Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamheden
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5214
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamheden
Zondag hoorde ik een preek van Ds. J.W. Kersten hieronder een stuk uit die preek:
"Wij dan gerechtvaardigd zijnde, uit het geloof (door het geloof) daar heb je het middel, gerechtvaardigd door het geloof, dat staat tegenover, gerechtvaardigd door de werken. Geloof en werken. Sluiten elkaar uit. Dus we worden gerechtvaardigd door of uit het geloof. Geloof wat is dat voor ding? Ge moet onderscheid maken tussen het geloof en tussen de werkzaamheden van het geloof.
Want als je het over de werkzaamheden van het geloof hebt: het hongeren, dorsten, begeren, het uitzien, het toevlucht nemen, dat zijn ook werken, dus die moeten hier juist buiten gehouden worden. Door het geloof gerechtvaardigd, niet door de werkzaamheden van het geloof, nee door het geloof zelf, als instrument. Wij worden met Christus niet verenigd als we tot Hem uitgaan, en als we de toevlucht tot Hem nemen. Wel nee?! Dat is een vrucht ervan?!
Dus wij worden gerechtvaardigd uit het geloof, en dan moeten we geloof, apart nemen, niet in zijn werkingen en in zijn daden, en in zijn uitgangen, nee juist niet, want dan kom je weer in de werken. Al zijn het goede werken, maar ook de goede werken worden hier afgesneden, en ook de evangelische werken. Zalig worden uit souvereine genade ! En gerechtvaardigd worden als goddeloze. Om de verdienste van Christus. Door het geloof.
Nu....wanneer krijgen wij dan het geloof? In de wedergeboorte. We zeiden zoëven dat in de wedergeboorte de zondaar met Christus verenigd word door Het Geloof. In de wedergeboorte, geeft God de Heilige Geest, dat wonderlijke instrument wat wij het geloof noemen. En dat is een hand, en vanaf dat ogenblik krijgt die zondaar, deel aan Christus en aan al Zijn weldaden. Voorwerpelijke eer ! Vanaf dat ogenblik is hij in in Christus voor God rechtvaardig. En is hij in Christus geheiligd, en hij is in Christus een erfgenaam van het eeuwige leven. Zalig door het geloof.
Dat geloof is geen daad. Ons oog is geen daad, maar het zien wel. Als ik zie, dan oefent mijn oog een daad van zien. Maar het oog zelf is geen daad. Dat is een instrument om te zien. Het oog krijgt zijn bestemming in het zien. De bestemming van mijn oog ligt in de natuur in zien. Daar heb ik het oog voor gekregen. Zo is het ook met het geloof. De bestemming van het geloof ligt in de werkzaamheden des geloofs. Maar de werkzaamheid zelf, rechtvaardigt ons niet.
Nee het geloof rechtvaardigt ons.
En juist uit die gemeenschap met Christus, vloeien de oefeningen voort. In de oefeningen van het geloof wordt ik niet gerechtvaardigd, zoals men altid heeft beweerd. Geloof het niet, het geloof rechtvaardigt, gerechtvaardigd uit het geloof en juist omdat ik met Christus verenigd ben komen er de werkzaamheden. Niet eerst de werkzaamheden en dan in het toevlucht nemen en het aannemen Christus, nu wordt ik gerechtvaardigd. Wel nee ! Net andersom. Omdat ik in Christus gerechtvaardigd ben, gaat het geloof zich oefenen. "
"Wij dan gerechtvaardigd zijnde, uit het geloof (door het geloof) daar heb je het middel, gerechtvaardigd door het geloof, dat staat tegenover, gerechtvaardigd door de werken. Geloof en werken. Sluiten elkaar uit. Dus we worden gerechtvaardigd door of uit het geloof. Geloof wat is dat voor ding? Ge moet onderscheid maken tussen het geloof en tussen de werkzaamheden van het geloof.
Want als je het over de werkzaamheden van het geloof hebt: het hongeren, dorsten, begeren, het uitzien, het toevlucht nemen, dat zijn ook werken, dus die moeten hier juist buiten gehouden worden. Door het geloof gerechtvaardigd, niet door de werkzaamheden van het geloof, nee door het geloof zelf, als instrument. Wij worden met Christus niet verenigd als we tot Hem uitgaan, en als we de toevlucht tot Hem nemen. Wel nee?! Dat is een vrucht ervan?!
