Bron: Oorzaken en genezing van geestelijke depressiviteitDs. M. Lloyd-Jones schreef:Ik zou dit alles als volgt willen samenvatten. U en ik moeten nooit terugzien op ons verleden; we moeten nooit terugkijken naar een bepaalde zonde die we in ons verleden gedaan hebben. Of áls we ernaar kijken, dan mag dat alleen zijn met de bedoeling God daarvoor te prijzen en Zijn genade in Christus Jezus te verheerlijken. En deze raad zou ik aan iedereen willen geven. Als we terugkijken op ons verleden en we voelen ons daardoor terneergeslagen, dan moeten we doen wat Paulus deed. Ik was een godslasteraar, zegt hij, maar daar laat hij het niet bij. Wat zegt hij nog meer? En daarom ben ik niet waardig het Evangelie te verkondigen? Nee, hij zegt juist het tegenovergestelde. Ik dank Hem, Die mij bekrachtigd heeft, namelijk Christus Jezus, onze Heere, dat Hij mij getrouw geacht heeft, mij in de bediening gesteld hebbende. Als Paulus terugkijkt naar zijn verleden en hij ziet zijn zonden, dan zegt hij niet: Ik heb te zwaar gezondigd, ik kan nooit bekeerd worden. Juist niet; het doet hem in God eindigen en hij gaat God ervoor groot maken. Hij zegt: Doch de genade onzes Heeren is zeer overvloedig geweest met geloof en liefde, die er is in Christus Jezus. Zo moeten we naar ons verleden kijken. Als we naar ons verleden kijken en we worden daar terneergeslagen van, dan betekent dat, dat we naar de duivel luisteren. Maar als we naar ons verleden kijken, moeten we zeggen: Ik was wel verblind door de god dezer eeuw, maar Gode zij dank, Zijn genade was veel meer overvloedig; door Zijn liefde en genade is alles vergeven en ik ben een nieuw mens geworden. Als we dat niet doen, dan verdienen we het om ongelukkig te zijn zou ik bijna willen zeggen. Waarom zouden we de duivel meer geloven dan God? Laten we altijd bedenken dat het zonde is om aan Gods Woord te twijfelen. Het is zonde om door het verleden, waar God mee afgehandeld heeft, ons te laten beroven van onze blijdschap en ons te laten verlammen voor de taak die God voor ons heeft. Tot de twijfelende, aarzelende Petrus wordt gezegd: Hetgeen God gereinigd heeft, zult gij niet onrein achten. Verheug u in deze heerlijke genade, dat de zonden vergeven zijn en uitgedelgd zijn en dat u aangenomen bent tot een kind van God. Verblijdt u in de Heere te allen tijd, wederom zeg ik, verblijdt u!
Gelezen (geloofsopbouwend)
- J.C. Philpot
- Berichten: 10267
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
De raad van Ds. M. Lloyd-Jones voor kinderen van God die door de duivel steeds op hun verleden gewezen worden, en gepijnigd worden door zonden van vroeger.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Hebreeën 4
13 En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem; maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen Desgenen, met Welken wij te doen hebben.
13 En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem; maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen Desgenen, met Welken wij te doen hebben.
O HEERE, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Erg mooi, doet me denken aan de meditaties deze zomer in het RD van Thomas Hooker van het boek '' De arme twijfelende christen genaderd door Christus''.J.C. Philpot schreef:De raad van Ds. M. Lloyd-Jones voor kinderen van God die door de duivel steeds op hun verleden gewezen worden, en gepijnigd worden door zonden van vroeger.
