Hoe lang kan Ik jullie nog verdragen?

[Petrus Romanus]

Christus gebruikt deze zin in het evangelie van Marcus, Johannes en Lucas.
Maar als ik af en toe ziet hoe Christenen onderling met elkaar omgaan, dan komt iedere keer die zin in mijn gedachten op.
Alsof hoogmoed geen gruwel is.
Was het niet Christus die zei:"zei die zeggen dat ze ziende zijn, zijn blind, en zei die blind zijn, zijn ziende.
Nederigheid is dus een sieraad.

[J.C. Philpot]

Beste Petrus Romanus,
Ik ben het met je eens dat nederigheid een sieraad is. Ik zou er graag meer van hebben, maar merk dat dat een pijnlijk proces is waarin ik moet sterven, en Christus meer moet worden in mij.

[refo]

Christus gebruikt deze zin in het evangelie van Marcus, Johannes en Lucas.
Maar als ik af en toe ziet hoe Christenen onderling met elkaar omgaan, dan komt iedere keer die zin in mijn gedachten op.
Alsof hoogmoed geen gruwel is.
Was het niet Christus die zei:"zei die zeggen dat ze ziende zijn, zijn blind, en zei die blind zijn, zijn ziende.
Nederigheid is dus een sieraad.

Waar zegt Christus dat precies?

En waar staat dat nederigheid een sieraad is?

[jakobmarin]

Christus gebruikt deze zin in het evangelie van Marcus, Johannes en Lucas.
Maar als ik af en toe ziet hoe Christenen onderling met elkaar omgaan, dan komt iedere keer die zin in mijn gedachten op.
Alsof hoogmoed geen gruwel is.
Was het niet Christus die zei:"zei die zeggen dat ze ziende zijn, zijn blind, en zei die blind zijn, zijn ziende.
Nederigheid is dus een sieraad.

Absoluut!
CS Lewis over hoogmoed:

‘Wanneer je merkt dat je godsdienstig leven het gevoel geeft dat je goed bent – en vooral: dat je beter dan een ander bent – kun je er denk ik altijd van op aan dat niet God maar de duivel met je bezig is. Het ware bewijs van Gods aanwezigheid is dat je ofwel jezelf helemaal vergeet, ofwel jezelf ziet als iets kleins en smerigs. Het beste is dat je jezelf helemaal vergeet.’
(...) Hoogmoed is geestelijke kanker: iedere mogelijkheid van liefde, van tevredenheid, of zelfs van gezond verstand wordt erdoor aan- en opgevreten.'
(...) Nederigheid is minder aan jezelf denken, niet minder van jezelf denken.

John Newton:

de hoogmoed van anderen ergert mij dikwijls en dat doet mij angstvallig mijn eigen hoogmoed verbergen, omdat hun goede gedachten over mij voor een groot deel afhangen van het feit dat zij dit niet opmerken.

En dan kun je ook nog trots zijn op je nederigheid.....

Arglistig is het hart, met name hierin!!!!

[Petrus Romanus]

Christus gebruikt deze zin in het evangelie van Marcus, Johannes en Lucas.
Maar als ik af en toe ziet hoe Christenen onderling met elkaar omgaan, dan komt iedere keer die zin in mijn gedachten op.
Alsof hoogmoed geen gruwel is.
Was het niet Christus die zei:"zei die zeggen dat ze ziende zijn, zijn blind, en zei die blind zijn, zijn ziende.
Nederigheid is dus een sieraad.

Waar zegt Christus dat precies?

En waar staat dat nederigheid een sieraad is?

Spreuken
33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.

[refo]

Christus gebruikt deze zin in het evangelie van Marcus, Johannes en Lucas.
Maar als ik af en toe ziet hoe Christenen onderling met elkaar omgaan, dan komt iedere keer die zin in mijn gedachten op.
Alsof hoogmoed geen gruwel is.
Was het niet Christus die zei:"zei die zeggen dat ze ziende zijn, zijn blind, en zei die blind zijn, zijn ziende.
Nederigheid is dus een sieraad.

Waar zegt Christus dat precies?

En waar staat dat nederigheid een sieraad is?

Spreuken
33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.

Dat zegt Salomo, ja. Maar niet dat het een sieraad is.
Je zei dat Christus het gezegd heeft.