Dus wij worden gerechtvaardigd uit het geloof, en dan moeten we geloof, apart nemen, niet in zijn werkingen en in zijn daden, en in zijn uitgangen, nee juist niet, want dan kom je weer in de werken. Al zijn het goede werken, maar ook de goede werken worden hier afgesneden, en ook de evangelische werken. Zalig worden uit souvereine genade ! En gerechtvaardigd worden als goddeloze. Om de verdienste van Christus. Door het geloof.
Nu....wanneer krijgen wij dan het geloof? In de wedergeboorte. We zeiden zoëven dat in de wedergeboorte de zondaar met Christus verenigd word door Het Geloof. In de wedergeboorte, geeft God de Heilige Geest, dat wonderlijke instrument wat wij het geloof noemen. En dat is een hand, en vanaf dat ogenblik krijgt die zondaar, deel aan Christus en aan al Zijn weldaden. Voorwerpelijke eer ! Vanaf dat ogenblik is hij in in Christus voor God rechtvaardig. En is hij in Christus geheiligd, en hij is in Christus een erfgenaam van het eeuwige leven. Zalig door het geloof.
Dat geloof is geen daad. Ons oog is geen daad, maar het zien wel. Als ik zie, dan oefent mijn oog een daad van zien. Maar het oog zelf is geen daad. Dat is een instrument om te zien. Het oog krijgt zijn bestemming in het zien. De bestemming van mijn oog ligt in de natuur in zien. Daar heb ik het oog voor gekregen. Zo is het ook met het geloof. De bestemming van het geloof ligt in de werkzaamheden des geloofs. Maar de werkzaamheid zelf, rechtvaardigt ons niet.
Nee het geloof rechtvaardigt ons.
En juist uit die gemeenschap met Christus, vloeien de oefeningen voort. In de oefeningen van het geloof wordt ik niet gerechtvaardigd, zoals men altid heeft beweerd. Geloof het niet, het geloof rechtvaardigt, gerechtvaardigd uit het geloof en juist omdat ik met Christus verenigd ben komen er de werkzaamheden. Niet eerst de werkzaamheden en dan in het toevlucht nemen en het aannemen Christus, nu wordt ik gerechtvaardigd. Wel nee ! Net andersom. Omdat ik in Christus gerechtvaardigd ben, gaat het geloof zich oefenen. "
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
Hoor je uiteindelijk weinig meer zo in de ger gezindte.
Het is een predikant die de 3 Sola's (her)ondekt heeft en die nu het Sola Fide aan hoorders probeert uit te leggen die heel andere klanken gewend zijn. En dan mist het toch een beetje de scherpte. Geloof is namelijk welzeker een daad.
Het is een predikant die de 3 Sola's (her)ondekt heeft en die nu het Sola Fide aan hoorders probeert uit te leggen die heel andere klanken gewend zijn. En dan mist het toch een beetje de scherpte. Geloof is namelijk welzeker een daad.
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
Beter lezen. Hij zegt namelijk hetzelfde als zijn vader.refo schreef:Hoor je uiteindelijk weinig meer zo in de ger gezindte.
Het is een predikant die de 3 Sola's (her)ondekt heeft en die nu het Sola Fide aan hoorders probeert uit te leggen die heel andere klanken gewend zijn.
- jakobmarin
- Berichten: 3523
- Lid geworden op: 04 aug 2004, 13:42
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
ff beetje plagen hoor
Ik ben benieuwd hoe deze bijbeltekst dan uitgelegd wordt door ds. Kersten.
Luther kon ook al niet uit de voeten met deze 'strooien brief', wellicht zijn we toch lutherser dan we denken

Jakobus zegt dat geloof en werken samenwerken, terwijl Kersten zegt "Geloof en werken. Sluiten elkaar uit"Jakobus 2:
Is Abraham, onze vader, niet uit de werken gerechtvaardigd, toen hij Izak, zijn zoon, op het altaar offerde?
Ziet u wel dat het geloof samenwerkte met zijn werken en dat door de werken het geloof volmaakt is geworden?
En de Schrift is vervuld die zegt: En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd.
U ziet dus nu dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof.
En is Rachab, de hoer, niet op dezelfde manier uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boden heeft ontvangen en langs een andere weg heeft laten weggaan?
Ik ben benieuwd hoe deze bijbeltekst dan uitgelegd wordt door ds. Kersten.
