Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Gebruikersavatar
refo
Berichten: 24717
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door refo »

Jawel, hoor.
Lees maar:
En wij gebruiken geen ander bewijs voor onze opvatting dan dit, dat de Doop en de besnijdenis tekenen zijn der doding. Hieruit maken wij de gevolgtrekking, dat de Doop gekomen is in de plaats der besnijdenis, om ons hetzelfde af te beelden, waarvan de besnijdenis oudtijds voor de Joden het teken was. Wanneer ze willen verdedigen het verschil van het verbond, met welk een barbaarse vermetelheid verscheuren en bederven zij dan de Schrift! En dat niet op één plaats, maar zo, dat ze niets ongedeerd of ongeschonden laten. Want zij schilderen ons de Joden als zo vleselijk, dat ze meer op beesten gelijken dan op mensen: zeggende namelijk, dat het met hen gesloten verbond niet verder reikt dan het tijdelijke leven, en dat de hun gegeven beloften betrekking hebben op tegenwoordige en lichamelijke goederen. Indien dit leerstuk waarheid is, wat blijft er dan anders over dan te zeggen, dat het Joodse volk een tijdlang met Gods weldaad verzadigd is geweest, evenals men een kudde varkens in het hok vetmest, opdat het eindelijk door een eeuwig verderf zou omkomen? Want zodra wij de besnijdenis en de aan haar verbonden beloften aanhalen, antwoorden zij, dat de besnijdenis een letterlijk teken was en haar beloften lichamelijk waren.


11. Ongetwijfeld, wanneer de besnijdenis een letterlijk teken was, moet men over de Doop evenzo oordelen. Want de apostel (Col. 2:11) maakt het ene niet meer geestelijk dan het andere. Want hij zegt, dat wij in Christus besneden zijn met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt door de aflegging van het lichaam der zonde, dat in ons vlees woonde: welke hij de besnijdenis van Christus noemt. Daarna voegt hij tot uitlegging van deze uitspraak toe, dat wij door de Doop met Christus begraven zijn. Wat bedoelt hij met die woorden anders dan dat de vervulling en de waarheid van de Doop tevens de vervulling en de waarheid der besnijdenis zijn, aangezien zij één zaak afbeelden? Want hij wil bewijzen, dat de doop voor de Christenen hetzelfde is, wat vroeger voor de Joden de besnijdenis was. En daar we reeds duidelijk hebben
uiteengezet, dat de beloften van beide tekenen en de verborgenheden, die er door worden voorgesteld, met elkander overeenkomen, zullen wij er thans niet langer bij blijven stilstaan. Ik zal alleen de gelovigen er op wijzen, dat ze, terwijl ik zwijg, eens bij zichzelf moeten overwegen of dat voor een aards en letterlijk teken moet gehouden worden, terwijl er toch niets anders in is dan wat geestelijk is en hemels. Maar opdat ze hun rookdampen niet aan eenvoudige mensen verkopen, zullen wij één tegenwerping, waarmee zij deze zeer onbeschaamde leugen zoeken te bedekken, ontzenuwen. Het is meer dan zeker, dat de voornaamste beloften, waarin het verbond vervat was, dat God onder het Oude Testament met de Israëlieten ge sloten heeft, geestelijk geweest zijn en gezien hebben op het eeuwige leven. Verder dat ze door de
vaderen gelijk paste, geestelijk opgevat zijn, opdat ze daaraan vertrouwen zouden ontlenen aangaande het toekomende leven, waarheen ze met de ganse neiging van hun hart streefden. Intussen loochenen wij geenszins, dat Hij hun zijn goedgunstigheid met aardse en vleselijke weldaden betuigd heeft, door welke wij ook zeggen, dat die hoop op de geestelijke beloften versterkt is. Gelijk Hij, toen Hij aan zijn dienstknecht Abraham de eeuwige gelukzaligheid beloofd heeft, om hem een duidelijk bewijs van zijn gunst voor ogen te stellen, een andere belofte aangaande het bezit van het land
Kanaän erbij voegde. Op deze wijze moet men alle aardse beloften, die aan het Joodse volk gegeven zijn, verstaan, dat de geestelijke belofte, als de hoofdzaak, altijd de eerste plaats inneemt, en dat de andere daarop betrokken worden. En aangezien ik dit uitvoeriger behandeld heb bij de bespreking van het onderscheid tussen het Oude en het Nieuwe Testament, roer ik het nu slechts in 't kort aan.
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9099
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Bert Mulder »