Bron: Oorzaken en genezing van geestelijke depressiviteitDs. M. Lloyd-Jones schreef:Ik zou dit alles als volgt willen samenvatten. U en ik moeten nooit terugzien op ons verleden; we moeten nooit terugkijken naar een bepaalde zonde die we in ons verleden gedaan hebben. Of áls we ernaar kijken, dan mag dat alleen zijn met de bedoeling God daarvoor te prijzen en Zijn genade in Christus Jezus te verheerlijken. En deze raad zou ik aan iedereen willen geven. Als we terugkijken op ons verleden en we voelen ons daardoor terneergeslagen, dan moeten we doen wat Paulus deed. Ik was een godslasteraar, zegt hij, maar daar laat hij het niet bij. Wat zegt hij nog meer? En daarom ben ik niet waardig het Evangelie te verkondigen? Nee, hij zegt juist het tegenovergestelde. Ik dank Hem, Die mij bekrachtigd heeft, namelijk Christus Jezus, onze Heere, dat Hij mij getrouw geacht heeft, mij in de bediening gesteld hebbende. Als Paulus terugkijkt naar zijn verleden en hij ziet zijn zonden, dan zegt hij niet: Ik heb te zwaar gezondigd, ik kan nooit bekeerd worden. Juist niet; het doet hem in God eindigen en hij gaat God ervoor groot maken. Hij zegt: Doch de genade onzes Heeren is zeer overvloedig geweest met geloof en liefde, die er is in Christus Jezus. Zo moeten we naar ons verleden kijken. Als we naar ons verleden kijken en we worden daar terneergeslagen van, dan betekent dat, dat we naar de duivel luisteren. Maar als we naar ons verleden kijken, moeten we zeggen: Ik was wel verblind door de god dezer eeuw, maar Gode zij dank, Zijn genade was veel meer overvloedig; door Zijn liefde en genade is alles vergeven en ik ben een nieuw mens geworden. Als we dat niet doen, dan verdienen we het om ongelukkig te zijn zou ik bijna willen zeggen. Waarom zouden we de duivel meer geloven dan God? Laten we altijd bedenken dat het zonde is om aan Gods Woord te twijfelen. Het is zonde om door het verleden, waar God mee afgehandeld heeft, ons te laten beroven van onze blijdschap en ons te laten verlammen voor de taak die God voor ons heeft. Tot de twijfelende, aarzelende Petrus wordt gezegd: Hetgeen God gereinigd heeft, zult gij niet onrein achten. Verheug u in deze heerlijke genade, dat de zonden vergeven zijn en uitgedelgd zijn en dat u aangenomen bent tot een kind van God. Verblijdt u in de Heere te allen tijd, wederom zeg ik, verblijdt u!
Zalig is de mens, welken de Heere de zonden niet toerekent.
- J.C. Philpot
- Berichten: 10267
- Lid geworden op: 22 dec 2006, 15:08
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Uitspraken van Wulfert Floor op zijn ziek-en sterfbed:
Eerwaarde heer W. Floor schreef:Wat heb ik er toch altijd arm van geleefd, want er is toch in Christus zoo'n ruimte en rijkdom.
Eerwaarde heer W. Floor schreef:Pas toch vooral op, dat ge de kleintjes niet afstoot en Gods werk niet verdenkt en u toch ook vooral niet verheft, op hetgeen ge van God ontvangen hebt.
Man is nothing: he hath a free will to go to hell, but none to go to heaven, till God worketh in him to will and to do of His good pleasure.
George Whitefield
George Whitefield
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Genoeg, de afschuwelijkste booswicht, die ooit terechtgesteld werd, was niet slechter, dan wij allen van nature zijn. In één woord, wij liggen in het boze en zijn zonder God in de wereld.
Intussen ver boven ons op de Troon Zijner heiligheid zit God, zit Hij, Die Zich openbaart, zoals Hij is, heilig en rechtvaardig, barmhartig en genadig, - en Die Zich ontfermt, over wie Hij wil. Hij geeft den zondaar een strijd te strijden tegen deze of gene zonde, welker strafwaardigheid hij voor God niet erkende, of voor welke hij tot dusverre bewaard werd. Het geweten wordt wakker geschud, - de zondaar slaapt vaster in; een zekere onrust overvalt hem, - de zondaar zinkt dieper; hij begint iets onbekends te vermoeden, - de begeerte bindt hem. Nu komt de Wet en zegt: "gij zult niet begeren", en zie, de zonde neemt oorzaak aan het gebod en wekt in den zondaar allerlei begeerte.
Goede voornemens baten hier ook niet; de ijverigste pogingen om vroom en heilig te leven en zichzelf te bekeren, gelukken evenmin. Hij zoekt iets, doch kan het niet vinden. Hij moet iets hebben, om de leegte in zijn hart aan te vullen; hij weet echter niet, van waar het te nemen. Alles veroordeelt hem, en leest hij in de Bijbel, - wat hem Evangelie moest zijn, is hem een reuk des doods; ja, het verwondert hem zelfs, dat hij niet levend in den afgrond der helle wegzinkt.
