Oorspronkelijk gepost door Refojongere
quote: "Niemand mag het wagen zonder Christuskennis en niemand die in zijn leven niet heeft kunnen getuigen van enige kennis van de Middelaar mogen wij niet zalig spreken
Ik denk dat we het eens zijn dat je als iemand sterft zonder te hebben getuigd van een openbaring van de Middelaar aan z'n hart, we zo iemand niet zalig mogen spreken, op geen enkele grond, op geen enkel kenmerk."
Beste Adrianus,
1. Vind je het gek als ik hieruit (het bovenstaande citaat) de conclusie trek dat zondaren zonder enige kennis van Christus dus verloren gaan? Of zijn ze behouden volgens jou? Of weet je dat niet? De Bijbel is juist op dit punt toch zeer separerend?
Uit het citaat van Myseras moet ik dus afleiden dat mensen zonder enige kennis van Christus behouden worden omdat ze toch in de ware overtuiging lopen? Volgens Myseras loopt de ware overtuiging altijd uit op het geloof in Christus. En dat is precies wat ds. P. de Vries in navolging van Bunyan stelt: God voltooid altijd de voorbereiding tot de wedergeboorte.
Je bedoelt wellicht vers drie: Wat zeggen de kanttekeningen: "Dat is, de weg en het middel om tot het eeuwige leven te komen is de rechte kennis Gods en des Middelaars Jezus Christus, namelijk vergezeld met een vast vertrouwen; gelijk dit woord ook genomen wordt". Maar dat vertrouwen en die rechte kennis is er bij elke begenadigde, want hij hongert en dorst naar Christus en wend zich tot Hem. In vertrouwen dat allen HIj redden kan. Maar daar staat toch niet dat dit ook de kennis van de omhelzing als persoonlijke Zaligmamaker is?
Kun je vanuit de Schrift dan duidelijk maken wat het verschil is tussen 'zich wenden tot Christus' en het 'omhelzen van Christus'?
Verder maakt dit vers duidelijk dat er geen eeuwig leven mogelijk is zonder kennis van de Middelaar Jezus Christus of niet?
3. Ook zou ik je commentaar op Joh. 1:12 willen ontvangen, dit laat toch geen ruimte voor levendgemaakte zondaren zonder Christuskennis? Ik lees in dit vers dat je pas behouden bent als je Christus hebt aangenomen.
Ja, maar wat is aannemen? Ligt er in het toevluchtnemend geloof geen aannemen?
Jazeker is dat zo, toevluchtnemend geloof is zwak geloof, maar het is wel geloof. Maar Johannes 1:12 laat toch geen ruimte voor kinderen van God zonder Christuskennis? Ik lees in dit vers dat je pas behouden bent als je Christus aangenomen hebt, al is het in het toevluchtnemend geloof (daar begint het volgens mij altijd mee).
4. Je citeerde Wilh. a Brakel met instemming en wilde hem met een of ander citaat laten zeggen dat er tijd ligt tussen levendmaking en geloofskennis van Christus.
Wel beter en helderder is het om in dit geval dit te citeren uit de Red. Godsdienst:
quote: Vóór de eerste daad des geloofs is de mens dood, hoe vele voorbereiden de bewegingen hij ook mocht ontvangen hebben. Als wij voorbereiding stellen, zo weet, dat wij daardoor niet verstaan beginselen des levens, verre van daar; in alle de voorbereidingen is en blijft de mens dood, en zijn daden kunnen God niet behagen, hoe deugdzaam dat ze schijnen.
Het eerste beginseltje des levens ontvangt hij met de eerste daad des geloofs, geloof en leven zijn in de tijd gelijk, maar in de orde gaat het geloof voor, als een oorsprong des levens; want daar is geen leven dan in de vereniging met Christus, die hun Leven is, en het geloof is het middel van vereniging met Christus. Waaruit blijkt de dwaasheid dergenen, die eerst verloochening, die éérst heiligheid zoeken; deze stellen zich in het uiterste gevaar om nooit wedergeboren te worden. (Hoofdstuk 31, XII (Van de Wedergeboorte))
Het verschil met A Brakel en jou is dat A Brakel van jouw 'levenstekenen' anders oordeelt, hij oordeelt dat als 'voorbereidingen van de Geest'.
Beslist niet. Het eerder genoemde citaat moet je leze zoals eerder door mij uitgelegd. Wat je nu citeert richt zich tegen degene die menen dat ze tot de wedergeboorte als het ware kunnen opklimmen. En let op: er staat een geloofsdaad. En een ware overtuiging is een geloofsdaad, zonder dat de zondaar zich dat bewust is. Zie het eerste citaat.
Let op: er staat geloofsdaad. Maar beste Adrianus, let op: Er staat OOK: het geloof is het middel van vereniging met Christus! Ofwel: Brakel bedoelt het aannemen van Christus, want dat is de weg waardoor we met Hem verenigd worden. Hij doelt op DAT geloof. Het ware geloof.
6. Commentaar op Myseras:
Het is goed om te bedenken dat het werk der genade inderdaad aanvangt met een mens te laten zien wat hij mist, namelijk God en de zaligheid. Deze mening schrijft ook ds. G.S.A. de Knegt in Om Sions Wil. God bekeert een mens in een weg van missen, zoeken en vinden schrijft hij vaak. Maar wil het zeggen dat als God een mens ontdekt aan zijn rampzalige staat, dat zo'n mens bekeerd is, levend is? Dat zegt Myseras in het eerste hoofdstuk niet!
