Gereformeerde Gemeenten

[DDD]

Ik vind het eerder ergerlijk als dominees roken.

En wat betreft taalvaardig: ik noem er een paar:

ds. Baan, ds. Kattenberg, ds. Moerkerken, ds. Verschuure, ds. Vreugdenhil, ds. Zondag.

Het ligt ook aan de voorbereiding natuurlijk. De ene preek valt beter uit dan de andere.

[Geytenbeekje]

Ik vind het eerder ergerlijk als dominees roken.

En wat betreft taalvaardig: ik noem er een paar:

ds. Baan, ds. Kattenberg, ds. Moerkerken, ds. Verschuure, ds. Vreugdenhil, ds. Zondag.

Het ligt ook aan de voorbereiding natuurlijk. De ene preek valt beter uit dan de andere.

Dominees blijven ook mensen.

[Jantje]

Ik vind het eerder ergerlijk als dominees roken.

Er zijn er nog steeds die het doen...

En wat betreft taalvaardig: ik noem er een paar:

ds. Baan, ds. Kattenberg, ds. Moerkerken, ds. Verschuure, ds. Vreugdenhil, ds. Zondag.

Het ligt ook aan de voorbereiding natuurlijk. De ene preek valt beter uit dan de andere.

Ds. De Kok ook, vind ik.

[Ambtenaar]

Er zijn ook mensen zonder noemenswaardige opleiding die op de preekstoel staan. En dat hoor je duidelijk.

Het instrument van een predikant is de taal. In mijn ogen kun je niet functioneren als predikant zonder goede taalbeheersing.

[-DIA-]

Ik vind het eerder ergerlijk als dominees roken.

En wat betreft taalvaardig: ik noem er een paar:

ds. Baan, ds. Kattenberg, ds. Moerkerken, ds. Verschuure, ds. Vreugdenhil, ds. Zondag.

Het ligt ook aan de voorbereiding natuurlijk. De ene preek valt beter uit dan de andere.

De taal vind ik niet belangrijk. Ds. Spaans sprak met een zwaar Amerikaans accent, ds Adams in mindere mate, wijlen ds. E. Venema sprak soms haast poetisch, ds. Mijnders had ook zijn manier van zinsopbouw, ds. Ligtenberg sprak met een duidelijk Twents accent, ds. Klok (even buiten de GG) had niet bepaalt retorische gaven, maar kon wel wat verwoorden, enz. Ik blijf erbij dat ik de vorm van veel minder belang vind dan de inhoud.

[Jantje]

Er zijn ook mensen zonder noemenswaardige opleiding die op de preekstoel staan. En dat hoor je duidelijk.

Het instrument van een predikant is de taal. In mijn ogen kun je niet functioneren als predikant zonder goede taalbeheersing.

De meeste mensen worden bekeerd onder preken van slechte redenaars.

[huisman]

Laurens Kroon schrijft een inhoudelijk heel mooi stuk in het jeugdblad Daniël over 'Belijdenis doen'.
Zie: https://danielonline.nu/nieuws/vraag-maar-raak

Ik heb stilletjes het idee dat een belijdenis Bijbels gezien iets anders is.
1 Timoteüs 6

12 Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen.

Of zou het meer hebben van het belijden waartoe Jozua oproept. Ik denk namelijk dat dat Bijbelser en eerlijker is.