Luther kon ook al niet uit de voeten met deze 'strooien brief', wellicht zijn we toch lutherser dan we denken

Wie zegt 'er is geen waarheid' heeft groot gelijk, want die bestaat wél.
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
Jacobus stelt: Geloof zonder werken is dood, is geen echt geloof. Wie Paulus goed leest, ziet dat Paulus daar ook van harte mee instemt.jakobmarin schreef: Jakobus zegt dat geloof en werken samenwerken, terwijl Kersten zegt "Geloof en werken. Sluiten elkaar uit"
Ik ben benieuwd hoe deze bijbeltekst dan uitgelegd wordt door ds. Kersten.
Luther kon ook al niet uit de voeten met deze 'strooien brief', wellicht zijn we toch lutherser dan we denken
Jacobus zegt echter niet: Werken verdienen de zaligheid. Hij stelt slechts: Geloof zonder werken bestaat niet. Werken zijn een vrucht van het geloof. Een boom zonder vrucht is dood.
Ik denk dat in onze tijd de nadruk op zowel Paulus als Jacobus moet vallen. Op Paulus, als hij zegt dat geen enkel werk, ook bidden, Bijbellezen, kerkgang, etc de mens dichter bij God brengt, als ware het een opstapje (hoewel God de middelen gebruiken wil). En op Jacobus, als hij de nadruk zegt: Geloof ken je aan de vruchten. Waar geen vrucht is, is geen geestelijk leven. Worden de vruchten van de Geest bij ons gevonden: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing, Gal 5:22?
Beide elementen, dus enerzijds niets in ons wat ons dichter bij genade brengt, en anderzijds zonder de werken geen waar geloof, zijn Bijbels, en dienen in evenwicht te zijn. Wie hier één van de twee over-benadrukt heeft al snel een onevenwichtige theologie.
- jakobmarin
- Berichten: 3523
- Lid geworden op: 04 aug 2004, 13:42
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
Amen!memento schreef:Jacobus stelt: Geloof zonder werken is dood, is geen echt geloof. Wie Paulus goed leest, ziet dat Paulus daar ook van harte mee instemt.jakobmarin schreef: Jakobus zegt dat geloof en werken samenwerken, terwijl Kersten zegt "Geloof en werken. Sluiten elkaar uit"
Ik ben benieuwd hoe deze bijbeltekst dan uitgelegd wordt door ds. Kersten.
Luther kon ook al niet uit de voeten met deze 'strooien brief', wellicht zijn we toch lutherser dan we denken
Jacobus zegt echter niet: Werken verdienen de zaligheid. Hij stelt slechts: Geloof zonder werken bestaat niet. Werken zijn een vrucht van het geloof. Een boom zonder vrucht is dood.
Ik denk dat in onze tijd de nadruk op zowel Paulus als Jacobus moet vallen. Op Paulus, als hij zegt dat geen enkel werk, ook bidden, Bijbellezen, kerkgang, etc de mens dichter bij God brengt, als ware het een opstapje (hoewel God de middelen gebruiken wil). En op Jacobus, als hij de nadruk zegt: Geloof ken je aan de vruchten. Waar geen vrucht is, is geen geestelijk leven. Worden de vruchten van de Geest bij ons gevonden: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing, Gal 5:22?
Beide elementen, dus enerzijds niets in ons wat ons dichter bij genade brengt, en anderzijds zonder de werken geen waar geloof, zijn Bijbels, en dienen in evenwicht te zijn. Wie hier één van de twee over-benadrukt heeft al snel een onevenwichtige theologie.
Wie zegt 'er is geen waarheid' heeft groot gelijk, want die bestaat wél.
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
Precies, en dat, Jakobmarin, komt ook in het geciteerde stuk terug:
Zo is het ook met het geloof. De bestemming van het geloof ligt in de werkzaamheden des geloofs. Maar de werkzaamheid zelf, rechtvaardigt ons niet.
Nee het geloof rechtvaardigt ons.
Niet eerst de werkzaamheden en dan in het toevlucht nemen en het aannemen Christus, nu wordt ik gerechtvaardigd. Wel nee ! Net andersom. Omdat ik in Christus gerechtvaardigd ben, gaat het geloof zich oefenen. "
Er staat niet dat geloof en werken elkaar uitsluiten. Er staat dat we door het geloof gerechtvaardigd worden en levend geloof altijd gepaard gaat met werken. Maar dat geloof zonder werken dood is. Geloven is horen en doen. Niet geloven en wel doen, of wel geloven en niet doen zijn beiden geen levend, echt geloof.
