Ben jij zo kort van memorie, Miscanthus? We hebben hierover een uitgebreide discussie gevoerd enkele maanden geleden.Nu het over niemand gaat, durf je ineens wel duidelijk te zijn.....
vreemd hoor.
Ik heb op dit forum nog niet gelezen dat iemand voor Jezus knielde terwijl hij bleef staan.....
Leeft u?
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Ik ben idd kort van memorie, misschien kun je je bewering wat nader onderbouwen met een citaat uit die discussie.Afgewezen schreef:Ben jij zo kort van memorie, Miscanthus? We hebben hierover een uitgebreide discussie gevoerd enkele maanden geleden.Nu het over niemand gaat, durf je ineens wel duidelijk te zijn.....
vreemd hoor.
Ik heb op dit forum nog niet gelezen dat iemand voor Jezus knielde terwijl hij bleef staan.....
4. Zie op de Middelaar en Schatmeester van het genadeverbond
Zie steeds alle beloften en beloofde zegeningen in Jezus’ hand, daar Hij niet alleen is de Verdiener, maar ook de grote Uitdeler der beloofde genaden. Dit zal helpen om meer vertrouwen te hebben in de volbrenging van de beloften en in de uitdeling der zegeningen die Hij verworven heeft. Christus Jezus is niet alleen de Middelaar en Borg van het verbond der genade en de Bevestiger van alle beloften die God aan zondaren gedaan heeft, maar Hij is ook door de Vader gesteld om te zijn de grote Schatmeester van alle beloofde zegeningen. Aan Hem is de uitreiking en bedeling van alle kostelijke en grote beloften en verworven weldaden toevertrouwd. Hij is de Uitvoerder van het Testament, dat Hij met Zijn dood verzegelde. Al het gericht is Hem toevertrouwd, als Heere van allen. In Zijn hand is alle macht gegeven, zo dat Hij zelfs is Degene, Die al wat wij van de Vader in Zijn Naam bidden, doen zal, zoals Hij beloofd heeft. Hij is de overste Leidsman en Voleinder van ons geloof, en Hijzelf vervult alles in allen. Hij brengt de vruchten in de Zijnen voort en is als de dauw voor hen, en als de regen op het nagras. Hij blaast hen aan en Hij bevochtigt hen. De gaven die Hij ontvangen heeft, geeft Hij de Zijnen. Zij ontvangen die uit de tweede hand, uit Christus.
Johannes 14:13, 14 En zo wat gij begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen; opdat de Vader in den Zoon verheerlijkt worde. Zo gij iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen.
Johannes 5:22 Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel den Zoon gegeven;
Mattheüs 28:18 En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
Handelingen 5:31 Deze heeft God door Zijn rechter [hand] verhoogd [tot] een Vorst en Zaligmaker, om Israël te geven bekering en vergeving der zonden.
2 Korinthe 1:20 Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons.
Romeinen 15:8 En ik zeg, dat Jezus Christus een dienaar geworden is der besnijdenis, vanwege de waarheid Gods, opdat Hij bevestigen zou de beloftenissen der vaderen;
Hebreeën 7:22 Van een zoveel beter verbond is Jezus Borg geworden.
Hebreeën 8:6 En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is.
Hebreeën 9:15, 16 En daarom is Hij de Middelaar des nieuwen testaments, opdat, de dood [daartussen] gekomen zijnde, tot verzoening der overtredingen, die onder het eerste testament waren, degenen, die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen zouden. Want waar een testament is, daar is het noodzaak, dat de dood des testamentmakers [tussen] kome;
Hooglied 4:16 Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten!
Hosea 14:5 Ik zal Israël zijn als de dauw; hij zal bloeien als de lelie, en hij zal zijn wortelen uitslaan als de Libanon.
Jesaja 27:3 Ik, de HEERE, behoede dien, alle ogenblik zal Ik hem bevochtigen; opdat [de] [vijand] hem niet bezoeke, zal Ik hem bewaren nacht en dag.
Kolossenzen 1:19 Want het is [des] [Vaders] welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou;
Efeze 1:3 Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in den hemel in Christus.
Psalm 68:19, 20 Geloofd zij de Heere; dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God [is] onze Zaligheid. Sela. Die God is ons een God van volkomene Zaligheid; en bij den HEERE, den Heere, zijn uitkomsten tegen den dood.