Daar verbrijzelt de Almachtige hem het hart. De zondaar werpt zich als dood en verloren voor de Onzichtbare neder, spreekt zijn eigen vonnis uit, verdoemt zichzelf, en moet God in het recht stellen, dat Hij hem voor eeuwig verwerpt: - zo ligt hij daar in angst en vreze af te wachten wat God met hem doen zal; het is met hem gedaan, zijne verdoemenis is een uitgemaakte zaak. -
Daar ligt hij voor de Troon van de heilige en vertoornde God. Zou er nog wel genade zijn voor zulk een ellendige? Hij roept: ,,0 God, wees mij zondaar genadig!" - doch neen, - genade, dat ware te groot. Nu eens hoopt hij, dan weer is hij geestelijk wanhopig. Zalig echter hij, die zichzelf aanklaagt en God in het recht stelt!
Daar gaat, als de bliksem, de trekking des Vaders hem door de ziel, en door den Geest, Die de doden levend maakt in hunne zonden, wordt hij door het geloof met Christus Jezus verenigd, en liefelijke vrede en stille vreugde doorstromen zijn hart, terwijl hij de woorden verneemt: "Wees welgemoed, uwe zonden zijn u vergeven", of "Het bloed van Jezus Christus reinigt u van alle onreinheid".
Intussen ver boven ons op de Troon Zijner heiligheid zit God, zit Hij, Die Zich openbaart, zoals Hij is, heilig en rechtvaardig, barmhartig en genadig, - en Die Zich ontfermt, over wie Hij wil. Hij geeft den zondaar een strijd te strijden tegen deze of gene zonde, welker strafwaardigheid hij voor God niet erkende, of voor welke hij tot dusverre bewaard werd. Het geweten wordt wakker geschud, - de zondaar slaapt vaster in; een zekere onrust overvalt hem, - de zondaar zinkt dieper; hij begint iets onbekends te vermoeden, - de begeerte bindt hem. Nu komt de Wet en zegt: "gij zult niet begeren", en zie, de zonde neemt oorzaak aan het gebod en wekt in den zondaar allerlei begeerte.
Goede voornemens baten hier ook niet; de ijverigste pogingen om vroom en heilig te leven en zichzelf te bekeren, gelukken evenmin. Hij zoekt iets, doch kan het niet vinden. Hij moet iets hebben, om de leegte in zijn hart aan te vullen; hij weet echter niet, van waar het te nemen. Alles veroordeelt hem, en leest hij in de Bijbel, - wat hem Evangelie moest zijn, is hem een reuk des doods; ja, het verwondert hem zelfs, dat hij niet levend in den afgrond der helle wegzinkt.
Daar verbrijzelt de Almachtige hem het hart. De zondaar werpt zich als dood en verloren voor de Onzichtbare neder, spreekt zijn eigen vonnis uit, verdoemt zichzelf, en moet God in het recht stellen, dat Hij hem voor eeuwig verwerpt: - zo ligt hij daar in angst en vreze af te wachten wat God met hem doen zal; het is met hem gedaan, zijne verdoemenis is een uitgemaakte zaak. -
Daar ligt hij voor de Troon van de heilige en vertoornde God. Zou er nog wel genade zijn voor zulk een ellendige? Hij roept: ,,0 God, wees mij zondaar genadig!" - doch neen, - genade, dat ware te groot. Nu eens hoopt hij, dan weer is hij geestelijk wanhopig. Zalig echter hij, die zichzelf aanklaagt en God in het recht stelt!
Daar gaat, als de bliksem, de trekking des Vaders hem door de ziel, en door den Geest, Die de doden levend maakt in hunne zonden, wordt hij door het geloof met Christus Jezus verenigd, en liefelijke vrede en stille vreugde doorstromen zijn hart, terwijl hij de woorden verneemt: "Wees welgemoed, uwe zonden zijn u vergeven", of "Het bloed van Jezus Christus reinigt u van alle onreinheid".
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Bron?Vervolgde schreef:Genoeg, de afschuwelijkste booswicht, die ooit terechtgesteld werd, was niet slechter, dan wij allen van nature zijn. In één woord, wij liggen in het boze en zijn zonder God in de wereld.
