Je mag de Schrift niet zo verdraaien en op deze manier mensen hoop geven omdat ze in zichzelf iets ontdekken wat weleens het 'hongeren of dorsten' of een 'verbroken hart' kon zijn.
Leg eens uit alsjeblieft?
Bedoel je dat het mogelijk is dat mensen ontdekken dat ze hongerig of dorstig zijn naar de gerechtigheid zonder dat het God is, die dat bewerkt? Heb je bijbelteksten?
Zou dan de duivel een hongerig en dorstig hart naar de gerechtigheid kunnen bewerken, opdat de mens misleid worde? Heb je bijbelteksten?
"Als RJ belijdt dat niemand tot Christus vlucht zonder zijn ellendekennis dan val ik hem bij als hij dan ook met mij belijdt dat de ellendekennis oftwel Gods verborgen werk geen zogeheten stand in het genadeleven is. "
Wat is het dan wel Donselaar, werk van de natuurlijke mens ? De Hc leert ons anders dacht ik; daar is zowel ellende, verlossing als dankbaarheid alles het werk van God in de wedergeboren mens.
Het bovenste was mijn conclusie richting RJ en hierop reageer jij met genoemde vraag.
Nee het is geen werk van de natuurlijke mens en ja het is Gods werk! Echter de reformatoren hebben, maar ook de door mij geciteerde Kohlbrugge, dit nooit benoemd als onderdeel van de wedergeboorte. Natuurlijk leert onze Heidelberger ellende, verlossing en dankbaarheid in het stuk der wedergeboorte. Echter let wel op, onze Heidelberger is een troostboek voor de Kerk. De kerk belijdt ‘ik ellendig mens, wie zal mij verlossen van dit lichaam dezer doods’ Dat is de ellendekennis. De kerk belijdt ook ‘Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods.’ Dit is de verlossing. De kerk belijdt ook ‘Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest. (...) Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe. Het wandelen in de Geest is de dankbaarheid.
Dus ellende, verlossing en dankbaarheid? Jazeker. Echter wel voor Gods Kerk. Dit laatste zul je met me eens zijn, maar lees nog eens het stuk van Dr. Kohlbrugge wat ik aanhaaldein de discussie rondom de ‘verkiezing’:
Duidelijk of niet? Deze visie vinden we eveneens bij Luther en Calvijn, al zijn er met de laatste verschillen. Calvijn benadrukt de wedergeboorte pneumatologisch en Kohlbrugge christologisch. Deze verschillen komen waarschijnlijk voort uit het feit dat Calvijn meer beducht is voor de libertijnse uitholling en dat Kohlbrugge er op gespitst is het subjectivisme te bezweren.
Dan de Nadere Reformatie. Hier zien we een duidelijk verschil.
J. de Labadie – De Labadie laat de wedergeboorte ontspringen aan de ‘krachtdadige roeping’. Door deze roeping ‘formeert’ de Heilige Geest in ons de genade, als ‘een bovennatuurlicke en Christelicke wesen’. Zo ontvangen wij het geloof en de genade van God ‘om ons te rechtveerdigen voor God / en te heyligen in ons’ De Labadie heeft een sterk ontologische visie op de genade, ‘die veel overeenkomst vertoont met de ingestorte genade, die we bij Rome tegenkomen’. Deze wedergeboorte-genade – het bovennatuurlijke wezen – gaat aan het geloof in Christus vooraf. Het dient ‘als een soort kwalificatie vooraf, die geschikt moet maken om vrij baan te krijgen tot Christus’. Het valt verder op dat van de roeping wordt gezegd, dat de Heilige Geest deze werkt door de middelen, ‘of ook somtijds sonder en boven deselve werckende’. Omdat bij De Labadie ‘het onmiddellijke in het werken van de Geest overal achter ligt’, is het voor ons de vraag in hoeverre het bijwoord ‘somtijds’ ernstig genomen moet worden. Voorts wordt volgens De Labadie elke wedergeborene ‘in een morele zin’ door de Geest een Christus. Wordt zo de christen niet tot een mondigheid gebracht en tot een zekere autonomie, wat dat wonderlijke hoge zelfgevoel der labadisten verklaren? In aanmerking genomen dat het geloof bij De Labadie ‘in feite zo’n geringe plaats inneemt in vergelijking met de actieve heiligheid en mystieke innerlijkheid, vormt zijn wedergeboorte leer naar ons besef al met al niet minder dan een contrast met die van Kohlbrugge.
