
Samenvatting preek ds. D.E. van de Kieft
Schuingedrukt staat vermeld wat ik in deze preek vond aanspreken.
Het gaat om een zendingsdienst (t.b.v. de Balkanzending) in de Hersteld Hervormde gemeente van Staphorst op woensdag 8 mei jongstleden, waarin voorging: ds. D.E. van de Kieft, predikant van de Gereformeerde Gemeente in Nederland op Urk.
Liturgie:
Psalm 147: 6
Psalm 145: 3 en 4
Psalm 56: 5
Psalm 52: 1 en 7
Schriftlezing: Galaten 6
Tekst: Galaten 6: 14
Thema: Roemen in het kruis van Christus
1. Alles schade buíten dit kruis
2. De grond alléén ín dit kruis
3. De kruisiging dóór dit kruis
https://www.hhkstaphorst.nl/kerkelijk-l ... eluisteren en dan van onderen klikken op 'oudere diensten' tot je de dienst van woensdag 8 mei hebt.
De dominee begint zijn preek met een voorafspraak. Daarin begint hij met het welbehagen van God, Die de eeuwige liefde in het hart van zondige mensen, wederhorigen, heeft uitgestort. Ik vind het sterk dat hij daarmee begint. Het is immers vanuit het welbehagen Gods dat er nog een kerk zalig worden kan. Elke keer moeten ze weer gewillig worden en als ze door God gewillig gemaakt worden, smelt alles in het hart omdat God hen eerst heeft liefgehad. Hierbij haalt hij ook aan dat er in de Balkan deuren geopend mochten worden voor de zending, terwijl alles onmogelijk leek.
De Heer' betoont Zijn welbehagen
aan hen die nederig naar Hem vragen.
Het is mooi dat de dominee ook daadwerkelijk aandacht geeft aan de Balkan-zending. Het is immers ook een dienst die daarvoor bedoeld is.
De preek gaat over Galaten 6: 14: Maar het zij verre van mij dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus, door welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.
Thema: Roemen in het kruis van Christus
1. Alles schade buíten dit kruis (Maar het zij verre van mij dat ik zou roemen...)
2. De grond alléén ín dit kruis (...anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus...)
3. De kruisiging dóór dit kruis (...door welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.)
1. De dominee begint ermee dat er grote nood is in Galatië. Daarom schrijft Paulus deze brief. Er kwamen mensen die meenden dat de mensen er eigen werk moesten doen, omdat dat God nog meer zou behagen. Dat komt ook naar voren in het eerste deel van de tekst. We mogen niet roemen in eigen gestaltelijkheden, afkomst, want dat kan Gode niet behagen. En dat is voor Paulus ook allemaal schade geworden, omdat hij heeft ingeleefd dat hij een kind van Adam is. We kunnen God niet ontmoeten met onze verstandelijke kennis. We kunnen tegen God strijden en menen Hem een dienst te doen. We kunnen kunnen tegen God strijden en menen een kind te zijn van Hem. We kunnen menen Gods kind te zijn, maar een vijand zijn van vrije genade. Dat deed Paulus ook. Waar roemen wij in? Het gaat ook over ons. Veel kerkelijke mensen roemen in de wereld. En daarover heen ligt een laagje christelijke saus. Wat zullen we eten, wat zullen we drinken, wat zijn onze idealen? Misschien zijn er mensen die menen zo niet te leven? Horen wij dan bij de Farizeeën? Wij kunnen niet roemen in hetgeen wat wij geven voor God. Al leven we onberispelijk, dat kan de eeuwigheid niet verduren. Roemen wij in onze bevindingen? Of worden wij bemoedigd? Ook dat is niet genoeg, ook daarmee kunnen wij geen verzoening aanbrengen voor God. Het moet alles verloren worden, omdat er niets overblijft dan alleen het Kruis van Christus.Dat heeft ons ook wat te zeggen. Ik vind het een onderwijzend begin. Daar kunnen wij ook veel van leren. Wat brengen wij aan voor God? Met allerlei bevindelijkheid of gestaltelijkheden kunnen wij voor God niet bestaan. Alle eigen huisjes moeten afgebroken worden voor God. Een separerend begin van de prediking, wat iedereen, niemand uitgezonderd, ook mij niet, iets te zeggen heeft.
De dominee wijst er ook op, als alles verloren wordt, en alle gronden die wij voor de eeuwigheid gemaakt hebben, en wij hebben leren inzien dat wij des doods schuldig zijn, dat wij dan helwaardig zijn, maar ook dat Christus dan laat zien dat een helwaardige zondaar, terwijl leek alsof alle roem weg was, dan mag roemen, buiten zichzelf, in Jezus, Die alles aanbracht! Hierin volgt, en dat is de reden dat ik de preek voornamelijk hen aangedragen, een duidelijke lijn van ellende maar verlossing. Dat hoor je niet zo vaak zó duidelijk in de preek.