refo schreef:Jawel, hoor.
Lees maar:
En wij gebruiken geen ander bewijs voor onze opvatting dan dit, dat de Doop en de besnijdenis tekenen zijn der doding. Hieruit maken wij de gevolgtrekking, dat de Doop gekomen is in de plaats der besnijdenis, om ons hetzelfde af te beelden, waarvan de besnijdenis oudtijds voor de Joden het teken was. Wanneer ze willen verdedigen het verschil van het verbond, met welk een barbaarse vermetelheid verscheuren en bederven zij dan de Schrift! En dat niet op één plaats, maar zo, dat ze niets ongedeerd of ongeschonden laten. Want zij schilderen ons de Joden als zo vleselijk, dat ze meer op beesten gelijken dan op mensen: zeggende namelijk, dat het met hen gesloten verbond niet verder reikt dan het tijdelijke leven, en dat de hun gegeven beloften betrekking hebben op tegenwoordige en lichamelijke goederen. Indien dit leerstuk waarheid is, wat blijft er dan anders over dan te zeggen, dat het Joodse volk een tijdlang met Gods weldaad verzadigd is geweest, evenals men een kudde varkens in het hok vetmest, opdat het eindelijk door een eeuwig verderf zou omkomen? Want zodra wij de besnijdenis en de aan haar verbonden beloften aanhalen, antwoorden zij, dat de besnijdenis een letterlijk teken was en haar beloften lichamelijk waren.


11. Ongetwijfeld, wanneer de besnijdenis een letterlijk teken was, moet men over de Doop evenzo oordelen. Want de apostel (Col. 2:11) maakt het ene niet meer geestelijk dan het andere. Want hij zegt, dat wij in Christus besneden zijn met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt door de aflegging van het lichaam der zonde, dat in ons vlees woonde: welke hij de besnijdenis van Christus noemt. Daarna voegt hij tot uitlegging van deze uitspraak toe, dat wij door de Doop met Christus begraven zijn. Wat bedoelt hij met die woorden anders dan dat de vervulling en de waarheid van de Doop tevens de vervulling en de waarheid der besnijdenis zijn, aangezien zij één zaak afbeelden? Want hij wil bewijzen, dat de doop voor de Christenen hetzelfde is, wat vroeger voor de Joden de besnijdenis was. En daar we reeds duidelijk hebben
uiteengezet, dat de beloften van beide tekenen en de verborgenheden, die er door worden voorgesteld, met elkander overeenkomen, zullen wij er thans niet langer bij blijven stilstaan. Ik zal alleen de gelovigen er op wijzen, dat ze, terwijl ik zwijg, eens bij zichzelf moeten overwegen of dat voor een aards en letterlijk teken moet gehouden worden, terwijl er toch niets anders in is dan wat geestelijk is en hemels. Maar opdat ze hun rookdampen niet aan eenvoudige mensen verkopen, zullen wij één tegenwerping, waarmee zij deze zeer onbeschaamde leugen zoeken te bedekken, ontzenuwen. Het is meer dan zeker, dat de voornaamste beloften, waarin het verbond vervat was, dat God onder het Oude Testament met de Israëlieten ge sloten heeft, geestelijk geweest zijn en gezien hebben op het eeuwige leven. Verder dat ze door de
vaderen gelijk paste, geestelijk opgevat zijn, opdat ze daaraan vertrouwen zouden ontlenen aangaande het toekomende leven, waarheen ze met de ganse neiging van hun hart streefden. Intussen loochenen wij geenszins, dat Hij hun zijn goedgunstigheid met aardse en vleselijke weldaden betuigd heeft, door welke wij ook zeggen, dat die hoop op de geestelijke beloften versterkt is. Gelijk Hij, toen Hij aan zijn dienstknecht Abraham de eeuwige gelukzaligheid beloofd heeft, om hem een duidelijk bewijs van zijn gunst voor ogen te stellen, een andere belofte aangaande het bezit van het land
Kanaän erbij voegde. Op deze wijze moet men alle aardse beloften, die aan het Joodse volk gegeven zijn, verstaan, dat de geestelijke belofte, als de hoofdzaak, altijd de eerste plaats inneemt, en dat de andere daarop betrokken worden. En aangezien ik dit uitvoeriger behandeld heb bij de bespreking van het onderscheid tussen het Oude en het Nieuwe Testament, roer ik het nu slechts in 't kort aan.
En waar, pray tell, in dit citaat geeft Calvijn aan dat er beloften zijn voor degenen die zich niet tot God bekeren?
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Gebruikersavatar
huisman
Berichten: 19354
Lid geworden op: 12 nov 2009, 23:38