Misschien is het interessant om hier ook de visie van Th. v.d. Groe en Alexander Comrie te plaatsen, hoewel ik nu al kan zeggen dat Th. v.d. Groe bijna grootendeels overeenstemt met Kohlbrugge. Dat Alexander Comrie dat dan niet doet mag ik dan misschien bijna automatisch concluderen.
Is dit nu naar de Schrift? Dan bedoel ik de visie van Dr. Kohlbrugge? Ik meen wel, zeker als we lezen in Johannes 3 ‘ De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een iegelijk, die uit den Geest geboren is.
Veel mensen laten de Schrift, voor de zogeheten ellendekennis voorafgaand aan de kennis der verlossing, buikspreken. Het al aangehaalde ‘ik ellendig mens’ maar ook Psalm 51 ‘Wees mij genadig, o God! naar Uw goedertierenheid; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden’ zijn teksten die behelzen het leven van de heiligmaking van Gods volk. Ook hier is veel verwarring over. Is dit nu heiligmaking? Jazeker dit is heiligmaking!
Zeeuw haalt blijkbaar ook de Bergrede aan. Zeeuw de Bergrede is een rede over de praktijk der godzaligheid! De Bergrede is geen geloofsleer. ‘Zalig zijn de vreedzamen, want zij zullen Gods kinderen genaamd worden, deze zaligspreking is een vrucht van het geloof.
Citaat Zeeuw: Dus wel wedergeboorte en nog geen geloof ? Nee; want vanaf de wedergeboorte is er ook het geloof en zijn er ook daden van het geloof; er is niet alleen kennis der ellende en droefheid over de zonde; maar er is ook het dorsten naar God; en ook dat is geloof. Een klein geloof weliswaar; en inderdaad; dat geloof moet geoefend worden en gaan leren dat we God alleen kunnen naderen en in Zijn gemeenschap komen door Christus. En dan word het dorsten naar God door de verdergaande ontdekking steeds meer een dorsten naar Christus. En ook dat alles is reeds geloof.
Inderdaad Zeeuw een klein geloof is ook geloof, maar zelfs het allerkleinste geloof moet Zijn stem kennen. Want of we nu een schaapje zijn of een lammetje, allen kennen Zijn stem. (Joh. 10:27 ‘Mijn schapen horen Mijn stem, en Ik ken dezelve, en zij volgen Mij).
Hoe je het ook formuleert Zeeuw, er mag nooit geen ruimte zijn binnen het stuk der wedergeboorte voor een geloof wat niet verbonden is met het Voorwerp van het Geloof. Met deze verbinding bedoel ik dan niet een zonder het weten van de christen, nee ik bedoel een verbinding waar ook de christen, in mindere of meerdere mate, weet aan heeft. Th. v.d. Groe schreef reeds ‘Geen overtuiging zal ooit heilzaam of zaligmakend zijn, dan die door de krachtdadige werking des Geestes in 's mensen hart dadelijk doorbreekt tot een oprecht gelovige kennis en omhelzing van de Heere Jezus, zoals Hij ons wordt voorgedragen in de beloften des Heiligen Evangeliums.’
Dit is ook in overeenstemming met de door jouw geciteerde Erskine. Inderdaad doorsteekt hij het hart. Dit doorsteken wordt trouwens ook bedoeld in Handelingen als er staat ‘ze werden verslagen in het hart’.
Ds. Kersten haal je aan ‘Ds. Kersten zegt ergens "het is niet zo dat Christus pas Zijn werk in ons begint als wij droefheid over de zonde kennen en wanhopen aan onszelf; maar OOK de vernedering is alles Zijn werk.’ Ook dat is waar maar hoe kun jij dat onderscheiden? Daar komen we op de vraag of beter gezegd opmerking van Dr. Kohlbrugge terug. Dit werk, wat Luther ‘Gods vreemde werk’ noemde is het werk van Gods Geest. Hoe is het te onderscheiden? Wel om aan zo’n ziel te vragen ‘wat dunkt u van de Christus’ Hierop zal de bedroefde naar God nooit afwijzend kunnen reageren. Natuurlijk kan het in zeer geringe mate zijn, maar we moeten met Jezus kunnen doen. Zonder dit is het een droefheid naar de wereld die de dood werkt.
