Wie mogen aan het avondmaal
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Wie mogen aan het avondmaal
1. Wie mogen aan het avondmaal? Alleen ware gelovigen. Het dient tenslotte tot versterking van het geloof, niet tot planting van het geloof.
Waarop baseren we dit? Misschien wordt het te breed voor deze discussie, maar wat te denken van de lijnen pesach-avondmaal; Israël - gemeente?
Waarop baseren we dit? Misschien wordt het te breed voor deze discussie, maar wat te denken van de lijnen pesach-avondmaal; Israël - gemeente?
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Niek, dat baseer ik op 1 Cor 11:
27 Zo dan, wie onwaardiglijk dit brood eet, of den drinkbeker des Heeren drinkt, die zal schuldig zijn aan het lichaam en bloed des Heeren. 28 Maar de mens beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood, en drinke van den drinkbeker. 29 Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren.
De kanttekeningen merken op bij beproeven:
beproeve zichzelven, Dat is, onderzoeke zijn gemoed en conscientie, of hij ook in zijn hart gevoelt een recht leedwezen en droefheid over zijne zonden, alsook een vast geloof en vertrouwen op de verdiensten van Jezus Christus, en daarenboven een ongeveinsd voornemen om de zonden meer en meer af te sterven, en in een nieuw godzalig leven voor God te wandelen. Zie Gen. 17:1; 2 Cor. 13:5.
ete alzo Namelijk nadat hij zichzelven terecht zal beproefd en alzo bevonden hebben.
Ik wil wél opmerken dat niet alleen verzekerden, maar juist ook onverzekerden moeten genodigd worden. Ook de hongerigen en dorstigen naar de Gerechtigheid worden zalig geheten.
27 Zo dan, wie onwaardiglijk dit brood eet, of den drinkbeker des Heeren drinkt, die zal schuldig zijn aan het lichaam en bloed des Heeren. 28 Maar de mens beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood, en drinke van den drinkbeker. 29 Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren.
De kanttekeningen merken op bij beproeven:
beproeve zichzelven, Dat is, onderzoeke zijn gemoed en conscientie, of hij ook in zijn hart gevoelt een recht leedwezen en droefheid over zijne zonden, alsook een vast geloof en vertrouwen op de verdiensten van Jezus Christus, en daarenboven een ongeveinsd voornemen om de zonden meer en meer af te sterven, en in een nieuw godzalig leven voor God te wandelen. Zie Gen. 17:1; 2 Cor. 13:5.
ete alzo Namelijk nadat hij zichzelven terecht zal beproefd en alzo bevonden hebben.
Ik wil wél opmerken dat niet alleen verzekerden, maar juist ook onverzekerden moeten genodigd worden. Ook de hongerigen en dorstigen naar de Gerechtigheid worden zalig geheten.
Even de hele pericoop:
Als gij dan bijeen samenkomt, dat is niet des Heeren avondmaal eten.
21 Want in het eten neemt een iegelijk te voren zijn eigen avondmaal; en deze is hongerig, en de andere is dronken.
22 Hebt gij dan geen huizen, om er te eten en te drinken? Of veracht gij de Gemeente Gods, en beschaamt gij degenen, die niet hebben? Wat zal ik u zeggen? Zal ik u prijzen? In dezen prijs ik u niet.
23 Want ik heb van den Heere ontvangen, hetgeen ik ook u overgegeven heb, dat de Heere Jezus in den nacht, in welken Hij verraden werd, het brood nam;
24 En als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis.
25 Desgelijks nam Hij ook den drinkbeker, na het eten des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed. Doet dat, zo dikwijls als gij dien zult drinken, tot Mijn gedachtenis.
26 Want zo dikwijls als gij dit brood zult eten, en dezen drinkbeker zult drinken, zo verkondigt den dood des Heeren, totdat Hij komt.
27 Zo dan, wie onwaardiglijk dit brood eet, of den drinkbeker des Heeren drinkt, die zal schuldig zijn aan het lichaam en bloed des Heeren.
28 Maar de mens beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood, en drinke van den drinkbeker.
29 Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren.
30 Daarom zijn onder u vele zwakken en kranken, en velen slapen.
31 Want indien wij onszelven oordeelden, zo zouden wij niet geoordeeld worden.
32 Maar als wij geoordeeld worden, zo worden wij van den Heere getuchtigd, opdat wij met de wereld niet zouden veroordeeld worden.