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door huisman »

Bert Mulder schreef:En waar, pray tell, in dit citaat geeft Calvijn aan dat er beloften zijn voor degenen die zich niet tot God bekeren?
@Bert even een vraag om verwarring te voorkomen. Zeg jij nu, 1. Dat de beloften worden vervuld in de weg van bekering en geloof. of 2. Dat de beloften pas voor je zijn als je je bekeerd hebt ?
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Gebruikersavatar
Bert Mulder
Berichten: 9099
Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
Contacteer:

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Bert Mulder »

huisman schreef: 1. De beloften worden vervuld in de weg van bekering en geloof.
Wij weten namelijk niet wie de uitverkorenen zijn, dus hebben we (als kerk gezamelijk) de plicht om aan iedereen het Evangelie te brengen, met de eis van geloof en bekering.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door vragensteller »

eilander schreef:
vragensteller schreef:
Ieder mag op grond van de belofte de genade die men nodig heeft, van God opeisen.
Weet iemand hier een Bijbels voorbeeld van iemand die de genade opeiste?
De term "eisen" klinkt alsof wij ergens uit onszelf recht op hebben. Nu, daar kunnen we eenvoudig van zeggen dat iemand met zo'n gebedshouding geen verhoring kan verwachten.
Maar als de Heere iets belooft, doet Hij het ook; in zekere zin kun je dan zeggen dat we dan "recht hebben" op de vervulling, omdat God niet van Zijn Woord af kan. Maar dat recht is dus niet uit onszelf, maar vanuit de belovende God Zelf.
Daar zijn wel voorbeelden van te vinden:

Psalm 119:58:
Ik heb Uw aanschijn ernstelijk gebeden van ganser harte, wees mij genadig naar Uw toezegging.

Daniël 9:18 en 19:
18 Neig Uw oor, mijn God! en hoor, doe Uw ogen op, en zie onze verwoestingen, en de stad, die naar Uw Naam genoemd is; want wij werpen onze smekingen voor Uw aangezicht niet neder op onze gerechtigheden, maar op Uw barmhartigheden, die groot zijn.
19 O Heere, hoor! o Heere, vergeef! o Heere, merk op en doe het, vertraag het niet! Om Uws Zelfs wil, o mijn God! Want Uw stad, en Uw volk is naar Uw Naam genoemd.
Toch blijkt uit de teksten die je aanhaalt niet, dat er geëist werd, vanuit de gedachte dat men er recht op heeft, omdat God het beloofd had. Ik lees het pleiten op Gods beloften meer als versterking van de smeekbede. Smeken geeft voor mij juist rechteloosheid aan. Eisen zie ik meer als: "U hebt het beloofd en daarom kom ik nu het beloofde opeisen."

Maar misschien zijn er nog andere voorbeelden? Of staat hier in de Engelse tekst een woord dat wellicht beter vertaald had kunnen worden?
Gebruikersavatar
refo
Berichten: 24717
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door refo »

Het EISen klinkt ons een beetje brutaal in de oren.
Ik kreeg vandaag de jaarlijkse aanslag gemeentelijke belastingen.
Als ik onder een bepaald minimum gezinsinkomen zou zitten dan kan ik 'eisen' dat alles of een deel wordt kwijtgescholden.
Je dient evenwel een verzoek in, maar op grond van regelgeving kan het niet geweigerd worden. Dus eisen kan, ondanks dat het 'uit genade' is toegezegd.

Zo ook over Gods beloften. Je kunt wat beloofd is dankbaar opeisen.
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door vragensteller »

refo schreef:Het EISen klinkt ons een beetje brutaal in de oren.
Ik kreeg vandaag de jaarlijkse aanslag gemeentelijke belastingen.
Als ik onder een bepaald minimum gezinsinkomen zou zitten dan kan ik 'eisen' dat alles of een deel wordt kwijtgescholden.
Je dient evenwel een verzoek in, maar op grond van regelgeving kan het niet geweigerd worden. Dus eisen kan, ondanks dat het 'uit genade' is toegezegd.