Intussen ver boven ons op de Troon Zijner heiligheid zit God, zit Hij, Die Zich openbaart, zoals Hij is, heilig en rechtvaardig, barmhartig en genadig, - en Die Zich ontfermt, over wie Hij wil. Hij geeft den zondaar een strijd te strijden tegen deze of gene zonde, welker strafwaardigheid hij voor God niet erkende, of voor welke hij tot dusverre bewaard werd. Het geweten wordt wakker geschud, - de zondaar slaapt vaster in; een zekere onrust overvalt hem, - de zondaar zinkt dieper; hij begint iets onbekends te vermoeden, - de begeerte bindt hem. Nu komt de Wet en zegt: "gij zult niet begeren", en zie, de zonde neemt oorzaak aan het gebod en wekt in den zondaar allerlei begeerte.
Goede voornemens baten hier ook niet; de ijverigste pogingen om vroom en heilig te leven en zichzelf te bekeren, gelukken evenmin. Hij zoekt iets, doch kan het niet vinden. Hij moet iets hebben, om de leegte in zijn hart aan te vullen; hij weet echter niet, van waar het te nemen. Alles veroordeelt hem, en leest hij in de Bijbel, - wat hem Evangelie moest zijn, is hem een reuk des doods; ja, het verwondert hem zelfs, dat hij niet levend in den afgrond der helle wegzinkt.
Daar verbrijzelt de Almachtige hem het hart. De zondaar werpt zich als dood en verloren voor de Onzichtbare neder, spreekt zijn eigen vonnis uit, verdoemt zichzelf, en moet God in het recht stellen, dat Hij hem voor eeuwig verwerpt: - zo ligt hij daar in angst en vreze af te wachten wat God met hem doen zal; het is met hem gedaan, zijne verdoemenis is een uitgemaakte zaak. -
Daar ligt hij voor de Troon van de heilige en vertoornde God. Zou er nog wel genade zijn voor zulk een ellendige? Hij roept: ,,0 God, wees mij zondaar genadig!" - doch neen, - genade, dat ware te groot. Nu eens hoopt hij, dan weer is hij geestelijk wanhopig. Zalig echter hij, die zichzelf aanklaagt en God in het recht stelt!
Daar gaat, als de bliksem, de trekking des Vaders hem door de ziel, en door den Geest, Die de doden levend maakt in hunne zonden, wordt hij door het geloof met Christus Jezus verenigd, en liefelijke vrede en stille vreugde doorstromen zijn hart, terwijl hij de woorden verneemt: "Wees welgemoed, uwe zonden zijn u vergeven", of "Het bloed van Jezus Christus reinigt u van alle onreinheid".
O HEERE, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?
-
- Verbannen
- Berichten: 16185
- Lid geworden op: 18 mei 2017, 20:42
- Locatie: Walcheren - jantjevanrefoforum@gmail.com
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Jantje,Jantje schreef:Dr. H.F. Kohlbrugge
Helemaal goed. Dank voor het vermelden.
Beetje slordig van me dat ik het niet gelijk had gedaan. Ik vermoed dat het kwam omdat ik twijfelde in welk topic ik deze tekst zou plaatsen. In dit topic of in het topic over de Bekering. Want het is een heel heldere beschrijving van de waarachtige bekering.
-
- Verbannen
- Berichten: 16185
- Lid geworden op: 18 mei 2017, 20:42
- Locatie: Walcheren - jantjevanrefoforum@gmail.com
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Het is inderdaad heel helder.
De vraag is echter of wij vandaag de dag ons hierin nog herkennen. Ik vermoed dat velen deze leer niet meer (h)erkennen.
De vraag is echter of wij vandaag de dag ons hierin nog herkennen. Ik vermoed dat velen deze leer niet meer (h)erkennen.
Was getekend,
uw medeforummer Jantje
uw medeforummer Jantje
-
- Berichten: 8638
- Lid geworden op: 26 jun 2018, 21:37
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Waarom denk je dat ?Jantje schreef:Het is inderdaad heel helder.
De vraag is echter of wij vandaag de dag ons hierin nog herkennen. Ik vermoed dat velen deze leer niet meer (h)erkennen.
-
- Verbannen
- Berichten: 16185
- Lid geworden op: 18 mei 2017, 20:42
- Locatie: Walcheren - jantjevanrefoforum@gmail.com
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Dat laat ik over aan ieders persoonlijke toepassing.Geytenbeekje schreef:Waarom denk je dat ?Jantje schreef:Het is inderdaad heel helder.