33 Zo dan, mijn broeders, als gij samenkomt om te eten, verwacht elkander.
34 Doch zo iemand hongert, dat hij te huis ete, opdat gij niet tot een oordeel samenkomt. De overige dingen nu zal ik verordenen, als ik zal gekomen zijn.
Wat gebeurt er in Korinthe?
Voor het avondmaal had men een liefdemaal. Dat liep niet zo: de een at zich vol (dronken) de ander had nog honger.
Zo ging men ten avondmaal. Dronken en dus zonder aandacht of hongerig en dus zonder aandacht. Dat gaat zo niet, zegt Paulus. ZO ga je 'onwaardig' aan. Niets geestelijks dus, maar puur lichamelijk.
Het formulier benaderd het ook zo. Het was indertijd een volkskerk. Er bestond niet zoiets als een kaartenbak met leden. Niet naar de kerk gaan kon soms je baan of opdrachtgevers kosten. Mogelijk dus dat men door de week dronken was, of dief of woekeraar. En 's zondags in de kerk zat. Als het dan avondmaal was kon men die mensen, die in feite randkerkelijk waren, niet weren. Vandaar die waarschuwingen vooraf.
Anno 2005 beweert men dat het formulier alleen 'ware gelovigen' toelaat. Dat is onjuist. Alleen mensen die zich netjes gedragen hebben mogen aan. Niet vanwege dat gedrag, maar omdat ieder mocht aangaan, tenzij onwaardig.
PS: Hoe moet je 'geloof' meten? Je zelf onderzoeken op 'waar geloof' is toch onmogelijk? Dat kan het formulier dus nooit bedoelen!
Als gij dan bijeen samenkomt, dat is niet des Heeren avondmaal eten.
21 Want in het eten neemt een iegelijk te voren zijn eigen avondmaal; en deze is hongerig, en de andere is dronken.
22 Hebt gij dan geen huizen, om er te eten en te drinken? Of veracht gij de Gemeente Gods, en beschaamt gij degenen, die niet hebben? Wat zal ik u zeggen? Zal ik u prijzen? In dezen prijs ik u niet.
23 Want ik heb van den Heere ontvangen, hetgeen ik ook u overgegeven heb, dat de Heere Jezus in den nacht, in welken Hij verraden werd, het brood nam;
24 En als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis.
25 Desgelijks nam Hij ook den drinkbeker, na het eten des avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed. Doet dat, zo dikwijls als gij dien zult drinken, tot Mijn gedachtenis.
26 Want zo dikwijls als gij dit brood zult eten, en dezen drinkbeker zult drinken, zo verkondigt den dood des Heeren, totdat Hij komt.
27 Zo dan, wie onwaardiglijk dit brood eet, of den drinkbeker des Heeren drinkt, die zal schuldig zijn aan het lichaam en bloed des Heeren.
28 Maar de mens beproeve zichzelven, en ete alzo van het brood, en drinke van den drinkbeker.
29 Want die onwaardiglijk eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelven een oordeel, niet onderscheidende het lichaam des Heeren.
30 Daarom zijn onder u vele zwakken en kranken, en velen slapen.
31 Want indien wij onszelven oordeelden, zo zouden wij niet geoordeeld worden.
32 Maar als wij geoordeeld worden, zo worden wij van den Heere getuchtigd, opdat wij met de wereld niet zouden veroordeeld worden.
33 Zo dan, mijn broeders, als gij samenkomt om te eten, verwacht elkander.
34 Doch zo iemand hongert, dat hij te huis ete, opdat gij niet tot een oordeel samenkomt. De overige dingen nu zal ik verordenen, als ik zal gekomen zijn.
Wat gebeurt er in Korinthe?
Voor het avondmaal had men een liefdemaal. Dat liep niet zo: de een at zich vol (dronken) de ander had nog honger.
Zo ging men ten avondmaal. Dronken en dus zonder aandacht of hongerig en dus zonder aandacht. Dat gaat zo niet, zegt Paulus. ZO ga je 'onwaardig' aan. Niets geestelijks dus, maar puur lichamelijk.
Het formulier benaderd het ook zo. Het was indertijd een volkskerk. Er bestond niet zoiets als een kaartenbak met leden. Niet naar de kerk gaan kon soms je baan of opdrachtgevers kosten. Mogelijk dus dat men door de week dronken was, of dief of woekeraar. En 's zondags in de kerk zat. Als het dan avondmaal was kon men die mensen, die in feite randkerkelijk waren, niet weren. Vandaar die waarschuwingen vooraf.
