ja
:stu
altijd blij?
Het klinkt mooi om de blijdschap als een gave te zien. Altijd goed, zo'n benadrukken van onze afhankelijkheid. Maar je lijkt er mee te bedoelen, dat blijdschap niet zo maar gegeven wordt. dat het iets kostbaars is (oke), maar ook iets schaars of zeldzaams. Zeker als je zegt dat het niet iets is wat je moet doen en ook dat je het niet vanzelf krijgt. Zo wordt die gave 'blijdschap' wel heel geheimzinnig (en dus weer: zeldzaam) gemaakt.Oorspronkelijk gepost door anemoongeen van beidenIs blijdschap iets wat je moet doen, of iets waarna je moet streven, of krijg je dat vanzelf?
het is niet iets wat je moet doen
en je krijgt het ook niet vanzelf
wanneer we dingen zelf moeten gaan doen komt er weinig van terecht en daarom zijn we (of we het willen of beseffen of niet) totaal afhankelijk van de genade van God
en vanzelf krijgen? nee: de Here wil erom gebeden zijn
dus: open uw mond, eis van Hem vrijmoedig, alles wat u ontbreekt en Hij schenkt het, mild en overvloedig!
en zo is ook de blijdschap een gave!
Erger vind ik, dat ook jij toch weer de oproep van Fil. 4:4 wegmoffelt.
"verblijdt u in de Heere"
'in de Heere' moet je nu niet gaan gebruiken als een toevoeging die de oproep zou beperken.
Zo van: verblijdt u , natuurlijk, maar...... er staat iets bij: 'in de Heere' en dat maakt een groot verschil enz. enz. enz.
De blijdschap is een gave, akkoord, maar het is ook en niet minder een opdracht. Tot heil van mensen. Het is trouwens ook nog eens een vrucht van de Geest.
Misschien zaag ik een beetje door over die opdracht om zich te verblijden. Maar ik vind het een onontbeerlijke notie, juist in de wereld van de gereformeerde gezindte, waar men wel de opdracht gevoeld om eigen zonde te kennen en te benoemen, maar waarin de blijdschap soms zo stiefmoederlijk of zelfs wantrouwig wordt bedeeld.
Zie het maar in dezelfde lijn als waarin Paulus nogmaals oproept:
Wederom zeg ik u: verblijdt u!
[Aangepast op 21/7/04 door gravo]
Als jij zegt er staat verblijdt u, dan noem je maar een halve tekst. Dus door die toevoeging moffel je niet iets weg. MAar dat staat er gewoon. Paulus zegt dan inderdaad daarna Verblijdt u. Maar dat ziet op hetzelfde verblijden in de Heere omdat hij zegt: ik zeg u wederom.Oorspronkelijk gepost door gravo
Erger vind ik, dat ook jij toch weer de oproep van Fil. 4:4 wegmoffelt.
"verblijdt u in de Heere"
'in de Heere' moet je nu niet gaan gebruiken als een toevoeging die de oproep zou beperken.
Zo van: verblijdt u , natuurlijk, maar...... er staat iets bij: 'in de Heere' en dat maakt een groot verschil enz. enz. enz.
Zie het maar in dezelfde lijn als waarin Paulus nogmaals oproept:
Wederom zeg ik u: verblijdt u!
[Aangepast op 21/7/04 door gravo]
Dat verblijdt u in deze tekst niet op de blijdschap slaat zoals wij die bedoelen met lachen, plezier blijkt wel uit het stukje wat er nog achter staat. Ten alle tijde. Dus altijd. In moeite en verdriet, maar ook in voorspoed. Verblijdt u omdat u weet dat u een beter lot is bereidt. Dan is er hoop ook in moeite en verdriet. Zoals Jakobus zegt in Jak 1:2 Acht het voor grote vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt;
3 Wetende, dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt.
simpele gedachten zijn vaak wel goede ;-)Oorspronkelijk gepost door wimDenk je dat God, toen Hij ons schiep, wilde dat we ook droefheid zouden kennen zodat onze emoties meer evenwichtig zouden zijn? Droefheid is een gevolg van de zonde.Oorspronkelijk gepost door limosaNee natuurlijk niet. Dan zouden we heel onevenwichtige personen worden. Ik denk dat God wil dat we ook in onze emoties evenwichtig zijn. Dat er is een droefheid over de zonde en in het kennen van ons eigen hart en een blijdschap in het kennen van Jezus als onze Zaligmaker.Oorspronkelijk gepost door hijwel
mijn vraag:
"wil God dat je altijd blij bent?"
Natuurlijk leven we nu na de zondeval. Maar het lijkt me stug dat God niet zou willen dat de situatie meer was zoals voor de zondeval. Of denk ik te simpel?
Maar volgens mij is het zo dat we in de zondeval en daarna (de mens ís zonde dus doet zonde) God groot onrecht aandoen. En het lijkt me niet dat God niet zou willen dat we daar verdriet over hebben. De toestand van vóór de zondeval komt niet terug hier op aarde. Die behoeven we ook niet te simuleren. Degenen die nu en straks in de hemel zijn mogen wel eeuwig blij zijn, die zijn de zondeval te boven door het bloed van Christus.
wat is volgens jou die blijdschap dan? En wat voor opervlakking blijdschap merk je bij anderen? En hoe weet je dat het oppervlakkig is?Oorspronkelijk gepost door Majorca
God trekt een zondaar met smeking en geween (Jeremia).
Hun tranen zijn dierbaar in Zijn oog (ps. 72 berijmd)
Da's wat anders dan al die oppervlakkige blijdschap die je tegenwoordig zo veel kunt beluisteren.