Efeze 4:8 Daarom zegt Hij: Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen, en heeft den mensen gaven gegeven.
Zie steeds alle beloften en beloofde zegeningen in Jezus’ hand, daar Hij niet alleen is de Verdiener, maar ook de grote Uitdeler der beloofde genaden. Dit zal helpen om meer vertrouwen te hebben in de volbrenging van de beloften en in de uitdeling der zegeningen die Hij verworven heeft. Christus Jezus is niet alleen de Middelaar en Borg van het verbond der genade en de Bevestiger van alle beloften die God aan zondaren gedaan heeft, maar Hij is ook door de Vader gesteld om te zijn de grote Schatmeester van alle beloofde zegeningen. Aan Hem is de uitreiking en bedeling van alle kostelijke en grote beloften en verworven weldaden toevertrouwd. Hij is de Uitvoerder van het Testament, dat Hij met Zijn dood verzegelde. Al het gericht is Hem toevertrouwd, als Heere van allen. In Zijn hand is alle macht gegeven, zo dat Hij zelfs is Degene, Die al wat wij van de Vader in Zijn Naam bidden, doen zal, zoals Hij beloofd heeft. Hij is de overste Leidsman en Voleinder van ons geloof, en Hijzelf vervult alles in allen. Hij brengt de vruchten in de Zijnen voort en is als de dauw voor hen, en als de regen op het nagras. Hij blaast hen aan en Hij bevochtigt hen. De gaven die Hij ontvangen heeft, geeft Hij de Zijnen. Zij ontvangen die uit de tweede hand, uit Christus.
Johannes 14:13, 14 En zo wat gij begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen; opdat de Vader in den Zoon verheerlijkt worde. Zo gij iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen.
Johannes 5:22 Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft al het oordeel den Zoon gegeven;
Mattheüs 28:18 En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
Handelingen 5:31 Deze heeft God door Zijn rechter [hand] verhoogd [tot] een Vorst en Zaligmaker, om Israël te geven bekering en vergeving der zonden.
2 Korinthe 1:20 Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons.
Romeinen 15:8 En ik zeg, dat Jezus Christus een dienaar geworden is der besnijdenis, vanwege de waarheid Gods, opdat Hij bevestigen zou de beloftenissen der vaderen;
Hebreeën 7:22 Van een zoveel beter verbond is Jezus Borg geworden.
Hebreeën 8:6 En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is.
Hebreeën 9:15, 16 En daarom is Hij de Middelaar des nieuwen testaments, opdat, de dood [daartussen] gekomen zijnde, tot verzoening der overtredingen, die onder het eerste testament waren, degenen, die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen zouden. Want waar een testament is, daar is het noodzaak, dat de dood des testamentmakers [tussen] kome;
Hooglied 4:16 Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten!
Hosea 14:5 Ik zal Israël zijn als de dauw; hij zal bloeien als de lelie, en hij zal zijn wortelen uitslaan als de Libanon.
Jesaja 27:3 Ik, de HEERE, behoede dien, alle ogenblik zal Ik hem bevochtigen; opdat [de] [vijand] hem niet bezoeke, zal Ik hem bewaren nacht en dag.
Kolossenzen 1:19 Want het is [des] [Vaders] welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou;
Efeze 1:3 Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in den hemel in Christus.
Psalm 68:19, 20 Geloofd zij de Heere; dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God [is] onze Zaligheid. Sela. Die God is ons een God van volkomene Zaligheid; en bij den HEERE, den Heere, zijn uitkomsten tegen den dood.
Efeze 4:8 Daarom zegt Hij: Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen, en heeft den mensen gaven gegeven.
Hoewel Christus God Zelf is, is Hij óók de Middelaar. Hij is de Knecht des Vaders, Hij handelt namens de Vader, Hij is de Vader Zelf niet (wordt m.i. wel eens te veel vergeten).refo schreef:Wat Christus uitdeelt is uit de tweede hand? Ik denk niet dat je dat zo mag zien. Tenzij je meent dat Christus niet God Zelf is.
Is dat zo?Afgewezen schreef:Nee, ik bedoel dit: iedereen op dit forum 'weet' wel dat hij/zij een zondaar is en dus verlossing nodig heeft. En iedereen die van zichzelf zegt dat hij/zij gelooft, heeft genoeg zelfkennis om te weten dat we niet zulke brave mensen zijn.Zou dit wat meer concreet onder woorden kunnen brengen? Bedoel je een waarschuwing ter rechterzijde dat we zo'n citaat (het eerste) niet moeten gebruiken als drempel voordat iemand iets over de verlossing in Christus zou mogen/kunnen vertellen?