20 Maar wilt u weten, o nietig mens, dat het geloof zonder de werken dood is?
21 Is Abraham, onze vader, niet uit de werken gerechtvaardigd, toen hij Izak, zijn zoon, op het altaar offerde?
22 Ziet u wel dat het geloof samenwerkte met zijn werken en dat door de werken het geloof volmaakt is geworden?
23 En de Schrift is vervuld die zegt: En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd.
24 U ziet dus nu dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof.
25 En is Rachab, de hoer, niet op dezelfde manier uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boden heeft ontvangen en langs een andere weg heeft laten weggaan?
26 Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.
Door geloof en werken worden we gerechtvaardigd, ze gaan samen.
Zo is het ook met het geloof. De bestemming van het geloof ligt in de werkzaamheden des geloofs. Maar de werkzaamheid zelf, rechtvaardigt ons niet.
Nee het geloof rechtvaardigt ons.
Niet eerst de werkzaamheden en dan in het toevlucht nemen en het aannemen Christus, nu wordt ik gerechtvaardigd. Wel nee ! Net andersom. Omdat ik in Christus gerechtvaardigd ben, gaat het geloof zich oefenen. "
Er staat niet dat geloof en werken elkaar uitsluiten. Er staat dat we door het geloof gerechtvaardigd worden en levend geloof altijd gepaard gaat met werken. Maar dat geloof zonder werken dood is. Geloven is horen en doen. Niet geloven en wel doen, of wel geloven en niet doen zijn beiden geen levend, echt geloof.
20 Maar wilt u weten, o nietig mens, dat het geloof zonder de werken dood is?
21 Is Abraham, onze vader, niet uit de werken gerechtvaardigd, toen hij Izak, zijn zoon, op het altaar offerde?
22 Ziet u wel dat het geloof samenwerkte met zijn werken en dat door de werken het geloof volmaakt is geworden?
23 En de Schrift is vervuld die zegt: En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd.
24 U ziet dus nu dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof.
25 En is Rachab, de hoer, niet op dezelfde manier uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boden heeft ontvangen en langs een andere weg heeft laten weggaan?
26 Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.
Door geloof en werken worden we gerechtvaardigd, ze gaan samen.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
- jakobmarin
- Berichten: 3523
- Lid geworden op: 04 aug 2004, 13:42
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
Hmm, dat meende ik er wel in te lezen: Wij dan gerechtvaardigd zijnde, uit het geloof (door het geloof) daar heb je het middel, gerechtvaardigd door het geloof, dat staat tegenover, gerechtvaardigd door de werken. Geloof en werken. Sluiten elkaar uit. Dus we worden gerechtvaardigd door of uit het geloof.Marnix schreef:Er staat niet dat geloof en werken elkaar uitsluiten.
Ik lees eruit dat 'geloven' iets totaal anders is dan 'werken', terwijl Jakobus juist zegt dat ze samenwerken. Ze staan niet tegenover elkaar, ze sluiten elkaar niet uit, maar sluiten elkaar juist in.
maar misschien begrijp ik het verkeerd?
Wie zegt 'er is geen waarheid' heeft groot gelijk, want die bestaat wél.
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
Sorry, ik haal even de context erbij...