Die heeft het eerste citaat anders gezegd en in een ander verband.
Over nederigheid heeft Hij ook iets gezegd, ja, maar niet dat het een sieraad is.

[Petrus Romanus]

Christus gebruikt deze zin in het evangelie van Marcus, Johannes en Lucas.
Maar als ik af en toe ziet hoe Christenen onderling met elkaar omgaan, dan komt iedere keer die zin in mijn gedachten op.
Alsof hoogmoed geen gruwel is.
Was het niet Christus die zei:"zei die zeggen dat ze ziende zijn, zijn blind, en zei die blind zijn, zijn ziende.
Nederigheid is dus een sieraad.

Waar zegt Christus dat precies?

En waar staat dat nederigheid een sieraad is?

Spreuken
33 De vreze des HEEREN is de tucht der wijsheid; en de nederigheid gaat voor de eer.

Dat zegt Salomo, ja. Maar niet dat het een sieraad is.
Je zei dat Christus het gezegd heeft.

Die heeft het eerste citaat anders gezegd en in een ander verband.

De brief aan de Filippenzen
[3] Geef niet toe aan partijzucht en ijdelheid, maar beschouw in alle nederigheid de ander als hoger dan uzelf. [4] Laat niemand alleen zijn eigen belangen behartigen, maar ook die van de anderen. [5] Die* gezindheid moet onder u heersen die ook in Christus Jezus was:

Is de Heilige Geest niet de plaatsvervanger van Christus op aarde?

[refo]

De brief aan de Filippenzen
[3] Geef niet toe aan partijzucht en ijdelheid, maar beschouw in alle nederigheid de ander als hoger dan uzelf. [4] Laat niemand alleen zijn eigen belangen behartigen, maar ook die van de anderen. [5] Die* gezindheid moet onder u heersen die ook in Christus Jezus was:

Is de Heilige Geest niet de plaatsvervanger van Christus op aarde?

Dat citaat uit Filippenzen komt meer in de buurt van de werkelijkheid.
Nederigheid is geen sieraad, maar een VEREISTE.

En dat citaat over ziende en blind: dat staat nergens.

[-DIA-]

De brief aan de Filippenzen
[3] Geef niet toe aan partijzucht en ijdelheid, maar beschouw in alle nederigheid de ander als hoger dan uzelf. [4] Laat niemand alleen zijn eigen belangen behartigen, maar ook die van de anderen. [5] Die* gezindheid moet onder u heersen die ook in Christus Jezus was:

Is de Heilige Geest niet de plaatsvervanger van Christus op aarde?

Dat citaat uit Filippenzen komt meer in de buurt van de werkelijkheid.
Nederigheid is geen sieraad, maar een VEREISTE.

En dat citaat over ziende en blind: dat staat nergens.

MAAR WEL DIT, toen de Farizeeën vroegen: Zijn wij dan ook blind?
De mens van nature weet niet dat hij blind is in 's hemels wegen
Het eerste wat een levendgemaakte leert is dat hij niet ziet.
De mens die het met zijn verstand kan beredeneren weet niets
van zijn blindheid. Hij roemt in een Jezus die hij niet kent.