Maar waar niet iedereen het op dit forum mee eens is, is dat het geloof in ons gewerkt wordt in een weg van vernedering (ellendekennis) en afbraak van al het onze, hetgeen plaatsvindt voordat Christus in ons geopenbaard wordt.

Als ik naar de pinksterdag kijk is de ellendekennis van de mensen er naar aanleiding van de preek over Christus, dat Hij door hen werd gekruisigd maar de dood overwon en weer opstond. Misschien begrijp ik je niet helemaal goed nu?
5. Het aannemen van Christus door een waar geloof
Zoek goed te verstaan en te bevatten wat het is, in Jezus te geloven, namelijk niet alleen op historische wijze aan te nemen en met het verstand toe te stemmen wat aangaande Hem in het Evangelie is geopenbaard van Zijn Persoon, naturen, ambten en staten, van Zijn lijden, gehoorzaamheid, dood, opstanding, hemelvaart, enzovoorts. Ook is het niet alleen zich te verzekeren en vast te vertrouwen dat Christus alles gedaan heeft en geleden heeft voor u, en ook verder voor u doen zal, wat tot uw zaligheid behoort. Want deze beide dingen kunnen gevonden worden, waar geen waarachtig geloof in Christus is. En een waar geloof kan zijn, en is dikwijls zonder het laatste, te weten zonder verzekerdheid. Maar weet, dat geloven in Christus een daad is van uw hart en wil, waardoor u Christus aanneemt en aangrijpt voor uzelf, opdat Hij de Uwe zij, met al wat Hij voor zondaren heeft, is en doet. Het is een daad waardoor u gewillig en hartelijk tevreden bent en wenst dat Christus u tot leven, gerechtigheid en zaligheid, tot Borg, Middelaar en Medicijnmeester, tot Profeet, Priester en Koning, tot sterkte, heiligmaking en alles zij. Het is een daad, waardoor u uit uzelf gaat, uzelf naar Christus wendt, en Hem aanschouwt, verkiest, tot Hem de toevlucht neemt en komt met uw hart, opdat Hij voor u een volmaakte Heiland en Zaligmaker zij. U geeft zich tegelijk aan Hem over en in Zijn hand, als uw Hoofd, Heer, en Man, met al wat u bent en hebt, in al uw ellende, schuldigheid, machteloosheid en rampzaligheid, om door Hem en om Zijnentwil zo gevormd en gemaakt te worden, zoals u wezen moet. Het is een daad van volvaardigheid van het hart, waardoor u gewillig bent Hem aan te kleven, op Hem te vertrouwen, te leunen en te rusten, als een algenoegzame Helper voor een zondaar, en al uw last op Hem te werpen en in Hem gevonden te worden, hebbende zijn gerechtigheid en sterkte,
volgens de teksten:
Efeze 1:13 In Welken ook gij [zijt], nadat gij het woord der waarheid, [namelijk] het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte;
Handelingen 9:7 En de mannen, die met hem over weg reisden, stonden verbaasd, horende wel de stem, maar niemand ziende.
Handelingen 9:38 En alzo Lydda nabij Joppe was, de discipelen, horende, dat Petrus aldaar was, zonden twee mannen tot hem, biddende, dat hij niet zou vertoeven tot hen over te komen.
Johannes 3:14-16 En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden; opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
Johannes 3:18 Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van God.
Johannes 6:35 En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
Johannes 6:57 Gelijkerwijs Mij de levende Vader gezonden heeft, en Ik leve door den Vader; [alzo] die Mij eet, dezelve zal leven door Mij.
Jesaja 45:22 Wendt U naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde! want Ik ben God, en niemand meer.
Jesaja 45:24 Men zal van Mij zeggen: Gewisselijk, in den HEERE zijn gerechtigheden en sterkte; tot Hem zal men komen; maar zij zullen beschaamd worden allen, die tegen Hem ontstoken zijn.
Johannes 1:12 Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, [namelijk] die in Zijn Naam geloven;
Johannes 1:16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade.
Romeinen 13:14 Maar doet aan den Heere Jezus Christus, en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden.