Hoofdstuk 4
1 Wat zullen wij dan zeggen, dat Abraham, onze vader, verkregen heeft naar het vlees? 2 Want indien Abraham uit de werken gerechtvaardigd is, zo heeft hij roem, maar niet bij God. 3 Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid. 4 Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld. 5 Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid. 6 Gelijk ook David den mens zalig spreekt, welken God de rechtvaardigheid toerekent zonder werken; 7 Zeggende: Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn; 8 Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent. 9 Deze zaligspreking dan, is die alleen over de besnijdenis, of ook over de voorhuid? Want wij zeggen, dat Abraham het geloof gerekend is tot rechtvaardigheid. 10 Hoe is het hem dan toegerekend? Als hij in de besnijdenis was, of in de voorhuid? Niet in de besnijdenis, maar in de voorhuid. 11 En hij heeft het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend; opdat hij zou zijn een vader van allen, die geloven in de voorhuid zijnde, ten einde ook hun de rechtvaardigheid toegerekend worde; 12 En een vader der besnijdenis, dengenen namelijk, die niet alleen uit de besnijdenis zijn, maar die ook wandelen in de voetstappen des geloofs van onzen vader Abraham, hetwelk in de voorhuid was. 13 Want de belofte is niet door de wet aan Abraham of zijn zaad geschied, namelijk, dat hij een erfgenaam der wereld zou zijn, maar door de rechtvaardigheid des geloofs. 14 Want indien degenen, die uit de wet zijn, erfgenamen zijn, zo is het geloof ijdel geworden, en de beloftenis te niet gedaan. 15 Want de wet werkt toorn; want waar geen wet is, daar is ook geen overtreding. 16 Daarom is zij uit het geloof, opdat zij naar genade zij; ten einde de belofte vast zij al den zade, niet alleen dat uit de wet is, maar ook dat uit het geloof Abrahams is, welke een vader is van ons allen; 17 (Gelijk geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gesteld) voor Hem, aan Welken hij geloofd heeft, namelijk God, Die de doden levend maakt, en roept de dingen, die niet zijn, alsof zij waren; 18 Welke tegen hoop op hoop geloofd heeft, dat hij zou worden een vader van vele volken; volgens hetgeen gezegd was: Alzo zal uw zaad wezen. 19 En niet verzwakt zijnde in het geloof, heeft hij zijn eigen lichaam niet aangemerkt, dat alrede verstorven was, alzo hij omtrent honderd jaren oud was, noch ook dat de moeder in Sara verstorven was. 20 En hij heeft aan de beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof; maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer; 21 En ten volle verzekerd zijnde, dat hetgeen beloofd was, Hij ook machtig was te doen. 22 Daarom is het hem ook tot rechtvaardigheid gerekend. 23 Nu is het niet alleen om zijnentwil geschreven, dat het hem toegerekend is; 24 Maar ook om onzentwil, welken het zal toegerekend worden, namelijk dengenen, die geloven in Hem, Die Jezus, onzen Heere, uit de doden opgewekt heeft; 25 Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking.
Hoofdstuk 5
1 Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus; 2 Door Welken wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods. 3 En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt; 4 En de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop; 5 En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven. 6 Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven. 7 Want nauwelijks zal iemand voor een rechtvaardige sterven; want voor den goede zal mogelijk iemand ook bestaan te sterven. 8 Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren. 9 Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van den toorn. 10 Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door den dood Zijns Zoons, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven. 11 En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in God, door onzen Heere Jezus Christus, door Welken wij nu de verzoening gekregen hebben. 12 Daarom, gelijk door een mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben. 13 Want tot de wet was de zonde in de wereld; maar de zonde wordt niet toegerekend, als er geen wet is. 14 Maar de dood heeft geheerst van Adam tot Mozes toe, ook over degenen, die niet gezondigd hadden in de gelijkheid der overtreding van Adam, welke een voorbeeld is Desgenen, Die komen zou. 15 Doch niet, gelijk de misdaad, alzo is ook de genadegift, want indien, door de misdaad van een, velen gestorven zijn, zo is veel meer de genade Gods, en de gave door de genade, die daar is van een mens Jezus Christus, overvloedig geweest over velen. 16 En niet, gelijk de schuld was door den een, die gezondigd heeft, alzo is de gift; want de schuld is wel uit een misdaad tot verdoemenis, maar de genadegift is uit vele misdaden tot rechtvaardigmaking. 17 Want indien door de misdaad van een de dood geheerst heeft door dien enen, veel meer zullen degenen, die den overvloed der genade en der gave der rechtvaardigheid ontvangen, in het leven heersen door dien Enen, namelijk Jezus Christus. 18 Zo dan, gelijk door een misdaad de schuld gekomen is over alle mensen tot verdoemenis; alzo ook door een rechtvaardigheid komt de genade over alle mensen tot rechtvaardigmaking des levens. 19 Want gelijk door de ongehoorzaamheid van dien enen mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen gesteld worden. 20 Maar de wet is bovendien ingekomen, opdat de misdaad te meerder worde; en waar de zonde meerder geworden is, daar is de genade veel meer overvloedig geweest; 21 Opdat, gelijk de zonde geheerst heeft tot den dood, alzo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onzen Heere.