16 Toen antwoordde het volk en zeide: Het zij verre van ons, dat wij den HEERE verlaten zouden, om andere goden te dienen.
17 Want de HEERE is onze God; Hij is het, Die ons en onze vaderen uit het land van Egypte, uit het diensthuis heeft opgebracht, en Die deze grote tekenen voor onze ogen gedaan heeft, en ons bewaard heeft op al den weg, door welken wij getogen zijn, en onder alle volken, door welker midden wij getrokken zijn.
18 En de HEERE heeft voor ons aangezicht uitgestoten al die volken, zelfs den Amoriet, inwoner des lands. Wij zullen ook den HEERE dienen, want Hij is onze God.
19 Toen zeide Jozua tot het volk: Gij zult den HEERE niet kunnen dienen, want Hij is een heilig God; Hij is een ijverig God; Hij zal uw overtredingen en uw zonden niet vergeven.
20 Indien gij den HEERE verlaten en vreemde goden dienen zult, zo zal Hij Zich omkeren, en Hij zal u kwaad doen, en Hij zal u verdoen, naar dat Hij u goed gedaan zal hebben.
21 Toen zeide het volk tot Jozua: Neen, maar wij zullen den HEERE dienen.
22 Jozua nu zeide tot het volk: Gij zijt getuigen over uzelven, dat gij u den HEERE verkoren hebt, om Hem te dienen. En zij zeiden: Wij zijn getuigen.
23 En nu, doet de vreemde goden weg, die in het midden van u zijn, en neigt uw harten tot den HEERE, den God van Israël.
24 En het volk zeide tot Jozua: Wij zullen den HEERE, onzen God, dienen, en wij zullen Zijner stem gehoorzamen.
25 Alzo maakte Jozua op dienzelven dag een verbond met het volk; en hij stelde het hun tot een inzetting en recht te Sichem.
26 En Jozua schreef deze woorden in het wetboek Gods; en hij nam een groten steen, en hij richtte dien daar op onder den eik, die bij het heiligdom des HEEREN was.
27 En Jozua zeide tot het ganse volk: Ziet, deze steen zal ons tot een getuigenis zijn; want hij heeft gehoord al de redenen des HEEREN, die Hij tot ons gesproken heeft; ja, hij zal tot een getuigenis tegen ulieden zijn, opdat gij uw God niet liegt.

[Ambtenaar]

De meeste mensen worden bekeerd onder preken van slechte redenaars.

Dat is louter een mythe. Of heb jij mensen geteld?

[Maanenschijn]

De meeste mensen worden bekeerd onder preken van slechte redenaars.

Dat is natuurlijk veer gegeneraliseerde onzin, of je moet bedoelen dat bijna alle GG dominees slechte redenaars zijn. Dat laatste kan ik niet beoordelen.

[-DIA-]

De meeste mensen worden bekeerd onder preken van slechte redenaars.

Dat is louter een mythe. Of heb jij mensen geteld?

Dit doet helemaal niet mee. Niets van de mens doet mee om een mens te bekeren. En geen enkele predikant kan zich beroemen dat hij mensen heeft bekeerd, omdat hij welsprekend was. Dat is niet Bijbels. Mozes noemde zichzelf slecht ter tale, Jesaja kon niet spreken en Paulus's rede was verachtelijk.

[Geytenbeekje]

Ik vind het eerder ergerlijk als dominees roken.

En wat betreft taalvaardig: ik noem er een paar:

ds. Baan, ds. Kattenberg, ds. Moerkerken, ds. Verschuure, ds. Vreugdenhil, ds. Zondag.

Het ligt ook aan de voorbereiding natuurlijk. De ene preek valt beter uit dan de andere.

De taal vind ik niet belangrijk. Ds. Spaans sprak met een zwaar Amerikaans accent, ds Adams in mindere mate, wijlen ds. E. Venema sprak soms haast poetisch, ds. Mijnders had ook zijn manier van zinsopbouw, ds. Ligtenberg sprak met een duidelijk Twents accent, ds. Klok (even buiten de GG) had niet bepaalt retorische gaven, maar kon wel wat verwoorden, enz. Ik blijf erbij dat ik de vorm van veel minder belang vind dan de inhoud.

Dat is zo, maar een heldere stem hebben is toch wel belangrijk.
En als je dat niet hebt kun je je misschien afvragen of God je als predikant wilt hebben. Misschien ben je meer geschikt voor achter de schermen bij veldwerk of Bijbelvertaalwerk.