De vraag is echter of wij vandaag de dag ons hierin nog herkennen. Ik vermoed dat velen deze leer niet meer (h)erkennen.
Was getekend,
uw medeforummer Jantje
uw medeforummer Jantje
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Dat zal kunnen, maar ik geloof zeker dat het niet dé beschrijving van de ware bekering is, doden zullen horen de Stem van de Zoon van God, en die het hoort zal leven, dus niet een beetje... en weer dood gaan, of zoals hier staat een beetje wakker worden en weer gaan slapen, leg het eens naast de Bijbel en zie of het echt zo gaat, er is en wordt niemand een geschikt voorwerp, bij niemand is er plaats voor de Heere Jezus, ook niet bij een uitgeschudde zondaar...Vervolgde schreef:Jantje,Jantje schreef:Dr. H.F. Kohlbrugge
Helemaal goed. Dank voor het vermelden.
Beetje slordig van me dat ik het niet gelijk had gedaan. Ik vermoed dat het kwam omdat ik twijfelde in welk topic ik deze tekst zou plaatsen. In dit topic of in het topic over de Bekering. Want het is een heel heldere beschrijving van de waarachtige bekering.
Er zal bij de één een soort 'wakker' in het geweten zijn, of een sterfgeval zal vertellen dat we hier geen blijvende stad hebben, dat we moeten sterven... dat kán, maar wij weten niet hoe God werkt in een mens, de wedergeboorte is in ons zonder ons, wij weten het niet hoe dat gaat en je kunt dat niét zelf, op wedergeboorte volgt geloof en bekering. Daar komt geloof wat naar de Heere toevlucht.
O HEERE, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Wat wil je nu eigenlijk zeggen?samanthi schreef:Dat zal kunnen, maar ik geloof zeker dat het niet dé beschrijving van de ware bekering is, doden zullen horen de Stem van de Zoon van God, en die het hoort zal leven, dus niet een beetje... en weer dood gaan, of zoals hier staat een beetje wakker worden en weer gaan slapen, leg het eens naast de Bijbel en zie of het echt zo gaat, er is en wordt niemand een geschikt voorwerp, bij niemand is er plaats voor de Heere Jezus, ook niet bij een uitgeschudde zondaar...Vervolgde schreef:Jantje,Jantje schreef:Dr. H.F. Kohlbrugge
Helemaal goed. Dank voor het vermelden.
Beetje slordig van me dat ik het niet gelijk had gedaan. Ik vermoed dat het kwam omdat ik twijfelde in welk topic ik deze tekst zou plaatsen. In dit topic of in het topic over de Bekering. Want het is een heel heldere beschrijving van de waarachtige bekering.
Er zal bij de één een soort 'wakker' in het geweten zijn, of een sterfgeval zal vertellen dat we hier geen blijvende stad hebben, dat we moeten sterven... dat kán, maar wij weten niet hoe God werkt in een mens, de wedergeboorte is in ons zonder ons, wij weten het niet hoe dat gaat en je kunt dat niét zelf, op wedergeboorte volgt geloof en bekering. Daar komt geloof wat naar de Heere toevlucht.
Zalig is de mens, welken de Heere de zonden niet toerekent.
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Dat het niet speciaal een heldere beschrijving van een bekering hoeft te zijn.pierre27 schreef:Wat wil je nu eigenlijk zeggen?samanthi schreef:Dat zal kunnen, maar ik geloof zeker dat het niet dé beschrijving van de ware bekering is, doden zullen horen de Stem van de Zoon van God, en die het hoort zal leven, dus niet een beetje... en weer dood gaan, of zoals hier staat een beetje wakker worden en weer gaan slapen, leg het eens naast de Bijbel en zie of het echt zo gaat, er is en wordt niemand een geschikt voorwerp, bij niemand is er plaats voor de Heere Jezus, ook niet bij een uitgeschudde zondaar...Vervolgde schreef:Jantje,Jantje schreef:Dr. H.F. Kohlbrugge
Helemaal goed. Dank voor het vermelden.
Beetje slordig van me dat ik het niet gelijk had gedaan. Ik vermoed dat het kwam omdat ik twijfelde in welk topic ik deze tekst zou plaatsen. In dit topic of in het topic over de Bekering. Want het is een heel heldere beschrijving van de waarachtige bekering.