In de context:
1 En voorbijgaande, zag Hij een mens, blind van de geboorte af.
2 En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Rabbi, wie heeft er gezondigd, deze, of zijn ouders, dat hij blind zou geboren worden?
3 Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar dit is geschied, opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard worden.
4 Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan.
5 Zolang Ik in de wereld ben, zo ben Ik het Licht der wereld.
6 Dit gezegd hebbende, spoog Hij op de aarde, en maakte slijk uit dat speeksel, en streek dat slijk op de ogen des blinden;
7 En zeide tot hem: Ga heen, was u in het badwater Siloam (hetwelk overgezet wordt: uitgezonden). Hij dan ging heen en wies zich, en kwam ziende.
8 De geburen dan, en die hem te voren gezien hadden, dat hij blind was, zeiden: Is deze niet, die zat en bedelde?
9 Anderen zeiden: Hij is het; en anderen: Hij is hem gelijk. Hij zeide: Ik ben het.
10 Zij dan zeiden tot hem: Hoe zijn u de ogen geopend?
11 Hij antwoordde en zeide: De Mens, genaamd Jezus, maakte slijk, en bestreek mijn ogen, en zeide tot mij: Ga heen naar het badwater Siloam, en was u. En ik ging heen, en wies mij, en ik werd ziende.
12 Zij dan zeiden tot hem: Waar is Die? Hij zeide: Ik weet het niet.
13 Zij brachten hem tot de Farizeën, hem namelijk, die te voren blind geweest was.
14 En het was sabbat, als Jezus het slijk maakte, en zijn ogen opende.
15 De Farizeën dan vraagden hem ook wederom, hoe hij ziende geworden was. En hij zeide tot hen: Hij legde slijk op mijn ogen, en ik wies mij, en ik zie.
16 Sommigen dan uit de Farizeën zeiden: Deze Mens is van God niet, want Hij houdt den sabbat niet. Anderen zeiden: Hoe kan een mens, die een zondaar is, zulke tekenen doen? En er was tweedracht onder hen.
17 Zij zeiden wederom tot den blinde: Gij, wat zegt gij van Hem; dewijl Hij uw ogen geopend heeft? En hij zeide: Hij is een Profeet.
18 De Joden dan geloofden van hem niet, dat hij blind geweest was, en ziende was geworden, totdat zij geroepen hadden de ouders desgenen, die ziende geworden was.
19 En zij vraagden hun, zeggende: Is deze uw zoon, welken gij zegt, dat blind geboren is? Hoe ziet hij dan nu?
20 Zijn ouders antwoordden hun en zeiden: Wij weten, dat deze onze zoon is, en dat hij blind geboren is;
21 Maar hoe hij nu ziet, weten wij niet; of wie zijn ogen geopend heeft, weten wij niet; hij heeft zijn ouderdom, vraagt hemzelven; hij zal van zichzelven spreken.
22 Dit zeiden zijn ouders, omdat zij de Joden vreesden; want de Joden hadden alrede te zamen een besluit gemaakt, zo iemand Hem beleed Christus te zijn, dat die uit de synagoge zou geworpen worden.
23 Daarom zeiden zijn ouders: Hij heeft zijn ouderdom, vraagt hemzelven.
24 Zij dan riepen voor de tweede maal den mens, die blind geweest was, en zeiden tot hem: Geef God de eer; wij weten, dat deze Mens een zondaar is.
25 Hij dan antwoordde en zeide: Of Hij een zondaar is, weet ik niet; een ding weet ik, dat ik blind was, en nu zie.
26 En zij zeiden wederom tot hem: Wat heeft Hij u gedaan? Hoe heeft Hij uw ogen geopend?
27 Hij antwoordde hun: Ik heb het u alrede gezegd, en gij hebt het niet gehoord; wat wilt gij het wederom horen? Wilt gijlieden ook Zijn discipelen worden?
28 Zij gaven hem dan scheldwoorden, en zeiden: Gij zijt Zijn discipel; maar wij zijn discipelen van Mozes.
29 Wij weten, dat God tot Mozes gesproken heeft; maar Dezen weten wij niet, van waar Hij is.
30 De mens antwoordde, en zeide tot hen: Hierin is immers wat wonders, dat gij niet weet, van waar Hij is, en nochtans heeft Hij mijn ogen geopend.
31 En wij weten, dat God de zondaars niet hoort; maar zo iemand godvruchtig is, en Zijn wil doet, dien hoort Hij.
32 Van alle eeuw is het niet gehoord, dat iemand eens blindgeborenen ogen geopend heeft.
33 Indien Deze van God niet ware, Hij zou niets kunnen doen.
34 Zij antwoordden, en zeiden tot hem: Gij zijt geheel in zonden geboren, en leert gij ons? En zij wierpen hem uit.
35 Jezus hoorde, dat zij hem uitgeworpen hadden, en hem vindende, zeide Hij tot hem: Gelooft gij in den Zoon van God?
36 Hij antwoordde en zeide: Wie is Hij, Heere, opdat ik in Hem moge geloven?
37 En Jezus zeide tot Hem: En gij hebt Hem gezien, en Die met u spreekt, Dezelve is het.
38 En hij zeide: Ik geloof, Heere! En hij aanbad Hem.
39 En Jezus zeide: Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen, opdat degenen, die niet zien, zien mogen, en die zien, blind worden.
40 En dit hoorden enigen uit de Farizeën, die bij Hem waren, en zeiden tot Hem: Zijn wij dan ook blind?
41 Jezus zeide tot hen: Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien; zo blijft dan uw zonde.