[Nathanaël]

De meeste mensen worden bekeerd onder preken van slechte redenaars.

Dat is louter een mythe. Of heb jij mensen geteld?

Dit doet helemaal niet mee. Niets van de mens doet mee om een mens te bekeren. En geen enkele predikant kan zich beroemen dat hij mensen heeft bekeerd, omdat hij welsprekend was. Dat is niet Bijbels. Mozes noemde zichzelf slecht ter tale, Jesaja kon niet spreken en Paulus's rede was verachtelijk.

Tot op zekere hoogte eens, maar de voorbeelden die je noemt gaan volgens mij niet helemaal op. Omdat Mozes van zichzelf vond dat hij niet kon spreken moest Aäron het dus doen, Jesaja zegt niet te kunnen spreken omdat hij een zondig mens met onreine lippen is, dus dat gaat niet over taalvaardigheid of retoriek.
Het voorbeeld van Paulus geeft denk ik inderdaad goed aan dat het in de prediking uiteindelijk niet gaat om welsprekendheid, maar dat het God is Die door de prediking heen mensen zalig maakt.

Tegelijk is het gevaar daardoor dat het juist verheerlijkt wordt als een predikant zo onsamenhangend mogelijk preekt. Zie de opmerking van Jantje bijvoorbeeld.
Ik denk dat welsprekendheid in die zin belangrijk is dat mensen daardoor aangesproken worden. Als een predikant makkelijk spreekt is het voor de gemeente ook makkelijker om te luisteren. Aangezien het geloof uit het gehoor is, lijkt dat me toch wel belangrijk.
Samenvattend: als een predikant niet welbespraakt is hoeft dat absoluut geen belemmering te zijn, omdat het daar niet vanaf hangt. Tegelijk kan het echter wel meewerken als een predikant wel goede retorische vaardigheden heeft. Daarom moet hij daarvoor wel zijn uiterste best doen.

[samanthi]

Laurens Kroon schrijft een inhoudelijk heel mooi stuk in het jeugdblad Daniël over 'Belijdenis doen'.
Zie: https://danielonline.nu/nieuws/vraag-maar-raak

Ik heb stilletjes het idee dat een belijdenis Bijbels gezien iets anders is.
1 Timoteüs 6

12 Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen.

Of zou het meer hebben van het belijden waartoe Jozua oproept. Ik denk namelijk dat dat Bijbelser en eerlijker is.

16 Toen antwoordde het volk en zeide: Het zij verre van ons, dat wij den HEERE verlaten zouden, om andere goden te dienen.
17 Want de HEERE is onze God; Hij is het, Die ons en onze vaderen uit het land van Egypte, uit het diensthuis heeft opgebracht, en Die deze grote tekenen voor onze ogen gedaan heeft, en ons bewaard heeft op al den weg, door welken wij getogen zijn, en onder alle volken, door welker midden wij getrokken zijn.
18 En de HEERE heeft voor ons aangezicht uitgestoten al die volken, zelfs den Amoriet, inwoner des lands. Wij zullen ook den HEERE dienen, want Hij is onze God.
19 Toen zeide Jozua tot het volk: Gij zult den HEERE niet kunnen dienen, want Hij is een heilig God; Hij is een ijverig God; Hij zal uw overtredingen en uw zonden niet vergeven.
20 Indien gij den HEERE verlaten en vreemde goden dienen zult, zo zal Hij Zich omkeren, en Hij zal u kwaad doen, en Hij zal u verdoen, naar dat Hij u goed gedaan zal hebben.
21 Toen zeide het volk tot Jozua: Neen, maar wij zullen den HEERE dienen.
22 Jozua nu zeide tot het volk: Gij zijt getuigen over uzelven, dat gij u den HEERE verkoren hebt, om Hem te dienen. En zij zeiden: Wij zijn getuigen.
23 En nu, doet de vreemde goden weg, die in het midden van u zijn, en neigt uw harten tot den HEERE, den God van Israël.
24 En het volk zeide tot Jozua: Wij zullen den HEERE, onzen God, dienen, en wij zullen Zijner stem gehoorzamen.
25 Alzo maakte Jozua op dienzelven dag een verbond met het volk; en hij stelde het hun tot een inzetting en recht te Sichem.
26 En Jozua schreef deze woorden in het wetboek Gods; en hij nam een groten steen, en hij richtte dien daar op onder den eik, die bij het heiligdom des HEEREN was.
27 En Jozua zeide tot het ganse volk: Ziet, deze steen zal ons tot een getuigenis zijn; want hij heeft gehoord al de redenen des HEEREN, die Hij tot ons gesproken heeft; ja, hij zal tot een getuigenis tegen ulieden zijn, opdat gij uw God niet liegt.