Er zal bij de één een soort 'wakker' in het geweten zijn, of een sterfgeval zal vertellen dat we hier geen blijvende stad hebben, dat we moeten sterven... dat kán, maar wij weten niet hoe God werkt in een mens, de wedergeboorte is in ons zonder ons, wij weten het niet hoe dat gaat en je kunt dat niét zelf, op wedergeboorte volgt geloof en bekering. Daar komt geloof wat naar de Heere toevlucht.
O HEERE, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?
Re: Gelezen (geloofsopbouwend)
Hier vinden we iets beschreven waar ds. P. Blok in 1993 te Kootwijkerbroek over preetkte.Vervolgde schreef:Genoeg, de afschuwelijkste booswicht, die ooit terechtgesteld werd, was niet slechter, dan wij allen van nature zijn. In één woord, wij liggen in het boze en zijn zonder God in de wereld.
Intussen ver boven ons op de Troon Zijner heiligheid zit God, zit Hij, Die Zich openbaart, zoals Hij is, heilig en rechtvaardig, barmhartig en genadig, - en Die Zich ontfermt, over wie Hij wil. Hij geeft den zondaar een strijd te strijden tegen deze of gene zonde, welker strafwaardigheid hij voor God niet erkende, of voor welke hij tot dusverre bewaard werd. Het geweten wordt wakker geschud, - de zondaar slaapt vaster in; een zekere onrust overvalt hem, - de zondaar zinkt dieper; hij begint iets onbekends te vermoeden, - de begeerte bindt hem. Nu komt de Wet en zegt: "gij zult niet begeren", en zie, de zonde neemt oorzaak aan het gebod en wekt in den zondaar allerlei begeerte.
Goede voornemens baten hier ook niet; de ijverigste pogingen om vroom en heilig te leven en zichzelf te bekeren, gelukken evenmin. Hij zoekt iets, doch kan het niet vinden. Hij moet iets hebben, om de leegte in zijn hart aan te vullen; hij weet echter niet, van waar het te nemen. Alles veroordeelt hem, en leest hij in de Bijbel, - wat hem Evangelie moest zijn, is hem een reuk des doods; ja, het verwondert hem zelfs, dat hij niet levend in den afgrond der helle wegzinkt.
Daar verbrijzelt de Almachtige hem het hart. De zondaar werpt zich als dood en verloren voor de Onzichtbare neder, spreekt zijn eigen vonnis uit, verdoemt zichzelf, en moet God in het recht stellen, dat Hij hem voor eeuwig verwerpt: - zo ligt hij daar in angst en vreze af te wachten wat God met hem doen zal; het is met hem gedaan, zijne verdoemenis is een uitgemaakte zaak. -
Daar ligt hij voor de Troon van de heilige en vertoornde God. Zou er nog wel genade zijn voor zulk een ellendige? Hij roept: ,,0 God, wees mij zondaar genadig!" - doch neen, - genade, dat ware te groot. Nu eens hoopt hij, dan weer is hij geestelijk wanhopig. Zalig echter hij, die zichzelf aanklaagt en God in het recht stelt!
Daar gaat, als de bliksem, de trekking des Vaders hem door de ziel, en door den Geest, Die de doden levend maakt in hunne zonden, wordt hij door het geloof met Christus Jezus verenigd, en liefelijke vrede en stille vreugde doorstromen zijn hart, terwijl hij de woorden verneemt: "Wees welgemoed, uwe zonden zijn u vergeven", of "Het bloed van Jezus Christus reinigt u van alle onreinheid".
Ik heb die preek uitgetypt, en plaats hier alleen het begin:
Geliefden,
Het werk en de Persoon van Christus is een grote verborgenheid. Al is het waar, dat de natuurlijke mens godsdienstige kennis verzamelt en op godsdienstige wijze spreekt over God, geloof, genade, en geloofswerkzaamheden, zo is het toch een zekere waarheid, dat het werk Gods in de ziel niet is te werken. Het is God, die in u werkt, beide het willen en het werken naar Zijn welbehagen.
Dat welbehagen Gods openbaart zich niet alleen in de soevereiniteit van Gods verkiezing, hoewel de mens der zonde zich daarover te pletter loopt. Maar Goddelijke soevereine verkiezing is er. Maar er is ook soevereiniteit in de leidingen die God met Zijn gemeente houdt. Dat kan een mens niet uitdenken. Daar weten Gods kinderen zelfs niets van. Het moet ze alles van de Heere geleerd worden.