Zo ook over Gods beloften. Je kunt wat beloofd is dankbaar opeisen.
Helder. Heb je ook een Bijbels voorbeeld van iemand die dat deed?
Toelichting: als je de gelijkenissen van de verloren zoon en de tollenaar leest, zie ik daar eerlijk gezegd weinig van.
Evenmin als in het hoofdstuk over de bekering van Saulus.
Gebruikersavatar
huisman
Berichten: 19354
Lid geworden op: 12 nov 2009, 23:38

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door huisman »

vragensteller schreef:
refo schreef:Het EISen klinkt ons een beetje brutaal in de oren.
Ik kreeg vandaag de jaarlijkse aanslag gemeentelijke belastingen.
Als ik onder een bepaald minimum gezinsinkomen zou zitten dan kan ik 'eisen' dat alles of een deel wordt kwijtgescholden.
Je dient evenwel een verzoek in, maar op grond van regelgeving kan het niet geweigerd worden. Dus eisen kan, ondanks dat het 'uit genade' is toegezegd.

Zo ook over Gods beloften. Je kunt wat beloofd is dankbaar opeisen.
Helder. Heb je ook een Bijbels voorbeeld van iemand die dat deed?
Toelichting: als je de gelijkenissen van de verloren zoon en de tollenaar leest, zie ik daar eerlijk gezegd weinig van.
Evenmin als in het hoofdstuk over de bekering van Saulus.
De gelijkenis van de onrechtvaardige rechter .
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door vragensteller »

huisman schreef:
vragensteller schreef:
refo schreef:Het EISen klinkt ons een beetje brutaal in de oren.
Ik kreeg vandaag de jaarlijkse aanslag gemeentelijke belastingen.
Als ik onder een bepaald minimum gezinsinkomen zou zitten dan kan ik 'eisen' dat alles of een deel wordt kwijtgescholden.
Je dient evenwel een verzoek in, maar op grond van regelgeving kan het niet geweigerd worden. Dus eisen kan, ondanks dat het 'uit genade' is toegezegd.

Zo ook over Gods beloften. Je kunt wat beloofd is dankbaar opeisen.
Helder. Heb je ook een Bijbels voorbeeld van iemand die dat deed?
Toelichting: als je de gelijkenissen van de verloren zoon en de tollenaar leest, zie ik daar eerlijk gezegd weinig van.
Evenmin als in het hoofdstuk over de bekering van Saulus.
De gelijkenis van de onrechtvaardige rechter .
Bedoel je dat in die gelijkenis onbekeerden de vervulling van de beloften gaan opeisen?

Volgens Luk 17:22 en Luk. 18:1 spreekt Christus hier tot Zijn discipelen. Hen wil Hij iets leren. Zij zijn al Zijn kinderen.

Verder lijkt me de interpretatie, dat iedereen recht op verhoring heeft, wat strijdig met vers 7:
7 Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen?
Calvijn zegt hierover:
Stelt nu Christus ons in de gelijkenis
eene weduwe voor, die van een onrechtvaardigen en wreeden
rechter verkreeg wat zij verlangde, omdat zij niet afliet er hem
aanhoudend om te manen, zoo wil dit zeggen, dat God de Zijnen
niet oogenblikkelijk hulp verleent, omdat Hij in zekeren zin door
hun gebed wil vermoeid worden.
En dat overigens degenen, die
Hem bidden, hoe ongelukkig en gering zij ook zijn mogen, indien
zij maar niet aflaten aanhoudend te bidden, ten laatste door Hem
aangezien worden, en de vervulling hunner behoeften van Hem
ontvangen.
Gebruikersavatar
huisman
Berichten: 19354
Lid geworden op: 12 nov 2009, 23:38

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door huisman »

vragensteller schreef:
huisman schreef:
vragensteller schreef:
refo schreef:Het EISen klinkt ons een beetje brutaal in de oren.
Ik kreeg vandaag de jaarlijkse aanslag gemeentelijke belastingen.
Als ik onder een bepaald minimum gezinsinkomen zou zitten dan kan ik 'eisen' dat alles of een deel wordt kwijtgescholden.
Je dient evenwel een verzoek in, maar op grond van regelgeving kan het niet geweigerd worden. Dus eisen kan, ondanks dat het 'uit genade' is toegezegd.

Zo ook over Gods beloften. Je kunt wat beloofd is dankbaar opeisen.
Helder. Heb je ook een Bijbels voorbeeld van iemand die dat deed?
Toelichting: als je de gelijkenissen van de verloren zoon en de tollenaar leest, zie ik daar eerlijk gezegd weinig van.
Evenmin als in het hoofdstuk over de bekering van Saulus.
De gelijkenis van de onrechtvaardige rechter .
Bedoel je dat in die gelijkenis onbekeerden de vervulling van de beloften gaan opeisen?