1 Petrus 2:6, 7 Daarom is ook vervat in de Schrift: Ziet, Ik leg in Sion een uitersten Hoeksteen, Die uitverkoren [en] dierbaar is; en: Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar den ongehoorzamen [wordt] [gezegd]: De Steen, Dien de bouwlieden verworpen hebben, Deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots, en een rots der ergernis;
Johannes 15:5 Ik ben de Wijnstok, [en] gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen.
Jesaja 32:2 En [die] man zal zijn als een verberging tegen den wind, en een schuilplaats tegen den vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen in een dorstig land.
Jesaja 25:4 Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem bange was; een Toevlucht tegen den vloed, een Schaduw tegen de hitte; want het blazen der tirannen is als een vloed [tegen] een wand.
Efeze 3:17 Opdat Christus door het geloof in uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt;
1 Korinthe 1:30 Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing;
1 Korinthe 6:17 Maar die den Heere aanhangt, is een geest [met] [Hem].
Efeze 5:30 Want wij zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen.
Filippenzen 3:8 Ja, gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen. En in Hem gevonden worde, niet hebbende mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is, [namelijk] de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof;
Zoek goed te verstaan en te bevatten wat het is, in Jezus te geloven, namelijk niet alleen op historische wijze aan te nemen en met het verstand toe te stemmen wat aangaande Hem in het Evangelie is geopenbaard van Zijn Persoon, naturen, ambten en staten, van Zijn lijden, gehoorzaamheid, dood, opstanding, hemelvaart, enzovoorts. Ook is het niet alleen zich te verzekeren en vast te vertrouwen dat Christus alles gedaan heeft en geleden heeft voor u, en ook verder voor u doen zal, wat tot uw zaligheid behoort. Want deze beide dingen kunnen gevonden worden, waar geen waarachtig geloof in Christus is. En een waar geloof kan zijn, en is dikwijls zonder het laatste, te weten zonder verzekerdheid. Maar weet, dat geloven in Christus een daad is van uw hart en wil, waardoor u Christus aanneemt en aangrijpt voor uzelf, opdat Hij de Uwe zij, met al wat Hij voor zondaren heeft, is en doet. Het is een daad waardoor u gewillig en hartelijk tevreden bent en wenst dat Christus u tot leven, gerechtigheid en zaligheid, tot Borg, Middelaar en Medicijnmeester, tot Profeet, Priester en Koning, tot sterkte, heiligmaking en alles zij. Het is een daad, waardoor u uit uzelf gaat, uzelf naar Christus wendt, en Hem aanschouwt, verkiest, tot Hem de toevlucht neemt en komt met uw hart, opdat Hij voor u een volmaakte Heiland en Zaligmaker zij. U geeft zich tegelijk aan Hem over en in Zijn hand, als uw Hoofd, Heer, en Man, met al wat u bent en hebt, in al uw ellende, schuldigheid, machteloosheid en rampzaligheid, om door Hem en om Zijnentwil zo gevormd en gemaakt te worden, zoals u wezen moet. Het is een daad van volvaardigheid van het hart, waardoor u gewillig bent Hem aan te kleven, op Hem te vertrouwen, te leunen en te rusten, als een algenoegzame Helper voor een zondaar, en al uw last op Hem te werpen en in Hem gevonden te worden, hebbende zijn gerechtigheid en sterkte,
volgens de teksten:
Efeze 1:13 In Welken ook gij [zijt], nadat gij het woord der waarheid, [namelijk] het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte;
Handelingen 9:7 En de mannen, die met hem over weg reisden, stonden verbaasd, horende wel de stem, maar niemand ziende.
Handelingen 9:38 En alzo Lydda nabij Joppe was, de discipelen, horende, dat Petrus aldaar was, zonden twee mannen tot hem, biddende, dat hij niet zou vertoeven tot hen over te komen.
Johannes 3:14-16 En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden; opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
Johannes 3:18 Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van God.
Johannes 6:35 En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
Johannes 6:57 Gelijkerwijs Mij de levende Vader gezonden heeft, en Ik leve door den Vader; [alzo] die Mij eet, dezelve zal leven door Mij.
Jesaja 45:22 Wendt U naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde! want Ik ben God, en niemand meer.
Jesaja 45:24 Men zal van Mij zeggen: Gewisselijk, in den HEERE zijn gerechtigheden en sterkte; tot Hem zal men komen; maar zij zullen beschaamd worden allen, die tegen Hem ontstoken zijn.