[jakobmarin]

Mattheüs 11:29 Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel;

[-DIA-]

Mattheüs 11:29 Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel;

Ja... als we daar eens gebracht mogen worden,
dan worden we wel stil.
Maar wat is er nodig om onder dat juk gebracht te worden.
Daar verzet alles zich tegen.
Dan moet echt alles van ons er aan, en we willen toch altijd
nog graag een beetje blijven vasthouden. En toch: We geloven
het van harte: In het verlies van onszelf ligt alleen de winst.

En dan met ons verstand wel toe te stemmen dat Zijn juk zacht is,
Zijn last licht...
Wat zijn we toch een vijand van vrije genade.

[jakobmarin]

Mattheüs 11:29 Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel;

Maar wat is er nodig om onder dat juk gebracht te worden.

Nou, er staat "Neem Mijn juk op u", niet dat je eronder gebracht moet worden. Het wordt ons opgedragen.

[-DIA-]

Mattheüs 11:29 Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel;

Maar wat is er nodig om onder dat juk gebracht te worden.

Nou, er staat "Neem Mijn juk op u", niet dat je eronder gebracht moet worden. Het wordt ons opgedragen.

Dat weten we allemaal wel... Dat mag ik toch aannemen.
Simon droeg het kruis (of juk) ook niet zo gewillig, maar het werd het opgelegd.
Dat is genade: Ik doe niets dan tegenwerken, en wie dan onder dat juk mag komen
kan spreken van genade. Louter genade waar de mens met alles van hemzelf
tussenuit valt.
Ik vrees dat er vele kruisdragers zijn die het juk zelf gewillig dragen, maar dan heb
ik op grond van het Woord wel mijn bedenkingen of dat uit God is.
Immers wie kan en wil vrijwillig en uit zichzelf, zonder dwang het kruis van
Christus dragen? Wie zou dat willen? Wie is er zo gewillig?

[Mara]

Mattheüs 11:29 Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel;

Maar wat is er nodig om onder dat juk gebracht te worden.

Nou, er staat "Neem Mijn juk op u", niet dat je eronder gebracht moet worden. Het wordt ons opgedragen.

Dat weten we allemaal wel... Dat mag ik toch aannemen.
Simon droeg het kruis (of juk) ook niet zo gewillig, maar het werd het opgelegd.
Dat is genade: Ik doe niets dan tegenwerken, en wie dan onder dat juk mag komen
kan spreken van genade. Louter genade waar de mens met alles van hemzelf
tussenuit valt.
Ik vrees dat er vele kruisdragers zijn die het juk zelf gewillig dragen, maar dan heb
ik op grond van het Woord wel mijn bedenkingen of dat uit God is.
Immers wie kan en wil vrijwillig en uit zichzelf, zonder dwang het kruis van
Christus dragen? Wie zou dat willen? Wie is er zo gewillig?

Ik denk dat een mens juist daar gebracht moet worden. Dat wij geen juk willen (ver)dragen.
Immers, als wij van onszelf zo gewillig zijn, waar heb je dan nog de Heere voor nodig?

[jakobmarin]

Uiteraard is het genade, gelukkig wel.

En in plaats om de nadruk te leggen op het niet willen, niet kunnen, het tegenwerken, zegt Jezus dit:

Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.matt11
Want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn geboden in acht nemen; en Zijn geboden zijn geen zware last.1joh5

[quote=""-DIA-"]Immers wie kan en wil vrijwillig en uit zichzelf, zonder dwang het kruis van Christus dragen? Wie zou dat willen? Wie is er zo gewillig?[/quote]Van dwang is volgens mij geen sprake, eerder wordt iemand gewillig gemaakt. God dwingt niemand, het blijft uiteindelijk toch je eigen keuze (gewerkt door Zijn Geest).

Het juk van de wet en van menselijke inzettingen is wel hard en is niet te dragen. (zie ook kanttek bij matth11). Daarbij vergeleken is het juk van Jezus zacht en licht.