Anno 2005 beweert men dat het formulier alleen 'ware gelovigen' toelaat. Dat is onjuist. Alleen mensen die zich netjes gedragen hebben mogen aan. Niet vanwege dat gedrag, maar omdat ieder mocht aangaan, tenzij onwaardig.
PS: Hoe moet je 'geloof' meten? Je zelf onderzoeken op 'waar geloof' is toch onmogelijk? Dat kan het formulier dus nooit bedoelen!



Wat versta jij hier onder het woordeken 'gerechtigheid'?Oorspronkelijk gepost door memento
Ook de hongerigen en dorstigen naar de Gerechtigheid worden zalig geheten.
Dit is natuurlijk een van de zaligsprekingen uit Matth. 5, maar heb je je wel eens verdiept in de achtergrond van dit woord gerechtigheid? Betekent dit voor jou hetzelfde als verlossing? Dus zij die hongeren en dorsten naar de verlossing? Ik ben benieuwd.
Ik heb er in de vakantie een preek over gehoord en ik wil instemmen met hetgeen daarin gezegd werd, namelijk dat dit over de honger en dorst in het stuk van de heiligmaking gaat. Dus het hongeren en dorsten naar het gelijkvormig worden aan het beeld van Christus. 'Zoon maak ons Uw beeld gelijk'. Die gerechtigheid wordt m.i. hier ook bedoelt.
Dat moeten we er dan ook bij zeggen, omdat anders mensen zonder geloofsomhelzing van Christus zalig gesproken worden en daar zie ik in de Bijbel geen grond voor.....
Lloyd Jones zit ook op die lijn. Lees: De Bergrede.
Het gaat dus niet om een hongeren en dorsten naar de rechtvaardigmaking als stand in het genadeleven, die nog gemist wordt. Nee, het nut van het geloof is dat de gelovige rechtvaardig is voor God. Die gelovige ziet dagelijks dat hij ondanks dat God hem rechtvaardig rekent vol zonde is. Daarom wil hij zondeloos of rechtvaardig ZIJN, niet alleen genoemd worden.
Het gaat dus niet om een hongeren en dorsten naar de rechtvaardigmaking als stand in het genadeleven, die nog gemist wordt. Nee, het nut van het geloof is dat de gelovige rechtvaardig is voor God. Die gelovige ziet dagelijks dat hij ondanks dat God hem rechtvaardig rekent vol zonde is. Daarom wil hij zondeloos of rechtvaardig ZIJN, niet alleen genoemd worden.



Juist daarom citeer ik de kanttekenaren, die in de tijd van die 'volkskerk' schreven, en die spreken juist over persoonlijk geloof. Ik kan tenminste niet anders concluderen, als jij dat wél doet dan graag een uitleg. Ik citeer nogmaals:Het formulier benaderd het ook zo. Het was indertijd een volkskerk. Er bestond niet zoiets als een kaartenbak met leden. Niet naar de kerk gaan kon soms je baan of opdrachtgevers kosten. Mogelijk dus dat men door de week dronken was, of dief of woekeraar. En 's zondags in de kerk zat. Als het dan avondmaal was kon men die mensen, die in feite randkerkelijk waren, niet weren. Vandaar die waarschuwingen vooraf.
beproeve zichzelven, Dat is, onderzoeke zijn gemoed en conscientie, of hij ook in zijn hart gevoelt een recht leedwezen en droefheid over zijne zonden, alsook een vast geloof en vertrouwen op de verdiensten van Jezus Christus, en daarenboven een ongeveinsd voornemen om de zonden meer en meer af te sterven, en in een nieuw godzalig leven voor God te wandelen. Zie Gen. 17:1; 2 Cor. 13:5.
We verzanden zo weer in een discussie over 'wat is een waar geloof'.
Laten we er vanuit gaan dat daar de definitie van een waar geloof staat.
De evangelischen zeggen: dat geloof ik inderdaad.
De reformatorischen bouwen er prikkeldraad omheen en zetten een paar ME-busjes erbij en zeggen: hohoho, dat gaat zo maar niet.
