger, al wordt ik soms wel een klein beetje moedeloos van alle vooroordelen die je iedere keer weer tegenkomt. Als ik spreek over het gevaarlijke subjectivisme bedoel ik de beschrijving voor de geloofsomhelzing met Christus. Hoe het leven van een christen is die genade heeft ontvangen, dat leven mag zeker gepredikt worden, dat doen toch de Psalmen, de brieven van Paulus ook?
Je aanhaling ken ik niet, voordat ik hier op reageer weet ik graag de schrijver en eigenlijk wil ik net als bij de stellingen afspreken dat we elkaar bevragen op grond van Gods Woord.
Groeten,
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Bij de opmerking van RJ moest ik even lachen, niet om je antwoord, hoor!
Ik hoorde ooit iemand zeggen in een discussie dat Ruth nog niet bekeerd was op de dorsvloer, want ze was nog niet gelost in de poort....
Ik ben het wel een heel erg klein beetje met RJ eens, maar kan ook heel erg goed ndonselaar begrijpen. Ging Paulus aan iedereen uitleggen hoe het voelde om verblind te worden, zodat ze allemaal naar dat zelfde gevoel uit konden kijken? Ging de stokbewaarder iedereen aansporen om toch vooral zoveel zondekennis te hebben dat men op het punt staat om zelfmoord te plegen, want dan kan het pas...? Toch zijn er wel wat mensen die ik ken die vinden dat je pas genoeg overtuiging hebt als jeop het punt staat op dat te doen...
Bepaalde uitdrukkingen geven het idee dat men AAAAAL zijn zonden moet kennen, zoals de 'schuldbrief thuiskrijgen', wat dat dan ook mag wezen... Het gevolg is wle dat men maar afwacht tot God die brief stuurt...want eerder kun je niets doen, ja, je moet er maar veel om vragen, wie weet, de Heere mocht het nog eens doen...
Gevaar is dus dat men 1 weg beschrijft, terwijl er duizenden wegen zijn... Dus je kunt niet een soort stappen plan uitwerken, en zeggen dat als je dit maar voelt...nou, dan ben je er bijijijijna... Nog even bidden, dan zal God je wel horen, want dat gebeurde bij al die anderen ook...
Ik hoorde ooit iemand zeggen in een discussie dat Ruth nog niet bekeerd was op de dorsvloer, want ze was nog niet gelost in de poort....
Ik ben het wel een heel erg klein beetje met RJ eens, maar kan ook heel erg goed ndonselaar begrijpen. Ging Paulus aan iedereen uitleggen hoe het voelde om verblind te worden, zodat ze allemaal naar dat zelfde gevoel uit konden kijken? Ging de stokbewaarder iedereen aansporen om toch vooral zoveel zondekennis te hebben dat men op het punt staat om zelfmoord te plegen, want dan kan het pas...? Toch zijn er wel wat mensen die ik ken die vinden dat je pas genoeg overtuiging hebt als jeop het punt staat op dat te doen...
Bepaalde uitdrukkingen geven het idee dat men AAAAAL zijn zonden moet kennen, zoals de 'schuldbrief thuiskrijgen', wat dat dan ook mag wezen... Het gevolg is wle dat men maar afwacht tot God die brief stuurt...want eerder kun je niets doen, ja, je moet er maar veel om vragen, wie weet, de Heere mocht het nog eens doen...
Gevaar is dus dat men 1 weg beschrijft, terwijl er duizenden wegen zijn... Dus je kunt niet een soort stappen plan uitwerken, en zeggen dat als je dit maar voelt...nou, dan ben je er bijijijijna... Nog even bidden, dan zal God je wel horen, want dat gebeurde bij al die anderen ook...
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Ik haalde verder de gelijkenissen aan om te laten zien dat in de Bijbel ook beschreven staat hoe mensen bekeerd worden: de verloren zoon, Paulus, Stokbewaarder.
Ja, zeg je, maar dat gaat alleen om het werk van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Toch wordt er ook beschreven hoe een mens verzoend wordt met God en kunnen we zaken toepassen op ons leven. Je kunt niet ontkennen dat daar beschreven wordt hoe een mens bekeerd wordt in de praktijk van het leven. Ook dat dient terug te komen in de prediking, want de mens mag niet wegkomen met een 'eigen' bekering, maar met een bekering door God tot God, waarbij een mens tot op het diepst vernederd wordt en alle grond verliest, en Christus op het hoogst verheerlijkt wordt.
Beste RJ, het onderscheid in het werk van de drie Personen was bij de gelijkenis van de verloren zoon/schaap/penning. Andere voorbeelden tonen ons aan dat God onderscheiden werkt.