Waarom? Wel men hoort zo graag een bevindelijke preek tegenwoordig. Wat is dan een bevindelijke preek vraag je dan? Wel antwoordt men dan: dat is een afsnijdende prediking? Afsnijdend? Ik krijg hoop. Mijn wedervraag is dan: je bedoeld alle afsnijding buiten Christus? Nee, dat niet, is dan het antwoord. Een afsnijdende preek is dat we alles missen, we zijn dood, wij zijn ellendig, we kunnen zelf niets. O, zeg ik: is dat een afsnijdende preek. Maar waar blijft dan de boodschap van Paulus in de prediking? Welke boodschap? Wel de boodschap ‘ik wens u niets anders te weten dan Jezus Christus en Dien gekruisigd’.
Dan staat de wagen stil!!!!
Daarom komt iedere keer deze discussie terug, omdat er helaas predikanten zijn die aan deze vraag toegeven, hoewel er gelukkig ook nog vele zijn die zijn gelijk Samuël Rutherford zei ‘de prediking druipt van het bloed van Christus’
Groeten,
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Ons verschil, als je al van verschil kan spreken, zit niet in de trits ellende/verlossing/dankbaarheid, alswel in de roeping voor de wedergeboorte.
Dat is ook waar Kohlbrugge op duidde.
Ellendekennis functioneert zeer zeker ook bij hem, maar wel in de wedergeboren mens zoals Paulus uitriep in Romeinen 7. Ellendekennis zoals Luther zei 'gelijktijdig gerechtvaardigd en zondaar'. Deze ellendekennis zal altijd verweven blijven met de verlossing en de dankbaarheid, kan ook niet anders.
Jij neigt er toch naar om ellendekennis voorafgaand aan de kennis der verlossing te plaatsen of zeg ik dat verkeerd. Misschien nog duidelijker ellendekennis als een conditio voordat de zondaar Christus omhelst?
Het was niet voor niets dat ik Erskine met instemming citeerde, maar ook van der Groe. Jij ging er niet op in maar toch van wezenlijk belang binnen deze discussie, nl. dat 'geen overtuiging zal ooit heilzaam of zaligmakend zijn, dan die door de krachtdadige werking des Geestes in 's mensen hart dadelijk doorbreekt tot een oprecht gelovige kennis en omhelzing van de Heere Jezus, zoals Hij ons wordt voorgedragen in de beloften des Heiligen Evangeliums.’
Deze overtuiging doet de zondaar tot Christus vluchten. Dit is de droefheid naar God. Dit noemde Luther 'Gods vreemde werk'. Dit noemde Kohlbrugge 'levendmaking dus voor het geloof'.
Zit tenslotte de moeite die je soms ontmoet niet in jouw woordje 'moeilijk'. Is dit niet het probleem waar velen met worstelen. Voor Th. v.d. Groe was het geen moeilijke vraag, voor A. Comrie wel (omdat hij een filosofische achtergrond had????). Voor Erskine was het ook geen moeilijke vraag 'Christus doopt het zwaard der wet in Zijn bloed en doorsteekt de vijandige en dode zondaar.' Die zondaar die zo doorwondt is, ja zo dodelijk verwondt, die moet naar Christus vluchten. Daarom moet ook in de prediking Christus centraal staan.
Je laatste vraag over Prof. Wisse moet ik helaas ontkennend beantwoorden. Wel heb ik het boekje 'de verbondsschat'.
Echter ik val hem hierin niet bij. Achteraf kan men zeggen dat iets genade was, maar laten we ons daar niet mee bezig houden, we hebben ons te richten op de daad van het geloof, oftewel het omhelzen van Christus in het gewaad van Zijn Woord. Dit laatste is zaligmakend. De Schrift is hierin ook zeer duidelijk, let wel het geloof is slechts een middel om ons te verbinden met het Voorwerp van het Geloof, Jezus Christus.
Richting Rose,
Je schrijft het volgende: 'Zou dan de duivel een hongerig en dorstig hart naar de gerechtigheid kunnen bewerken, opdat de mens misleid worde? Heb je bijbelteksten?'
