In de 19e eeuw was er al kritiek bij de kruisgezinden en delen van de afgescheidenen op de Marrowman. Die kritiek kwam inderdaad voor 1953 ook naar voren, maar dat werd binnen de Gereformeerde Gemeenten toch niet overgenomen. Het bekende 'remonstrantse draadje' bij de Erskines werd dan wel genoemd aan de Boezemsingel, maar dit gevoelen werd zover ik weet door niemand overgenomen en later uitgedragen. Ik denk ook niet dat de waarschuwing van ds. Hoogerland op dit punt doelt. Het is vooral een theologisch ingewikkeld punt: De beloften komen enkel tot de uitverkorenen, want alleen voor hen is Christus gestorven.Bezorgd schreef:Ik kan me vergissen, maar waren dit soort waarschuwende geluiden over de Puriteinen ook niet te horen in de jaren voor 1953 ?
Meen ik wel eens gelezen te hebben.
De Puriteinen leerden dat ook. Het verschil zit in hoe je dit theologische dogma verwerkt in de prediking en pastoraat, met name als het gaat om het wel of niet onderscheiden appel op de hoorders. Daarin zit het verschil. Puriteinen bekommerden zich niet om de vraag of een hoorder wel of niet kenmerken van uitverkiezing vertoonde als het ging om zondaren tot Christus te nodigen.
De beloften werden in de prediking niet voorgehouden vanuit een dogmatisch geformuleerde beschouwing maar vanuit de concrete situatie waarin de mens zich bevindt: Dood en buiten Christus zolang een zondaar niet de beloften in Christus heeft leren omhelzen tot zaligheid.
De beloften en de aanbieding daarvan werden dus altijd verbonden met Christus. Zowel in de dogmatiek als in de prediking.
De lijn die ds. Hoogerland volgt is meer een systematisch-theologische. Beloften zijn alleen voor de uitverkorenen. Door wedergeboorte wordt de uitverkiezing in de tijd uitgewerkt. Daarmee wordt impliciet aangegeven dat door het begin van de wedergeboorte -de wedergeboorte in engere zin- zal blijken of iemand uitverkoren is (kenmerken van ellendekennis, God kwijt te zijn enz). Dan pas -en niet eerder- kan en mag een belofte toege-eigend worden. Op dat punt zijn de Puriteinen dus anders. Die bieden Christus eerder aan, nl. zodra een zondaar het zonlicht ziet bij de natuurlijke geboorte.
De puriteinen houden wedergeboorte en geloof bevindelijk bijeen en snijden alles buiten bevindelijke kennis van Christus af als te kort. Die scherpte missen we dan weer in de visie van ds. Hoogerland.
Het kan verwarring geven omdat dat de theologie gelijk is, maar dat de conclusies en daarmee de visie op de daaruit afgeleide heilsorde anders is en er op een andere wijze gesproken wordt over de toe-eigening van het heil.