Volgens Luk 17:22 en Luk. 18:1 spreekt Christus hier tot Zijn discipelen. Hen wil Hij iets leren. Zij zijn al Zijn kinderen.

Verder lijkt me de interpretatie, dat iedereen recht op verhoring heeft, wat strijdig met vers 7:
7 Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen?
Calvijn zegt hierover:
Stelt nu Christus ons in de gelijkenis
eene weduwe voor, die van een onrechtvaardigen en wreeden
rechter verkreeg wat zij verlangde, omdat zij niet afliet er hem
aanhoudend om te manen, zoo wil dit zeggen, dat God de Zijnen
niet oogenblikkelijk hulp verleent, omdat Hij in zekeren zin door
hun gebed wil vermoeid worden.
En dat overigens degenen, die
Hem bidden, hoe ongelukkig en gering zij ook zijn mogen, indien
zij maar niet aflaten aanhoudend te bidden, ten laatste door Hem
aangezien worden, en de vervulling hunner behoeften van Hem
ontvangen.
Roep nu maar dag en nacht tot Hem. Of wil je eerst weten of je uitverkoren bent of je tot de Zijnen behoort? Dat is de omgekeerde weg. Bid en u zal gegeven worden ,klopt en u zal opengedaan worden. zoekt en u zal vinden.
Matthew Henry schreef:Vraagt, zoals een reiziger vraagt naar den weg; bidden is van God verzoeken, Ezech. 36:37 . Zoekt als naar een voorwerp van waarde, dat wij verloren hebben, of als de koopman, die schone paarlen zoekt. Zoekt door gebed, Dan. 9:3 . Klopt, zoals hij, die begeert in het huis gelaten te worden, aan de deur klopt". Wij willen toegelaten worden, om met God te spreken, toegelaten worden in Zijne liefde, Zijne gunst, Zijn koninkrijk; de zonde heeft de deur voor ons gesloten en gegrendeld; door het gebed kloppen wij: Heere, Heere, doe ons open. Christus klopt aan onze deur, Openb. 3:20; Hoogl. 5:2; en Hij vergunt ons aan Zijne deur te kloppen, hetgeen ene gunst is, die wij aan gewone bedelaars niet toestaan. Zoeken en kloppen geven nog iets meer te kennen dan vragen en bidden. Wij moeten niet slechts vragen, maar zoeken; wij moeten onze gebeden steunen door ons streven, wij moeten in het gebruik der aangewezen middelen zoeken, hetgeen waar wij om vragen, want anders verzoeken wij God. Toen de wijngaardenier om een jaar uitstel vroeg voor den onvruchtbaren vijgeboom, voegde hij er bij: Ik zal om hem graven, Lukas 13:7, 8 Aan hen, die de Schriften onderzoeken, en aan de poorten der wijsheid waken, geeft God kennis en genade; en aan hen, die de gelegenheid tot zonden vermijden, geeft God kracht tegen de zonde. Wij moeten niet slechts vragen, maar kloppen; wij moeten tot Gods deur komen, moeten vragen met aandrang, niet slechts bidden, maar pleiten en worstelen met God; wij moeten blijven kloppen; wij moeten volharden in het gebed, en in het gebruik der middelen; wij moeten tot den einde toe volharden in plichtsbetrachting.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door vragensteller »

