Amstelodamense schreef:Terri schreef:Is de dwaasheid van de prediking enkel en alleen tot zegen bij lijfelijk aanwezig zijn?
Hoe zit dat dan met die mensen die ( buiten de corona tijd) door allerlei omstandigheden niet naar de kerk konden?
Zij luisterden via computer o.i. de diensten.
Vaak met rijke zegen.
Was dat dan een surrogaat dienst, maar de Heere kon met een kromme stok een recht slag slaan? Zo iets?
Nu zijn er soortgelijke omstandigheden voor iedereen, zwaar wegende omstandigheden.
Helemaal eens Terri
Sorry ik dus niet. En ik geef geen waarde oordeel .Want hoe vaak klonk ook dan niet de klacht het zo te missen er niet bij te kunnen zijn. Verdriet ook. Het niet meer op kunnen gaan naar Gods huis.
Juist omdat ze ook merkten dat de verbondenheid van mens tot mens als broeders en zusters van die plaatselijke gemeente steeds minder of weg was.
En dat is nu ook wat ik ervaar nu. Het grootste deel van de gemeente sinds maart niet gezien meer. En zelfs als we er mochten zijn. Voelt het als een geamputeerd geheel.
Vandaag ben ik iemand tegenkomen uit de gemeente. 7 maanden niet gezien en gesproken. Woont niet in de plaats waar ik woon. Een luisterend oor kunnen zijn. Al die maanden heeft ze bijna niemand gezien.
Nu maanden geen normaal gemeentelijk leven. Niet om te miepen. Het zijn feiten.Jongeren die al 7 maanden amper jeugdwerk hebben gehad. (Ligt weer stil) die niet samen in de kerk elkaar mee kunnen nemen. Op een leeftijd waar 7 maanden en hoelang nog? dit zo belangrijk is als ze op de "wip" zitten. Die sinds maart 3 keer catechesatie hebben gehad.
Ik merk om mij heen dat velen zich zorgen maken om de gemeente. Juist als alles weer normaal is, is het de vraag of de amputatie tijdelijk of definitief is. Men vreest dat dan openbaar zal komen.
Er wordt nu aan het geheel van de gemeente geschudt. Waarvan ik twijfel heb of dat nu zwaarwegend noodzakelijk was, in de zin van niet op kunnen gaan naar Gods Huis.
Straks is ieder druk met de scherven op te ruimen. Lichtend licht?
Wat ik ook weet dat voor die tijd christenen waren die als het maar kon zelf lijfelijk aanwezig wilden zijn en de kerktelefoon als laatste middel gebruikte.