Laten we zeggen: in die tijd was dat onderscheid er niet. Je mocht gewoon zeggen dat je geloofde, zonder de kerkenraad verslag te moeten doen, hoe dat allemaal gegaan is.
Laten we er vanuit gaan dat daar de definitie van een waar geloof staat.
De evangelischen zeggen: dat geloof ik inderdaad.
De reformatorischen bouwen er prikkeldraad omheen en zetten een paar ME-busjes erbij en zeggen: hohoho, dat gaat zo maar niet.
Laten we zeggen: in die tijd was dat onderscheid er niet. Je mocht gewoon zeggen dat je geloofde, zonder de kerkenraad verslag te moeten doen, hoe dat allemaal gegaan is.



Pim, je weet dat ik GG-er ben, dus mn antwoord had je al kunnen raden. In mijn visie, dezelfde als bv RM MacChayne en andere Schotten, begint het hongeren en dorsten dáár waar men in het toevlucht-nemend geloof tot Jezus komt. Men komt tot Jezus omdat men die gerechtigheid in zichzelven mist, en omdat ze Zijn gerechtigheid nodig hebben om voor God te kunnen bestaan.Oorspronkelijk gepost door PimWat versta jij hier onder het woordeken 'gerechtigheid'?Oorspronkelijk gepost door memento
Ook de hongerigen en dorstigen naar de Gerechtigheid worden zalig geheten.
Dit is natuurlijk een van de zaligsprekingen uit Matth. 5, maar heb je je wel eens verdiept in de achtergrond van dit woord gerechtigheid? Betekent dit voor jou hetzelfde als verlossing? Dus zij die hongeren en dorsten naar de verlossing? Ik ben benieuwd.
Ik heb er in de vakantie een preek over gehoord en ik wil instemmen met hetgeen daarin gezegd werd, namelijk dat dit over de honger en dorst in het stuk van de heiligmaking gaat. Dus het hongeren en dorsten naar het gelijkvormig worden aan het beeld van Christus. 'Zoon maak ons Uw beeld gelijk'. Die gerechtigheid wordt m.i. hier ook bedoelt.
Dat moeten we er dan ook bij zeggen, omdat anders mensen zonder geloofsomhelzing van Christus zalig gesproken worden en daar zie ik in de Bijbel geen grond voor.....
In de heiligmaking blijft dit hongeren en dorsten doorgaan. Onze goede werken, ook na ontvangen genade, zijn allen met zonde bevlekt, en brengen ons dus geen gerechtigheid. Alleen in Christus zijn wij rechtvaardig voor God, en alleen dóór Hem kunnen wij goede werken doen. Gerechtigheid valt niet los te koppelen van Christus.
Ik ga er van uit dat dat het gevoelen van elk kerkmens is.............of hij ook in zijn hart gevoelt een recht leedwezen en droefheid over zijne zonden, alsook een vast geloof en vertrouwen op de verdiensten van Jezus Christus, en daarenboven een ongeveinsd voornemen om de zonden meer en meer af te sterven, en in een nieuw godzalig leven voor God te wandelen...............



Waarom spreek je (spreekt men) al die mensen niet zalig dan? Wordt het van de preekstoel gezegd: heeft u een honger en dorst naar de verlossing in Christus? Ja? Dan bent u zalig. En u bent ook van harte welkom aan het Heilig Avondmaal....Oorspronkelijk gepost door mementoPim, je weet dat ik GG-er ben, dus mn antwoord had je al kunnen raden. In mijn visie, dezelfde als bv RM MacChayne en andere Schotten, begint het hongeren en dorsten dáár waar men in het toevlucht-nemend geloof tot Jezus komt. Men komt tot Jezus omdat men die gerechtigheid in zichzelven mist, en omdat ze Zijn gerechtigheid nodig hebben om voor God te kunnen bestaan.Oorspronkelijk gepost door PimWat versta jij hier onder het woordeken 'gerechtigheid'?Oorspronkelijk gepost door memento
Ook de hongerigen en dorstigen naar de Gerechtigheid worden zalig geheten.
Dit is natuurlijk een van de zaligsprekingen uit Matth. 5, maar heb je je wel eens verdiept in de achtergrond van dit woord gerechtigheid? Betekent dit voor jou hetzelfde als verlossing? Dus zij die hongeren en dorsten naar de verlossing? Ik ben benieuwd.
