Afgewezen schreef:memento schreef:Juist een concrete casus kan helder krijgen hoe de dogmatiek functioneerde in de praktijk. Mijn stelling is namelijk dat het zodanig functioneerde bij Steenblok, dat zijn dogmatiek bóven de Schrift stond. Waardoor imperatieven en belofte-toezeggingen (zeker als het gaat richting onbekeerden) niet voorkomen in zijn prediking, ook al komen ze wel voor in zijn tekst.
Hm, het omgekeerde zie je ook. Predikanten die zeggen het aanbod te onderschrijven en absoluut niet aanbiedend preken.
memento schreef:Je conclusie deel ik. Met Steenbloks theologie kom je ernstig in de knoei met Schrift en belijdenis. Je ziet dat aanbod-ontkenners in het buitenland dit oplossen via hun verbondsvisie.
Ik denk dat het boek van Fisher/De Erskines, in het hoofdstuk van het verbond der genade, een prima oplossing geeft: géén ruime verbonds
opvatting, wél een ruime verbonds
bediening.
Ja natuurlijk daarom heeft volgens mij de verbondsvisie niet zoveel invloed op de "aanbod" discussie. In de engelse en schotse kerk is de tweeverbondenvisie altijd leidend geweest (tot in de Westminster confessie toe) toch is er bijna nergens zo'n ruim aanbod gepredikt.
Als je leest hoe de Erskines Jesaja 55: 1-11 uitleggen.Nl. dat die dorstigen niet dorsten naar de gerchtigheid maar naar de zonde , Dit blijkt volgens de Erskines uit vs2 dat zij geld uitwegen voor wat geen brood is en niet verzadigen kan.
Ik weet niet of Dr C. Steenblok hier een preek over gehouden heeft maar dan zal het toch meer in de trant zijn van zijn dogmatiek eerst dorst naar de gerechtigheid en dan pas het aanbod "Kom".
1 ¶ O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt , koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk!
2 Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen.
3 Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken, en u geven de gewisse weldadigheden van David .
4 Ziet, Ik heb hem tot een getuige der volken gegeven, een vorst en gebieder der volken.
5 Ziet, gij zult een volk roepen, dat gij niet kendet, en het volk, dat u niet kende, zal tot u lopen, om des HEEREN uws Gods wil, en om des Heiligen Israels wil, want Hij heeft u verheerlijkt.
6 ¶ Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is.
7 De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk.
8 Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen , spreekt de HEERE.
9 Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten.
10 Want gelijk de regen en de sneeuw van den hemel nederdaalt, en derwaarts niet wederkeert; maar doorvochtigt de aarde, en maakt, dat zij voortbrenge en uitspruite, en zaad geve den zaaier , en brood den eter;
11 Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren; maar het zal doen, hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zende.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.