En nu het wonderlijke werk van Zijn tussen tredende arbeid, daar heeft Jesaja in het 62e hoofdstuk ons naar gewezen, als hij sprekender wijs de Middelaar invoert en Hem beluisteren: Om Sions wil zal ik niet zwijgen, en om Jerusalems wil zal Ik niet stil zijn, totdat haar Gerechtigheid voortkomt als een glans, en het Heil, als een fakkel dat brand.
Daarmee getuigt Jesaja van het werk van de Middelaar, dat er een moment is, dan moet hij gaan spreken, en dat wanneer Sion niet kan zwijgen.
Om Sions wil zal ik niet zwijgen. Er is dus een erfdeel op aarde, dat krijgt een keer een slot op de mond. Dan ben je uitgepraat. Om dat volk te verlossen, spreekt hij, dan zal Ik om Sions wil niet zwijgen, en Ik zal om Jeruzalems wil niet stil zijn. Dat wil zeggen dat er een moment in het leven aanbreekt, dat Hij het voor Zijn gemeente gaat opnemen.
Kennis van de Middelaar, kennis van het werk van de Middelaar, maar ook op welke wijze neemt Hij het voor hen op? Denk eens over die vraag mee. Op welke wijze neemt Hij het voor Zijn volk op? Het is niet de mens die gelooft, niet de mens die grijpt en die mens die tast en die mens die het heeft. Dat staat er helemaal buiten, mensen, het is een eenzijdig werk.
Over die vraag, over hoe Hij het voor Zijn gemeente opneemt wil ik met u denken. Ik wil uw aandacht vragen voor het boek Job. Ik wil met u denken over het 33e hoofdstuk. We gaan voor u lezen de verzen 22 tot en met 24.
Job 33 de verzen 22 tot en met 24. Ik lees Gods Woord:
En zijn ziel nadert ten verderve, en zijn leven tot de dingen die doden
Is er dan bij hem een gezant, een uitlegger, een uit duizend, om den mens zijn rechten plicht te verkondigen
Zo zal Hij hem genadig zijn en zeggen: Verlos hem, dat hij in het verderf niet nederdale. Ik heb verzoening gevonden.
Deze tekstwoorden spreken ons van:
RECHTSOEFENING
Ik lees drie zaken:
1. Het vonnis aanvaard
2. Het borgwerk verklaard
3. De verzoening geschonken
Rechtsoefening:
1. Het vonnis aanvaard
En zijn ziel nadert ten verderve, en zijn leven tot de dingen die doden
2. Het borgwerk verklaard
Is er dan bij hem een gezant, een uitlegger, een uit duizend, om den mens zijn rechten plicht te verkondigen
3. Verzoening geschonken
Zo zal Hij hem genadig zijn en zeggen: Verlos hem, dat hij in het verderf niet nederdale. Ik heb verzoening gevonden.
We vragen de Heere om over deze ingrijpende zaken licht te geven. De noodzakelijkheid te beleven, en alles wat daarbuiten is als tekort voor de eeuwigheid in te leveren.
Wie verstaat, die versta het.
Geliefden,
Er ligt voor ons een ingrijpende boodschap. Niet gering, want het gaat over uw eeuwig welzijn. En dat eeuwig welzijn dat zal openbaat worden achter de poorten der eeuwigheid.
Tot zo lang kan de mens zijn leven leven, zijn spel spelen, zijn vermeende gronden vasthouden. Maar, er is op aarde een volk, dat eerlijk gemaakt wordt en die door de Geest Gods geleerd en geleid wordt.
Wanneer we vanmiddag deze tekstwoord en voor ons hebben liggen, die we omschreven hebben met het woordje ‘rechtsoefening’, dan duidt dat op een daad Gods. Een eenzijdige daad, en een soevereine daad. Een daad, door de wereld niet te begrijpen, een daad door de godsdienst afgewezen, want als dat waar is, dan zal er voor de poorten van de dood wat blijven liggen, mensen! Dan zal er wat blijven liggen!
De rest zal ik hier niet plaatsen, het gaat dus over rechtsoefening, hoe een zondaar door een weg van recht met God verzoend wordt.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«