Johannes 1:12 Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, [namelijk] die in Zijn Naam geloven;
Johannes 1:16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade.
Romeinen 13:14 Maar doet aan den Heere Jezus Christus, en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden.
1 Petrus 2:6, 7 Daarom is ook vervat in de Schrift: Ziet, Ik leg in Sion een uitersten Hoeksteen, Die uitverkoren [en] dierbaar is; en: Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar den ongehoorzamen [wordt] [gezegd]: De Steen, Dien de bouwlieden verworpen hebben, Deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots, en een rots der ergernis;
Johannes 15:5 Ik ben de Wijnstok, [en] gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen.
Jesaja 32:2 En [die] man zal zijn als een verberging tegen den wind, en een schuilplaats tegen den vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen in een dorstig land.
Jesaja 25:4 Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem bange was; een Toevlucht tegen den vloed, een Schaduw tegen de hitte; want het blazen der tirannen is als een vloed [tegen] een wand.
Efeze 3:17 Opdat Christus door het geloof in uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt;
1 Korinthe 1:30 Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing;
1 Korinthe 6:17 Maar die den Heere aanhangt, is een geest [met] [Hem].
Efeze 5:30 Want wij zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen.
Filippenzen 3:8 Ja, gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen. En in Hem gevonden worde, niet hebbende mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof van Christus is, [namelijk] de rechtvaardigheid, die uit God is door het geloof;
6. Hoe Christus aangeboden wordt
Neem in u op een heldere kennis en bevatting van de manier, waarop Christus Zich aan de zondaar aanbiedt, opdat Hij op de juiste wijze zal worden aangenomen, omhelsd en verkoren. Dit is ten zeerste nodig, omdat u uw geloofsdaad hieraan altijd kunt beproeven, of zij op de juiste wijze betracht wordt, of betracht is. Zo kan dit u tot een belangrijk kenmerk van genade dienen. En hierbij moet u niet alleen trachten uw verstand op de juiste wijze verlicht te krijgen uit Gods Woord, ten aanzien van de wijze van aanbieding en aanneming. Maar ook moet u proberen in uw oordeel te hebben een algehele goedkeuring van deze wijze. Namelijk: God stelt Christus voor en biedt Hem aan, en Christus biedt Zichzelf aan, mits men de gehele Christus in al Zijn ambten hartelijk en dadelijk aanneme, en dat men gewillig zij van al zijn blindheden, dwaasheden en zonden te scheiden, en verlost en geholpen te worden door Zijn Geest, en Hem te gebruiken en te ontvangen tegen alles wat ons ellendig maakt en tot alles wat ons gelukkig maken kan, als de algenoegzame en volmaakte Zaligmaker. Men moet ook gewillig zijn de kruisen en verdrukkingen op zich te nemen en te ondergaan, die door de boosheid van de wereld, en naar Gods heilig bestel, op het hartelijk aannemen van Christus zullen volgen. In het bijzonder moet men alles van God en uit Christus’ hand en om Zijnentwil ontvangen, om niet, en uit vrije genade, zonder dat men met eigen werken, droefheid, tranen en lijden, iets van Gods gunst en gaven wil verdienen of verwerven. Nu, hoe billijk is het, en hoe liefelijk en wenselijk voor ons zondaren, dat wij Jezus tot alles moeten willen hebben, waarvoor wij Hem nodig hebben. Zowel tot een Koning, om onze zonden ten onder te brengen en te doden en ons heilig te leren wandelen, als tot een Priester, om voor ons te voldoen door Zijn lijden en voor ons te bidden en te pleiten, en als Profeet, om ons de waarheid Gods te leren en te leiden op de rechte weg en ontdekkingen te geven van de verborgenheden. Is het ook niet zeer begeerlijk, dat Hij onze meest aanleunende en kwellende verdorvenheden wil kruisigen en ons daarvan verlossen? Ja, is het kruis niet begeerlijk en wenselijk, opdat Zijn Naam zou gedragen worden, daar Hij het niet alleen wil helpen dragen door Zijn genadige en troostrijke tegenwoordigheid, maar daarbij ook wil geven honderdvoud in dit leven en hierna het eeuwige leven? En wie kan er wat op tegen hebben, dat de Heere alles om niet wil geven, zonder prijs, en dat Hij onze gebrekkige en bevlekte goede werken niet wil toelaten naast Jezus’ verdiensten te staan, daar zij oorzaak zijn van de vruchten van Zijn lijden, liefde en genade?