Mooi gedeelte, Majorca. Vreugde en droefheid liggen daar erg dicht bij elkaar.
7 Want zo zegt de HEERE: Roept luide over Jakob met vreugde, en juicht vanwege het hoofd der heidenen; doet het horen, lofzingt, en zegt: O HEERE! behoud Uw volk, het overblijfsel van Israël.
8 Ziet, Ik zal ze aanbrengen uit het land van het noorden, en zal hen vergaderen van de zijden der aarde; onder hen zullen zijn blinden en lammen, zwangeren en barenden te zamen; met een grote gemeente zullen zij herwaarts wederkomen.
9 Zij zullen komen met geween, en met smekingen zal Ik hen voeren; Ik zal hen leiden aan de waterbeken, in een rechte weg, waarin zij zich niet zullen stoten; want Ik ben Israël tot een Vader, en Efraïm is Mijn eerstgeborene.
10 Hoort des HEEREN woord, gij heidenen! en verkondigt in de eilanden, die verre zijn, en zegt: Hij, Die Israël verstrooid heeft, zal hem weder vergaderen, en hem bewaren als een herder zijn kudde.
11 Want de HEERE heeft Jakob vrijgekocht, en Hij heeft hem verlost uit de hand desgenen, die sterker was dan hij.
12 Dies zullen zij komen, en op de hoogte van Sion juichen, en toevloeien tot des HEEREN goed, tot het koren, en tot den most, en tot de olie, en tot de jonge schapen en runderen; en hun ziel zal zijn als een gewaterde hof, en zij zullen voortaan niet meer treurig zijn.
13 Dan zal zich de jonkvrouw verblijden in den rei, daartoe de jongelingen en ouden te zamen; want Ik zal hunlieder rouw in vrolijkheid veranderen, en zal hen troosten, en zal hen verblijden naar hun droefenis.
7 Want zo zegt de HEERE: Roept luide over Jakob met vreugde, en juicht vanwege het hoofd der heidenen; doet het horen, lofzingt, en zegt: O HEERE! behoud Uw volk, het overblijfsel van Israël.
8 Ziet, Ik zal ze aanbrengen uit het land van het noorden, en zal hen vergaderen van de zijden der aarde; onder hen zullen zijn blinden en lammen, zwangeren en barenden te zamen; met een grote gemeente zullen zij herwaarts wederkomen.
9 Zij zullen komen met geween, en met smekingen zal Ik hen voeren; Ik zal hen leiden aan de waterbeken, in een rechte weg, waarin zij zich niet zullen stoten; want Ik ben Israël tot een Vader, en Efraïm is Mijn eerstgeborene.
10 Hoort des HEEREN woord, gij heidenen! en verkondigt in de eilanden, die verre zijn, en zegt: Hij, Die Israël verstrooid heeft, zal hem weder vergaderen, en hem bewaren als een herder zijn kudde.
11 Want de HEERE heeft Jakob vrijgekocht, en Hij heeft hem verlost uit de hand desgenen, die sterker was dan hij.
12 Dies zullen zij komen, en op de hoogte van Sion juichen, en toevloeien tot des HEEREN goed, tot het koren, en tot den most, en tot de olie, en tot de jonge schapen en runderen; en hun ziel zal zijn als een gewaterde hof, en zij zullen voortaan niet meer treurig zijn.
13 Dan zal zich de jonkvrouw verblijden in den rei, daartoe de jongelingen en ouden te zamen; want Ik zal hunlieder rouw in vrolijkheid veranderen, en zal hen troosten, en zal hen verblijden naar hun droefenis.
mischien nog een wonderlijke gedeelte uit de bijbel over blijdschap
Nehemia: 10-13
10 En Nehemia (dezelve is Hattirsatha) en Ezra, de priester, de schriftgeleerde, en de Levieten, die het volk onderwezen, zeiden tot al het volk: Deze dag is den HEERE, uw God, heilig; bedrijft dan geen rouw, en weent niet; want al het volk weende, als zij de woorden der wet hoorden.
11 Voorts zeide hij tot hen: Gaat, eet het vette, en drinkt het zoete, en zendt delen dengenen, voor welken niets bereid is, want deze dag is onzen Heere heilig; zo bedroeft u niet, want de blijdschap des HEEREN, die is uw sterkte.
12 En de Levieten stilden al het volk, zeggende: Zwijgt, want deze dag is heilig, daarom bedroeft u niet.
13 Toen ging al het volk henen om te eten, en om te drinken, en om delen te zenden, en om grote blijdschap te maken; want zij hadden de woorden verstaan, die men hun had bekend gemaakt.
Nehemia: 10-13
10 En Nehemia (dezelve is Hattirsatha) en Ezra, de priester, de schriftgeleerde, en de Levieten, die het volk onderwezen, zeiden tot al het volk: Deze dag is den HEERE, uw God, heilig; bedrijft dan geen rouw, en weent niet; want al het volk weende, als zij de woorden der wet hoorden.
11 Voorts zeide hij tot hen: Gaat, eet het vette, en drinkt het zoete, en zendt delen dengenen, voor welken niets bereid is, want deze dag is onzen Heere heilig; zo bedroeft u niet, want de blijdschap des HEEREN, die is uw sterkte.
12 En de Levieten stilden al het volk, zeggende: Zwijgt, want deze dag is heilig, daarom bedroeft u niet.
13 Toen ging al het volk henen om te eten, en om te drinken, en om delen te zenden, en om grote blijdschap te maken; want zij hadden de woorden verstaan, die men hun had bekend gemaakt.