Hierin kunnen we kort zijn Rose. Zoals ik al eerder schreef is er ook een overtuiging oftewel een droefheid die naar de wereld is. Deze droefheid kent echter geen innige geloofsomhelzing met Christus. De droefheid naar de wereld kan belijden dat ze zondaar zijn, dat ze ellendig zijn, jazelfs met een tollenaars gestalte deze achterop spreken. Echter ze missen Hem die alle lof en eer waardig is. Waarom? Ze hebben Hem niet nodig, ze kunnen het goed met hun overtuiging doen. Het zaligmakende geloof kan het niet met een overtuiging doen maar weet zich verbonden met Christus. Hoe? Als diegene waarvan Christus zei 'Voorwaar Ik heb zo'n groot geloof niet in Israël gevonden', dat kan maar het kan met de bevende handen van de bloedvloeiende vrouw die slechts de zoom van Zijn kleed aanraakte.
Beiden zijn geloof.
Groeten,
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Op grond waarvan ? De Schrift is hierin duidelijk "de ure komt en is nu; wanneer de doden zullen horen de stem van de Zoon van God(roeping); en die ze gehoort hebben zullen leven (wedergeboorte).
"Ellendekennis functioneert zeer zeker ook bij hem, maar wel in de wedergeboren mens zoals Paulus uitriep in Romeinen 7"
Zie je in mijn reactie dat ellendekennis functioneert in de natuurlijke mens ?
Dit bestrijd ik helemaal niet.
"Jij neigt er toch naar om ellendekennis voorafgaand aan de kennis der verlossing te plaatsen of zeg ik dat verkeerd. "
Nee; inderdaad geloof ik dat de orde ellende-verlossing-dankbaarheid is; waarbij inderdaad de ellendekennis voorop gaat. Waarvan zal een mens anders verlost moeten worden ?
Maar (nogmaals!) het een niet zonder het ander; de orde en de samenhang beiden vasthoudend.
"Misschien nog duidelijker ellendekennis als een conditio voordat de zondaar Christus omhelst?"
Jammer; jammer; deze vraag had ik van jou zeker niet verwacht; nergens, maar dan ook nergens heb ik het over een voorwaarde (conditio) gehad; wat ik probeer aan te geven is de orde die de Bijbel, de HC etc aangeeft.
Dat is niet voorwaardelijk, maar heilsordelijk.
"Het was niet voor niets dat ik Erskine met instemming citeerde"
Waar dan; bedoel je het door mij geplaatste over het zwaard der wet ?
"Jij ging er niet op in maar toch van wezenlijk belang binnen deze discussie, nl. dat 'geen overtuiging zal ooit heilzaam of zaligmakend zijn, dan die door de krachtdadige werking des Geestes in 's mensen hart dadelijk doorbreekt tot een oprecht gelovige kennis en omhelzing van de Heere Jezus, zoals Hij ons wordt voorgedragen in de beloften des Heiligen Evangeliums.’"
Nu begrijp ik echt je reactie niet; (je ging er niet op in!!) dit is letterlijk wat ik schreef; dat de zaligmakende overtuiging te kennen is in de uitkomst; nl. het vluchten naar Christus. (vooruit nogmaals herhaald " De Schrift spreekt nergens over ellendekennis die OP ZICH zaligmakend is; maar wel over een ellendekennis die tot de zaligheid behoort indien ze tot Christus leid.").
"Daarom moet ook in de prediking Christus centraal staan."
Ik denk te mogen zeggen dat dat zeker in mijn reacties doorklinkt; en daarom onderschrijf ik dit ten volle.
Als ik je laatste reactie echter lees kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat we of langs elkaar heen praten of schelpen op laag water zoeken.
Dat heeft weinig zin lijkt me
ik kom net vers binnenvallen en het onderwerp spreekt me wel aan. Al ik jullie reacties lees valt me op dat iedere keer min of meer dezelfde vraagstukken naar voren komen. De vraag die nu bij me opkwam (die ik graag wil stellen, dan zit ik er gelijk een beetje in) is: Wat hebben die discussies nu voor jullie persoonlijk te betekenen? Helpt het jullie nu verder?
Ook ik betreur het dat het lijkt alsof we langs elkaar heen praten. Is dat echter zo?
