De zinsnede 'het gaat er niet om
dat we proberen te voorkomen dat we zondigen' is iets te grof uitgevallen.
Wat ik bedoelde is: De zonde regeert niet meer over je. Dat is genade. Door genade ben je rechtens vrij van de zonde.
Dat betekent natuurlijk niet dat je niet meer zondigt. Maar dat betekent m.i. wel dat je niet meer bang hoeft te zijn voor 'besmetting'. Nu zeg ik het weer hard: Als je bang bent om bemset te worden door de zonde verwacht je het niet volledig van Gods genade. Je moet immers zelf ook nog iets doen.
Jezus gaat in Mat 9 op zoek naar de zondaars, hij heeft persoonlijke omgang met hen. Ik denk dat je Mat 9 eigentijds kunt vertalen naar: Jezus ging wel naar de bioscoop. Want voor de Farizeen (zeg maar: de gevestigde orde) was het behoorlijk schokkend dat Jezus met tollenaars omging: Waarom eet u met tollenaars en zondaars? Want zoiets deed je niet.
Jezus discussieerde wel met de Farizeen, maar kwam voor de tollenaars en de zondaars. Zij weten wel dat ze fout zitten dat ze in de ellende liggen en
dat ze daar zelf niet meer uitkomen. Daarom kunnen ze alleen nog maar Jezus aangrijpen als hun verlosser.
De Farizeen niet. Zij waren 'een heel eind' met hun regels en hun vrome levensstijl en met hun theologie. Voor de Farizeen was de theologie alles en ze hielden zich er voortdurend mee bezig. Toch kwam Jezus niet voor hen.
Hij kwm voor de 'gebrokenen'. Gaat heen en leert wat het betekent: Barmhartigheid wil Ik en geen offerande. Jezus is niet op zoek naar vrome levensstijl, degelijke theologie ed. Hij wil je hart. Helemaal, en niet een afgewogen, gerationaliseerde maat. Het gaat er namelijk niet om dat je je
offers getroost om je verlossing te bewerken, maar dat iets
geeft om de mensen, dat je
barmhartig bent

naastenliefde

de wet = God dienen in alles.
Dit kun je alleen door genade. Dat krijg je door geloof.
[Aangepast op 15/7/03 door xgnoom]