Bijbelteksten bij dit gedeelte:
1 Korinthe 1:20 Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt?
Jesaja 45:24 Men zal van Mij zeggen: Gewisselijk, in den HEERE zijn gerechtigheden en sterkte; tot Hem zal men komen; maar zij zullen beschaamd worden allen, die tegen Hem ontstoken zijn.
Filippenzen 3:10, 11 Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding, en de gemeenschap Zijns lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende; of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden.
Lukas 19:14 En zijn burgers haatten hem, en zonden hem gezanten na, zeggende: Wij willen niet, dat deze over ons koning zij.
Lukas 19:27 Doch deze mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen koning zoude zijn, brengt [ze] hier, en slaat ze [hier] voor mij dood.
Jes 55:1 O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!
Galaten 2:16 [Doch] wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd worden.
Romeinen 3:24 En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is;
Romeinen 3:27 Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs.
Mattheüs 16:24 Toen zeide Jezus tot Zijn discipelen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij.
Mattheüs 10:38 En die zijn kruis niet [op] [zich] neemt, en Mij navolgt, is Mijns niet waardig.
Markus 8:29, 30 En Hij zeide tot hen: Maar gijlieden, wie zegt gij dat Ik ben? En Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Gij zijt de Christus. En Hij gebood hun scherpelijk, dat zij het niemand zouden zeggen van Hem.
Markus 8:34, 35 En tot Zich geroepen hebbende de schare met Zijn discipelen, zeide Hij tot hen: Zo wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij. Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven zal verliezen, om Mijnentwil, en [om] des Evangelies [wil], die zal hetzelve behouden.
Psalm 45:12 En de dochter van Tyrus, de rijken onder het volk, zullen uw aangezicht met geschenk smeken.
Lukas 9:33 En het geschiedde, als zij van Hem afscheidden, zo zeide Petrus tot Jezus: Meester, het is goed, dat wij hier zijn; en laat ons drie tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en voor Elias een; niet wetende, wat hij zeide.
Jesaja 43:2 Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken.
Neem in u op een heldere kennis en bevatting van de manier, waarop Christus Zich aan de zondaar aanbiedt, opdat Hij op de juiste wijze zal worden aangenomen, omhelsd en verkoren. Dit is ten zeerste nodig, omdat u uw geloofsdaad hieraan altijd kunt beproeven, of zij op de juiste wijze betracht wordt, of betracht is. Zo kan dit u tot een belangrijk kenmerk van genade dienen. En hierbij moet u niet alleen trachten uw verstand op de juiste wijze verlicht te krijgen uit Gods Woord, ten aanzien van de wijze van aanbieding en aanneming. Maar ook moet u proberen in uw oordeel te hebben een algehele goedkeuring van deze wijze. Namelijk: God stelt Christus voor en biedt Hem aan, en Christus biedt Zichzelf aan, mits men de gehele Christus in al Zijn ambten hartelijk en dadelijk aanneme, en dat men gewillig zij van al zijn blindheden, dwaasheden en zonden te scheiden, en verlost en geholpen te worden door Zijn Geest, en Hem te gebruiken en te ontvangen tegen alles wat ons ellendig maakt en tot alles wat ons gelukkig maken kan, als de algenoegzame en volmaakte Zaligmaker. Men moet ook gewillig zijn de kruisen en verdrukkingen op zich te nemen en te ondergaan, die door de boosheid van de wereld, en naar Gods heilig bestel, op het hartelijk aannemen van Christus zullen volgen. In het bijzonder moet men alles van God en uit Christus’ hand en om Zijnentwil ontvangen, om niet, en uit vrije genade, zonder dat men met eigen werken, droefheid, tranen en lijden, iets van Gods gunst en gaven wil verdienen of verwerven. Nu, hoe billijk is het, en hoe liefelijk en wenselijk voor ons zondaren, dat wij Jezus tot alles moeten willen hebben, waarvoor wij Hem nodig hebben. Zowel tot een Koning, om onze zonden ten onder te brengen en te doden en ons heilig te leren wandelen, als tot een Priester, om voor ons te voldoen door Zijn lijden en voor ons te bidden en te pleiten, en als Profeet, om ons de waarheid Gods te leren en te leiden op de rechte weg en ontdekkingen te geven van de verborgenheden. Is het ook niet zeer begeerlijk, dat Hij onze meest aanleunende en kwellende verdorvenheden wil kruisigen en ons daarvan verlossen? Ja, is het kruis niet begeerlijk en wenselijk, opdat Zijn Naam zou gedragen worden, daar Hij het niet alleen wil helpen dragen door Zijn genadige en troostrijke tegenwoordigheid, maar daarbij ook wil geven honderdvoud in dit leven en hierna het eeuwige leven? En wie kan er wat op tegen hebben, dat de Heere alles om niet wil geven, zonder prijs, en dat Hij onze gebrekkige en bevlekte goede werken niet wil toelaten naast Jezus’ verdiensten te staan, daar zij oorzaak zijn van de vruchten van Zijn lijden, liefde en genade?