Nou, hij zegt eenvoudig: "Vraag: Allen die genade bezitten zijn wedergeboren, maar een pas-overtuigde ziet meestal niet dat hij wedergeboren is. Hoe kan zo iemand dan genade bezitten? Antwoord: Iemand kan jaren lang wedergeboren zijn en toch voortdurend bidden om de wedergeboorte. Dat komt omdat zo iemand de wedergeboorte niet kent, niet ziet en niet gelooft. Een kind des lichts kan lang in de duisternis zitten en toch genade hebben en de Heere vrezen. Ik heb vromen gekend, die meer dan twintig jaar reeds wedergeboren waren en altijd in de duisternis hebben gezeten, eer zij tot licht kwamen om hun wedergeboorte te zien en te geloven. De Hemans, die doodbrakende zijn, zijn onder de vromen nog niet uitgestorven."
Ook in dit citaat zegt Myseras niet dat een ontdekte zondaar bekeerd is of levendgemaakt is. Hij zegt hier dat het mogelijk is dat iemand genade bezit, maar dat hij zelf meent dat hij geen genade heeft. Of zoals Wisse dat zegt: Iemand kan menen bekeerd te zijn en het niet zijn en iemand kan ook menen onbekeerd zijn en toch genade bezitten. Dit is zeker zo!
Nee, pas wie in Christus gelooft is zalig. Het werk der genade begint weliswaar eerder, maar van geestelijk leven kunnen we pas spreken als diegene door een actief geloof (Zie Joh. 1:12 maar ook Efeze 2:8) Jezus Christus en al Zijn weldaden heeft aangenomen en zo van het Water des Levens heeft gedronken. Eerder niet!
Eerder voelt hij zich niet zalig, dat is zeker waar. Maar dan zingt hij niet: Het is door mij, door mij om mijn gelof, maar het is door U, door U allen om 't eeuwig welbehagen. Ik ben bang dat hier weleens meer dan een nuanceverschil tussen ons zou kunnen zitten.
Nee, eerder IS hij niet zalig! De Schrift stelt duidelijk dat je pas zalig bent als je Christus hebt aangenomen en van het Water des Levens gedronken hebt. Dan is het inderdaad DOOR het geloof (Efeze 2:8)! Is het dan door het geloof? Ja. Ligt er in het geloof waarde? Nee, niet op zichzelf. Maar je bent zalig omdat Christus het Voorwerp van je geloof is. En wij roemen in God, omdat wij wel weten dat het geloof een gave van God is. En als het echt is, dan hebben we dat niet van de catechisatie, maar van God geleerd! Daarom roemen wij in God. Maar rechtvaardig ben je door het geloof!
Ik waardeer Myseras en Wisse omdat het zo heerlijk herkenbaar is wat ze schrijven en ook echte leiding geven in deze geestelijke zaken wat je tegenwoordig nogal wel mist. Maar ze stellen wel het leven te vroeg, en met het gevaar en in jullie kringen komt dat vooral openbaar, dat mensen het kennen van Christus als het welwezen van het geloof zien. Want er kan immers ook geloof zijn zonder Christus te kennen nietwaar, wat volkomen in strijd is met de Bijbel en met Zondag 7 van de Heidelberger die de Schrift hierin naspreekt. Immers, we moeten niet alleen in God, niet in onze doodstaat, maar in Christus geloven ten eeuwigen leven. De stokbewaarder was niet zalig toen hij vroeg: Wat moet ik doen om zalig te worden. Nee, dat was vrucht van de zaligmakende overtuiging.
PRECIES! Waarom weerspreek je dat dan voortdurend.
Omdat zaligmakende overtuiging niet gelijk te stellen is aan de wedergeboorte. Zaligmakende overtuiging leidt tot de wedergeboorte.
Hij was zalig toen hij deed wat Paulus hem zei: "Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden". Hij zei niet: Geloof in de Heere Jezus Christus en dan kun je pas echt weten of het een zaligmakende overtuiging was of dat je echt bekeerd bent. Nee, hij zegt zoveel als: Man, je ligt verloren, wil je zalig worden, moet je in Christus geloven. Ligt er dan waarde in het geloof? Leg ik dan waarde in de werken of handelingen van de mens? Ben ik dan remonstrant? Welnee, het geloof is het noodzakelijke middel tot zaligheid (Ef. 2:8).
Wel het geloof, maar niet het geloven. Anders zag het er voor kleine kinderen en geestelijk ernstig gehandicapte mensen somber uit, zoals Ds Moerkerken in zijn artikel waarnaar ik eerder verwees ook al zegt.
Een geloof dat niet werkt is dood en is nutteloos. Paulus doelde op een actief geloven toen hij zei: "Geloof in de Heere Jezus Christus". Dat redt. Het aannemen (Joh. 1:12) dat redt!
Van degenen die niet kunnen geloven omdat ze nog niet tot hun verstand zijn gekomen volg ik liever de Dordtse Leerregels die hierin van het verbond der genade uitgaan:
1-17. Nademaal wij van den wille Gods uit Zijn Woord moeten oordelen, hetwelk getuigt dat de kinderen der gelovigen heilig zijn, niet van nature, maar
uit kracht van het genadeverbond, in hetwelk zij met hun ouders begrepen zijn, zo moeten de godzalige ouders niet twijfelen aan de verkiezing en zaligheid hunner kinderen, welke God in hun kindsheid uit dit leven wegneemt. (Gen. 17:7; Hand. 2:39; 1 Kor. 7:14)
Met groet,
Refojongere
[Aangepast op 12/8/04 door Refojongere]