hervormde schreef:Ik bespeur, ook bij andere posters, een “weerzin” tegen het soevereine welbehagen van God. Tegen de Almachtige die gezegd heeft “Zo is het dan niet desgenen, die wil, noch desgenen, die loopt, maar des ontfermenden Gods”. Deze notie, dit besef van het gezaligd worden buiten de wil om en tegen het verstand in, ontbreekt. En dat is nu net het besef wat een Ruth wel had, wat een Paulus had in Damascus, dat er niets anders overblijft dan te wachten om gerechtvaardigd te worden door een geschonken Christus of voor eeuwig verloren te gaan, met in het hart de wetenschap “Uw doen is rein, u vonnis gans rechtvaardig”. En dat zijn de bekommerden die op Gods tijd in vrijheid gestelt zullen worden. Maranatha!.
Wachten om gerechtvaardigd te worden of voor eeuwig verloren te gaan? De geciteerde woorden 'uw doen...' uit Psalm 51 zingt de gelovige David na zijn schuldbelijdenis over de zonde met Bathseba en Uria. Niemand wacht om gerechtvaardigd te worden of voor eeuwig verloren te gaan. Waar God Zijn heiligheid laat zien wordt om genade gebeden. Die laat de troon van God niet meer los.
i.p.v. van het door mij gebruikte woordje wachten had idd beter de door jouw gebruikte zinnen kunnen staan "Waar God Zijn heiligheid laat zien wordt om genade gebeden. Die laat de troon van God niet meer los". Een goede nuancering, het is idd niet wachten, maar de Heere aan lopen als een waterstroom todat Hij genadig zij.
Hervormde schreef:Lees je posting nog eens goed Willem. Dit gaat tegen Gods Woord in. Hier komt het 'grijze' gebied weer. De halflevenden.
Laten we zuiver blijven argumenteren. Niemand heeft ooit het woord "halflevenden" gebruikt noch bedoeld. Sterker nog, het is herhaaldelijk ontkent dat er iets is tussen binnen of buiten. T'is niet netjes om feitelijke onjuistheiden te blijven debiteren omwille van het "effect".
Door jouw en o.a. ook door @Huisman is herhaaldelijk de tekst aangehaald uit 1. Joh. 5 vs 12
"Die den Zoon heeft, die heeft het leven; die den Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet" Uiteraard zal niemand de waarheid van dit woord ontkennen. De vervolgvraag is wel: Hoe kan een christen - op grond van de Bijbel - weten dat hij/zij de Zoon van God heeft?.