2. Het Kruis betekent de zaligmakende leer van Christus, tot zaligheid. De inhoud daarvan is Jezus Christus en Dien gekruisigd. Hij is het Middelpunt. Ook het lijden van Christus valt daar onder, heel Zijn leven. Als Gods volk mag leren inzien wat dat betekent voor hen, is dat enerzijds een schaamte, omdat zij de vloek hebben verdiend, maar anderzijds ook zo'n diepte, zo'n rijkdom dat Christus dat wilde doen, dat Hij zelfs Zijn lieve Zoon wilde geven voor zulke slechte mensen. Dat mag je roemen in het Kruis van Christus. Hij wilde Zijn handen binden om Zijn volk te ontbinden. Hij wilde Zich laten vernederen door Kajafas, een lasteraar, omdat mensen die godslasteraars zijn, nog door genade aangenomen kunnen worden. Dan wordt het waar wat het versje zingt:
Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten,
in deze zee verzinken mijn gedachten:
o liefde die, om zondaars te bevrijden,
zo zwaar wou lijden.
Ik vind dit een hele rijke prediking, waarin God op het hoogst geprezen wordt en de mens op het diepst vernederd. Het is een eenvoudige prediking, waarin het Evangelie zo ruim wordt aangeboden. Wat beseffen wij dan vaak weinig wat het God heeft betekend. Elke keer weer moet Christus Zijn volk dieper leiden in de gangen van Zijn vernedering, want Gods volk heeft een tweemens, en Hij leert ze telkens weer inzien dat ze telkens weer opnieuw leeggemaakt, armgemaakt, zodat Hij ze kan volmaken met Zijn liefde.
Paulus heeft ook geroemd in het verlossingswerk van Christus. Dat gaat terug naar de eeuwigheid, waar de Vader al Zijn kinderen liefhad (Johannes 3: 16), van eeuwigheid tot in der eeuwigheid. Er hoeft niets bij van de mensen, want alles wat Christus heeft aangebracht is genoeg. De borggerechtigheid van Christus is genoeg en zorgt ervoor dat Gods volk mag roemen in het kruis van Christus. En daarom moeten wij gekruisigd worden ín het kruis.
3. Kruisigen betekent dat je veel pijn moet lijden, een pijnlijke en langzame dood. Dat is een beeld wat Paulus gebruikt voor het zielenleven. Het eigen-ik moet sterven, de wereld moet sterven. De zonde in ons eigen hart moet gekruisigd worden. Het is Gods weg om Zijn volk te laten kruisigen. Maar dat willen zij van nature niet. Ook na ontvangen genade is daar een onwil. En dat is een kruis, wat zo bitter is. God geeft dan weer eenswillendheid, waardoor de opstand weer opnieuw betaald en vergeven worden. Want niemand zal ze rukken uit Zijn hand. Dat brengt verootmoediging voor God. Hoe wordt Gods volk gekruisigd? Daar is de Heere vrij in. Het is genoeg om Gods volk op de grond te krijgen en te houden, maar nooit zoveel dat ze zullen bezwijken.
Als er dan in kruiswegen gezien mag worden op hét Kruis, dan mag ervaren worden dat dat kruis vrolijk gedragen wordt, achter de grote Kruisdrager. Het is een bittere weg van afbraak, waar alleen Christus overblijft, de mens niets en God alles. Er liggen hierin diepe lessen, die veel overdenking waard zijn, voor ons aller persoonlijk leven. Een tekst gaat zo ook veel meer leven, en de betekenis daarvan. Verder komt ook weer openbaar het evenwicht van Adam en Christus en of wij al iets kennen van dat kruisigen van ons eigen vlees. We kunnen hiervan ook leren, dat ook na bekering de ellende geen voorbije zaak is. Dat is ook een belangrijke leerles!
Dan mag er ook gezongen worden: Psalm 56: 5.
Alle grond moet weg. Als wij niet niets worden, wordt God niet alles. Er wordt tegenwoordig veel geloofd met het verstand. Maar er moet geloofd worden met het hart. Dat is een plicht en een onmogelijkheid. Er is een eis, en daarvoor staan we bij God in de schuld. 1% mensenwerk is al te veel om zalig te kunnen worden. Want Christus is een volkomen zaligheid.
Alle roem is uitgesloten, maar Jezus roem blijft over. Als dat gesmaakt mag worden, gaat dat alle verstand te boven. Dan zegt Da Costa:
In het kruis zal 'k eeuwig roemen!
en geen wet zal mij verdoemen;
Christus droeg de vloek voor mij!
Christus is voor mij gestorven,
heeft voor mij de zaligheid verworven;
'k ben van dood en zonde vrij!
Dan wordt onder Zijn liefdesblik de ziel vertederd. Dat doet verlangen naar de verlossing, om verlost te worden van alles wat geen God en Jezus is. Dan leeft Christus in mij (Galaten 2: 20). Jesaja 35. Dan mogen ze eeuwig roemen in het Kruis van de Heere Jezus Christus, ja, eeuwig in roemen in de Vader, in de Zoon en in de Heilige Geest. Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen. De dominee eindigt zijn preek met de verantwoordelijkheid die wij allemaal hebben. Wij kunnen ons zelf niet bekeren. Maar toch moet het. Verder komt in dit laatste stuk duidelijk naar voren wat het geluk is voor Gods kinderen. Het is tot bemoediging voor Gods volk, maar ook tot onderwijs, een pijnlijke weg, waar niets van ons overblijft. Wat overblijft: God alles, de mens niets; veel lessen en veel onderwijs.