theoloog schreef:@Zonderling
Als ik je goed begrijp wil je alleen vertalen volgens de Textus Receptus.
Waar ik heb ik dit op zo'n stellige manier geschreven? Ik kan mij niet herinneren mij op die manier te hebben uitgedrukt.
Je gaat dan voorbij aan de op zich niet onbelangrijke eeuwen van tekstkritiek. Organisaties als Wycliffe maken daar wel gebruik van. En waarom ook niet. Je wilt toch terug naar de meest getrouwe brontekst. Dat gezeur als zou de Godheid van Christus geloochend worden in de NBV, dat is natuurlijk totale onzin. Ik heb net nog het stuk zitten lezen van Marc Verhoeven:
Corrupte Bijbels. Als je alle afzonderlijke teksten leest zou je haast denken dat hij gelijk heeft. Wanneer je je echter een beetje verdiept in tekstkritiek (even voor de duidelijkheid, dat is nog geen Schriftkritiek zoals deze meneer wil laten geloven) bemerk je dat overschrijvers waarschijnlijk woorden hebben ingevoegd. Deze zijn door verschillende handschriften met elkaar te vergelijken 'ontdekt'. Nu blijft daar onder geleerden altijd discussie over. Welke familie van tekstgetuigen geef je het meeste gewicht? Bij het NT bijvoorbeeld de meerderheidstekst, zoals deze in de westerse kerk aanwezig is, en van latere datum, of geef je meer gewicht aan de mogelijk 'vervalste' eerdere handschriften.
Het is in ieder geval niet waar dat je zaligheid daarvan afhangt. En er staan ook geen ketterse beweringen in! Alle dogma's van de vroege kerk blijven gewoon overeind als je niet de Textus Receptus volgt. Geef me één voorbeeld als ik daarin ongelijk heb. Je kunt dus gewoon de NBV gebruiken. Waar terecht op gewezen werd, en dat vind ik zelf heel kwalijk, is de
Schriftkritische inleidingen die in de gewone uitgave van de NBV zijn opgenomen. Laat deze alsjeblieft ongelezen.
@Theoloog,
Ik heb mij verdiept in de tekstgeschiedenis van het NT. Een tweetal tekstkritische handboeken heb ik doorgeworsteld.
Naar mijn mening zijn enkele grondslagen van de tekstkritiek echter dubieus.
Met name de volgende twee:
1. Overwaardering van de ouderdom van handschriften.
Iets jongere handschriften zijn echter de kopieën van oudere handschriften. Die oudere handschriften hadden dienst gedaan, waren bijna versleten en moesten worden vervangen. Na overschrijving en controle werden de oudere handschriften vernietigd. Zo zijn ook alle majuskelteksten (hoofdletterschrift) vernietigd en vervangen door minuskelteksten (kleine letterschrift). Dat betekent echter niet dat de minuskelteksten geen oude tekst vertegenwoordigen want dat doen ze wel degelijk. Verder weten we ook dat handschrift A in de Evangeliën niet eens zoveel jonger is dan C. Vaticanus en C. Sinaïticus en handschrift A heeft wel degelijk de Byzantijnse tekst.
In dit verband is ook van belang dat de oude handschriften waarop de tekstkritische wetenschap vooral steunt, afkomstig zijn uit Egypte. Dat was niet het meest bloeiende deel van de christelijke kerk. Bovendien bevatten de codices Vaticanus en Sinaïticus onnoemelijk veel verschrijvingen en fouten, er was dus alle reden voor dat deze handschriften oudtijds in een hoek gesmeten zijn vanwege hun onbetrouwbaarheid. In de 19e eeuw zijn deze handschriften herontdekt en enorm overschat wat betreft hun betekenis naar mijn mening.
2. Voorkeur voor de kortere lezingen.
Ook dit is een dubieus uitgangspunt. Ik weet niet of jij mensen weleens een langer stuk tekst hebt laten overschrijven. Ik heb zelf wel eens oudere brieven uitgewerkt waarbij ik geen origineel meer had, maar moest werken met meerdere afschriften van dezelfde brief. Wat blijkt: in alle afschriften waren woorden vergeten of zelfs hele zinnen. Juist de langere tekst bleek het meest betrouwbaar.
N.B. Het valt proefondervindelijk vast te stellen dat weglatingen de meest voorkomende overschrijffout is.
(Dit wil overigens niet zeggen dat de langere tekst klakkeloos moet worden geaccepteerd, want bewuste toevoegingen komen óók voor. Daarom accepteerde de Reformatie ook niet de z.g. Westerse tekst vanwege de vele toevoegingen.)
Met name omdat ik in deze 2 uitgangspunten niet 'geloof', hecht ik ook niet zo heel veel waarde aan de tekstkritische wetenschap in haar huidige vorm. Er zijn echter ook tekstcritici die gezondere uitgangspunten hanteren. Bijvoorbeeld ken ik een heel goed stuk over de tekst van Openbaring in het voorwoord van de tekstuitgave van de 'Majority Text' in het Grieks. Op basis van vele tekstvergelijkingen komen de auteurs hiervan tot een soort 'stamboom' van de verschillende handschrifttypen en daarmee tot een benadering van de oorspronkelijke tekst. Dat blijkt dan sterk overeen te komen met de Majority Text, dat wil zeggen de tekst die het meest is overgeleverd.
Omdat de Textus Receptus sterk overeenkomt met de Majority Text, heb ik daar inderdaad een voorkeur voor boven de tekstkritische tekst. Ik heb echter ook geen bezwaar tegen de Byzantijnse / Majority tekst. De verschillen tussen Textus Receptus en Majority Text zijn m.i. meestal van ondergeschikte betekenis.
P.S. Voor hen die niet thuis zijn in deze materie de volgende aanvulling:
- Byzantijnse tekst of Majority tekst = de tekst zoals overgeleverd in de massa aan griekstalige handschriften van het NT.
- Textus Receptus = de min of meer gestandaardiseerde tekst die in de 16e en 17e eeuw is gebruikt voor de Bijbelvertalingen van de Reformatie en kort daarna (inclusief de Statenvertaling)
Tussen beide teksttypen bestaan alleen geringe verschillen.
- Tekstkritische tekst = de tekst die de huidige bijbelwetenschappers beschouwen als de tekst die het dichtst bij het origineel komen; deze tekst is gereconstrueerd op basis van oude handschriften en bepaalde theorieën om uit verschillende teksten de 'waarschijnlijkste' te kunnen kiezen. Op de tekstkritische tekst zijn de meeste nieuwe vertalingen gebaseerd inclusief NBG '51, Willibrord vertaling, NBV en Naardense Bijbel.