Petrus schreef:In mijn gemeente wordt "de kudde" aangesproken als "onbekeerde medereizigers naar de eeuwigheid" en "naamchristenen, zo niet erger". Dus idd niet echt om vrolijk van te worden.
>>>>>>>>>>Maar de ds. weet wel dwingende vragen op je hart te binden waar je niet van los kunt komen: <<<<<<<<<<<<<<<<
"Ben IK het Heere die U verraden zal?", dus niet "wie van de ánderen, maar ben IK het Heere" (die U verraden/loochenen zal bij de mensen)
"Wat voor Christen bent u voor de Heere? Een mondchristen die alleen met de mond Christus belijdt, of een naamchristen die alleen door uiterlijkheden en wettisch te leven door wil gaan voor een christen maar het in hun hart niet echt zijn, voor wie "geloven op maandag" niets anders inhoudt dan gewoon weer verder gaan waar je altijd al mee bezig bent?.
>>>>>>>>>>"Stel uzelf de vraag: Heere, wat ben IK voor U, wie zegt U dat ik ben"
Met deze vragen worstel ik in hevige mate...............
Hoe zien/beleven jullie dat in je eigen hart/leven??
Nou Petrus, en Tamarinde, dat is beslist niet Bijbels. Ook niet gereformeerd. Voor de apostelen in hun zendbrieven was het steevast geliefde gemeente van onze Heere Jezus Christus, zelfs in Korinthe en de Galaten:
Paulus, een geroepen1) apostel van Jezus Christus, door den wil van God, en Sosthenes2), de broeder,3)
2 Aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is, den geheiligden5) in Christus Jezus, den geroepenen heiligen, met allen, die den Naam van onzen Heere Jezus Christus aanroepen in alle plaats,7) beide hun en onzen Heere;
3 Genade zij u8) en vrede van God onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
4 Ik dank mijn God allen tijd over u, vanwege de genade Gods, die u gegeven is in Christus Jezus;
5 Dat gij in alles rijk zijt geworden in Hem, in alle rede12) en alle kennis;
6 Gelijk de getuigenis13) van Christus bevestigd is14) onder u;
7 Alzo dat het u aan gene gave15) ontbreekt, verwachtende16) de openbaring van onzen Heere Jezus Christus.
1 Paulus, een apostel van1) Jezus Christus, door den wil van God, en Timotheus,2) de broeder, aan de Gemeente Gods, die te Korinthe is, met al de heiligen, die in geheel Achaje zijn:3)
2 Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
3 Geloofd zij de God en Vader4) van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der5) barmhartigheden, en de God aller vertroosting;
4 Die ons vertroost in al6) onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten degenen, die in allerlei verdrukking zijn, door de vertroosting, met welke wij zelven van God vertroost worden.
5 Want gelijk het lijden van7) Christus overvloedig is in ons, alzo is ook door Christus onze vertroosting8) overvloedig.
1 Paulus, een apostel,1), geroepen niet van mensen,2) noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God den Vader, Die Hem uit3) de doden opgewekt heeft),
2 En al de broeders,4) die met mij zijn, aan de Gemeenten van Galatie:5)
3 Genade zij u en vrede van God den Vader, en onzen Heere Jezus Christus;
4 Die Zichzelven6) gegeven heeft7) voor onze zonden,8) opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld,9) naar den wil10) van onzen God en Vader;
5 Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid.11) Amen.
1 Petrus, een apostel van Jezus Christus,1) aan de vreemdelingen,2) verstrooid in Pontus,3) Galatie, Kappadocie, Azie en Bithynie,4)
2 Den uitverkorenen5) naar de voorkennis6) van God den Vader, in de heiligmaking7) des Geestes, tot gehoorzaamheid8) en besprenging des9) bloeds van Jezus Christus; genade en vrede zij u vermenigvuldigd.10)
3 Geloofd zij11) de God en Vader12) van onzen Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren,13) tot een levende hoop,14) door de opstanding15) van Jezus Christus uit de doden.
1 De ouderling aan de1) uitverkoren2) vrouwe en aan3) haar kinderen, die ik4) in waarheid liefheb,5) en niet alleen ik, maar ook allen, die6) de waarheid gekend7) hebben;
2 Om der waarheid wil,8) die in ons blijft,9) en met ons zal zijn in der eeuwigheid:
3 Genade,10) barmhartigheid, vrede zij met u11)lieden van God den Vader, en van den Heere Jezus Christus, den Zoon des Vaders, in waarheid en liefde.12)
4 Ik ben zeer verblijd geweest, dat ik van uw kinderen13) gevonden heb, die in de waarheid14) wandelen, gelijk wij een gebod ontvangen hebben van den Vader.15)
5 En nu bid ik u, uitverkoren vrouwe, niet als u schrijvende een nieuw gebod,16) maar hetgeen wij gehad hebben van den beginne, namelijk dat wij elkander liefhebben.