Er zijn er ook die kenmerken willen prediken voor het geloof en dat gaat lijnrecht tegen de Schrift in. (citaat ND)
Juist niet, want in de Schrift kom je duidelijk kenmerken tegen van de trekkingen van Gods Geest in een mensenleven. Duidelijk wordt telkens weer dat een mens door Gods Geest naar God weer gaat vragen. Zie ook het gequote stukje van ds. Pieters, daar worden ook kenmerken gegeven van de trekkingen des Geestes.
Als God een mens overtuigt dan rest haar of hem maar één weg en dat is naar de vrijstad! Een doorstoken mens beziet niet zijn ellende of zijn wonde nee die richt zijn blik alleen naar de vrijstad. Voort! Voort! Hij is dodelijk verwond en hijgt naar de Vrijstad. Daarom prediking van Wet en Evangelie.
Ja, zeg je, maar dat gaat alleen om het werk van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Toch wordt er ook beschreven hoe een mens verzoend wordt met God en kunnen we zaken toepassen op ons leven. Je kunt niet ontkennen dat daar beschreven wordt hoe een mens bekeerd wordt in de praktijk van het leven. Ook dat dient terug te komen in de prediking, want de mens mag niet wegkomen met een 'eigen' bekering, maar met een bekering door God tot God, waarbij een mens tot op het diepst vernederd wordt en alle grond verliest, en Christus op het hoogst verheerlijkt wordt.
Beste RJ, het onderscheid in het werk van de drie Personen was bij de gelijkenis van de verloren zoon/schaap/penning. Andere voorbeelden tonen ons aan dat God onderscheiden werkt.
Er zijn er ook die kenmerken willen prediken voor het geloof en dat gaat lijnrecht tegen de Schrift in. (citaat ND)
Juist niet, want in de Schrift kom je duidelijk kenmerken tegen van de trekkingen van Gods Geest in een mensenleven. Duidelijk wordt telkens weer dat een mens door Gods Geest naar God weer gaat vragen. Zie ook het gequote stukje van ds. Pieters, daar worden ook kenmerken gegeven van de trekkingen des Geestes.
Als God een mens overtuigt dan rest haar of hem maar één weg en dat is naar de vrijstad! Een doorstoken mens beziet niet zijn ellende of zijn wonde nee die richt zijn blik alleen naar de vrijstad. Voort! Voort! Hij is dodelijk verwond en hijgt naar de Vrijstad. Daarom prediking van Wet en Evangelie.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Beste ndonselaar,
Ik moet zeggen dat ik er zeer mee instem wat voorbijganger schreef. Het onderwerpelijke, de beschrijving is zeker nodig om zielen te leiden. Hun ziel moet toch 'verklaard' worden om zodoende geholpen te worden. "Je moet geloven in Christus", daar weet een ieder van, maar nu? Hoe gaat dat nu concreet? Ben je bekommerd, maar wat is dan een waar bekommerde? Hoe behoren we die te troosten en voort te leiden?
Ja, ik vond voorbijganger's stukje zeer treffend en eigenlijk veel beter dan mijn 'verdediging' van de onderwerpelijke prediking.
Ik moet zeggen dat ik er zeer mee instem wat voorbijganger schreef. Het onderwerpelijke, de beschrijving is zeker nodig om zielen te leiden. Hun ziel moet toch 'verklaard' worden om zodoende geholpen te worden. "Je moet geloven in Christus", daar weet een ieder van, maar nu? Hoe gaat dat nu concreet? Ben je bekommerd, maar wat is dan een waar bekommerde? Hoe behoren we die te troosten en voort te leiden?
Ja, ik vond voorbijganger's stukje zeer treffend en eigenlijk veel beter dan mijn 'verdediging' van de onderwerpelijke prediking.
Beste Niek,
Ik waardeer je open brief en sta er ook achter. Met jou word ik ook vaak erg moe van die opmerkingen die wat je zegt uit zijn verband rukken en eenzijdig belichten. Of als je één ding niet of met wat minder woorden hebt gezegd, je dan gelijk 'vijandig' daartegenover staat. Zo werd onlangs iemand beschuldigd van vijandschap tegen de uitverkiezing, drie formulieren en het welbehagen van God, omdat die persoon zijn zorgen over de prediking binnen de GG had geuit en zich niet over de uitverkiezing had uitgelaten.
Zo zijn dus ook de jongerenavonden van allerlei zaken beschuldigd, op grond van onvolledige studie en eenzijdig citeren.