huisman schreef: Roep nu maar dag en nacht tot Hem. Of wil je eerst weten of je uitverkoren bent of je tot de Zijnen behoort? Dat is de omgekeerde weg. Bid en u zal gegeven worden ,klopt en u zal opengedaan worden. zoekt en u zal vinden.
Matthew Henry schreef:Vraagt, zoals een reiziger vraagt naar den weg; bidden is van God verzoeken, Ezech. 36:37 . Zoekt als naar een voorwerp van waarde, dat wij verloren hebben, of als de koopman, die schone paarlen zoekt. Zoekt door gebed, Dan. 9:3 . Klopt, zoals hij, die begeert in het huis gelaten te worden, aan de deur klopt". Wij willen toegelaten worden, om met God te spreken, toegelaten worden in Zijne liefde, Zijne gunst, Zijn koninkrijk; de zonde heeft de deur voor ons gesloten en gegrendeld; door het gebed kloppen wij: Heere, Heere, doe ons open. Christus klopt aan onze deur, Openb. 3:20; Hoogl. 5:2; en Hij vergunt ons aan Zijne deur te kloppen, hetgeen ene gunst is, die wij aan gewone bedelaars niet toestaan. Zoeken en kloppen geven nog iets meer te kennen dan vragen en bidden. Wij moeten niet slechts vragen, maar zoeken; wij moeten onze gebeden steunen door ons streven, wij moeten in het gebruik der aangewezen middelen zoeken, hetgeen waar wij om vragen, want anders verzoeken wij God. Toen de wijngaardenier om een jaar uitstel vroeg voor den onvruchtbaren vijgeboom, voegde hij er bij: Ik zal om hem graven, Lukas 13:7, 8 Aan hen, die de Schriften onderzoeken, en aan de poorten der wijsheid waken, geeft God kennis en genade; en aan hen, die de gelegenheid tot zonden vermijden, geeft God kracht tegen de zonde. Wij moeten niet slechts vragen, maar kloppen; wij moeten tot Gods deur komen, moeten vragen met aandrang, niet slechts bidden, maar pleiten en worstelen met God; wij moeten blijven kloppen; wij moeten volharden in het gebed, en in het gebruik der middelen; wij moeten tot den einde toe volharden in plichtsbetrachting.
Daar ben ik het mee eens, maar dat is iets anders dan de vervulling van de beloften opeisen.
Gebruikersavatar
huisman
Berichten: 19354
Lid geworden op: 12 nov 2009, 23:38

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door huisman »

vragensteller schreef:
huisman schreef: Roep nu maar dag en nacht tot Hem. Of wil je eerst weten of je uitverkoren bent of je tot de Zijnen behoort? Dat is de omgekeerde weg. Bid en u zal gegeven worden ,klopt en u zal opengedaan worden. zoekt en u zal vinden.
Matthew Henry schreef:Vraagt, zoals een reiziger vraagt naar den weg; bidden is van God verzoeken, Ezech. 36:37 . Zoekt als naar een voorwerp van waarde, dat wij verloren hebben, of als de koopman, die schone paarlen zoekt. Zoekt door gebed, Dan. 9:3 . Klopt, zoals hij, die begeert in het huis gelaten te worden, aan de deur klopt". Wij willen toegelaten worden, om met God te spreken, toegelaten worden in Zijne liefde, Zijne gunst, Zijn koninkrijk; de zonde heeft de deur voor ons gesloten en gegrendeld; door het gebed kloppen wij: Heere, Heere, doe ons open. Christus klopt aan onze deur, Openb. 3:20; Hoogl. 5:2; en Hij vergunt ons aan Zijne deur te kloppen, hetgeen ene gunst is, die wij aan gewone bedelaars niet toestaan. Zoeken en kloppen geven nog iets meer te kennen dan vragen en bidden. Wij moeten niet slechts vragen, maar zoeken; wij moeten onze gebeden steunen door ons streven, wij moeten in het gebruik der aangewezen middelen zoeken, hetgeen waar wij om vragen, want anders verzoeken wij God. Toen de wijngaardenier om een jaar uitstel vroeg voor den onvruchtbaren vijgeboom, voegde hij er bij: Ik zal om hem graven, Lukas 13:7, 8 Aan hen, die de Schriften onderzoeken, en aan de poorten der wijsheid waken, geeft God kennis en genade; en aan hen, die de gelegenheid tot zonden vermijden, geeft God kracht tegen de zonde. Wij moeten niet slechts vragen, maar kloppen; wij moeten tot Gods deur komen, moeten vragen met aandrang, niet slechts bidden, maar pleiten en worstelen met God; wij moeten blijven kloppen; wij moeten volharden in het gebed, en in het gebruik der middelen; wij moeten tot den einde toe volharden in plichtsbetrachting.
Daar ben ik het mee eens, maar dat is iets anders dan de vervulling van de beloften opeisen.
Als je niet wilt eisen, smeek dan maar; Ja Heere maar ook de hondenkens eten van de kruimels van uw tafel ...Eis/pleit/smeek om de genadige gunst van de HEERE, de Verbondsgod.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
vragensteller
Berichten: 715
Lid geworden op: 06 dec 2011, 17:52