Je haalt Johannes 5:25 aan waar Johannes de woorden van Jezus aanhaalt 'Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven.'
Ik vind het te gemakkelijk om bij het horen de roeping (de trekking door Gods Geest, Joh.3) te plaatsen en bij het horen de wedergeboorte. Dat is wel zo als jij bij het 'horen' plaatst het aanbod van genade. Hierop spreekt de mens (die ze hoort) zijn geloofs amen op.
Natuurlijk is het naar de heilsorde dat God Geest de zielen doorwondt door Zijn heilige Wet. Deze wet stelt de mens doodschuldig aan al Zijn geboden. Deze Wet drijft onmiddellijk uit naar het Evangelie. Deze Wet verwondt (inderdaad jouw citaat van Erskine) dodelijk in het hart van de zondaar, immers hij moet overal op belijden 'schuldig'. Echter op dit zwaard zit reeds de zalf van het Evangelie. Deze prediking vraagt niet of wij naar binnen willen zien of wij verwondt zijn (ellendekennis). Nee deze Wet heeft ons dodelijk verwondt. Wij hijgen dan naar de olie van het Evangelie.
Natuurlijk lijkt het spijkers op laag water zoeken, maar suggereert 'ellendekennis' niet een zekere nodige kennis?
Je schreef nog 'De Schrift spreekt nergens over ellendekennis die OP ZICH zaligmakend is; maar wel over een ellendekennis die tot de zaligheid behoort indien ze tot Christus leid'
Ben ik van harte met je eens en dat had ik wel gelezen en ik weet ook wel dat je dat van harte belijdt, toch was het mij meer toen om het tijdspad. Daarom citeerde ik v.d. Groe die zei 'dadelijk doorbreekt'
Ik denk dat we elkaar best begrijpen, ons verschil zit hierin denk ik dat jij meer in de lijn van Comrie zit en ik meer in die van v.d. Groe. Misschien ben ik wel teveel Paauwiaan.
Hartelijke groeten,
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Je schrijft het volgende: 'Zou dan de duivel een hongerig en dorstig hart naar de gerechtigheid kunnen bewerken, opdat de mens misleid worde? Heb je bijbelteksten?'
Hierin kunnen we kort zijn Rose. Zoals ik al eerder schreef is er ook een overtuiging oftewel een droefheid die naar de wereld is. Deze droefheid kent echter geen innige geloofsomhelzing met Christus. De droefheid naar de wereld kan belijden dat ze zondaar zijn, dat ze ellendig zijn, jazelfs met een tollenaars gestalte deze achterop spreken. Echter ze missen Hem die alle lof en eer waardig is. Waarom? Ze hebben Hem niet nodig, ze kunnen het goed met hun overtuiging doen. Het zaligmakende geloof kan het niet met een overtuiging doen maar weet zich verbonden met Christus. Hoe? Als diegene waarvan Christus zei 'Voorwaar Ik heb zo'n groot geloof niet in Israël gevonden', dat kan maar het kan met de bevende handen van de bloedvloeiende vrouw die slechts de zoom van Zijn kleed aanraakte.
Deze droefheid kent echter geen innige geloofsomhelzing met Christus.
Zullen we het hebben over wat droefheid naar de wereld is? En dan hebben over wat honger en dorst naar de gerechtigheid is? Want ik heb het over dat laatste. Geloofsomhelzing met Christus - waarom zeg je niet: Een ieder die in Hem gelooft zal behouden worden? Zalig wie gelooft dat Jezus de Zoon van God is die voor onze zonden gestorven is? Als de bijbel het heeft over geloof dan gaat het hÃerover. Geloof dat wij via Jezus Christus deel krijgen aan Gods beloften. Er is geen andere weg.
De droefheid naar de wereld kan belijden dat ze zondaar zijn, dat ze ellendig zijn, jazelfs met een tollenaars gestalte deze achterop spreken.
Vertel mij eens op grond van bijbelteksten dat dat mogelijk is? En het laatste gedeelte van dit stukje - sorry, maar dat vat ik ook niet. Is niet mijn gebruikelijke taal
Echter ze missen Hem die alle lof en eer waardig is. Waarom? Ze hebben Hem niet nodig, ze kunnen het goed met hun overtuiging doen.