Beste Huisman, dit is iets heel anders, dit is een collectieve belijdenis van een heel volk.

De belijdenis die wij kennen is een persoonlijke belijdenis, dat kun je niet vergelijken.

[-DIA-]

Laurens Kroon schrijft een inhoudelijk heel mooi stuk in het jeugdblad Daniël over 'Belijdenis doen'.
Zie: https://danielonline.nu/nieuws/vraag-maar-raak

Ik heb stilletjes het idee dat een belijdenis Bijbels gezien iets anders is.
1 Timoteüs 6

12 Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen.

Of zou het meer hebben van het belijden waartoe Jozua oproept. Ik denk namelijk dat dat Bijbelser en eerlijker is.

16 Toen antwoordde het volk en zeide: Het zij verre van ons, dat wij den HEERE verlaten zouden, om andere goden te dienen.
17 Want de HEERE is onze God; Hij is het, Die ons en onze vaderen uit het land van Egypte, uit het diensthuis heeft opgebracht, en Die deze grote tekenen voor onze ogen gedaan heeft, en ons bewaard heeft op al den weg, door welken wij getogen zijn, en onder alle volken, door welker midden wij getrokken zijn.
18 En de HEERE heeft voor ons aangezicht uitgestoten al die volken, zelfs den Amoriet, inwoner des lands. Wij zullen ook den HEERE dienen, want Hij is onze God.
19 Toen zeide Jozua tot het volk: Gij zult den HEERE niet kunnen dienen, want Hij is een heilig God; Hij is een ijverig God; Hij zal uw overtredingen en uw zonden niet vergeven.
20 Indien gij den HEERE verlaten en vreemde goden dienen zult, zo zal Hij Zich omkeren, en Hij zal u kwaad doen, en Hij zal u verdoen, naar dat Hij u goed gedaan zal hebben.
21 Toen zeide het volk tot Jozua: Neen, maar wij zullen den HEERE dienen.
22 Jozua nu zeide tot het volk: Gij zijt getuigen over uzelven, dat gij u den HEERE verkoren hebt, om Hem te dienen. En zij zeiden: Wij zijn getuigen.
23 En nu, doet de vreemde goden weg, die in het midden van u zijn, en neigt uw harten tot den HEERE, den God van Israël.
24 En het volk zeide tot Jozua: Wij zullen den HEERE, onzen God, dienen, en wij zullen Zijner stem gehoorzamen.
25 Alzo maakte Jozua op dienzelven dag een verbond met het volk; en hij stelde het hun tot een inzetting en recht te Sichem.
26 En Jozua schreef deze woorden in het wetboek Gods; en hij nam een groten steen, en hij richtte dien daar op onder den eik, die bij het heiligdom des HEEREN was.
27 En Jozua zeide tot het ganse volk: Ziet, deze steen zal ons tot een getuigenis zijn; want hij heeft gehoord al de redenen des HEEREN, die Hij tot ons gesproken heeft; ja, hij zal tot een getuigenis tegen ulieden zijn, opdat gij uw God niet liegt.

Beste Huisman, dit is iets heel anders, dit is een collectieve belijdenis van een heel volk.