Bijbelteksten bij dit gedeelte:
1 Korinthe 1:20 Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt?
Jesaja 45:24 Men zal van Mij zeggen: Gewisselijk, in den HEERE zijn gerechtigheden en sterkte; tot Hem zal men komen; maar zij zullen beschaamd worden allen, die tegen Hem ontstoken zijn.
Filippenzen 3:10, 11 Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding, en de gemeenschap Zijns lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende; of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden.
Lukas 19:14 En zijn burgers haatten hem, en zonden hem gezanten na, zeggende: Wij willen niet, dat deze over ons koning zij.
Lukas 19:27 Doch deze mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen koning zoude zijn, brengt [ze] hier, en slaat ze [hier] voor mij dood.
Jes 55:1 O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!
Galaten 2:16 [Doch] wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd worden.
Romeinen 3:24 En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is;
Romeinen 3:27 Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten. Door wat wet? Der werken? Neen, maar door de wet des geloofs.
Mattheüs 16:24 Toen zeide Jezus tot Zijn discipelen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij.
Mattheüs 10:38 En die zijn kruis niet [op] [zich] neemt, en Mij navolgt, is Mijns niet waardig.
Markus 8:29, 30 En Hij zeide tot hen: Maar gijlieden, wie zegt gij dat Ik ben? En Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Gij zijt de Christus. En Hij gebood hun scherpelijk, dat zij het niemand zouden zeggen van Hem.
Markus 8:34, 35 En tot Zich geroepen hebbende de schare met Zijn discipelen, zeide Hij tot hen: Zo wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij. Want zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven zal verliezen, om Mijnentwil, en [om] des Evangelies [wil], die zal hetzelve behouden.
Psalm 45:12 En de dochter van Tyrus, de rijken onder het volk, zullen uw aangezicht met geschenk smeken.
Lukas 9:33 En het geschiedde, als zij van Hem afscheidden, zo zeide Petrus tot Jezus: Meester, het is goed, dat wij hier zijn; en laat ons drie tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en voor Elias een; niet wetende, wat hij zeide.
Jesaja 43:2 Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken.
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
NounouPied schreef:6. Hoe Christus aangeboden wordt
Neem in u op een heldere kennis en bevatting van de manier, waarop Christus Zich aan de zondaar aanbiedt, opdat Hij op de juiste wijze zal worden aangenomen, omhelsd en verkoren. Dit is ten zeerste nodig, omdat u uw geloofsdaad hieraan altijd kunt beproeven, of zij op de juiste wijze betracht wordt, of betracht is. Zo kan dit u tot een belangrijk kenmerk van genade dienen.
Hm... Kritiek leveren is makkelijk, en ongetwijfeld zijn er dingen in de tekst waar we kritisch tegenover staan. Maar aan de andere kant zitten er ook hele leerzame elementen in... Misschien goed om daar ook naar te kijken.
De radicale overgave die God in ons mogelijk maakt, maar die wel van ons wordt gevraagd bijvoorbeeld. Jakobus roept op ons geloof te tonen door onze werken, omdat geloof zonder werken dood is.
De radicale overgave die God in ons mogelijk maakt, maar die wel van ons wordt gevraagd bijvoorbeeld. Jakobus roept op ons geloof te tonen door onze werken, omdat geloof zonder werken dood is.
Als die goeie ouwe Samuel Rutherford remonstrants is dan weet ik het ook niet meer :shock: Ga gerust door met posten, Piedrefo schreef:Beetje remonstrants is het wel. Zoek een overtuiging te hebben. Zoek een indruk te hebben. Het lijkt een beetje op een recept. Iets van dit en wat van dat.
Wie is de schrijver?