Vragen:
1) Mensen kunnen het goed doen met hun overtuiging dat ze zondig en ellendig zijn? Ze blijven rusten in die overtuiging dat ze slecht, oneerlijk en huichelachtig zijn? Ze denken: 'Goed, ik ben verschrikkelijk slecht, maar ja niets aan te doen, houen zo?' Want dat zeg jij dus: De droefheid naar de wereld kan belijden dat ze zondaar zijn, dat ze ellendig zijn, jazelfs met een tollenaars gestalte deze achterop spreken.(...) ze kunnen het goed met hun overtuiging doen.
2) Ze hebben Hem niet nodig? Hoe kan jij daarover oordelen? Hoe weet jij dat God geen plan voor hen heeft? Ze hebben Hem broodnodig, alleen zijn daar blijkbaar (nog) niet van overtuigd. Iedereen heeft Hem broodnodig, aangezien Hij de enige weg ten leven is, maar het merendeel is daar gewoon niet van overtuigd. Ze menen Hem niet nodig te hebben.
3) Bijbelteksten?
Het zaligmakende geloof kan het niet met een overtuiging doen maar weet zich verbonden met Christus.
Droefheid naar de wereld KAN GEEN droefheid of honger/dorst naar de gerechtigheid zijn. Of jij houdt er een andere mening op na dan Jezus en de apostelen.
Ik hoop er geen andere mening op na te houden dan die van Gods Woord. Toch zie jij het onderscheid in de ‘droefheid naar de wereld’ en de ‘droefheid naar God’ nog teveel als het onderscheid wereld/godsdienst. Dat laatste is beslist niet zo. Ook de godsdienst kan een droefheid naar de wereld kennen. Deze scheidslijn loopt niet tussen kerk en wereld, nee die loopt door kerk en door wereld. Je vroeg om bijbelteksten.
Lees nou eens mij in Genesis ‘En Kain zeide tot den HEERE: Mijn misdaad is groter, dan dat zij vergeven worde. Zie, Gij hebt mij heden verdreven van den aardbodem, en ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn; en ik zal zwervende en dolende zijn op de aarde, en het zal geschieden, dat al wie mij vindt, mij zal doodslaan.’
Is dit Rose de droefheid naar God of de droefheid naar de wereld?
Laten we nu eens het gebed van Manasse lezen: ’ Want mijn zonden zijn niet meer dan het zand aan de zee; mijn ongerechtigheden, Here, zijn zeer vele; mijn ongerechtigheden zijn zeer vele; en ik ben niet waardig dat ik de hoge hemel met mijn ogen aanzie, vanwege de menigte mijner overtredingen. Blijft het hierbij? Als dat zo was, dan was het een droefheid naar de wereld, maar Manasse vervolgt ’ Nu buig ik dan de knieën mijns harten, en bid u om genade; ik heb gezondigd, Here, ik heb gezondigd, en beken mijn misdaden. Daarom bid en smeek ik u, vergeef het mij, Here, vergeef het mij, en verderf mij niet in mijn zonden, en toorn niet eeuwig over mij, en behoud het kwade niet tegen mij, en verdoem mij niet in de onderste delen der aarde, want gij zijt God, een God der boetvaardigen.
Dit is de droefheid naar God.
Dan schrijf je het Geloofsomhelzing met Christus - waarom zeg je niet: Een ieder die in Hem gelooft zal behouden worden? Zalig wie gelooft dat Jezus de Zoon van God is die voor onze zonden gestorven is? Als de bijbel het heeft over geloof dan gaat het hÃerover. Geloof dat wij via Jezus Christus deel krijgen aan Gods beloften. Er is geen andere weg.
Ik bedoel niet anders Rose. Als ik spreek over geloofsomhelzing met Christus schrijf ik er meestal bij in het gewaad van Zijn Woord. Hiermeel bedoel ik zeer zeker het amen zeggen op Gods beloften.
Vragen: 1) Mensen kunnen het goed doen met hun overtuiging dat ze zondig en ellendig zijn? Ze blijven rusten in die overtuiging dat ze slecht, oneerlijk en huichelachtig zijn? Ze denken: 'Goed, ik ben verschrikkelijk slecht, maar ja niets aan te doen, houen zo?' Want dat zeg jij dus: De droefheid naar de wereld kan belijden dat ze zondaar zijn, dat ze ellendig zijn, jazelfs met een tollenaars gestalte deze achterop spreken.(...) ze kunnen het goed met hun overtuiging doen.