RJ doet ook al een poging daartoe (let wel: ik waardeer je, RJ) door je laatste opmerking. Hij benadrukt wel erg eenzijdig datgene wat je schreef.
Ik denk weleens dat we beter kunnen stoppen met zorgen te uiten tegen een extreme kenmerken prediking, waar Christus nauwelijks aan bod komt. Het is al zovaak gebeurd en er verandert geen moer.....
Ik waardeer je open brief en sta er ook achter. Met jou word ik ook vaak erg moe van die opmerkingen die wat je zegt uit zijn verband rukken en eenzijdig belichten. Of als je één ding niet of met wat minder woorden hebt gezegd, je dan gelijk 'vijandig' daartegenover staat. Zo werd onlangs iemand beschuldigd van vijandschap tegen de uitverkiezing, drie formulieren en het welbehagen van God, omdat die persoon zijn zorgen over de prediking binnen de GG had geuit en zich niet over de uitverkiezing had uitgelaten.
Zo zijn dus ook de jongerenavonden van allerlei zaken beschuldigd, op grond van onvolledige studie en eenzijdig citeren.
RJ doet ook al een poging daartoe (let wel: ik waardeer je, RJ) door je laatste opmerking. Hij benadrukt wel erg eenzijdig datgene wat je schreef.
Ik denk weleens dat we beter kunnen stoppen met zorgen te uiten tegen een extreme kenmerken prediking, waar Christus nauwelijks aan bod komt. Het is al zovaak gebeurd en er verandert geen moer.....
De Gereformeerde Gemeenten worden beschuldigt van afwijken van de gereformeerde leer (niet voor niets zijn de jongerenavonden tevoorschijn geroepen!!!). Maar ook de jongerenavonden wordt verweten dat ze afwijken van de gereformeerde leer (niet voor niets de scherpe artikeltjes en het artikel van ds. A. Kort dat ik te lezen heb gekregen ging ook al beginnen met motivaties van de organisatoren (die zouden zich willen afkeren van de geref. leer), daar kan ik niks mee beginnen en hecht daar geen waarde aan.Zo zijn dus ook de jongerenavonden van allerlei zaken beschuldigd, op grond van onvolledige studie en eenzijdig citeren.
Alleen, in sommige gemeenten binnen de Gereformeerde Gemeenten hebben voor een deel (als ik alle geluiden moet geloven) het kind met het badwater weggegooid door een verkrampt of zelfs voorwaardelijk aanbod der genade te prediken uit angst voor oppervlakkig geloof (ja, en daartoe behoort de kenmerkenprediking, de beschrijvende prediking, standjes en toestandjes en trappen en wat dies meer zij).
Aan de kant van de jongerenavonden (wat ik net zo waardeer als het kerkverband der Geref. Gemeenten) en zeker proef ik daar ook wat van bij jou Lecram en bij ndonselaar, wordt door het afzetten tegen de prediking van het "verkrampte aanbod der genade" weer voor een deel het kind met het badwater weggegooid.
Kenmerkenprediking: Bah
Onderwerpelijke prediking: onbetrouwbaar, subjectief, niet nodig
Ellendekennis voor verlossingskennis: Wie zegt dat dat altijd zo is?
Tegen deze geluiden verzet ik me eenvoudigweg, omdat ik van betrouwbare predikanten anders hoor en ook in de HC anders hoor en ik persoonlijk het waardevolle ervan ervaren mag in mijn leven!
Beste ndonselaar,
Ik hoop dat er van jouw kant nog wat meer reactie mag komen op mijn stukje van 1/11/02 16:03 uur. Ook zie ik uit naar je uitleg van Comrie's onderscheiding tussen de hebbelijkheid van het geloof en de beoefening. En waartoe dit onderscheid?
"Beste RJ, het onderscheid in het werk van de drie Personen was bij de gelijkenis van de verloren zoon/schaap/penning. Andere voorbeelden tonen ons aan dat God onderscheiden werkt."
Ik begrijp zeker wel dat bij elke gelijkenis wordt getoond hoe God Drie-enig werkt en elke Persoon in de gelijkenissen de aandacht krijgt. God werkt ook onderscheiden, dat kan ook niet anders (cultuur, omgeving, omstandigheden, karakter). Over de gelijkenissen heb ik echter ook het volgende gezegd:
"Je kunt niet ontkennen dat daar beschreven wordt hoe een mens bekeerd wordt in de praktijk van het leven. Ook dat dient terug te komen in de prediking, want de mens mag niet wegkomen met een 'eigen' bekering, maar met een bekering door God tot God.."
En daar heb ik je reactie niet echt over gehoord.