Hoofdstuk 4
1 Wat zullen wij dan zeggen, dat Abraham, onze vader, verkregen heeft naar het vlees? 2 Want indien Abraham uit de werken gerechtvaardigd is, zo heeft hij roem, maar niet bij God. 3 Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid. 4 Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld. 5 Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid. 6 Gelijk ook David den mens zalig spreekt, welken God de rechtvaardigheid toerekent zonder werken; 7 Zeggende: Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn; 8 Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent. 9 Deze zaligspreking dan, is die alleen over de besnijdenis, of ook over de voorhuid? Want wij zeggen, dat Abraham het geloof gerekend is tot rechtvaardigheid. 10 Hoe is het hem dan toegerekend? Als hij in de besnijdenis was, of in de voorhuid? Niet in de besnijdenis, maar in de voorhuid. 11 En hij heeft het teken der besnijdenis ontvangen tot een zegel der rechtvaardigheid des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend; opdat hij zou zijn een vader van allen, die geloven in de voorhuid zijnde, ten einde ook hun de rechtvaardigheid toegerekend worde; 12 En een vader der besnijdenis, dengenen namelijk, die niet alleen uit de besnijdenis zijn, maar die ook wandelen in de voetstappen des geloofs van onzen vader Abraham, hetwelk in de voorhuid was. 13 Want de belofte is niet door de wet aan Abraham of zijn zaad geschied, namelijk, dat hij een erfgenaam der wereld zou zijn, maar door de rechtvaardigheid des geloofs. 14 Want indien degenen, die uit de wet zijn, erfgenamen zijn, zo is het geloof ijdel geworden, en de beloftenis te niet gedaan. 15 Want de wet werkt toorn; want waar geen wet is, daar is ook geen overtreding. 16 Daarom is zij uit het geloof, opdat zij naar genade zij; ten einde de belofte vast zij al den zade, niet alleen dat uit de wet is, maar ook dat uit het geloof Abrahams is, welke een vader is van ons allen; 17 (Gelijk geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gesteld) voor Hem, aan Welken hij geloofd heeft, namelijk God, Die de doden levend maakt, en roept de dingen, die niet zijn, alsof zij waren; 18 Welke tegen hoop op hoop geloofd heeft, dat hij zou worden een vader van vele volken; volgens hetgeen gezegd was: Alzo zal uw zaad wezen. 19 En niet verzwakt zijnde in het geloof, heeft hij zijn eigen lichaam niet aangemerkt, dat alrede verstorven was, alzo hij omtrent honderd jaren oud was, noch ook dat de moeder in Sara verstorven was. 20 En hij heeft aan de beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof; maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer; 21 En ten volle verzekerd zijnde, dat hetgeen beloofd was, Hij ook machtig was te doen. 22 Daarom is het hem ook tot rechtvaardigheid gerekend. 23 Nu is het niet alleen om zijnentwil geschreven, dat het hem toegerekend is; 24 Maar ook om onzentwil, welken het zal toegerekend worden, namelijk dengenen, die geloven in Hem, Die Jezus, onzen Heere, uit de doden opgewekt heeft; 25 Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking.
Hoofdstuk 5
1 Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus; 2 Door Welken wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods. 3 En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt; 4 En de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop; 5 En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven. 6 Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven. 7 Want nauwelijks zal iemand voor een rechtvaardige sterven; want voor den goede zal mogelijk iemand ook bestaan te sterven. 8 Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren. 9 Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van den toorn. 10 Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door den dood Zijns Zoons, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven. 11 En niet alleenlijk dit, maar wij roemen ook in God, door onzen Heere Jezus Christus, door Welken wij nu de verzoening gekregen hebben. 12 Daarom, gelijk door een mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben. 13 Want tot de wet was de zonde in de wereld; maar de zonde wordt niet toegerekend, als er geen wet is. 14 Maar de dood heeft geheerst van Adam tot Mozes toe, ook over degenen, die niet gezondigd hadden in de gelijkheid der overtreding van Adam, welke een voorbeeld is Desgenen, Die komen zou. 15 Doch niet, gelijk de misdaad, alzo is ook de genadegift, want indien, door de misdaad van een, velen gestorven zijn, zo is veel meer de genade Gods, en de gave door de genade, die daar is van een mens Jezus Christus, overvloedig geweest over velen. 16 En niet, gelijk de schuld was door den een, die gezondigd heeft, alzo is de gift; want de schuld is wel uit een misdaad tot verdoemenis, maar de genadegift is uit vele misdaden tot rechtvaardigmaking. 17 Want indien door de misdaad van een de dood geheerst heeft door dien enen, veel meer zullen degenen, die den overvloed der genade en der gave der rechtvaardigheid ontvangen, in het leven heersen door dien Enen, namelijk Jezus Christus. 18 Zo dan, gelijk door een misdaad de schuld gekomen is over alle mensen tot verdoemenis; alzo ook door een rechtvaardigheid komt de genade over alle mensen tot rechtvaardigmaking des levens. 19 Want gelijk door de ongehoorzaamheid van dien enen mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen gesteld worden. 20 Maar de wet is bovendien ingekomen, opdat de misdaad te meerder worde; en waar de zonde meerder geworden is, daar is de genade veel meer overvloedig geweest; 21 Opdat, gelijk de zonde geheerst heeft tot den dood, alzo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid tot het eeuwige leven, door Jezus Christus onzen Heere.