Nee, dat denken ze niet. Ze denken ik bezit enige ellendekennis aan de hand van opgesomde kenmerken. Bij een prediking waar Christus centraal staat zal dit niet zo gauw gebeuren omdat ze zich dan niet kunnen opbouwen. Echter bij een prediking waar de christen en zijn kenmerken centraal staat kan dit wel gebeuren. Als jij nu hoort in de prediking zondag: Zijn er hier nog die wel eens traantje laten over de zonde? Of zijn er hier wel eens die bekommerd zijn over hun staat? Let wel, ik veroordeel dit niet als hierop onmiddellijk volgt dat er hierin geen rusten kan zijn buiten Christus. Toch gebeurt dit helaas wel. Zo’n prediking verzand in kenmerken. Weet je wat dan zo’n mens gaat denken? Hij hoort enige kenmerken die hij ook wel bezit en gaat vervolgens rusten in die kenmerken zonder Christus nodig te hebben. Ze zijn dus niet te beschuldigen van jouw opmerking ‘houen zo?’ nee ze denken dat de rest ook wel komt, ze zijn immers ‘op de weg’ op de ‘kenmerkenweg’.
2) Ze hebben Hem niet nodig? Hoe kan jij daarover oordelen? Hoe weet jij dat God geen plan voor hen heeft? Ze hebben Hem broodnodig, alleen zijn daar blijkbaar (nog) niet van overtuigd. Iedereen heeft Hem broodnodig, aangezien Hij de enige weg ten leven is, maar het merendeel is daar gewoon niet van overtuigd. Ze menen Hem niet nodig te hebben
Inderdaad Rose, ze hebben Hem broodnodig, zonder Hem wordt het de eeuwige dood. Echter hier treed het volgende manco op binnen de prediking. Als we zeggen dat het leven in Christus is en dat we hiervan in dit leven de zekerheid moeten gesmaakt hebben dan zijn we maar ‘christusmannetjes’ of van die ‘volle verzekerden’. De predikant die een christenprediking brengt verzaakt ook meestal de volle zekerheid des geloofs in Christus te prediken zoals Paulus ons leert in Hebr. maar ook Petrus in zijn brieven ‘benaarstig u om uw roeping en verkiezing vast te maken’.
Dus broodnodig? Ja, voor een ieder zonder onderscheid! Jij zegt ‘ze menen Hem niet nodig te hebben’, het is nog erger ‘ze willen Hem niet!’
Bijbelteksten
Oproep tot de zekerheid:
Onderzoekt u zelve, of gij in het geloof zijt; beproeft u zelve. Of kent gij uzelve niet, dat Jezus Christus in u is? tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt, 2 Cor.13:5.
Onwil:
"Gij wilt tot Mij niet komen opdat gij het leven moogt hebben", Joh.5:40.
Niet tot de daad van de wedergeboorte komen:
“ Deze dag is een dag der benauwdheid, en der schelding, en der lastering; want de kinderen zijn gekomen tot aan de geboorte, en er is geen kracht om te barenâ€
In necessariis unitatem custodiant, in non necessariis libertatem, in utrisque prudentiam et charitatem, in omnibus conscientiam inoffensam in diem Domini
Een wat late reactie omdat het mij aan tijd ontbrak, je schreef:
Van Levi schrijft het Woord niet dat hij dorst had.
Van Zacheus staat er dat hij nieuwsgierig was om Jezus te zien.
Toen zei Jezus: kom af.
Bij hem was aardse nieuwsgierigheid dus voldoende.
En toen Jezus riep gehoorzaamde hij en was hij voor eeuwig gelukkig.
Je bent nu bezig met inlegkunde, wat niet expliciet beschreven staat is niet uitgesloten. Wie zijn wij om in te vullen of Levi dorst had of niet? Hoe weet jij bijvoorbeeld dat Zacheus 'aards' nieuwsgierig was? Ik lees dat hij Jezus met blijdschap ontving... Klinkt daar juist niet iets van verwachting in door? Ik ben tenminste niet blij met iets/iemand waar ik niet op hoop of niet op zit te wachten...
Alles draait om gehoorzaamheid.