Ik heb er in de vakantie een preek over gehoord en ik wil instemmen met hetgeen daarin gezegd werd, namelijk dat dit over de honger en dorst in het stuk van de heiligmaking gaat. Dus het hongeren en dorsten naar het gelijkvormig worden aan het beeld van Christus. 'Zoon maak ons Uw beeld gelijk'. Die gerechtigheid wordt m.i. hier ook bedoelt.
Dat moeten we er dan ook bij zeggen, omdat anders mensen zonder geloofsomhelzing van Christus zalig gesproken worden en daar zie ik in de Bijbel geen grond voor.....
In de heiligmaking blijft dit hongeren en dorsten doorgaan. Onze goede werken, ook na ontvangen genade, zijn allen met zonde bevlekt, en brengen ons dus geen gerechtigheid. Alleen in Christus zijn wij rechtvaardig voor God, en alleen dóór Hem kunnen wij goede werken doen. Gerechtigheid valt niet los te koppelen van Christus.
Als je consequent bent zou je dat volgens mij moeten doen....
Dat zou idd ook moeten gebeuren (en er zijn ook predikanten geweest die dat gedaan hebben). Het probleem met de GG is één van twee-en:Waarom spreek je (spreekt men) al die mensen niet zalig dan? Wordt het van de preekstoel gezegd: heeft u een honger en dorst naar de verlossing in Christus? Ja? Dan bent u zalig. En u bent ook van harte welkom aan het Heilig Avondmaal....
Als je consequent bent zou je dat volgens mij moeten doen....
1. Dat men hun eigen theologie niet consequent hanteerd, en dus niet iedereen die hongert en dorst nodigd en zalig spreekt in de preek
2. óf dat men dat hongeren en dorsten loskoppelt van Christus. Hierdoor ontstaat een enorme lijst met 'eisen' die men moet kennen alvorens men echt hongert en dorst.
WSO, ik kan me prima vinden in de beschrijving die de kanttekenaren geven. Van mij mag, of beter gezegd moet iedereen aangaan die zichzelven alzo beproefd heeft.Oorspronkelijk gepost door WSO
We verzanden zo weer in een discussie over 'wat is een waar geloof'.
Laten we er vanuit gaan dat daar de definitie van een waar geloof staat.
De evangelischen zeggen: dat geloof ik inderdaad.
De reformatorischen bouwen er prikkeldraad omheen en zetten een paar ME-busjes erbij en zeggen: hohoho, dat gaat zo maar niet.
Laten we zeggen: in die tijd was dat onderscheid er niet. Je mocht gewoon zeggen dat je geloofde, zonder de kerkenraad verslag te moeten doen, hoe dat allemaal gegaan is.
En wat betreft het hek met de ME-ers. Ik denk dat je nu overdrijft. Helaas zijn er misstanden waardoor sommigen (om der mensen wil) niet aan durven gaan. Maar hier tegenover wil ik stellen dat dit een ernstige wangestalte is, want wij moeten Christus bóven de mensen stellen. Ook als dat inhoud dat men ons als luchte dwaalchristenen bestempeld...
- ndonselaar
- Berichten: 3105
- Lid geworden op: 29 dec 2001, 12:34
- Contacteer:
Back to topic please.
Interessant waren de opmerkingen van WSO en van Unionist.
Dus onwaardiglijk is een bijwoord bij eten en drinken. Past ook goed in de context van de perikoop.
Wat de kanttekenaren er van zeggen is wel interessant, maar geeft de visie aan van de theologen ten tijde van de 17e eeuw.
Voor mij is de vraag: hoe dacht de Vroege Kerk over de lijnen? Is er dan geen lijn tussen 'besnijdenis - doop' en 'pesach - Avondmaal'? We dopen we alle kinderen, omdat ze kinderen van het verbond zijn, maar laten niet alle leden toe aan de tafel van het verbond.
Graag nu géén discussie over wat geloof en wat we nu als eis neerleggen. Nee, wat zegt Gods Woord en wat zei de vroege kerk daarover.
Interessant waren de opmerkingen van WSO en van Unionist.
Dus onwaardiglijk is een bijwoord bij eten en drinken. Past ook goed in de context van de perikoop.
Wat de kanttekenaren er van zeggen is wel interessant, maar geeft de visie aan van de theologen ten tijde van de 17e eeuw.