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door vragensteller »

huisman schreef:
Als je niet wilt eisen, smeek dan maar; Ja Heere maar ook de hondenkens eten van de kruimels van uw tafel ...Eis/pleit/smeek om de genadige gunst van de HEERE, de Verbondsgod.
Het punt is niet het willen/ kunnen eisen/ smeken, maar of we werkelijk het recht hebben om te eisen. Ik meen toch van niet. Mocht ik mij daarin vergissen, dan laat ik me graag corrigeren d.m.v. een Bijbels voorbeeld.
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 5227
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Johannes Calvijn
Maar gij zult zeggen: indien 't alzo is, zo zal er weinig vastigheid zijn in de beloften des Evangeliums, dewelke, wanneer ze van Gods wil getuigen; verklaren dat hij wil datgene 't welk tegen Zijn onverbrekelijk besluit strijd.
Maar ik zeg neen daar toe. Want alhoewel de beloften der Zaligheid algemeen zijn, zo strijden ze nochtans niet tegen de Predestinatie der verworpenen, gelijk wij bevinden zullen, zo wij maar onze ogen slaan op de kracht en vervulling der zelve. Wij weten dat de beloften ons alsdan eerst krachtig en voordelig zijn, wanneer wij die door 't geloof aannemen; en dat daarentegen, wanneer het geloof, verijdeld is, de belofte meteen ook is te niet gemaakt. Indien dit is de aard en natuur der zelve, zo laat, ons nu zien of deze twee dingen tegen elkander strijden; te weten, dat God ge¬zegd wordt van eeuwigheid af geordineerd te hebben wie Hij met Zijn liefde omhelzen, en tegen wie Hij Zijn toorn oefenen wil; en dat Hij allen zonder onderscheid de Zaligheid verkondigt en voorstelt; ik zegge, voorwaar dat ze zeer wel overeenkomen. Want als Hij in zulken voegen Zijn beloften doet, zo wil Hij niet anders beduiden, dan dat Zijn barmhartigheid open staat en bereid is voor alle de gene, die maar dezelve begeren en verzoeken. 't Welk geen andere doen, dan alleen die, die Hij verlicht; en Hij verlicht die, die Hij ter Zaligheid verordineerd en geschikt heeft. De dezen, zegge ik, staat de waarheid der beloften zeker en onbeweeglijk, zodat men niet kan zeggen dat er enige strijd zij tussen Gods eeuwige verkiezing, en het woord en getuigenis Zijner genade, hetwelk Hij de gelovigen voordraagt.
Maar waarom spreekt Hij tot allen in 't gemeen?
Hij doet zulks, opdat de consciënties der Godvruchtigen te vreedzamer zouden rusten, wanneer zij verstaan dat God geen onderscheid maakt tussen de Zondaren, zo ze maar geloof hebben; en opdat de Godloze niet zouden klagen dat ze geen toevlucht hebben, waarheen zij van de dienst¬baarheid der zonden hun wijk nemen mochten, de¬wijl zij de toevlucht die hun voorgedragen wordt, door hun ondankbaarheid verwerpen. Hieruit volgt dan, nadien hun beiden de barmhartigheid Gods door het Evangelie wordt aangeboden; dat het gelove, dat is, dat de verlichting Gods het onderscheid maakt tussen de gelovige en de godlozen; zo dat de gelovige de kracht en nuttigheid des Evangeliums vernemen, en dat de godloze daaruit geen vrucht bekomen.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Gebruikersavatar
Johann Gottfried Walther
Berichten: 5227
Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49

Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade

Bericht door Johann Gottfried Walther »

Brakel, Redelijke Godsdienst
Hoofstuk 30 uit Deel 1
XII. Nu komt in bedenking: Of God ook roept allen, die onder de bediening des Evangelies zijn, en niet zalig worden, dan of God alleen de uitverkorenen roept? Ik antwoord: God roept allen en een ieder, die onder de bediening des Evangelies leven. Dit dient wel opgemerkt, opdat men vrijmoedigheid heeft om Christus aan te nemen. 't welk men niet zou doen, indien 't Evangelie niet aangeboden werd, en opdat men erkent de rechtvaardigheid Gods in 't straffen van degenen, die op zo groot een zaligheid geen acht geven, en het Evangelie niet gehoorzaam zijn.
Opdat een iegelijk van deze zaak overtuigd worde, zo merkt:

1. Vergelijkt u met de wilde Indianen, die noch Christus, noch zaligheid kennen. Ziet u niet dat God aan u wat anders doet dan aan hen? Zoudt u met hun staat wel willen wisselen? Waarom niet? Is 't niet omdat hier meerder hoop is om zalig te worden als daar? Zal niet de verdoemenis degenen, die onder de bediening geleefd hebben, en onbekeerd gebleven zijn, zwaarder zijn dan van de woeste heidenen? En waarom toch, indien de zaligheid hun niet was aangeboden geweest? Waaruit dan blijkt, dat zij allen geroepen worden, die het Evangelie horen.

