-DIA- schreef:
Zoals een vader zich aan zijn kleine jongen aanpast en niet te grote stappen neemt, zo zou een beetje organist ook zulk een invoelingsvermogen moeten hebben. Het moet goed waar te nemen zijn of we Psalm 150 spelen dan wel, om wat te noemen, Psalm 88. Ook Psalm 103 (gelijk het gras, enz.) moet niet in een te snel tempo en zeker niet forte or fortissimo.
Men speelt zoiets pianissimo possibile of pianissimo eventueel kan men bij sommige psalmen cressendo toepassen. De tekst bepaalt in hoge mate de sfeer en het tempo.
...Men speelt zoiets.... O, en wie zegt dat?
Om te beginnen moeten we even duidelijkheid scheppen waar 't nou eigenlijk over gaat: over gemeentezangbegeleiding of over orgelmuziek.
In het geval van gemeentezangbegeleiding is het de taak van de organist om de gemeentezang in goede banen te leiden, en dat kan nooit in een pianissimo. Om de gemeentezang voldoende steun te bieden, zul je altijd een zeker minimum aan klanksterkte moeten gebruiken, anders laat je de gemeente aan haar lot over. En áls dat gebeurt, dan hoor je dat ook: de gemeentezang wordt onzuiver omdat men geen steun aan het orgel heeft. Vanzelfsprekend blijft er qua sterkte nog een hele bandbreedte over om rekening te houden met de tekst.
In het geval van een orgelbewerking kán de tekst natuurlijk leidend zijn. Maar als we naar de oudvaders van de Nederlandse koraalkunst kijken, mannen als Sweelinck en Van Noordt, dan vind je daar beslist geen effectbejag op basis van de tekst. En het is ook niet altijd zo simpel zwart-wit: neem Psalm 150 van César Franck: die begint pianissimo.
Hoe dan ook, beste stuurlui zouden vanaf de wal niet verder moeten gaan dan "ik vind dat..." of "naar mijn mening...".
"Men speelt zoiets..." heeft een stelligheid die in dit verband volkomen misplaatst is.