Over mijn reactie dat kenmerken van iemand die door Gods Geest getrokken mag worden ook naar voren moeten komen antwoordde je dat een mens niet moet gewezen worden op wat deze mens beleefd heeft, maar de mens moet gewezen worden op de vrijstad: Christus' bloed.
Ben ik het mee eens. Alleen beschrijf dan ook meteen wat de kenmerken zijn van wanneer een mens tot God bekeerd wordt, wat hij of zij meemaakt. Of nog makkelijker:
Zie het stukje van Voorbijganger: Gepost op 2/11/02 om 17:09
Vind ik nog steeds de beste argumentatie voor een prediking die kenmerken van een onbekeerde en van een bekeerde en van een bekommerde noemt. Zo betrek je een ieder in de prediking en komt Zijn Woord echt tot jou persoonlijk.
Ik zie uit naar je reactie. Ik discussieer vooral om zelf opgescherpt te worden en bijgeslepen te worden in mijn mening.
HEe England
Wat bedoelde je met:
"Bij de opmerking van RJ moest ik even lachen, niet om je antwoord, hoor!"
Welke opmerking? En ten tweede: Kunnen we wel de bekering van Ruth beschrijven? Wat weten wij van haar zielenleven? Wij weten toch enkel dat zij mocht uitroepen: Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God? Ik weet niet hoe ze tot die belijdenis is gekomen, maar ik ben misschien niet genoeg bijbelvast...dat kan ook. Het gaat er toch niet om wanneer Ruth precies bekeerd is? Daar gaat het toch ook niet in ons eigen leven om? Het gaat erom dat we mogen weten DAT we bekeerd zijn en dat op goede gronden.
[Veranderd op 4/11/02 door Refojongere]
Ik hoop dat er van jouw kant nog wat meer reactie mag komen op mijn stukje van 1/11/02 16:03 uur. Ook zie ik uit naar je uitleg van Comrie's onderscheiding tussen de hebbelijkheid van het geloof en de beoefening. En waartoe dit onderscheid?
"Beste RJ, het onderscheid in het werk van de drie Personen was bij de gelijkenis van de verloren zoon/schaap/penning. Andere voorbeelden tonen ons aan dat God onderscheiden werkt."
Ik begrijp zeker wel dat bij elke gelijkenis wordt getoond hoe God Drie-enig werkt en elke Persoon in de gelijkenissen de aandacht krijgt. God werkt ook onderscheiden, dat kan ook niet anders (cultuur, omgeving, omstandigheden, karakter). Over de gelijkenissen heb ik echter ook het volgende gezegd:
"Je kunt niet ontkennen dat daar beschreven wordt hoe een mens bekeerd wordt in de praktijk van het leven. Ook dat dient terug te komen in de prediking, want de mens mag niet wegkomen met een 'eigen' bekering, maar met een bekering door God tot God.."
En daar heb ik je reactie niet echt over gehoord.
Over mijn reactie dat kenmerken van iemand die door Gods Geest getrokken mag worden ook naar voren moeten komen antwoordde je dat een mens niet moet gewezen worden op wat deze mens beleefd heeft, maar de mens moet gewezen worden op de vrijstad: Christus' bloed.
Ben ik het mee eens. Alleen beschrijf dan ook meteen wat de kenmerken zijn van wanneer een mens tot God bekeerd wordt, wat hij of zij meemaakt. Of nog makkelijker:
Zie het stukje van Voorbijganger: Gepost op 2/11/02 om 17:09
Vind ik nog steeds de beste argumentatie voor een prediking die kenmerken van een onbekeerde en van een bekeerde en van een bekommerde noemt. Zo betrek je een ieder in de prediking en komt Zijn Woord echt tot jou persoonlijk.
Ik zie uit naar je reactie. Ik discussieer vooral om zelf opgescherpt te worden en bijgeslepen te worden in mijn mening.
HEe England
Wat bedoelde je met:
"Bij de opmerking van RJ moest ik even lachen, niet om je antwoord, hoor!"
Welke opmerking? En ten tweede: Kunnen we wel de bekering van Ruth beschrijven? Wat weten wij van haar zielenleven? Wij weten toch enkel dat zij mocht uitroepen: Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God? Ik weet niet hoe ze tot die belijdenis is gekomen, maar ik ben misschien niet genoeg bijbelvast...dat kan ook. Het gaat er toch niet om wanneer Ruth precies bekeerd is? Daar gaat het toch ook niet in ons eigen leven om? Het gaat erom dat we mogen weten DAT we bekeerd zijn en dat op goede gronden.
[Veranderd op 4/11/02 door Refojongere]