2. Een ieder, die onder de bediening is, hoort de stem van den leraar, lerende, vermanende en bestraffende, zo geschiedt het aan hem, die het hoort; en de leraar is een dienaar van Christus en uitdeler der verborgenheden Gods, 1 Kor. 4:1. Gezanten van Christus' wege, 2 Kor. 5:20. Zodat die hen hoort, die hoort Christus, en die hen verwerpt, die verwerpt Hem, Luk. 10:16. Hierbij, u hoort de eigene woorden Gods in de Schrift vervat; dewijl dan een ieder de stem der leraren en de woorden Gods in zijne oren hoort klinken, zo worden al die zaken tot hem gesproken, en hij wordt door het Evangelie geroepen.

3. De Schrift zegt duidelijk dat velen, die verloren gaan, geroepen waren:
Matth. 20:16 ... velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.
Luk. 14:16 18... . hij noodde er velen En hij zond zijn dienstknecht uit... om te zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu gereed, en zij begonnen allen zich eendrachtelijk te ontschuldigen.
Matth. 22:3. En zond zijne dienstknechten uit om de genooden ter bruiloft te roepen; en zij wilden niet komen.
Was de gast zonder bruiloftskleed niet genodigd? Ja hij toch, dat was zijn misdaad niet dat hij kwam. maar dat hij niet recht kwam, zonder bruiloftskleed. Zo is het klaar dat een iegelijk, die onder de bediening is, tot Christus geroepen en genodigd wordt.

4. Daar is ene algemene uitroep tot allen, zonder enige bepaling. Die dorst heeft, die geen geld heeft, die wil, Jes. 55:1,2; Joh. 7:37; Openb. 22:17. Die niet wil, die geen dorst heeft, die late het; 't komt uit hem en 't zal op hem aankomen, hij was genodigd, hij hoorde die algemene stem.

5. Velen verstoten het Evangelie, dies was het hun aangeboden, want dat niet aangeboden wordt, kan men niet verstoten:
Hand. 13:46. ...Het was nodig dat eerst tot u het Woord Gods gesproken zou worden; doch nademaal u hetzelve verstoot, enz.
Velen zijn het Evangelie ongehoorzaam. 2 Thess. 1:8. En zijn den Zoon ongehoorzaam, Joh. 3:36. Dies werd hun Christus aangeboden, en hun werd gelast in Christus te geloven.

6. De vermaning tot bekering en geloof worden bij elkander gevoegd: dat de vermaning tot bekering een ieder raakt, zal niemand in twijfel trekken, zo zal hij dan ook erkennen moeten dat de vermaning tot geloof een ieder raakt, want zij staan in gelijke graad:
Mark. 1:15. ...bekeert u, en gelooft het Evangelie.

7. 't Ongeloof is een schrikkelijke zonde, ja zulk een zonde, dat hij God als een leugenaar acht:
1 Joh. 5:10 ...die God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, dewijl hij niet geloofd heeft de getuigenis, die God getuigd heeft van Zijn Zoon.
Joh. 16:8,9. En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde... omdat zij in Mij niet geloven.
Indien Christus aan de ongelovig blijvende niet aangeboden werd, zo ging het hem niet aan, hij had er niet mede te doen, 't was hem geen zonde, dat hij niet geloofde; maar nu het hem een zonde is, dat is een klaar blijk dat het hem aangeboden was.

8. Dewijl de ongelovigen een schrikkelijk oordeel te verwachten hebben, zo wordt het hun voorzeker aangeboden, en voorzeker zij waren geroepen. Ziet dit:
2 Thess. 1:8. Met vlammend vuur wrake doende over degenen ... die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn.
Joh. 15:22 Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde.
Indien allen, die onder de bediening des Evangelies zijn, niet geroepen waren, en Christus hun niet aangeboden werd, hoe kunnen ze dan daarom gestraft worden, en hoe kan dan hun verdoemenis zwaarder zijn? Maar dewijl zij om het Evangelie niet te gehoorzamen gestraft, en zwaarder dan anderen gestraft worden, zo was het hun aangeboden.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Plaats reactie