De belijdenis die wij kennen is een persoonlijke belijdenis, dat kun je niet vergelijken.

Het kan ook in grote getale: Mannen broeders, wat moeten wij doen om zalig te worden. De prediker was een eenvoudige visser met een Gallilees accent.

[huisman]

Laurens Kroon schrijft een inhoudelijk heel mooi stuk in het jeugdblad Daniël over 'Belijdenis doen'.
Zie: https://danielonline.nu/nieuws/vraag-maar-raak

Ik heb stilletjes het idee dat een belijdenis Bijbels gezien iets anders is.
1 Timoteüs 6

12 Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen.

Of zou het meer hebben van het belijden waartoe Jozua oproept. Ik denk namelijk dat dat Bijbelser en eerlijker is.

16 Toen antwoordde het volk en zeide: Het zij verre van ons, dat wij den HEERE verlaten zouden, om andere goden te dienen.
17 Want de HEERE is onze God; Hij is het, Die ons en onze vaderen uit het land van Egypte, uit het diensthuis heeft opgebracht, en Die deze grote tekenen voor onze ogen gedaan heeft, en ons bewaard heeft op al den weg, door welken wij getogen zijn, en onder alle volken, door welker midden wij getrokken zijn.
18 En de HEERE heeft voor ons aangezicht uitgestoten al die volken, zelfs den Amoriet, inwoner des lands. Wij zullen ook den HEERE dienen, want Hij is onze God.
19 Toen zeide Jozua tot het volk: Gij zult den HEERE niet kunnen dienen, want Hij is een heilig God; Hij is een ijverig God; Hij zal uw overtredingen en uw zonden niet vergeven.
20 Indien gij den HEERE verlaten en vreemde goden dienen zult, zo zal Hij Zich omkeren, en Hij zal u kwaad doen, en Hij zal u verdoen, naar dat Hij u goed gedaan zal hebben.
21 Toen zeide het volk tot Jozua: Neen, maar wij zullen den HEERE dienen.
22 Jozua nu zeide tot het volk: Gij zijt getuigen over uzelven, dat gij u den HEERE verkoren hebt, om Hem te dienen. En zij zeiden: Wij zijn getuigen.
23 En nu, doet de vreemde goden weg, die in het midden van u zijn, en neigt uw harten tot den HEERE, den God van Israël.
24 En het volk zeide tot Jozua: Wij zullen den HEERE, onzen God, dienen, en wij zullen Zijner stem gehoorzamen.
25 Alzo maakte Jozua op dienzelven dag een verbond met het volk; en hij stelde het hun tot een inzetting en recht te Sichem.
26 En Jozua schreef deze woorden in het wetboek Gods; en hij nam een groten steen, en hij richtte dien daar op onder den eik, die bij het heiligdom des HEEREN was.
27 En Jozua zeide tot het ganse volk: Ziet, deze steen zal ons tot een getuigenis zijn; want hij heeft gehoord al de redenen des HEEREN, die Hij tot ons gesproken heeft; ja, hij zal tot een getuigenis tegen ulieden zijn, opdat gij uw God niet liegt.

Beste Huisman, dit is iets heel anders, dit is een collectieve belijdenis van een heel volk.

De belijdenis die wij kennen is een persoonlijke belijdenis, dat kun je niet vergelijken.

Ik denk echt dat jij ver van de Bijbelse waarheid bent. Lees Psalm 81 hierbij. Als wij dit geen plaats geven zijn wij gelijk aan die profeten die zeggen. Geen gevaar.

11 Ik ben de Heere, uw God, Die u heb opgevoerd uit het land van Egypte; doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.
12 Maar Mijn volk heeft Mijn stem niet gehoord; en Israël heeft Mijner niet gewild.
13 Dies heb Ik het overgegeven in het goeddunken huns harten, dat zij wandelden in hun raadslagen.
14 Och, dat Mijn volk naar Mij gehoord had, dat Israël in Mijn wegen gewandeld had!