1 Judas, een dienstknecht2)1) van Jezus Christus, en broeder van Jakobus,3) aan de geroepenen,4) die door God5) den Vader geheiligd zijn, en door Jezus Christus bewaard:6)
2 Barmhartigheid,7) en vrede, en liefde zij u vermenigvuldigd.8)
3 Geliefden, alzo ik alle naarstigheid doe om u te schrijven van de gemene9) zaligheid, zo heb ik noodzaak10) gehad aan u te schrijven en u te vermanen, dat gij strijdt11) voor het geloof,12) dat eenmaal13) den heiligen overgeleverd is.14)
En Jacobus:
1 Jakobus, een dienstknecht van God2)1) en van den Heere Jezus Christus; aan de twaalf stammen,3) die in de verstrooiing zijn:4) zaligheid.5)
2 Acht het voor grote vreugde, mijn6) broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen7) valt;8)
3 Wetende, dat9) de beproeving uws geloofs10) lijdzaamheid werkt.11)
4 Doch de lijdzaamheid hebbe een volmaakt werk,12) opdat gij moogt volmaakt zijn en13) geheel oprecht,14) in geen ding15) gebrekkelijk.16)
Dat is heel andere taal. Dat is troost voor de gemeente Gods. Dat is ook de eerste taak van een dominee, de gemeente te troosten. Dat is ook gereformeerde taal, zoals ook de Dordtse Leerregels ons leren:
1-16. Die het levend geloof in Christus, of het zeker vertrouwen des harten, den vrede der consciëntie, de betrachting van de kinderlijke gehoorzaamheid, den roem in God door Christus, in zich nog niet krachtiglijk gevoelen, en nochtans de middelen gebruiken, door welke God beloofd heeft deze dingen in ons te werken, die moeten niet mismoedig worden, wanneer zij van de verwerping horen gewagen, noch zichzelven onder de verworpenen rekenen, maar in het waarnemen der middelen vlijtig voortgaan, naar den tijd van overvloediger genade vuriglijk verlangen, en dien met eerbiedigheid en ootmoedigheid verwachten. Veel minder behoren voor deze leer van de verwerping verschrikt te worden degenen, die ernstiglijk begeren zich tot God te bekeren, Hem alleen te behagen, en van het lichaam des doods verlost te worden, en nochtans in den weg der godzaligheid en des geloofs zo ver nog niet kunnen komen, als zij wel wilden; aangezien de barmhartige God beloofd heeft dat Hij de rokende vlaswiek niet zal uitblussen, en het gekrookte riet niet zal verbreken. Maar deze leer is met recht schrikkelijk voor degenen, die God en Christus den Zaligmaker niet achtende, zichzelven aan de zorgvuldigheden der wereld en aan de wellusten des vleses geheel hebben overgegeven, zolang zij zich niet met ernst tot God bekeren.
Wat dat betreft, lees ook het avondmaal formulier even. Moet ik je toch aanraden om een kerk te vinden waar je Christus hoort spreken in de prediking.
Troost, troost Mijn volk, zal ulieder1) God zeggen.2)
2 Spreekt3) naar het hart4) van Jeruzalem,5) en roept haar toe,6) dat haar strijd7) vervuld is, dat haar ongerechtigheid8) verzoend is,9) dat zij van de hand10) des HEEREN dubbel11) ontvangen heeft voor al haar zonden.
3 Een stem12) des roependen13) in de woestijn: Bereidt den weg14) des HEEREN, maakt recht in de wildernis15) een baan16) voor onzen God!
4 Alle dalen17) zullen verhoogd worden, en alle bergen18) en heuvelen zullen vernederd worden; en wat krom is,19) dat zal recht, en wat hobbelachtig is,20) dat zal tot een vallei21) gemaakt worden.
5 En de heerlijkheid22) des HEEREN zal geopenbaard23) worden; en alle vlees24) te gelijk zal zien,25) dat het26) de mond des HEEREN gesproken heeft.
Een kerk, waar de enige troost in waarheid geleerd wordt.