We moeten ons niet alleen in God verblijden om wat we van Hem ontvangen hebben en nog dagelijks ontvangen,
maar ook om wat Hij beloofd heeft en wat we nog van Hem hopen te ontvangen.
Matthew Henry
maar ook om wat Hij beloofd heeft en wat we nog van Hem hopen te ontvangen.
Matthew Henry
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
Geloof en werken sluiten elkaar in het stuk van de rechtvaardiging - de rechtvaardigmaking waarover Paulus spreekt, want dat was de context - volkomen uit.jakobmarin schreef: Jakobus zegt dat geloof en werken samenwerken, terwijl Kersten zegt "Geloof en werken. Sluiten elkaar uit"
Ik ben benieuwd hoe deze bijbeltekst dan uitgelegd wordt door ds. Kersten.
Luther kon ook al niet uit de voeten met deze 'strooien brief', wellicht zijn we toch lutherser dan we denken
Dat is niet alleen luthers, maar volstrekt gereformeerd.
En wat nog belangrijker is: Het is geheel Bijbels.
Romeinen 3:28 schreef:Wij besluiten dan dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt, zonder de werken der wet.
Van een 'samenwerken' van het geloof en de werken in het stuk van de rechtvaardigmaking (in de betekenis van de justificatie of rechterlijke vrijspraak in het oordeel Gods) is geen sprake. Dat is de leer van Rome, remonstranten, enzovoort. Iets anders is dat de rechtvaardigmaking ook bewezen wordt uit de vruchten en daarmee uit de werken, zoals Jakobus leert.kanttekening schreef:[Zonder de werken der wet:] Namelijk die niet alleen voor de bekering geschieden, maar ook na de bekering, gelijk van den apostel in het navolgende hoofdstuk met het voorbeeld van Abraham en van David klaarlijk zal bewezen worden.
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
Ik snap dat het verwarrend is. Het is al mooi aangegeven door Zonderling door de ogenschijnlijke tegenstrijdigheid tussen Romeinen en Jakobus uit te werken. Het ligt er aan waar die werken bijhoren. Bij de verlossing of bij de dankbaarheid/heiliging. Paulus geeft aan dat het onmogelijk is dat we gerechtvaardigd worden door "werken der wet". Jakobus geeft aan dat het onmogelijk is echt te geloven zonder dat dat ook leidt tot werken. Het gaat dus om de wet en de positie daarvan. De wet (en dus ook werken) horen niet bij de verlossing maar bij de dankbaarheid / heiliging.jakobmarin schreef:Hmm, dat meende ik er wel in te lezen: Wij dan gerechtvaardigd zijnde, uit het geloof (door het geloof) daar heb je het middel, gerechtvaardigd door het geloof, dat staat tegenover, gerechtvaardigd door de werken. Geloof en werken. Sluiten elkaar uit. Dus we worden gerechtvaardigd door of uit het geloof.Marnix schreef:Er staat niet dat geloof en werken elkaar uitsluiten.
Ik lees eruit dat 'geloven' iets totaal anders is dan 'werken', terwijl Jakobus juist zegt dat ze samenwerken. Ze staan niet tegenover elkaar, ze sluiten elkaar niet uit, maar sluiten elkaar juist in.
maar misschien begrijp ik het verkeerd?
30 Wat zullen wij dan zeggen? Dit: heidenen, die geen gerechtigheid najaagden, hebben gerechtigheid verkregen, namelijk gerechtigheid, die uit geloof is; 31 doch Israël, hoewel het een wet ter gerechtigheid najaagde, is aan de wet niet toegekomen. 32 Waarom niet? Omdat het hierbij niet uitging van geloof, maar van vermeende werken. Zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots, 33 gelijk geschreven staat:
Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
- jakobmarin
- Berichten: 3523
- Lid geworden op: 04 aug 2004, 13:42
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
helder verwoord, dat evenwicht moet bewaard worden.