Voor EN na ontvangen genade wil de Heilige Geest dat werken, wat wij niet kunnen, maar wel MOETEN.
Inderdaad, maar aan de gehoorzaamheid gaat de gewilligheid vooraf. Ook die wil werkt Hij: Philippenzen 2 : 13 Want het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen.
Jesaja 44: 3 Want Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten, en Mijn zegen op uw nakomelingen.
Leo en Ndonselaar, over het aanbod zijn we het eens. Er zijn volop Bijbelteksten geciteerd door RJ, roseline, Zeeuw en mij, waarmee wordt aangetoond dat God hongerigen voedt. Concrete antwoorden en Bijbelteksten die het tegendeel aantonen heb ik nog niet gezien. Die zie ik nog steeds met belangstelling tegemoet...
Zie je dan dat we de oudvaders gewoon misbruiken en dat iedereen zich op een stukje van een oudvader kan gaan beroepen? Ik heb prachtige stukjes van Comrie gelezen, slechte stukjes van Maarten Luther, minder fijne stukjes van Spurgeon, Kersten zal mooie stukjes hebben, Paauwe had minder mooie....
Snap je? We hebben het over sterfelijke mensen hier!
Maar wat zeggen deze mensen ons?
Als je Spurgeon en Kersten tegenover elkaar zet zul je 'moeten' kiezen!
Is het dan een kwestie van wie wij nalopen???
Of zouden we ons iets meer op het Woord moeten richten en vertrouwen op Christus en de Geest van Christus die het Woord ons uitlegt?
Ik wil de levensbelangrijke vraag herhalen: fijn dat wij de weg ter zaligheid uit kunnen tekenen, maar laten we nou die Zaligmaker voor onszelf nog steeds buiten de deur? Hebben we aan Hem nog steeds niet genoeg? En proberen we op grond van mensen ons gelijk te halen?
Puur ongeloof!
Ik merk steeds dat op deze vraag niet ingegaan wordt. Dat geeft niets (als het om mij gaat), maar wordt er over nagedacht?
Want of we nu voorwaardelijk, onvoorwaardelijk, arminiaans, evangelisch, of zogenaamd reformatorisch zijn, we hebben maar 1 ding nodig.
Dat is die ene Naam! Kennen wij die?
Zo niet, hebben we dan nog wel tijd om andere dingen te doen dan Hem te zoeken?
Het klinkt misschien heel bot, maar ik bedoel het in liefde; er is een wereld die ten onder gaat en wat doen de kerkelijke mensen: discussieren over dogma's.
Ken je Christus nu wel of niet?
Zo niet, Hij is meer dan gewillig om je te zaligen. Vlucht tot Hem!
(denk ook aan het citaat van Erskine)
Vlucht tot Hem en je zult achteraf zien dat het Zijn oneindige Liefde was die je trok.
Laten we nou eens doen wat jij (Zeeuw2) zelf citeerde van Erskine:
Dit vliegen van de ziel tot Christus geeft een verzaking te kennen van het geloof van die toevluchten van de leugens, waarin zij tevoren vertrouwde. In het vliegen tot Christus verwerpt een mens zijn ledige belijdenis, zijn gewone gaven, zijn gewone genaden, zijn vorderingen in het Evangelie, zijn werken van de wet, zijn eigen heiligheid en gerechtigheid, zijn tranen en gebeden. Zijn gerechtigheid kan hem geen voordeel aanbrengen, daarom roept hij uit: (Hosea 14:4) Assur zal ons niet behouden, wij zullen niet rijden op paarden, en tot het werk van onze handen niet meer zeggen: Gij zijt onze God; immers zal een wees bij U ontfermd worden". Waarlijk tevergeefs verwacht men het van de heuvelen en de menigte der bergen; waarlijk in de Heere onze God is Israëls heil."
Zie dit stukje nu niet als een stappenplan, maar lees wat Erskine letterlijk zegt!
Hij zegt o.a. : het vliegen tot Christus is: afzien van je eigengerechtigheid (ellendekennis, traantjes, bekeerd willen worden), maar
zien op de gerechtigheid van Christus.
Wat wil je nog meer?
Een gewillige en gepaste Zaligmaker, meer dan bereid om Zijn Liefde te schenken aan verlorenen.