Voor mij is de vraag: hoe dacht de Vroege Kerk over de lijnen? Is er dan geen lijn tussen 'besnijdenis - doop' en 'pesach - Avondmaal'? We dopen we alle kinderen, omdat ze kinderen van het verbond zijn, maar laten niet alle leden toe aan de tafel van het verbond.
Graag nu géén discussie over wat geloof en wat we nu als eis neerleggen. Nee, wat zegt Gods Woord en wat zei de vroege kerk daarover.
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Over wat de vroege kerk zegt is weinig twijfel. De kinderen zaten er gewoon bij. Je vindt dit het duidelijkst bij Cyprianus waar wordt verteld hoe de kinderen die nog geen vast voedsel konden krijgen konden delen in het brood en de wijn.
Zie bijvoorbeeld het boekje "Kinderen in de vroeg-Christelijke Kerk."
Mijn mening is dat iedereen die op een waardige manier het avondmaal wil vieren en tot de uitwendige kerk behoort aan behoort te gaan. Ter versterking van het geloof. Als je zegt niet te geloven moet je jezelf buiten de gemeente plaatsen en als je in openbare zonde leeft moet je buiten de gemeente geplaatst worden. Tot er terugkeer tot God is. Dat is geen Labadisme of dopers (waar het oordeel bij anderen ligt), maar m.i. de Bijbelse lijn. Ook de lijn die Niek aangeeft lijkt in deze richting te wijzen.
Zie bijvoorbeeld het boekje "Kinderen in de vroeg-Christelijke Kerk."
Mijn mening is dat iedereen die op een waardige manier het avondmaal wil vieren en tot de uitwendige kerk behoort aan behoort te gaan. Ter versterking van het geloof. Als je zegt niet te geloven moet je jezelf buiten de gemeente plaatsen en als je in openbare zonde leeft moet je buiten de gemeente geplaatst worden. Tot er terugkeer tot God is. Dat is geen Labadisme of dopers (waar het oordeel bij anderen ligt), maar m.i. de Bijbelse lijn. Ook de lijn die Niek aangeeft lijkt in deze richting te wijzen.
"Then he isn't safe?" said Lucy.
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
"Safe?" said Mr. Beaver. "Don't you hear what Mrs. Beaver tells you? Who said anything about safe? "Course he isn't safe. But he's good. He's the King, I tell you."
Niek, ik ben het met je eens dat de kanttekenaren af en toe gekleurd werden door hun tijd. Daarom zal ik Calvijn citeren, die zich niet zo snel liet kleuren:
(...) If you would wish to use aright the benefit afforded by Christ, bring faith and repentance. As to these two things, therefore, the trial must be made, if you would come duly prepared. Under repentance I include love; for the man who has learned to renounce himself, that he may give himself up wholly to Christ and his service, will also, without doubt, carefully maintain that unity which Christ has enjoined. At the same time, it is not a perfect faith or repentance that is required, as some, by urging beyond due bounds, a perfection that can nowhere be found, would shut out for ever from the Supper every individual of mankind. If, however, thou aspirest after the righteousness of God with the earnest desire of thy mind, and, trembled under a view of thy misery, dost wholly lean upon Christ's grace, and rest upon it, know that thou art a worthy guest to approach the table -- worthy I mean in this respect, that the Lord does not exclude thee, though in another point of view there is something in thee that is not as it ought to be. For faith, when it is but begun, makes those worthy who were unworthy.
Ik blijf er bij dat deze discussie onmogelijk is, zonder deze visie serieus te nemen.
(...) If you would wish to use aright the benefit afforded by Christ, bring faith and repentance. As to these two things, therefore, the trial must be made, if you would come duly prepared. Under repentance I include love; for the man who has learned to renounce himself, that he may give himself up wholly to Christ and his service, will also, without doubt, carefully maintain that unity which Christ has enjoined. At the same time, it is not a perfect faith or repentance that is required, as some, by urging beyond due bounds, a perfection that can nowhere be found, would shut out for ever from the Supper every individual of mankind. If, however, thou aspirest after the righteousness of God with the earnest desire of thy mind, and, trembled under a view of thy misery, dost wholly lean upon Christ's grace, and rest upon it, know that thou art a worthy guest to approach the table -- worthy I mean in this respect, that the Lord does not exclude thee, though in another point of view there is something in thee that is not as it ought to be. For faith, when it is but begun, makes those worthy who were unworthy.
Ik blijf er bij dat deze discussie onmogelijk is, zonder deze visie serieus te nemen.