Wat ik soms wel signaleer: er wordt soms zo de nadruk gelegd op 'niet door werken gerechtvaardigd' (dat dus op zichzelf helemaal waar is en waar blijft) dat er dan ook maar niet gezocht wordt naar God, er niet Gods liefde aangegrepen wordt of opgeroepen wordt tot bekering en geloof. Want dat zou eens een werk van jezelf zijn! Het moet je tenslotte gegeven worden....
Theologisch kan het allemaal goed kloppen, maar hoe functioneert het in de preek en wat doet de man-met-de-pet ermee?
Wat ik soms wel signaleer: er wordt soms zo de nadruk gelegd op 'niet door werken gerechtvaardigd' (dat dus op zichzelf helemaal waar is en waar blijft) dat er dan ook maar niet gezocht wordt naar God, er niet Gods liefde aangegrepen wordt of opgeroepen wordt tot bekering en geloof. Want dat zou eens een werk van jezelf zijn! Het moet je tenslotte gegeven worden....
Theologisch kan het allemaal goed kloppen, maar hoe functioneert het in de preek en wat doet de man-met-de-pet ermee?
Wie zegt 'er is geen waarheid' heeft groot gelijk, want die bestaat wél.
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
Klopt. En m.i. gebeurd het nog veel te weinig.jakobmarin schreef:helder verwoord, dat evenwicht moet bewaard worden.
Wat ik soms wel signaleer: er wordt soms zo de nadruk gelegd op 'niet door werken gerechtvaardigd' (dat dus op zichzelf helemaal waar is en waar blijft)
Dat is een gevolgtrekking die jijzelf maakt. Ik herken 'em niet.jakobmarin schreef:dat er dan ook maar niet gezocht wordt naar God, er niet Gods liefde aangegrepen wordt of opgeroepen wordt tot bekering en geloof. Want dat zou eens een werk van jezelf zijn! Het moet je tenslotte gegeven worden....
Men moet Bijbels preken en de uitkomst aan God overlaten.jakobmarin schreef:Theologisch kan het allemaal goed kloppen, maar hoe functioneert het in de preek en wat doet de man-met-de-pet ermee?
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
Voor mij niet herkenbaar. Gelukkig hoor ik iedere zondag een evenwichtige preek, waarin het eenzijdige Godswerk enerzijds en de verantwoordelijkheid van de mens anderzijds helder, evenwichtig verwoord wordt.jakobmarin schreef:helder verwoord, dat evenwicht moet bewaard worden.
Wat ik soms wel signaleer: er wordt soms zo de nadruk gelegd op 'niet door werken gerechtvaardigd' (dat dus op zichzelf helemaal waar is en waar blijft) dat er dan ook maar niet gezocht wordt naar God, er niet Gods liefde aangegrepen wordt of opgeroepen wordt tot bekering en geloof. Want dat zou eens een werk van jezelf zijn! Het moet je tenslotte gegeven worden....
Re: Gerechtvaardigd uit het geloof, niet uit de werkzaamhede
Daarom is wat Jakobus zegt ook belangrijk. Geloof zonder werken is dood. Jezus zegt ook: Zalig wie mijn woorden hoort en ze doet. Wat dat betreft mogen we het wel meer in de praktijk brengen, mag er misschien wel wat meer nadruk liggen op het doen. Wat heel praktisch te maken is. Mensen helpen in nood (financieel, geestelijk, eenzaamheid, verdriet enz.jakobmarin schreef:helder verwoord, dat evenwicht moet bewaard worden.
Wat ik soms wel signaleer: er wordt soms zo de nadruk gelegd op 'niet door werken gerechtvaardigd' (dat dus op zichzelf helemaal waar is en waar blijft) dat er dan ook maar niet gezocht wordt naar God, er niet Gods liefde aangegrepen wordt of opgeroepen wordt tot bekering en geloof. Want dat zou eens een werk van jezelf zijn! Het moet je tenslotte gegeven worden....
Theologisch kan het allemaal goed kloppen, maar hoe functioneert het in de preek en wat doet de man-met-de-pet ermee?
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."