Bezorgd schreef:Ad Anker schreef:Simon0612 schreef:GGotK schreef:
1. Ds Steenblok stelde het in zijn tijd toch scherper dan hier geformuleerd.
2. De vraag is dan ook wat onder aanbieden verstaan zou moeten worden: voorstellen, aanbieden zonder onderscheid of schenken (inclusief of exclusief beloften)?
3. Welk wezenlijk verschil merkt een gemiddelde toehoorder, die waarschijnlijk dogmatisch/theologisch minder onderlegd zijn zoals sommigen hier op dit forum, tussen een preek van een huidige GGiN dominee en een gemiddelde GG dominee op het punt van het aanbod van genade?
1. Dat weet ik niet, zou kunnen hoor.
2. GGiN spreekt dus liever over verkondiging of prediking. Wat er verstaan zou moeten worden onder aanbieden kan een discussie ansicht zijn denk ik.
3. Durf ik niet te zeggen. Ad Anker misschien?
3. Geen verschil.
Eens. Geen verschil.
Al zegt dat meer over de GG prediking, dan over de GGiN prediking.
De laatsten hebben de lijn die men in 53 stelde, vastgehouden, binnen de GG is er een groot deel die na 53 weer de Steenblok lijn zijn gaan volgen.
Mooi, mee eens dat er geen verschil is. Ik ben het niet met je eens dat in de GG (maar ook in de GGiN) de lijn van Steenblok op dit moment strikt gevolgd wordt op het gebied van aanbod van genade.
Er is op dit punt praktisch gezien geen reden meer om gescheiden op te trekken.
Waarom doen we dit nog wel? Waarschijnlijk ligt het antwoord op die vraag dichtbij de conclusie die dr K van der Zwaag trekt in zijn stukje over de dissertatie van ds van Golverdingen:
De gebeurtenissen in het boek van Golverdingen hebben weinig verkwikkelijks. Terwijl kerk en wereld in de naoorlogse jaren volop in beroering waren, ging de energie van de Gereformeerde Gemeenten in de jaren vijftig vrijwel geheel op in vragen over het al dan niet welmenend karakter van de genade. Wie de theologische discussies volgt, moet constateren dat er grote begripsverwarring en wantrouwen heerste. Men had niet de bereidheid om elkaar te vinden. Het tragische is dat de kerkverbanden sindsdien een eigen leven zijn gaan leiden. Ze mogen nu wel theologisch dichter bij elkaar zijn gekomen, maar qua cultuur en inrichting van het kerkelijk leven zijn ze zodanig uit elkaar gegroeid dat een vereniging niet direct meer voor de hand ligt.
Toevoeging: ik moet er wel eerlijkheidshalve aan toevoegen dat in de GGiN minder uitwassen te vinden zijn wat betreft bevinding/standen. Ik zou het fijn vinden als op dit punt de GG wat meer zou toetrekken naar de GGiN.